Een van de inspiraties gaat over het maken van een weefsel.
Er aan verwant (voor mij) is het maken van een ‘kleedje’.
Maar eerst concentreren op weefsel.
Ik gebruik het kleurige scheursel met mooie en verschillende
lettertypes.
Wat als ik dat scheursel eens in 10 stroken scheur…
Hier zijn de 10v stroken. Idee is om deze 10 stoken te weven in twee naast elkaar liggende pagina’s.
Dit geeft een beeld van hoe het scheursel er uit zag.
Het leuke aan deze activiteiten is dat je steeds weer een nieuwe werkwijze moet bedenken en die je steeds bestelt op basis van tussentijdse evaluaties. Je ziet dat ik de plaatsen waar de insnijdingen gaan komen markeer met twee puntjes. Dan trek ik de lijn tussen steeds twee punten. Die snij ik in en zo ontstaat het patroon waarin de scheursels zich bewegen.
Halverwege. Je ziet dat ik de tekst lees en dan de toepasselijke woorden omcirkel. Die cirkels vermijd ik bij het ‘weven’.
Vandaag heb ik het afgerond. De kleuren deden me besluiten alle woorden te boekselen die iets te maken hebben met zintuigen of zintuigelijke waarnemingen. Plots doken er ook twee namen van kleuren op….
Zachtrood…
…en indigoblauw.