Yo-Yo Ma en Lil Buck

Yo-Yo Ma is de beroemde cellist die met veel gevoel voor mensen
en de muziek, graag optreedt met diverse andere muzikanten of kunstenaars.
Hier is hij te zien met een danser: Lil Buck.
Nooit van gehoord maar hij is van elastiek!



Ik toon niet graag filmpjes van Youtube.
De vervelende reclame kun je niet omzeilen
en je bent er nooit zeker van wanneer het filmpje zal verdwijnen.
Maar deze keer had ik geen keus.

Intertextuality, Intertextualiteit

Terwijl ik de afgelopen weken op zoek was naar informatie
over Umberto Eco, stuitte ik op de website www.umbertoeco.com
Op deze site stonden een aantal verwijzingen naar een universitaire site
in de Verenigde Staten.
Daar zou informatie staan afkomstig van of behorende bij
een serie Engelse lessen.
De sites zijn er niet meer maar de maker ervan is bezig een boek
te schrijven waarin een aantal hoofdstukken voorkomen
die te maken hebben met Umberto Eco en ‘De naam van de roos’
Het boek gaat over “Postmodern Medievalism” en Earl R. Anderson,
Professor Emeritus of English, heeft een draft versie daarvan gereed.
De hoofdstukken die betrekking hebben op Eco heten:
Semiotics,
Intertextuality, en
Apocalypse

Volkomen willekeurig ben ik begonnen aan het hoofdstuk over Intertextualiteit.
Erg insteressant.

Ook ben ik op zoek gegaan naar mijn kopie van ‘De naam van de roos’
en vond toen ook ‘De slinger van Foucault’ nog.
Dat laatse boek heb ik zeker niet helemaal gelezen.
Er is dus nog veel te doen.










Syllabus literaire begrippen door Jan de Jong, 2006

Intertextualiteit
het verschijnsel dat teksten op elkaar reageren, hetzij door (inhoudelijke) verwijzingen, hetzij door sterke vormovereenkomsten. Het verschijnsel is van alle tijden. De middeleeuwse Reinaert, bijvoorbeeld, reageert naar vorm sterk op Karel ende Elegast, en naar inhoud op de hoofse Arturromans. De twintigste-eeuwse roman Wapenbroeders (L.P. Boon) verwijst weer sterk naar de Middelnederlandse Reinaert xc3xa9n naar de Oudfranse Roman de Renart.



Paardebloem en Liesbos

Het weer is al dagen, weken, prachtig.
Gisteren (Tweede Paasdag) tijdens een korte wandeling
in het buitengebied van Breda
een paar foto’s gemaakt.





De Paardebloemen (Taraxacum officinale) staan in bloei. De pluizen, nog aan de steel, leveren prachtige plaatjes op


















Het Liesbos in Breda.





Grote Kerk Breda: Leest als een boek

Gisteren was ik in de Grote Kerk van Breda.
Er was en is een soort verkooptentoonstelling van drie dagen.
Maar dat was slechts de aanleiding voor het bezoek.
De kerk is prachtig en zeker bij mooi weer net als gisteren.
De zon door de ramen benaderukt iedere keer
nieuwe aspecten van dit prachtig voorbeeld van Brabantse Gotiek.
Twee zaken sprongen het meest in het oog:
de koorbanken en een muurschildering.
Vooral de koorbanken lieten zich vandaag
op een bijzondere manier lezen.



We gaan eens rondkijken.


Zeefdruk van Ton Schulten, Herfst II, 1998.


Een Corneille doet het altijd goed.


De Grote Kerk in Breda is van rond 1410. Dat is kort voor de geboorte van Jheronimus Bosch en bijvoorbeeld Breughel. Van wanneer deze schildering dateerd weet ik niet maar enige inspiratie vanuit deze beroemde schilders kan je niet ontgaan. dit mannetje maakt onderdeel uit van een grote muurschildering van de Heilige Christoffel met het Christuskind op zijn schouders.


Ook deze aap die op z’n kop is afgebeeld is er een deel van.





Dit is de hele muurschildering van de Heilige Christoffel met het Christuskind op zijn schouder.


 

Wikipedia

Sint-Christoffel
Zijn naamdag is 24 juli (voor het Tweede Vaticaans Concilie viel zijn naamdag op 25 juli, omdat dat ook de gedachtenis van Jacobus is, werd Sint-Christoffel een dag verplaatst). In de Orthodoxe Kerk valt zijn feestdag op 9 mei.

Sint-Christoffel is de patroonheilige van de reizigers, alle verkeersdeelnemers, timmerlieden, schilders, pelgrims, fruithandelaren, boekbinders, schatgravers, hakebusschutters, hoedenmakers, tuinmannen en kinderen en patroon tegen besmettelijke ziekten, onverwachte dood, de pest, droogte, onweer, hagel, watersnood, vuurrampen, oogziekten, tandpijn en van de bewoners van de stad Roermond.

 

 


Het hoofd van de heilige, Christus en de wereldbol.


De Grote Kerk in Breda heeft een groot aantal grafzerken en grafmonumenten. Dit is het grafmonument voor Dirk van Assenelft en zijn vrouw Adriana van Nassau. Het bestaat uit meerdere delen. Hier knielen de overledenen voor een achtergrond die helaas vernield is maar die lijkt op het ‘Laatste oordeel’.



Dit is een tweede deel van het grafmonument van Van Assenelft.



Gerti Bierenbroodspot.


Gerti Bierenbroodspot.


Maar je hoeft je niet te haasten. Er is voldoende voorraad.


Muurschildering met veestapel.



De koorbanken zijn heel mooi.
De mooi gesneden versieringen van de bankjes zijn echter
zwaar beschadigd bij de Beeldenstorm.
Opzij van de banken, aan de kant van waar vroeger het hoofdaltaar
heeft gestaan, is het snijwerk als kapitalen (hoofdletters)
in een Middeleeuws boek.


Uit hout gesneden kapitaal.


Detail: harpspelende engel.


Detail: musicerende engel.


Zelfde foto: als hulp is een vleugel, de plaats waar het hoofd zat en het snaarinstrument benadrukt.


Detail: voorlezende engel.


Nog een kapitaal en dan is het boek bijna uit.


Dit is nog maar de achterkant. Prachtig in het zonlicht. De achterkant van het grafmonument van Engelbrecht I van Nassau.



 

Kunstvaria

De kunstvaria is deze week niet zo lang als anders.
Minder aanbod of misschien ben ik er wat sneller doorheen gegaan.
Toch weer een mooie collectie vind ik zelf.





Berlinde de Bruyckere, Inside me II, 2011, wax, epoxy wood, rope, cloth, wool, iron.



Berlinde de Bruyckere, Inside me II (detail), 2011.


Het werk van de Bruyckere is altijd indrukwekkend.
Als ik het zie ervaar ik altijd een combinatie van afkeer en fascinatie.
Afkeer omdat het beelden oproept van dood, verderf, mishandeling.
Fascinatie omdat het nieuwsgierig maakt. De vormen zijn deels herkenbaar
maar om het echt te kennen moet je dichterbij gaan.
Beter onderzoeken maar tegelijk is er die afstoting.





Chema Madoz, Sans Titre, 2006.






Chu Teh-Chun, Inspiration hivernale, Diptych.






Daphne Odjig, Genocide No 1, 1971.






David Heathcote, Algerian journey, 2006, oil on board.






Kyu Seok Oh, Counting sheep, 2011, heavy paper.






Pang Xunqin, Dancing horse, 1939, watercolour on paper.






Paul Gauguin, Teha’amana has many parents, 1893, oil on canvas.






Sepia enamelled plaque, early-mid 20th century, China, porcelain.


Fantastisch mooi Chinees landschap.
De mist hangt zo fijntjes tegen de helling.
In het midden een klein figuur die door de bergen trekt.
Ooit las ik van Rudy Kousbroek het boek ‘Het raadsel der herkenning’.
Kousbroek schreef een serie essays, elk op basis van een foto.
Volgens mij is dit een uitstekend voorwerp
om hetzelfde mee te doen.





Surasi Kusolwong, Emotional machine (VW), 2000 – 2004.






Wucai coral-ground bowl with blue Kangxi Yuzhi four – character mark.





Pat Metheny: Orchestrion

De Matthaus-Passion was niet de eerste muziek die ik vandaag beluisterde.
Vanochtend vroeg ben ik de dag begonnen, nog in bed,
met Orchestrion, de meest recente CD van Pat Metheny.
En zoals gebruikelijk haalt hij echt alles uit de kast.





Orchestrion van Pat Metheny.





Blijkbaar is Metheny al jaren bezig apparaten en de aansturing ervan
te laten ontwikkelen die hem in staat stellen om een soort
muziekomgeving te construeren.
Daaroverheen speelt hij dan zijn gitaarmuziek.
Dus al die instrumenten die we op de foto zien speelt Metheny.
En omdat hij dat allemaal alleen ‘bespeelt’ zag ik al iemand
spreken over ‘Koperen Ko’.
Begrijpelijk maar Metheny spreekt zelf over een andere methode.
Hij verwijst naar de pianolo. Een piano die automatisch de toesten
van het klavier beweegt als gevolg van muziek die middels gaatjes
in karton of papier is vastgelegd.
En doe je dat met meerdere instrumenten dan denk je al snel aan
een draaiorgel of een dansorgel.
Wij in het zuiden zijn heel vertrouwd met het ‘Decap-orgel’.





Muziekboek van een Decap-orgel (Punch card of a Decap dancing orgel, Technical Museum in Speyer, Germany).





Hoe dan ook, ‘Koperen Ko’ of ‘eenmans-Decaporgel’,
Metheny spreekt zelf over de pianola of
‘player piano’ zoals dat in het Engels heet:





In dit project probeer ik ideexc3xabn van de late 19e eeuw/begin 20ste eeuw, te combineren met de technologie van vandaag. Orchestrionics noem ik het en daaronder versta ik de methode om ensemblegerichte muziek te kunnen maken met akoestische en akoestisch/elektrische instrumenten die op verschillende mechanische manieren worden aangestuurd. Daarbij worden technologiexc3xabn als solenoids (een technologie om ventielen te openen en sluiten) en pneumatiek gebruikt. Met een gitaar, pen of toetsenbord ben ik in staat een gedetailleerde compositie omgeving te crexc3xabren of spontane improvisaties te ontwikkelen. De stukken op deze CD neigen naar de kant van de gedetailleerde composities. Op deze lagen van akoestisch geluid voeg ik mijn conventioneel elektrisch gitaarspel toe als het improvisatiedeel.





Het resultaat is overigens indrukwekkend.
Net als altijd prachtige muziek die even duurt
voordat je er vertrouwd mee bent.
Dat betekent dat in het begin je iedere keer weer nieuwe zaken ontdekt.
Ik moet nog een paar keer luisteren.

Wikipedia

Pianola
Een pianola is een speelautomaat waarmee pianomuziek ten gehore kan worden gebracht. Het begrip was oorspronkelijk een merknaam, maar wordt tegenwoordig als soortnaam gebruikt.

Geschiedenis
De eerste pianola werd in 1895 gebouwd door de Amerikaan Edwin Votey. Vanaf 1897 waren pianola’s in de Verenigde Staten te koop, onder het merk Pianola geproduceerd door de Aeolian Company. In Europa verschenen ze twee jaar later. Pianola was een merknaam van de “Aeolian Company”, In de Verenigde Staten heette ze officieel “player pianos”. In Nederland werden ze “kunstspelpiano” genoemd, later is de merknaam Pianola een verzamelnaam geworden voor alle automatisch spelende piano’s.

De bloeitijd van de pianola lag in de jaren twintig van de 20e eeuw. Het apparaat raakte in onbruik doordat muziek via radio of een elektrische grammofoon ten gehore kon worden gebracht. De afgelopen tien jaar zijn verschillende oude pianorollen op een gerestaureerde reproductiepiano afgespeeld en op cd opgenomen. Vooral de opnamen waarin componisten hun eigen werk speelden vormen fascinerende documenten.
Techniek
De pianola werkt met een pneumatisch systeem, waarbij de benodigde onderdruk wordt opgewekt met twee voetpedalen. De muziek is opgeslagen in de vorm van verwisselbare papierrollen met gaatjes, volgens hetzelfde principe als de boeken van een draaiorgel. Een gaatje in de papierrol maakt dat het bijbehorende balgje wordt leeggezogen. Het dichtklappen van dat balgje brengt een hamer in beweging, die tegen de corresponderende snaren van de piano slaat. Op sommige pianola’s kunnen de dynamiek en het tempo van de muziek tijdens het afspelen nog worden bexc3xafnvloed. Op de rol loopt een stippellijn, die gevolgd moet worden met de hendel, die gekoppeld is met het rechter pedaal (de snarendemper).

Pianola’s waren aanvankelijk apparaten die voor een piano of vleugel werden geplaatst, zodat ze de toetsen konden indrukken. Rond 1905 werden de pianospeelapparaten in een piano of vleugel ingebouwd. De fabrikanten wisten de techniek tot zeer grote perfectie te ontwikkelen. Vanaf 1905 kwamen ook instrumenten op de markt die een vastgelegde uitvoering van een pianist geheel automatisch konden naspelen, inclusief rubato, volumeverschillen, en het gebruik van de pedalen. Deze vorm van de pianola wordt reproductiepiano genoemd. De eerste pianola’s van dit type werden gebouwd door het Duitse bedrijf Welte, dat ook een apparaat ontwikkelde waarmee het spel van een pianist kon worden vastgelegd op een papierrol, die vervolgens kon worden vermenigvuldigd. Twee andere pianolafabrikanten die haast vanzelfsprekend weer een iets ander systeem hanteerden, waren Ampico en Duo-Art (Aeolian).

Nederland
Nederland kende vanaf 1923 een eigen pianolarollenfabriek: Hollandia in Amsterdam. In 1928 brandde de fabriek aan de Lijnbaansgracht uit. Het bedrijf werd onder de naam Euterpe voortgezet door een werknemer van Hollandia, die zich vestigde aan de Prinsengracht. Dit pand staat tegenwoordig bekend als het Anne Frank Huis. Vlakbij is het Pianola Museum gevestigd. Ook het Utrechtse museum Van Speelklok tot Pierement bezit een verzameling historische pianorollen die regelmatig te beluisteren zijn.

Muzikanten
Van veel belangrijke pianisten uit het begin van de twintigste eeuw, zoals Sergej Rachmaninov en Josef Lhxc3xa9vinne, is het spel vastgelegd op papierrollen. Daarnaast zijn speciaal voor de pianola composities geschreven, onder meer door Stravinsky, en na de Tweede Wereldoorlog door Conlon Nancarrow. Zo kon een nieuw soort pianomuziek ten gehore worden gebracht, onafhankelijk van de fysieke beperkingen van mensen.



Kunstvaria: de zon

Het is deze dagen wel erg goed weer.
Heel toevallig zaten in de serie van Kunstvaria deze week
2 zonovergoten afbeeldingen.
Die zet ik hier dus extra in het zonnetje.





Edward Hopper, People in the sun, 1960.






Giovanni Giacometti, Family portrait unter dem Holunder (Under the elder tree), 1911.


Holunder (Duits) of Elder (Engels) is de Vlierboom.




Gistermiddag gezien: jonge futen





In de singels van Breda, vlak bij de KMA.






De schaduw in het water is die van een van de torens van het Spanjaardsgat.





Terwijl ik de foto’s voorbereid en dit stukje in elkaar zet
luister ik naar de volgende muziek:

Aus Liebe will mein Heiland sterben
Bach: St. Matthew Passion
The Amsterdam Baroque Orchestra; Tom Koopman, Conductor

Kunst op een papieren zak: Rafael Ferrer





Een hele serie van de papieren zakken tegen de muur in een gallerie.






Rafael Ferrer, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Face # 05, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Face # 08, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Face # 11, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Face # 12, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Rafael Ferrer, Face # 23, Paper bag faces, 2008 – 2010.






Nog een opstelling. Deze vind ik spannender.





Plankzaken

Woord van de dag van 21/04/2011.





Plankzaken.





Plankzaken zijn politiezaken (procesverbalen)
die op de plank blijven liggen omdat de politie er
door onderbezetting niet aan toe komt.
Politieke partijen, politiebonden en dergelijke geven aan
dat na het niet nakomen van de belofte van 3000 extra agenten,
er meer ‘plankzaken’ zullen komen door de nieuwe plannen
van minister Opstelten
De nieuwe plannen houden in dat geschoolde politieagenten vervangen
worden door beperkt opgeleide goedkope schoolverlaters (toezichthouders).

“Jantje, wat wil jij worden als je later groot bent?
Toezichthouder! meneer.”
(onwaarschijnlijk gesprek tussen een onderwijzer en een leerling)



Ze hebben natuurlijk gelijk,het aantal plankzaken zal toenemen
maar daar zal deze minister niet van wakker liggen.
Ze zullen zijn positie van Minister voor Veiligheid en Justitie
toch niet opvullen met bijvoorbeeld twee goedkope schoolverlaters?

Bovendien verzint deze minister over twee jaar
wel weer een ander woord voor plankzaken
zodat ook die berg zaken weer vanzelf kleiner wordt.

Wel een mooie woordwaarde.

Voorwerp van de dag

Veel musea hebben tegenwoordig een ‘voorwerp van de dag’
op hun website.
Soms hele leuke, opvallende of gewoon erg mooie voorwerpen.
Vandaag was het voor het Metropolitan Museum in New York
een eenvoudige tegel.
Wel een Romeinse tegel.





Romeinse muurschildering, waarschijnlijk van een graftombe. Uit 2de of 3de eeuw na Christus.





Een Romeinse tegel met een leuke, eenvoudige afbeelding van een vogel die
zomaar lijkt weggevlogen uit de tuin van Getsemane.

Stereotypes bij Umberto Eco

In de eerste hoofdstukken van De Begraafplaats van Praag
krijg je het er als lezer flink van langs.
Italianen zijn zus, Fransen zijn zo,
om nog maar niet te zwijgen van de Duitsers.
De ene stereotype struikelt over de volgende.
De meeste zijn niet vriendelijk.



Deze afbeeldingen gaan te ver. In ‘Kuifje in Congo’ is de witte man slim en zijn de Congolezen… Dat kan dus niet.


Dit is een beetje een uitstapje (of toch niet?).
Via het boek van Will Eisner
“The plot” the secret story of The Protocols of the elders of Zion
kwam ik een ander boek van Eisner tegen: Fagin the Jew.
In het Nederlands: ‘Fagin de Jood’.
Ik heb dit boek gekocht op Amazon.com.
Eisner begint zijn introductie van het boek
met zijn eigen succesverhalen: Spirit.
Een cartoon over een superheld waar een jonge ‘African American’
een rol in speelt.
Een karikatuur van een negroide Amerikaan.
Een geaccepteerd beeld in die tijd.



Maar stripboeken hebben nu eenmaal de neiging zaken wat eenvoudig voor te stellen: Sjors en Sjimmie als journalisten.


Bovendien was dit een mooie kans voor mij om een aantal van mijn oude stripboeken te tonen waar ik heel goede herinneringen aan heb. Sjors en Sjimmie bij de baanbrekers.


Sjors en Sjimmie en de tijger.


Sjors en Sjimmie naar de Pintoplaneet. Eat your heart out Mr. George Lucas. ‘Pintoplaneet’, kom er maar eens op.


Ook nu zie je stereotypen in amusementprogramma’s enz.
Nerds zijn relatiegestoord (The big bang theory),
zusters en dokters zijn in voor sex (Grey’s Anatomy),
Mensen met hoofddoekjes zijn verdacht (PVV), enz.
Ze zijn niet waar maar je ziet/hoort ze regelmatig.



George Cruikshank, Artful Dodger introducing Oliver to Fagin (1846).


David Lean, Still, Fagin learns Oliver Twist about picking pockets. Bijna hetzelfde beeld als de tekening hierboven. Kort na de eerste onmoeting leert Fagin Oliver Twist hoe hij zakken kan rollen.


Dezelfde scene, Will Eisner, Oliver Twist meets Fagin.


Later stelde Eisner zich zelf (geholpen door anderen)
de vraag of dat nu wel juist en nodig was.
Zo kwam hij uit bij een van de bekendste karikaturen van een jood: Fagin.
Fagin speelt een belangrijke rol in het boek Oliver Twist
van Charles Dickens en werd in de eerste uitgaven
vaak aangeduid met ‘de Jood’.
Dat dit beeld van Charles Dickens, zijn tekenaar George Cruikshank
en alle volgelingen volledig onjuist is,
toont Eisner in zijn graphic novel ‘Fagin The Jew’ aan.



Dit is Ben Kingsley in de meest recente versie van Oliver (2005).


Ik ben een liefhebber van de films van David Lean
en zijn bewerking van Oliver Twist met Alec Guinness is prachtig.



David Lean, Parish work house, Parochieel werkhuis.



George Cruikshank, Fagin in the condemned cell.



Sir Alec Guinness in Oliver Twist als Fagin.



Will Eisner, Fagin the Jew.


Gifmengsters van Umberto Eco


Umberto Eco, interview in BN/De Stem, gepubliceerd op 09-04-2011, door Theo Hakkert.


Ik vind niet dat ik een masochist ben maar vind het wel leuk om het boek
van Umberto Eco als een soort van puzzel te beschouwen.
Deze keer geen puzzel waarbij je het woord moet raden.
Nee het eindresultaat, de tekst, die is er al.
Maar wat waren nu precies al de vragen die Eco al jaren hebben bezig gehouden.
Steeds weer stuit je op namen van mensen en plaatsen, van begrippen,
op omschrijvingen van gebeurtenissen die ik niet ken.
Dan wil ik daar meer van weten en ga op zoek.
Vaak vind je dan al snel een antwoord.
Achter sommige zaken blijkt dan een hele wereld te zitten.
Soms kom je er maar ten dele uit.
Dat is vandaag het geval.
Het gaat om het volgende zinsdeel:

“, die de twijfelachtige faam genoot in de achttiende eeuw het laboratorium te hebben geherbergd van drie bekende gifmengsters, die er op een dag door werden aangetroffen: gestikt in de dampen van de dodelijke stoffen die ze op hun fornuis destilleerden.”x9d

Dus er moet een plaats zijn, een straat, een huis,
in Parijs waar tussen 1700 en 1799
3 bekende gifmengsters, min of meer tegelijk zijn omgekomen.

De tekst staat op pagina 8 van De begraafplaats van Praag.

In een tijd dat men arsenicum op een dood lichaam
nog niet kon achterhalen en het verschil
tussen een gifmenger en apotheker nog heel klein was,
bestonden producten die bijvoorbeeld bekend stonden als “erfenispoeders”.
In Parijs werden vooral vrouwen beschuldigd van het vergiftigen
van mensen en van het aanverwante hekserij.
Mensen hielden zich bezig met x98Levenselixersx99
en zochten naar manieren om lood in goud te veranderen.
In dit verband vond ik de volgende informatie.


Marie Madeleine d’Aubray (beetje vreemd portret).


Marie Madeleine Marguerite d’Aubray,
Markiezin de Brinvilliers (22 juli 1630 – 17 juli 1676).
Deze markiezin was een Franse seriemoordenaar.
Ze spande samen met haar minnaar legerkapitein Godin de Sainte-Croix
om haar vader (Antonine Dreux d’Aubray) te vergiftigen in 1666
en twee van haar broers (Antoine d’Aubray en Francois d’Aubray) in 1670.
De reden was dat ze hun erfenis wilde.
Er gingen ook geruchten dat ze arme mensen vergiftigden
tijdens haar bezoek aan ziekenhuizen.
In 1675 vluchtte ze naar Luik in Belgie waar ze werd gearresteerd.
Ze werd gedwongen tot een bekentenis en ter door veroordeeld.
Op 17 juli 1676 werd ze met de waterproef gemarteld.
Daarbij werd ze gedwongen 16 pinten water te drinken.
Daarna werd ze onthoofd en haar lichaam werd verbrand op de brandstapel.



Markiezin de Brinvilliers ondergaat de waterproef.


Haar medestander Sainte-Croix was in 1672 een natuurlijke dood gestorven.
Het vermoeden bestaat dat ze het zogenaamde Tofana-gif gebruikte.
Het recept voor dit gif heeft ze gekregen van haar minnaar
Chevalier de Sainte Croix die het op zijn beurt geleerd had
van een Italiaanse gifmenger genaamd Exili.
De Sainte Croix en Exili hadden samen tijd doorgebracht in de Bastille.
De rechtszaak die tot haar veroordeling leidde
was het begin van een groot schandaal in Frankrijk
dat bekend staat als de Vergiftenaffairre (affaire de poissons)
waarbij vele Franse aristocraten werden beschuldigd van gifmenging en hekserij.
Dit schandaal speelde zich af tijdens de regeerperiode
van Lodewijk de veertiende en mensen in de directe kring
van de koning waren er bij betrokken.

Een van de beroemste gevallen is die van de vroedvrouw
Catherine Deshayes Monvoisin of La Voisin.
Ze werd in 1679 gearresteerd nadat ze was aangewezen
door een andere gifmengster.
La Voisin beschuldigde een aantal belangrijke mensen aan het hof,
waaronder de minnares van Lodewijk: Markiezin de Montespan.


Markiezin de Montespan oftewel Francois Athenais de Rochechouart de Mortemart.


La Voisin werd ter dood veroordeeld voor hekserij en vergiftiging.
Op 22 februari 1680 kwam ze op de brandstapel terecht.
Alles bij elkaar werden 34 mensen veroordeeld voor vergiftigingen of hekserij.

Deze informatie is interessant maar het speelt zich allemaal af
in de 17e eeuw.
Umberto Eco noemt duidelijk de 18e eeuw en het feit dat drie mensen,
min of meer tegelijk, omkomen bij de bereiding van de vergiften.
En daar kan ik niets over vinden. Wie helpt mij?


Waterproef.


 

Cul-de-sac d'Amboise & Tapis-franc

De Cul-de-sac d’Amboise was een oude straat in Parijs.
Het is een van de straten die genoemd wordt
in De begraafplaats van Praag van Umberto Eco (pagina 8).
Al zoekende kwam ik een oude foto van deze straat tegen.
Het geeft een goed beeld van de tijd en plaats
waar het begin van dit boek zich afspeelt.





Charles Marville, Cul-de-sac d’Amboise, 1865 – 1869, albumen print.





De fotograaf was een medewerker van Baron Haussmann die
een aantal van de grote boulevards en parken liet aanleggen in Parijs
die de stad nu zo kenmerken, maar die kleine straten zoals
op de foto hierboven, lieten verdwijnen.

In de straat bevindt zich een “Tapis-franc”.
Geen idee wat dat is. Dus even opgezocht:
xe2x80x9cplaatst waar de bandieten bijeenkomenxe2x80x9d

Kunstvaria

Op de achtergrond: ‘Kommt, iht Txc3xb6chter, helft mir klagen’
St. Matthew Passion
Johann Sebastian
(Eisenach, 21 maart 1685 – Leipzig, 28 juli 1750)
The Amsterdam Baroque Orchestra; Tom Koopman, Conductor

Heel veel hoofden en veel foto’s vandaag.
Maar zeker ook weer van heel verschillende culturen.
Kunst op z’n breeeeeedst.





Abel Boulineau, Dax: Jeanne Dupary and washerwomen on the banks of the Adour River, 1906, gelatin silver printing-out-paper.


Recent toegewezen aan deze tot dan toe onbekende Franse fotograaf.
De foto’s werden in Toronto door een student onderzocht en
bij het onderzoek kwam de maker aan het licht.





Alyson Shotz, Sine, 2011, yarn and pins on wall.






Blinky Palermo, Coney Island II, 1975, acrylic paint on aluminum, four parts.






Colossal head 5, Veracruz, Mexico, 1200 – 900 BC.


Vandaag meerdere afbeeldinbgen van Mexicaanse voorwerpen.
Dit is een groot beeld van een hoofd.





David Roberts, Hand-coloured copy of the six volume ‘The Holy Land’, owned by Sir Eldon Gorst, 1842 – 1849.


Met de hand ingekleurde exemplaar van een set boeken
die over het Heilige Land gaan.





Enrique Chagoya, Life is a dream and then you wake up, 1995, color monotype on handmade amate bark paper.


Weer een hoofd.
Als je goed kijkt zie je meer dan een hoofd.
De titel is ook intrigerend:
Het leven is een droom en dan wordt je wakker.





Ganesha, Cambodian, Angkor period, 1200, bronze.






Gustave Courbet, The gust of wind, circa 1865, oil on canvas.


Deze Gustave Courbet was hier al eens eerder te zien volgens mij.
De windvlaag.





Helen Levitt, New York, 1940, gelatin silver print.






Hellenistic gold and carnelian intaglio ring of Alexander The Great, circa 2nd – 1st century BC.


Nog een hoofd. Dit maal in de vorm van een camee
van Alexander de Grote.





Henri Matisse, Seated woman – back turned to the open window, 1922.


Nog een hoofd, met op de achtergrond de zee.
Interessant kleurgebruik. Ook nu nog steeds.





Imperial court painting bannerman Cemcukjab, attributed to Ai Qimeng and Jin Tingbiao, 1760.


De combinatie van tekst en afbeelding vind ik interessant.
En in de Chinese kunst zie je dat erg vaak.
Hier een prachtig voorbeeld.
Zeer levensecht portret van de legeraanvoerder.
Bannerman (officier) Cemcukjab was verantwoordelijk voor de
noordelijke grens van China.



Detail van het portret van bannerman Cemcukjab dat gemaakt is aan het Chinese keizerlijke hof.






John Kirby, White wedding, 2006, oil on canvas.


Twee hoofden, al was dat niet het enige waar de kunstenaar
op uit was. De titel is: ‘Wit huwelijk’.





Kota Ezawa, Lennon, Sontag, Beuys, 2004.


Twee heel bekende hoofden: John Lennon en Yoko Ono.
Drie speeches een van Lennon, een van Sontag en een van Beuys.
Ze zijn de inspiratiebron voor een ‘tekenfilm’ van Kota Ezawa.
Het is hem te doen om de inhoud van de drie toespraken en
om te zien of hij er iets nieuws, iets van hem, mee kan creeeren.





Laurence Stephen Lowry, The football match, 1949.






Loyset Lixc3xa9det, Pol Fruit amd Unknown, Gerard and Bertha find sustenance at a hermitage, written 1463 – 1465, illuminated 1467 – 1472, tempera, colors, gold leaf, gold paint, parchment, 8.3 MP 1.495, recto.


Een soort Middeleeuws stripverhaal.
De hoofdpersonen: Gerard en Bertha, staan hier drie maal afgebeeld
in drie verschillende settings waar drie verschillende dingen gebeuren.





Meekyoung Shin, Ghost series – blue, 2010, soap.


Op het eerste gezicht weer een set Chinese vazen.
Maar in werkelijkheid zijn deze vazen gemaakt van zeep.





Monument 8, Twin I, Veracruz, Mexico, 1200 – 900 BC.






Offering 4, Group of standing figures and celts, Tabasco La Venta, Mexico, 900 – 400 BC.






Pierre-Auguste Renoir, Femme cueillant des fleurs, circa 1874, oil on canvas.


Renoir kan zo zoetjes zijn dat het bijna kitsch wordt.
Dat is hier niet het geval.
Dit is een sterk schilderij
.





Roviana People, Portrait bust of a young man, 1870 – 1900, wood, paint shell, hair, Solomon Islands.


Nog een hoofd. Maar wel heel bijzonder.
Het is afkomstig van de Solomon Eilanden.





Samuel John Peploe, Still life with oranges & roses, 1920 – 1925.


Twee werken vandaag van Peploe.


Samuel John Peploe, The coffee pot, 1905.






Simen Johan, Three bears.


Drie koppen, van beren.
Deze fotograaf, Simen Johan, probeert dieren te fotograferen
met de kwaliteit van National Geographic maar probeert tegelijkertijd
de dieren in een situatie te plaatsen die bij de kijker
een gevoel van ongemak teweegbrengt.
Vaak fotografeert hij opgezette dieren of dieren die net zijn doodgereden.
Hier gaat het om drie prachtige beren die leven op een vuilnisbelt.
Prachtige kleuren.





Tejo Remy, You canxe2x80x99t lay down your memories – chest of drawers, #45, circa 2000.






Tommaso Porlezza Della Porta, The prophet balaam, 1576 – 1578.


Recent aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam.





Walead Beshty, Three color curl (CMY Four Magnet)January 1st 2010, Fuji color crystal archive super type C.