Daar is dan het resultaat van een boekje met houten platten, een boekblok gemaakt van gebruikte enveloppen en schutbladen van perkament.
De linnen bekleding is van een kussenovertrek ontworpen door Ankita Shinde, een Indiaase ontwerpster.
Het idee is om het kleine boodschappenboekje
te maken met houten platten.
Het hout is niet perfect maar kan hier prima voor dienen.
Een plat is al uitgezaagd en tweede moet nog volgen. De ingebonden katernen liggen nog rustig te wachten.
De zaag die ik heb gebruikt laat wat sporen na aan de randen. Daar versplintert multiplex erg gemakkelijk. Daarom ga ik schutbladen van perkament maken. Dat is wat stug van zichzelf en kan oneffenheden hopelijk een beetje opvangen.
De bekleding van de platten ga ik maken van de tegenprestatie die ik een aantal jaren geleden kreeg (ik vond nog een artikel van 7 jaar geleden) bij het steunen van Taxi Fabric. Dit was een initiatief om lokale ontwerpers nieuwe stoffen te laten ontwerpen voor de gele taxi’s van Mumbai. De ontwerpster die ik trof was Ankita Shinde.
De tegenprestaties hingen de afgelopen 5 jaar in mijn werkplaats maar nu de kans groot is dat ik daar weg moet ga ik er delen van verwerken in dit boek. Een van de tegenprestaties was een kussensloop van linnen. Dat heb ik uit elkaar gehaald en zag aan de binnenkant de naam van de ontwerpster nog. Die gaat de rug van mijn boekje sieren.
De twee platten heb ik al voorzien van het perkamenten schutblad (had misschien beter pas later kunnen gebeuren). Normaal verbind ik de platten met een stuk kraftpapier om de ruimte voor de rug vast te leggen maar dit boekje krijgt geen extra rug en ik heb al dat linnen voorhanden. Dus gebruik ik deze keer een strook linnen.
Dit ligt nu te dragen tussen bakpapier onder bezwaar. Op internet is niet veel meer te vinden van het idee van Taxi Fabric. De naam van de website bestaat nog wel maar is nu in gebruik door een technologiebedrijf.
Met de katernen van enveloppen ertussen gaat er dat zo uit zien.
Op het linnen is een soort van logo gestikt met de naam Ankita Shinde maar tijdens productie werden de stoffen ook al gemarkeerd. Met een stempel en die is nog op het stof te zien.
De stempel zal straks in het boek denk ik niet meer te zien zijn. De strook is te hoog in relatie tot de boekband. De naam Ankita Shinde kom ik nog wel op internet tegen. Blijkbaar heeft ze nu een studio met haar partner in Goa.
De stof voor de rug heb ik eerst gestreken en daarna heb ik er vlieseline in gestreken. Dat maakt het steviger en maakt het gemakkelijker om de zaken straks te lijmen met PVA. Je ziet hier de perkamenten schutbladen een beetje omhoogkomen. Daarom onder bezwaar.
Dit was een tweede tegenprestatie. Het doek met de afbeelding hangt nog in mijn werkplaats. Ik heb dit altijd een mooi beeld gevonden maar een bestemming heb ik er nog niet voor.
Gisteren, na een nacht in de boekenpers, ben ik even
gaan kijken naar het boek en de decoratie.
Dit is de voorplat. De decoratie zit mooi vast en is gladder dan ik had verwacht. Nadat ik de foto’s van dit bericht had gemaakt, is het boek weer terug in de pers gegaan. Perkament is weerbarstig en ik hoop dat nog iets langer in de pers gunstig is voor boek en decoratie.
Bij het achterplat is het een zelfde verhaal. De decoratie voor de rug heb ik maar even gelaten voor wat het is. Daar moet ik nog eens goed over nadenken.
Vandaag was de test voor de rug opgedroogd.
Kon ik hem op maat snijden en dan valt er een
deel van de afbeelding weg.
Maar ik moet hier nog eens goed over nadenken.
De verf zit er te dik op. Dan komt die onder de afficheletter uit en vormt en soort van rand rond de letter. Dus dat moet schraler maar misschien moet ik de acrylverf een beetje verdunnen met water.
Rechts zie je de strook perkament die op de achterkant moet gaan landen.
Maar dan is de vraag: Hoe is het met het boek?
Wat mij betreft prima. de band zit goed gelijmd op/aan
het boekblok. Tijd dus om de decoratie vast te zetten.
Kan die weer in de boekenpers voor 24 uur.
Band, schutblad en boekblok.
De te lijmen decoratie voor het voorplat. De bandjes heb ik op een paar plaatsen nog ingekort zodat er voldoende perkament in de lijm kan worden gezet. Je zult altijd blijven voelen/zien dat de bandjes onder het perkament doorlopen. Dat kun je misschien voorkomen door bijvoorbeeld ruimte uit het boekbindlinnen weg te halen of uit het karton van de platten. Lijkt me niet alleen veel werk met een hoge foutkans maar je mag best zien hoe een constructie in elkaar zit. Sterker nog dat was net het doel met de bandjes.
Gereed voor de boekenpers.
Het boek ligt intussen al even in de boekenpers.
Er is nog één laatste foto van het schutblad en
het achterplat, ongelijmd.
De rest van de tijd heb ik me gericht
op een eerste ontwerp voor het perkament op de rug.
Hieronder de foto’s daarvan.
Maar misschien moet ik daar nog eens goed over nadenken.
Gereed voor het lijmen. Het schutblad in 160 grams en het linnen dun dus ik heb de ruimte op het plat tussen het linnen niet opgevu;ld.
Dit is een eerste ontwerp voor de rug. Nog op papier. De kleine rechthoeken geven de plaats aan waar de letters ‘b’ gedrukt gaan worden. Als vallende letters, over elkaar heen buitelend. Naar onder steeds donkerder van blauwe kleur (maar dat zie je hier nog niet).
De eerste laag witte ‘grondverf’.
De eerste letter van lichtblauw zet ik meteen op zijn kop.
De onderste letter(s) moeten donkerder en misschien toch wat verder uit elkaar. Bovendien zie je hier de strook zoals die op de rug komt, plus, aan alle kanten, een strook buiten waar het mij om te doen is. Dat geeft stiekem een beter beeld van de letters en hoe ze over elkaar gedrukt zijn. De verschillende drukgangen moeten meer tijd tussendoor krijgen om te drogen. Minder verf is ook goed. Kortom hier moet ik nog eens goed over nadenken.
Op de achterplat komt ook een leesbare ‘B’. Dit is het patroon. Een papieren versie om te passen en meten en dadelijk ook de perkamenten versie te kunnen snijden.
De bandjes had ik van begin af aan wel bedoeld om aan de buitenkant van de boekband te laten zien. Maar op welke manier heb ik pas bedacht terwijl ik met de boekband bezig was. De lengte van het onderste bandje op de achterplat is dan ook te kort. Ik moet dus iets doen aan de insnijdingen waar de bandjes door geregen gaan worden. Daarmee wordt het achterplat in meer opzichten anders dan het voorplat. Op de foto zie je dat het bandje tenminste anderhalf tot twee centimeter te kort is.
Het boek komt steeds dichter bij de uiteindelijke vorm. De bandjes rijg ik door de boekband. Ik denk dat ik die bandjes er niet meer uit ga halen.
Het wordt belangrijk voldoende ruimte te laten voor de bandjes binnen de boekband. Maar ook weer niet te veel. De schutbladen behouden dus de originele functie om stevigheid aan het boek te geven en het boekblok met de boekband te verbinden. De bandjes gaan dat alleen maar ondersteunen. Ik ga dus straks ook eerst de schutbladen verbinden met de boekband. Pas daarna ga ik de decoraties op voor- en achterplat afwerken en daarmee de bandjes vastleggen.
Uit het stuk perkament (rechts) ga ik het patroon uitsnijden (links).
De verzameling decoratieve elementen.
Het eerste bandje zit op zijn plaats op het achterplat.
Achterplat.
Voorplat.
Ter afronding van deze sessie ook nog even geëxperimenteerd met drukken van de letter ‘B’.
Nee geen reclame voor TripleB, een oefening voor het drukken van een afficheletter op perkament. Als doende, en ontevreden over het resultaat, herinnerde ik me dat ik de vorige keer met dit drukken steeds een soort van grondlaag drukte met witte inkt en vervolgens de definitieve druk met de uiteindelijke kleur. Dat ga ik morgen nog eens proberen.
Over het achterplat liep ik al even na te denken. Precies dezelfde ‘B’ op de achterplat kan als ik de letter in spiegelbeeld van het voorplat maak. Daarvoor zijn de bandjes lang genoeg. Ik kan de ‘B’ ook plaatsen zodat hij leesbaar is maar dan moet ik de vorm aanpassen. Omdat ik bij het rijgen van de bandjes door het perkament toch ga spelen met de zichtbare lengtes van de bandjes denk ik voor de laatste mogelijkheid te kiezen.
De meest rechtse ‘B’ is nu nog een soort van patroon. Het is opgebouwd uit stukken restpapier en plakband. Als de vorm en vooral de grootte me bevalt dan ga ik deze vorm uit perkament snijden. Intussen zijn de blauwe eindjes van de bandjes ook in de vernis gezet maar qua foto’s levert dat niet veel op.
Vandaag weer verder met verven en passen en meten.
De eerste reeks met bandjes was natuurlijk droog na zo’n drie dagen drogen. Dus hem ik het katern op de juiste hoogte in de boekband gelegd (marge aan kop en staart ten opzichte van de boekband is aan elkaar gelijk). Zo kan ik zien waar de gleuven in de boekband moeten komen, die kan ik dan snijden en uitproberen.
Bandje nummer 1 heb ik door de boekband gekregen. De insnijding is pal tegen het voorplat gemaakt in de scharnierruimte tussen voorplat en rug. Kunst gaat worden die insnijding op de juiste maat te maken en zorgen dat die insnijding zo mooi mogelijk blijft en bijvoorbeeld niet gaat rafelen.
De band gaat dan door het perkament. Als ik dat uiteindelijk definitief ga doen dan moeten ook de schutbladen gelijmd worden en zal het perkament op de boekband gelijmd gaan worden. Eigenlijk heb ik dat nog niet eerder geprobeerd.
Nu het er op lijkt dat wat ik bedacht heb ook uitvoerbaar is verf ik de bandjes aan de achterplat.
De laatste drie kunnen nu ook een tijdje drogen. Ben het vernissen bijna vergeten. Nog even zien of ik dat ga doen en wanneer.
Ik ben blij dat ik besloten heb met drie delen perkament te werken en niet met een brede strook. Zonder extra ingrepen had dat te veel spanning op de rug gegeven. Op termijn zou dat zeker gevolgen voor het perkament en de rug gehad hebben. Om nog maar niet te spreken over het leesgemak.
Of ik nog nagedacht heb over een decoratie op de rug. Ik zal je een hint geven op bovenstaande foto.
Door museumbezoek was het al weer even geleden.
Maar vandaag weer stappen gemaakt met het
‘Het geïllustreerde boekbindersboek’.
Ik wil er een bandzetter van maken waarbij ik twee
dingen anders wil dan normaal:
= ik wil de bandjes waarop de katernen gebonden zijn
aan de buitenkant van het boek zichtbaar maken;
= ik wil perkament gebruiken als ‘illustratie’ op
de boekband.
Hoe gaat het perkament op het boekbinderslinnen komen te liggen? Moet ik daarvoor ruimte uit de kartonnen platten sparen of kan het gewoon bovenop het linnen komen te liggen. Hoe gedraagt het perkament zich dan op de rug. Is het te stug en moet ik de rug niet met perkament bekleden of kan dat juist wel?
Daarom wil ik tenminste een gedeeltelijke dummy maken. Ik vond tussen het afval een stuk karton dat niet iets te klein is maar dat uitstekend kan helpen om gevoel te krijgen hoe massaal het perkament op de boekband gaat uitvallen. Hoe de vorm kan worden.
Dus de dummy heb ik even bekleed met een stuk linnen. Ik zie al snel dat het perkament dun genoeg is om bovenop het linnen aangebracht te worden.
Even de afmetingen (ook boor mezelf thuis).
Tussen de afvalstukken vond ik nog een stuk stevig papier dat ik als een stuk perkament gebruik. De door mij als mislukt bestempelde bedrukking speelt voor het uiteindelijke resultaat straks geen enkele rol. Ik maak insnijdingen waar ik straks de bandjes wil doorhalen om die zichtbaar te maken voor de lezer.
Het idee is dat de bandjes straks tussen het voorplat (en achterplat) en het perkament wordt vastgezet.
Zoiets moet het dan gaan worden.
Dan kan uiteindelijk het stuk perkament ook anders van vorm worden. Nu is het breedste stuk aan de bovenkant, dat moet de onderkant worden. De bedrukking heeft me doen besluiten dat ik ga proberen op het perkament te bedrukken met een tekst.
Vanmiddag eerst nog even nieuw karton gekocht.
Helemaal gereed om morgen de basis voor
de band in elkaar te gaan zetten.
Binnenkort is het weer zover.
Je kon het al lezen hier op mijn blog.
Op 6 en 7 november 2021 is het weer
BoekKunstBeurs in Leiden in de Pieterskerk.
Dan ben ik daar zeker een halve dag te vinden.
Voor nu hangt in ieder geval de poster
in mijn werkplaats.
BoekKunstBeurs in de Pieterskerk in Leiden. 6 – 7 november.
Ook bij de tweede boekband gaat iets mis.
Maar iets dat ik kan oplossen.
De meeste problemen kun je wel oplossen bij het boekbinden.
Eerst heb ik het tornen van de blouse afgemaakt.
Dit is het rugpand van de blouse. Dat wil ik gaan gebruiken bij een volgend project. Daarbij wil ik deze textiel gaan bedrukken. Dus dat moet ik eerst gaan uitproberen.
Wat er fout ging laat ik niet zien maar je ziet wel de oplossing. Dan kun je wel raden wat er daar mis is gegaan. Toen ik de omslagen ging lijmen bleek dat het karton toch hoger is en dat de hoeken te kort zijn afgesneden. Het was maar een millimeter maar het lukte niet om het sluitend te krijgen. Daarom heb ik bedacht op de vier hoeken een smal strookje perkament aan te brengen. Dat is stevig genoeg om de opening te overbruggen. Ik laat het perkament in een soort van punt uitlopen dus kan het ook de helft van de hoek bedekken. Als je het niet weet denk je dat het zo hoort.
Zo ziet de binnenkant van de hoek er dan uit. Aan de buitenkant zie je niets van het perkament. Het paste paper dat ik als schutblad gebruik is erg stevig. Ik besloot het voor- en achterplat niet op te vullen tot het niveau van het leer. De rugkant van het boekblok en de boekband zijn gelijmd en het boek ligt nu in de boekenpers. Morgen doe ik de voorkant.
Dat ik boeken interessant vind zal niet als een verrassing komen.
Daarom volg ik ook via nieuwsbrieven wat boekgerelateerde bedrijven.
Een antiquariaat biedt (bood?) het werk aan waarvan hier wat
foto’s te zien zijn. Helaas zijn de foto’s niet van een hoge kwaliteit.
Maar voor een blog kan het er wel mee door.
Dit is een geïllustreerde uitgave van ‘Reyneke Vosz de olde, nye gedrucket, mit sidlykem vorstande unde schonen Figuren, erlüchtet unde vorbetert’. ‘Van de vos Reynaerde’ dus. De verkopers wijzen op de boekomslag met blinddruk versiering in de perkamenten band die gedateerd is als 1603. Het boek is eens opnieuw ingebonden met nieuwe schutbladen.
Dit is het titelblad van de gedrukte tekst uit 1592. Dit is een versie die door Stephan Mölleman is uitgegeven/gedrukt in Rostock. Hij zou dit gedrukt hebben voor Laurentz Albrechts, een boekhandelaar in Lübeck. We weten niet precies wie de schrijver van het oerverhaal is. Er bestaan veel teksten die lijken op het verhaal dat wij kennen als Reynaart de vos. Ze verschillen nogal van elkaar en sommige verhalen zijn voorgangers van de versie die wij vandaag lezen. De versies die wij nu kennen in moderne druk gaan vaak terug op de versie van de schrijver Willem (‘Willem die Madocke maecte‘).
Rostock-Lübeck edition of the fabulous animal epic Reynard the Fox. The Reynard stories were already established as a coherent collection in the 12th century and were first printed in 1479, in a Dutch prose edition. The numerous versions of the Reynard text show a great deal of variation, but the Dutch tradition, starting with the highly regarded and very original adaptation by Willem (author of Madoc), is the most dominant. The main story takes place in the court of a lion king, where all the other animal subjects complain to the monarch about Reynard’s trickery, which leaves room for each animal to tell a story about the fox, his wits, cunning and criminal behaviour. The stories satirize nobility, clergy and peasants alike, not shunning scatological humour.
Deze versie is met een Duitse tekst op rijm en bevat veel kleine houtsnedes (53 stuks) van karakters (bedelaars, edelmannen, edelvrouwen, handelaren, soldaten, enzovoort. Daarnaast een aantal grote houtsnedes zoals hierboven (44 stuks).
The book, in German verse, is adorned with a large number of small woodcuts of male and female costumes, of noblemen and -women, monks, beggars, merchants, soldiers, etc., often repeated. The large woodcut illustrations were made after those in the first Rostock edition of 1539, including 36 ascribed to Erhard Altdorfer.
With 17th-century manuscript inscriptions. Browned, with some marginal water stains and occasional spots. Recased with new endpapers, binding slightly soiled with some damage to outer border. Good copy. Goedeke I, p. 482; Menke VI, 17 (1); VD16, R 998 (6 copies).
De grote houtsnedes zijn gemaakt naar die van een versie uit 1539 door Erhard Altdorfer. hier wordt de beroemde/beruchte scene uitgebeeld waar een monnik zich niet aan het celibaat houdt en als gevolg daarvan wordt aangevallen in het kruis door een kat.
Dit zijn voorbeelden van de kleinere illustraties. Dit is denk ik bij het voorwoord. Een illustratie werd in die tijd niet altijd persé voor de uitgave gemaakt waarin we ze nu zien. Men ging daar nogal ‘creatief’ mee om. Soms waren ze ook al voor een oudere versie gebruikt of soms vond de uitgever ze wel bij het verhaal passen. Het oog wil ook wat en plaatjes verkopen beter.
Ter voorbereiding van de boekband voor Sint Veit
heb ik een aantal keren de linosnede van de haan
afgedrukt op verschillend materiaal.
Nu heb ik de koppen uitgesneden en ga ik ze naar
mijn vriend sturen samen met de (Typo)Grafische agenda 2021.
Achterop heb ik geschreven wat het materiaal is waarop is gedrukt.
Grijsbord, papier, perkament en twee keer leer.
Als je dat in die volgorde naast elkaar legt ziet dat er zoals hier boven uit. Deze ‘kaartjes’ zijn verdeeld over de maanden van 2021 en in de agenda ‘verstopt’.
Met mijn afficheletters heb ik al een paar tests uitgevoerd
om een tekst op leer te drukken zodat ik het leer daarna
kan gaan gebruiken om het boek ‘Sint Veit’, geschreven door
Aart van der Leeuw, in te binden.
De uitgave die ik wil inbinden is de uitgave van Uitgeverij Boekblok
en Atelier de Ganzenweide. Het is de uitgave voor de
Koppermaandag van 2021.
De Koppermaandag bijeenkomst en tentoonstelling gaat het komend jaar
niet door, tenminste niet op de dag dat het echt Koppermaandag is.
Die tekst is prima af te drukken op het leer.
Naast de tekst wil ik ook een kleine lino afdrukken op het leer.
Ook dat gaat prima.
Maar wat nu als ik met de rode drukinkt van de linosnede moet drukken
over het zwart van de tekst?
Dat is de test die ik vandaag deed.
Eerst de haan voor een tweede keer op een stuk perkament afgedrukt. Net als de eerste keer gaat dat prima. Dit kan binnenkort als schutblad of als boekomslag dienen. Alleen nog een tekst zoeken.
De afdruk van de lino hoeft straks niet over de hele tekst zoals hier, maar mijn proefstuk leer is niet zo groot. Nu kan ik zien dat het maar goed is dat ze elkaar straks maar deels gaan overlappen. Maar het valt me niet tegen.
Hier links op de testafdruk op papier, zie je hoe de twee gaan overlappen.
Misschien dat ik bij dit gereedschap nog een kwast toevoeg om te zien of het rood met een kwast nog wat meer te accentueren is. Ook dat moet ik eerst testen. Voor nu is het resultaat goed genoeg om de boekband te gaan maken.
Op de boekband van het boek Sint Veit ga ik het woord
‘morgen’ drukken naar de zin ‘Nu brak de morgen aan’.
Naast en over de tekst komt een rode haan.
Het begint met een ontwerp voor de linosnede die ik wil maken. Maar omdat ik niet weet hoe de rode drukinkt zich gaat houden ga ik na het snijden van de lino, die lino op verschillende materialen uitproberen.
Uitgesneden ziet het er dan zo uit.
Zo ziet dat er dan uit nadat de lino is ingerold met een rode drukinkt. Omdat een eerste afdruk altijd minder is probeer ik dit eerst op papier.
Sommige stukken, bijvoorbeeld in de kam van de haan, zijn minder goed.
De tweede afdruk maak ik op mijn test. Ook een stuk papier, een katern uit een boek over Tarzan. Maar al wel eens over de zwarte inkt heen.
Na het plaatsen van de lino gaat het geheel in de boekenpers.
Dit is dan het resultaat.
Zo ziet de haan er uit op het leer dat ik als bekleding wil gebruiken. Dat is een goede afdruk.
Hier probeer ik de lino op een stuk wit leer waar een soort van nerf in zit.
Dat geeft geen goed beeld. Het is onrustig en op sommige plaatsen loopt de inkt via de nerven uit.
Op perkament vind ik het dan weer wel goed geslaagd.
Alle hanen verzamelen!
De lezing die het Rijksmuseum van Oudheden eerder deze week
organiseerde, heb ik van huis uit bijgewoond.
De lezing/presentatie werd gegeven door Eliza Jacobi.
Ze besprak het restaureren van een boek in de collectie van het RMO
dat op dit moment ook in Leiden te zien is (helaas, corona).
Op de website van het museum wordt dit topstuk als volgt beschreven:
Koptische codex uit zesde eeuw
Een van de topstukken in de tentoonstelling is een Koptische codex uit de zesde eeuw: een verzameling teksten over Christus en heiligen, met magische spreuken om beschermende amuletten mee te maken.
Het is een van de oudst bekende codices in volledig oorspronkelijke staat.
De leren band, de versiering met perkament en de binding van de papyrus-bladzijden zijn origineel.
De codex werd dit najaar gerestaureerd en is nu voor het eerst weer te zien in deze tentoonstelling.
In de zaal vindt u een vitrine met foto’s, tekst en uitleg over de restauratie.
De afbeeldingen in dit bericht zijn allemaal afkomstig van een filmpje op de website van het RMO. Aan het museum heb ik een vraag gesteld over eventuele schriftelijke of digitale informatie die er over het boek beschikbaar is. Maar dat is nog even wachten.
Het boek is dus een voorbeeld van van de oudste uitvoeringen (bindwijze)
van de vorm die we in de volksmond een (ingebonden) boek noemen.
Bijzonder is dat het originele boekblok nog in de originele band
aanwezig is.
Koptische codex uit de 6e eeuw.
De opzet van de lezing was heel sfeervol: in de tempelzaal
stond mevrouw Eliza Jacobi voor de originele Egyptische tempel.
In de lezing kwamen verschillende aspecten van het restaureren
aan de orde:
= (literatuur) onderzoek;
Daarbij werd bijvoorbeeld een reconstructie van een dergelijke codex
genoemd die eerder gemaakt is door Julia Miller. Over het werk
van deze Amerikaanse is het een en ander op internet te vinden.
= de samenstelling van de codex;
Er werd gesproken over de twee platten, het sluitwerk of hoe dat
had kunnen zijn, de versiering van de leren bekleding die uit
verschillende stukken leer is gemaakt, het bind- of naaiwerk,
het boekblok van papyrus, het in de rug verwerkte textiel, de
extra stroken perkament in de katernen om het broze papyrus
te beschermen en de materialiteit van al deze onderdelen en
de dierlijke lijm.
= moderne onderzoeksmethodes;
= papier en papyrus restauratietechnieken;
= de door de tijd veranderende restauratiepraktijk;
= ook de naam van Karin Scheper viel in verband met de
vermoedelijke manier waarop de platten zijn gemaakt.
Zicht op het bindwerk. Helaas is de lezing niet meer beschikbaar en is het museum nog geruime tijd eigenlijk alleen bereikbaar voor mensen die in Leiden en omstreken wonen. Dus voorlopig wacht ik op de reactie van het RMO en zoek ik het internet af voor meer informatie over dit boek en deze fase in de uitvoeringspraktijk van de codex.
De lezing was zeer de moeite waard!
Bij mij is in ieder geval veel interesse gewekt om te proberen
verder te zoeken naar informatie over dit onderwerp en dan speciaal
over op welke manier een reconstructie hiervan te maken is.
Vanavond bekijk ik een live presentatie over papyrus, leer
en perkament door Eliza Jacobi.
Daarom maar 1 bericht.
Mijn wandeling begon vanochtend in de Reigerstraat in Breda.
De weekmarkt op dinsdag was in opbouw naast de kerstbomen.
Ook op de Grote Markt Zuid in Breda staan de kerstbomen.
Zodoende had ik nog wat tijd voor een selfie in de Houtmarkt.
Een van de meest gestelde vragen aan een hobby-boekbinder is:
Waar haal je de tekst vandaan?
Een boekbinder is natuurlijk, in het beeld van de meeste mensen,
vooral bezig met een tekst in te binden, die door iemand anders
is gemaakt.
De meeste boekbinders willen zich immers bezig houden met de
constructie van het boek, de illustratie van het boekblok en de band,
mooie schutbladen, leeslint, een foedraal voor het boek, de kneep,
leer of perkament, wat voor kapitaalband, wel of geen sluiting.
Is het een Engelse binding of toch Duits of Frans?
Gelukkig is er in Nederland een uitgeverij die zich specialiseert
in het uitgeven van boeken in losse katernen.
De ‘Uitgeverij Boekblok’ is voortgekomen uit de activiteiten
van Atelier de Ganzenweide.
Ze ontwikkelen samen met schrijvers, de beheerders van rechten op teksten en
illustraties, met uitgeverijen, enz, sets van losse katernen
die wij dan vervolgens kunnen inbinden tot mooie boeken.
Dit is een voorbeeld van een recente uitgave. Geschreven door Aart van der Leeuw met illustraties van Henri van Straten: Sint Veit. Het origineel verscheen in 1931. Nu van de hand van Uitgeverij Boekblok / Atelier de Ganzenweide. Het betreft een boek van een kleiner formaat (12 x 16,4 cm), 5 katernen van alk 12 pagina’s.
Na het inbinden zal dit op maat gesneden worden en een tijdje later eindig je dan met een uniek exemplaar van de tekst. Hier heb ik nog wat werk dus.
Dit is mijn versie van de uitgave van Atelier de Ganzenweide van het kookboek ´Zwammen smullen´ van Evelien Kroese. Je weet wel, dat boek dat een ritselend geluid maakt. Nog steeds!
Zo iets moet het worden.Met leren onlays maar ook een stukje perkament, papier met slangenmotief en een stukje kurk boekbindlinnen. De onlay-techniek heb ik afgekeken van de filmpjes van Mark Cockram. Dit zijn de zogenaamde cushion onlys. Het leer is van een oude tas maar er is ook een stukje boekbindlinnen bij
Ik loop de onlays nog even na. Dat mijn werkplaats in de werkplaats van een oude gevangenis is, zie je aan de tralies voor het raam (de dakkapel wordt weerspiegeld in het glazen plaatje waarop de onlay ligt).
Nog een ‘hoedje’ van een paddenstoel.
Zo gaat het in de boekenpers.