De oude suikerfabriek II

Het krantenartikel van gisteren
was de aanleiding om zelf ook eens wat foto’s
te gaan maken van de Suikerfabriek in Breda.
Helaas geen foto’s van de stoom die soms over de straat
aan de andere kant van de Mark hing.
Niet die zoet, weexc3xafge lucht die er hing in het suikerbietenseizoen.
Geen foto’s van de wegen bedekt met slib of
van de volle schepen die gelost werden aan de kade.
Maar wel foto’s van de silo’s en de lege fabrieksterreinen.


De silo’s bepaalden bijna 40 jaar de skyline van Breda.






Mooi? Zeker niet!.






Zondag had zo zijn sombere momenten.












De verstevigde kademuren worden al lang niet meer gebruikt.












De losplaats aan de Mark.






Donkere wolken pakken zich samen…..






Een deel van het metaal is al weg en de rest gaat snel volgen.












CSM, blijkbaar mag het geen naam meer hebben.


















Ook hier is de techniek enorm ontwikkeld. Deze toren stond er in mijn jeugd nog niet.






Bolder.


Wikipedia:
Een bolder is:
= een inrichting aan de wal, waar een schip, door middel van een tros
of landvast, aan vastgelegd kan worden.
= dat onderdeel van de scheepsconstructie,
waarmee een schip wordt vastgelegd.






Restant van een aanlegsteiger.












Ik ken maar een plaats in Breda waar dit bord staat..












Alle pogingen om contact met iemand te maken zijn inmiddels tevergeefs (neem ik aan).





Breda

Vanochtend heb ik een twintigtal pagina’s doorgenomen over Breda
op de nieuwe zoekmachine voor kunst en cultuur
van de Europese gemeenschap: Europeana.
Je kunt die website vinden op de volgende plaats: Europeana
Er is nog veel meer te vinden maar vandaag
heb ik me beperkt tot de eerste 20-25 pagina’s foto’s.
En ik vond daar een aantal foto’s die ook op mijn weblog kunnen:



Kaart over de belegering of Beleg van Breda door Ambrogio Spinola, Atlas van Loon, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, 1624.






Atlas van Loon, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, Kaart van Breda, 1624.






Aug. Melai, Firma A. aan Erp, Breda, Chassxc3xa9 kazerne, ansichtkaart, Legermuseum.


Op het internet kan ik geen referentie vinden waaruit ik kan opmaken
wie of wat de Firma A. van Erp was/is.





Aug. Melai, Firma A. van Erp, Kloosterkazerne, Breda, ansichtkaart, Legermuseum.






B. van Gils, Begijnhof Breda, Rijksdienst voor de Monumentenzorg.






B. van Gils, Breda, Politiebureau, Veemarktstraat 23, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, OF-03088.


Sindsdien zat daar in ieder geval Mannaerts.
Een firma die aardewerk en glaswerk verkocht.
Nu is het een kledingzaak.





B. van Gils, Breda, Vismarkt, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, OF-04164.


Tegenwoordig ziet deze hoek er gelukkig veel beter uit.





B. van Gils, De Beyerd, Oudemannenhuis, Boschstraat 22, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, OF-03072.


Nu Grafic Design Museum.





Atlas van Loon, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, Kaart van Breda, 1649.






Atlas van Loon, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, Kaart van Breda, 1649.






Atlas van Loon, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, Kaart van Breda, 1649: Grote Markt, Grote Kerk en Haven.






G. de Hoog, Breda: panorama vanaf de watertoren, 30/09/1908.






G. de Hoog, Breda, Seelig kazerne, Groot Arsenaal met dubbel zadeldak, Fellenoordstraat 93, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 07/09/1906.






G . de Hoog, Breda, Vleeshal, Grote Markt 19, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 23/08/1906.


Breda’s museum, Bisschoppelijk museum en nu een cafe/restaurant.





G. de Hoog, Medaillon binnenplein hoofdgebouw Kasteel Breda, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 28/08/1906.


De hier afgebeelde persoon is Solon van Athene.
Wikipedia:
Solon van Athene (circa 640 xe2x80x93560 v.Chr.) is de oudst bekende Atheense dichter
en ook de eerste beroemde politicus van zijn stad.





G. de Hoog, Stadhuis, Breda, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 30/101908.






Breda, Waterpoort en zicht op de stadsmuur en poort aan de stadzijde, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, OF-01151.






Kelfkens, Koninklijke IJzergieterijen en Emailleerfabrieken De Etna, Breda, Poster, 1950-1975.






Parochie H. Anna, Breda, Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, TF1B01176.






Parochie H. Anna, Breda, Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, TF1B01177.






Parochie H. Anna, Breda, Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen, TF1B01178.






Poster Breda Bier, Bierbrouwerij De Drie Hoefijzers voorheen Firma F. Smits van Waesberghe: Cloeck en Moedigh, 1950-1975.






Spanjaardsgat en Grote Kerk Breda, Granaattoren en Toren Kerk, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, OF-01830.


Volgens mij is deze foto gemaakt vanaf het KMA-terrein.
Dus vanaf achter het Spanjaardsgat.
Vanaf het terrein dus waarop je als publiek normaal gesproken niet komt.



Magnolia

Ik ben er niet zeker van of de takken magnolia Pasen halen.
Ze staan nu al een week ik onze woonkamer te schitteren.
Nog een week ?
We zullen zien.
Ze zijn prachtig!



sommige bloemen verwelken al.












Andere zijn nog niet helemaal open.












Wie het kleine niet eert……

















Kunstvaria

Twee maal maskers.
Volgens mij komen de kleuren wel heel erg overeen
tussen de twee schilderijen met die maskers.
En een naakt dat waarschijnlijk niet mag van mijn Amerikaanse
foto hosting site. We zien wel.
Geniet!


Amedeo Modigliani, Nu couchxc3xa9 au coussin bleu, 1916.






Emil Nolde, Masken stillleben, 1911.


Maskers nummer 1.





Giovanni Bellini, Virgin and child with saints, about 1505xe2x80x931508.


Over prachtige kleuren gesproken, Bellini kan er ook wat van.





Govaert Flinck, Landscape with an obelisk, 1638.


Gestolen voorwerp.
Al bijna 20 jaar zoek!
Landschap met obelisk, eerder toegeschreven aan Rembrandt.





Humberto & Fernando Campana, Sushi sofa, 2003.






J. M.W. Turner, A pink sky above a grey sea, circa 1822.


Deze gouache van Turner doet je inderdaad aan Rothko denken.





James Ensor, Masks mocking death, 1888.


Maskers nummer twee.





Jan van Goyen, View of the Oude Maas near Dordrecht, 1651.


Gezicht op de Oude Maas bij Dordrecht.
Uit de collectie Goudstikker.





Johannes Vermeer, Woman holding a balance, 1664.


De dame met de weegschaal.
Ze is weer even ‘thuis’ in Amsterdam.





John Everett Millais, Dew-drenched furze, 1890.


Het is erg naturalistisch maar zit wel erg dicht tegen kitch aan.
Met dauw doorweekte gaspeldoorn (althans Babelfish zegt dat furze
staat voor gaspeldoorn).





Roy Lichtenstein, Virtual interior: portrait of a duck (BAT), 1995.






Takashi Murakami, Tan Tan Bo Puking, a.k.a. Gero Tan, 2002.


Dit vind ik erg verwarrend.
Wat is dit nou?
Waar slaat die titel op?
Reclame? Een illustratie? Een kaft?
Maar het trekt wel.





Terry O’Neill, The Beatles posing in a small backyard in London with their instruments, van links George Harrison, Ringo Starr, Paul McCartney, John Lennon, 1963.






Titiaan (Tiziano Vecellio) Supper at Emmaus, 1533xe2x80x931534.


Emmausgangers.




Kunstvaria



Aelbert Cuyp, Pasture with cows and herdsmen, 1641-1643.


Weiland met koeien en herders.





Alfred Sisley, The cliff at Penarth, evening, low tide, 1897.


De kleur van de zonneschijn is fantastisch op dit werk.
De klif bij Penarth (kustplaats in Wales, Engeland) in de avond bij eb.





Claude Monet, Waterlilies, 1906..






Darren McManus, Melunxe2x80x98s rose window, 2008.


Een schilderij gebaseerd op een gebrandschilderd raam.





Joakim Eskildsen, Winter V, Hungary, from the Roma journeys, 2000-2006.


Deze fotograaf heeft een aantal reizen gemaakt in Oost Europa.
en daar onder andere deze schitterende foto gemaakt.
Mooi qua compositie en wat denk je van de kleuren.





Kahinde Wiley, Place Soweto, 2008.






Lee Friedlander, New York City, 1966.


De fotograaf is zelf aanwezig op de foto door zijn schaduw.
Dat probeer je meestal te vermijden maar hier is dat erg mooi gedaan.





Pierre Charpin, Chaise empilable, 1993.






Salvador Dali, Self-portrait with Raphaelesque neckc, 1921.






Stxc3xa8le funxc3xa9raire de la dame Tapxc3xa9ret, Rxc3xa9gion Thxc3xa9baine, 22e-25e dynastie, 850-690 avant C.


Begrafenisstele waarschijnlijk uit de regio van Thebe.
Tussen de 850 en 640 jaar voor Christus.
De Stele is voor vrouwe Tapxc3xa9ret.
Op het web kan ik niet veel over haar achterhalen, wel over dit voorwerp.





Vincent van Gogh, Rain – Auvers, 1890.





Badboeken voor mijn verjaardag

Ik heb gisteren twee boeken gekocht van geld
dat ik voor mijn verjaardag heb gekregen.
Allebei boeken over Breda.
Heerlijk om in bad te lezen: badboeken dus.


John van Ierland, Het ijzeren hek, het groot Breda’s verhalenboek, deel 2..






Leo Nierse, Breda, stad van borderlords en baronnen.





Binnenkort een verslag hierover.

Tim Krabbe: een tafel vol met vlinders

Idereen heeft altijd medelijden met de schrijvers van boekenweekgeschenken.
Onzin lijkt me.
Als je kunt schrijven is deze opdracht/dit verzoek, niet anders
dan een boek waartoe je zelf besloten hebt te schrijven.
Tim Krabbe heeft het probleem, althans wat mij betreft,
dat het resultaat te gekunsteld is.
Ik las eerder van hem De Grot.
Natuurlijk heeft ieder boek iets gekunsteld. Hier in de novelle
is de uitdaging dat het erg kort moet zijn.
Maar als je een boek van Krabbe leest is de structuur te duidelijk
in het verhaal aanwezig.

Het verhaal bestaat uit 4 stukken:

hoofdstuk 1: Het vijverspook
pagina 5 t/m 30:
“En ineens wist hij het: dit is het omslagpunt”;
pagina 30 t/m 46:
deel twee van het eerste hoofdstuk;

hoofdstuk 2: Het scherfjepagina 46 t/m 81:
“Met iedere trap wist ik: alles is veranderd.;
pagina 82 t/m 89: deel twee van het tweede hoofdstuk;

Tot aan pagina 30 de introductie en opbouw van de vader-zoon relatie.
Vervolgens tot aan pagina 46 de teruggang in die relatie.
Vervolgens tot aan pagina 82 de opbloei van de liefde.
Vanaf 82 het afscheid van de liefde en het leven.
Het ligt er zo dik bovenop.

Om te begrijpen wat de Maori met dit boek van doen hebben moet je het natuurlijk even lezen.

Dan zijn taalgebruik.
Ik heb het gevoel dat er minder alledaagse woorden en zinsconstructies gebruikt worden
om te laten zien dat Krabbe een geweldig schrijver is.
Bij mij roept dat tegenovergestelde gevoelens op:

Pagina 5:
“Tussen het gruis lagen stukken obsidiaan,
zwart en dof glanzend als de scherfranden van een zwart cocktailglas
dat hij eens kapot had laten vallen.”

Wikipedia:Obsidiaan is een natuurlijk voorkomend vulkanisch glas.

Pagina 6:
“De wind was hier snijdend.
Het was geen erg diepe krater;
langs de binnenwand voerde een paadje naar de bodem,
waar in het midden weer een zwart gruisbergje was.
Op de ringvormige vlakte daaromheen
hadden voorgangers namen gelegd met lichter gekleurde stenen,
sommige in het cyrillisch.”

Wikipedia:Het cyrillische alfabet is het alfabet dat in zes Slavische talen gebruikt wordt.

Pagina 38:
“Hij hield zijn duim omhoog naar de stroom onverschillige auto’s;
een jongen van negentien in een blauwe anorak,…”

Wikipedia:Een anorak is een zware jas met aangehechte capuchon,
veelal gewatteerd of met bont gevoerd.

Het gebruik van minder alledaagse woorden is op zich geen probleem.
Maar in het verhaal heeft het naar mijn gevoel geen functie.

Het leest erg snel uit.

Pagina 41:
“Het alleenstaan van het vijverspook was geen sterk alleenstaan geweest,
maar een zwak alleenstaan.”

Pagina 43:
“Fred vroeg zich af of hij de bespotting zag.
Hij had zijn rijbewijs gehaald om overal ter wereld te kunnen rijden;
nu gebruikte hij het om in Amsterdam pakjes uit de hele wereld rond te brengen.”

Pagina 46:
“Maar terwijl hij praatte kreeg hij het gevoel dat Bram,
zonder aan het woord te zijn,
was gaan zwijgen.”

Pagina 66:
“Nu moet ik zeker drie weken langer werken voor ik weg kan.
Nu kan ik zeker drie weken langer van Emma genieten voor ik wegga.”

Pagina 68:
“Ik zei dat ze geen Emma was maar een dilemma….”

Pagina 85:
“Wie laf is moet dapper zijn.”

Allemaal wat gekunstelde constructies.
Ze lijken misschien goedgevonden maar het ligt er allemaal zo dik bovenop.
Overigens kun je een prima samenvatting en een aantal recenties vinden
op de volgende website:
Scholieren.com/boekverslagen

Met dieren heeft het boek niets van doen,
dus ook niet met het thema van de boekenweek.
Slechts op een paar plaatsen komen de vlinders naar voor.
Nog het opvallendst op de kaft en op pagina 86:
“De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders.
Iedere seconde vliegt er een weg.
Als de tafel leeg is ben ik dood.

Het gebrek aan dieren aak ik hier dan maar even goed.

De Argusvlinder.

Pagina 75:
“Staat dat daar echt? ‘Emma’ en ‘twijfel’,
die twee woorden zo dicht bij elkaar?
En nu komt er een nieuwe gedachte bij me op,
een gedachte die mij doet huiveren.
Maar eerst een regel wit.
Zie je Fred, ik volg je lessen.’
De regel wit is een krachtig uitdrukkingsmiddel.’
Evenals de alinea.

Recentie verschenen in Vrij Nederland:
Een tafel vol vlinders – Tim Krabbe, 14-03-2009
Door Jeroen Vullings

Het schrijven van het Boekenweekgeschenk is niet eenvoudig.
In de eerste plaats door de streng opgegeven omvang
– die van een novelle.
Echte schrijvers werken niet zo dat ze hun hele hebben en houden,
de uitstalkast van hun talent, ambitie, zeggingskracht en verbeelding
op commando kunnen posteren in ruim negentig pagina’s.
Ook is het een belemmerende gedachte
dat een jaarlijks aanzwellend massapubliek (nu: 968.000 exemplaren)
je pennenroersel gratis ontvangt bij de aankoop van andere boeken.
Bovendien mogen ze dankzij de vrucht van je inspanningen
ook nog eens een dagje gratis met de trein.
Zoveel gratis lijkt bij voorbaat een schaamlapje voor de abominabele kwaliteit.
Je moet als schrijver sterk in je schoenen staan,
wil je daar niet over gaan liggen tobben.
Nog erger is het als je, bezield van competitiedrift,
vervuld raakt van de gedachte:
ik ga die 968.000 lezers voorgoed voor me winnen.
De rest van hun leven – lange leven, want er zitten vast jonge lezertjes bij
– talen ze alleen nog maar naar de nieuwe Tim Krabbe.
Dan ga je je boekje daar misschien wel op afstemmen
en verwar je eenvoud van geest,
in een taal die voortijdige schoolverlaters kunnen behappen,
met de schone letteren.
Krabbe’s gratis psychologisch-realistische novelle Een tafel vol vlinders
opent met waarachtig aandoende problematiek
uit het alledaagse moderne leven.
De adolescent Fred ontmoet in zijn jonge jaren een vrouw met kind;
het jongetje heet Bram.
Brams vader Menno is kort na diens geboorte van het dak gesprongen.
Fred vindt het maar wat leuk, zo’n zoontje dat niet van hem is
en over wie hij toch mag vaderen.
Dus als moeder toch een degelijke tandarts verkiest
boven de studentikoos levende Fred, opteert Fred voor een co-ouderschap.
Daarbij projecteert hij zijn eigen ambitie
– Fred is reisverhalenschrijver voor bladen-
op het jongetje.
Bram, die is pas uitzonderlijk, die zal nooit ‘confectie’ zijn.
Bram moet ook schrijven – schrijver worden! – vindt Fred,
dus Bram gaat als pre-puber mee op reis,
maakt aantekeningen en dat wordt dan een heuse coproductie.
In Brams puberteit voelt Fred dat de jongen afstand tot hem neemt
en dat wordt er niet minder op als Bram tot leedwezen van het co-ouderstel
een wereldreis gaat maken en verliefd raakt
op een plat sprekende Amsterdamse telefoniste.
Tot zover is Krabbe’s boekje acceptabel.
Als het over verliefdheid gaat op jonge leeftijd en daarmee vanzelf
over spijt en gemiste kansen, is hij op dreef,
zoals in zijn laatste roman Marte Jacobs (2007).
Daar kan hij even naturel over schrijven als in zijn beste werk,
De renner (1978) en de novelle Col d’Uglas – alt 539 (2007):
in dat ‘wielrenproza’, vergeven van dat rare authentieke sporterstaaltje,
scores en tijdsvermeldingen, heeft hij geen last
van de neiging Literatuur te willen scheppen.
Maar in zijn niet-sportgerelateerde boeken
is zijn schrijfstijl kreukvrij en vaak karakterloos.
Met de opgeroepen gevoelens, grote gevoelens, is niks mis in Krabbe’s proza
– integendeel – maar wel met het drama dat hij daar via de intrige van wil maken.
Zo ook in Een tafel vol vlinders, dat fataal ontspoort
doordat hij uiteindelijk het vertelperspectief verlegt
naar de zich zo infantiel uitende en denkende Bram,
dat sprake is van een onwaarachtige karikatuur.
Daardoor laat de portee in dit emo-proza
voor alle gezindten en leeftijden ons onberoerd.
Tim Krabbe, Een tafel vol vlinders,
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, 92 pagina’s
Tijdens de Boekenweek (11 t/m 21 maart) gratis
bij besteding van minimaal Euro 11,50 aan Nederlandstalige boeken
of als men lid wordt van een bibliotheek.

Hardlopen

Vandaag voor het eerst in lange tijd weer eens naar het Liesbos gejogd.
De afgelopen weken hebben we een klein rondje gelopen.
Vandaag was het weer zo mooi
dat ik dacht laten we maar eens wat verder lopen.
Tot mijn verbazing zag ik dat de uitkijkpost aan de Leursebaan
nu toegankelijk is voor het publiek.
Ongeveer een jaar lang was het niet toegestaan De Schicht te betreden.
Vanmiddag natuurlijk nog even met de camera op pad.


Hier is ‘De Schicht’ nog niet te zien. Het terrein is al wel bouwrijp.






De Schicht op een aarden verhoog.






Plateau, afslag naar Etten-Leur.






Leursebaan, A16, HSL.


















Links het Liesbos en rechts de eerste huizen van Prinsenbeek.






De Argusvlinder in de verte.






A16 met daaronder de Leursebaan.






A16 richting Antwerpen. Zie de reclamezuil van een Zweedse meubelgigant.






A16 richting Antwerpen, op- en afrit Etten-Leur.






A16 richting Rotterdam met hoogste gebouw van Breda.






A16 met het begin van de tunnelbak bij Prinsenbeek.






Terug naar de Schicht.
























De Schicht, en profiel.