Dit wordt het derde boek in deze reeks.
Het eerste was een klein maar dik boek met houten platten,
leren bekleding en een sluiting (die ik gekocht had).
Geen tekst.
Het tweede was het boek ‘The art of bookbinding’. Dus een
bedrukt boekblok, houten platten met rood leer. Met een sluiting
van leer en messing. Eenvoudige integrale kapitaalband.
Met als versiering een messing beslag dat ik gekocht had.
Het derde boek is dan uiteindelijk Van den vos Reynaerde.
De tekst die geleverd is door een samenwerkingsverband van
de Stichting Handboekbinden, Atelier de Ganzenweide van Rob Koch
en Jannie de Groot. Hier wil ik het chevronkapitaal op
maken en met een messing titelvenster. Deze laatste twee
waren bij boek twee of niet gelukt of was ik gewoon niet aan begonnen.
Dit is het vertrekpunt voor dit bericht: twee eikenhouten platten, drie leren riempjes (uit een oude tas) en een prikmal die ik voorbereid heb.
Aan de kop en de staart (aan de boven- en onderkant van de platten) zijn de hoeken van eikenhouten platten afgeplat. Er is een stukje afgezaagd. Door dat te doen ontstaat er voldoende ruimte om een kapitaalkern van gedraaid perkament aan te kunnen brengen. Die kapitaalkern zal later omwikkeld worden met twee kleuren draad om zo het chevronkapitaal te realiseren. De kapitaalkern verbindt de twee platten met het boekblok dus is er niet alleen voor de versiering maar ook voor de stevigheid van de binding.
Een timmerwerkplaats is mijn werkplaats niet dus moet ik steeds een beetje improviseren.
Je kijkt hier tegen de buitenkant van een van de platten. Straks, nadat de bekleding is aangebracht, kun je de aanhechting van het perkament op de platten zien. Dat is ook het geval bij de riempjes.
Het stukje dat op de hoek van de platten is weggehaald, haal ik ook van het dekblad en de rest van het boekblok af. Daardoor ontstaat er ruimte om straks het kapitaal te omwikkelen en vast te maken aan de kapitaalkern en het leer.
Het boekblok (met de perkamenten dekbladen) zit in de blokpers. Hier zijn de plaatsen aangegeven waar ik het boekblok ga inzagen.
Drie tot vijf millimeter diep zaag ik het boekblok in.
Het is de bedoeling dat het boekblok aan de leren riempjes wordt genaaid. Daarbij zullen de leren riempjes door een soort tunnel de platten ingaan om er aan de buitenkant uit te komen om vervolgens door het hout te gaan en aan de binnenkant van de platten bevestigd te worden. Lees Goddijn. Hier zie je een en ander afgetekend en de eerste gaten zijn geboord als begin van de ‘tunnel’.
De binnenkant van een plat. De riempjes komen straks door het gat naar binnen en worden dan tegen de binnenkant van de plat bevestigd. Het dekblad, eenmaal tegen de binnenkant van de plat bevestigd, zal dit aan het oog onttrekken.
Een afgetekende buitenkant van een plat. Je ziet de boorgaten van de rug afkomen. Die moeten een ‘tunnel’ gaan vormen. Door de brede gaten gaan de riemen dan naar de binnenkant om vastgezet te worden met messing spijkers.
Laat ik maar beginnen met de eenvoudige dingen. Dat maken van de tunnel. Daar ben ik een beetje voorzichtig mee. Als ik te veel kracht gebruik ben ik bang dat het ‘dak’ van de tunnel afgaat. Op zich is dat geen ramp. Dan kun je nog steeds het boek inbinden maar je ziet dat dan wel. Ook dat kun je dan wel weer oplossen maar volgens het boek moet het met een tunnel. Dat wil ik proberen. Bij mijn tweede boek lukte dat niet maar dat had vooral met het materiaal te maken. Dit is een massief eiken plank. Bij boek twee was het een uit meerdere lagen samengestelde plank.
De komende tijd kan ik me dus wel vermaken in de werkplaats.