…teneinde zich koortsig, reutelend en stinkend…

Oud Parijs: La Bièvre.


…een wirwar van smerige steegjes, doorsneden door de Bièvre, die zich in die buurt ontworstelde aan de ingewanden van de metropool waar zij allengs door was beknot, teneinde zich koortsig, reutelend en stinkend in de nabijgelegen Seine te storten.

Umberto Eco, De begraafplaats van Praag.


Charles Marville, de leerlooiers aan de Bièvre.


Bièvre (Wikipedia), pagina 7

Wikipedia

De Bièvre is een Frans riviertje. Het ontspringt in Guyancourt (Yvelines) en mondt in het centrum van Parijs in de Seine uit, ter hoogte van het Gare d’Austerlitz. Sinds 1912 is de rivier in het 5e en 13e arrondissement van Parijs helemaal overdekt en maakt hij deel uit van het riolennet.
In de 18de eeuw werd in de winter het ijs van de poelen en vijvers langs de oevers van de Bièvre systematisch weggehaald en opgeslagen in ondergrondse bunkers om te bewaren voor de zomer. Dit feit gaf in 1860 zijn naam aan de Rue de la Glacière, die op zijn beurt zorgde voor de naam van het nabijgelegen metrostation Glacière.


Hubert Robert, La Bièvre, 1768.


De Bièvre vandaag in het centrum van Parijs: onder de grond, een rioolbuis.


We blijven voor de spullen bij elkaar

“We blijven voor de spullen bij elkaar” is een wel heel zielige uitspraak.
Ik las hem in de Nieuwsbrief van Museum Het Valkhof.
Toen ik met de cursor over onderstaand kunstwerk
van Teun Hocks ging, werd deze tekst zichtbaar als tooltip.
Ik vond het wel iets hebben bij deze foto.





Teun Hocks, Untitled, 2008.





Het werk van Hocks geeft altijd veel stof tot nadenken.
Op de vooravond van de maand van de filosofie mag dat wel.

De werkelijkheid is dat er iets is misgegaan met de nieuwsbrief.
De titel “We blijven voor de spullen bij elkaar” heeft betrekking
op een performance van Theatergroep Fien die inmiddels al
bijna een jaar geleden te zien was in genoemd museum.

Toeval bestaat niet.

Etienne Dolet: apostel van de vrije gedachte

We staan nog maar aan het begin van ‘De begraafplaats van Praag’
maar er vallen al hele grote woorden.
Ik heb het web afgezocht om de achtergronden beter te begrijpen
van Etienne Dolet.

Etienne Dolet,
pagina 7.
Al op de eerste pagina tekst is het raak.
Je valt midden in het verhaal.
Schijnbaar achteloos wordt op regel acht een naam genoemd.
Maar je weet dat Eco nooit zomaar iets noemt.
Daar moet iets achter zitten.
In de eerste regels tot aan regel acht gaat het al over
de onderwereld, de universitaire wereld
en gaat het over het executeren van verdedigers van de vrijheid.
Het gaat ergens over!


Portret van Etienne Dolet, gevonden via Europeana.


En dan valt de naam Etienne Dolet.
Voor mij een volstrekt onbekende figuur.
Reden om eens uit te zoeken waarom die naam nu juist,
hier door Eco genoemd wordt.
Dolet is een drukker en schrijver
aan het eind van de Middeleeuwen in Frankrijk.
In de Middeleeuwen was er een (1) Waarheid: de Bijbel.
Toegang tot die bijbel was niet eenvoudig.
Immers deze tekst is origineel geschreven in het Hebreeuws en Aramees.
Tot dan toe werd in de kerk gebruik gemaakt van de Vulgaat.
Een vertaling in het Latijn door Hieronymus tussen 309 en 405 na Christus.
Goedgekeurd door Rome.
Alleen mensen die gestudeerd hadden beheersten
het lezen en schrijven van Latijn.
Dus de groep mensen die toegang had tot de Waarheid,
die in staat was de Waarheid uit te leggen of voor eigen gebruik
in te zetten was klein: de kerk, de adel, de wetenschap in opkomst.


Rue Etienne Dolet, daar ligt dit bovengrondse, Parijse metrostation genaamd Malakoff. Mooie foto, waarschijnlijk wel een beetje digitaal bijgekleurd.


In iedere samenleving met een (1) Waarheid gaat dat vroeger of later fout.
Of dat in het Libie van Moammar al-Qadhafi (Kadhafi) is,
in het Roemenie van Ceausescu of in de middeleeuws Christelijke wereld.
De machthebbers maken misbruik van hun positie
en verdedigen zich met de ene Waarheid
waarop zij het monopolie hebben.
Iemand die daar iets aan probeert te doen loopt gevaar.


Op 22 mei 1892 verscheen er in een artikel in de Nieuwe Amsterdamsche Courant over het buitenland een stukje over de onthulling van een monument voor Etienne Dolet.


Een schrijver en drukker wil teksten maken en gelezen worden.
Het liefst door zoveel mogelijk mensen.
Als die schrijver zich dan niet wil binden aan de ene Waarheid maar
echte waarheidsvinding wil doen, dan loopt hij gevaar.



Ironisch is natuurlijk dat Etienne Dolet het tegenovergestelde is
van de man die op de achterflap van het boekgenoemd wordt: Simone Simonini.
Simonini vervalst geschriften om de loop van de geschiedenis
te beinvloeden.
Dolet probeert juist geschriften te openen voor een groter publiek
om de geschiedenis te beinvloeden.
Umberto Eco noemt Etienne Dolet een apostel van de vrije gedachte,
je hoeft je dus niet af te vragen wie zijn voorkeur heeft.



 

Etienne Dolet werd op 3 augustus 1509 in Orleans geboren. Hij is een drukker, schrijver, dichter en humanist. Etienne Dolet zou een onecht kind van Francois I zijn. Helemaal bewezen is dit niet, maar hij komt zeker uit de hogere kringen. Hij studeert rechten in Parijs, in Italie en in Toulouse. In 1526 gaat hij naar Padua. De dood van zijn meester en vriend Simon van Villanova (ik kan niets over deze persoon vinden op het internet) zet hem er toe aan om in 1530 de post van secretaris van Jean van Langeac, bisschop van Limoges en ambassadeur van Frankrijk in Venetie te aanvaarden. Na zijn terugkeer in Frankrijk pakt hij zijn studie rechten weer op. Door zijn onstuimig humeur raakt hij tijdens zijn leven meerdere keren verstrikt in conflicten over het protestantisme en het rationalisme, wordt regelmatig gevangen gezet en komt weer vrij. Een aantal artikelen maken ook melding van een moord begaan door Dolet. Op 3 augustus 1546 wordt hij gefolterd, gewurgd en met zijn boeken op de Place Maubert in Parijs verbrand. De aanklachten waren godslastering en het in bezit hebben van verboden boeken. In 1889 is voor Etienne Dolet in Parijs een standbeeld opgericht.

 



De parallel van de boekverbranding van Dolet en de boekverbrandingen
van de Nazis is duidelijk.
Om de breedte van de belangstelling van Dolet aan te geven
volgt hier een kort stuk uit een scriptie.

Dhr. Pim Walenkamp schrijft het volgende over Dolet in zijn scriptie voor de Universiteit Utrecht over een onderzoek naar metafoortheorieen en vertaalproblemen van de Bijbelse metafoor de Goede Herder (de scriptie is gedateerd 31 augustus 2007).Etienne Dolet was een van de eerste die een serieuze vertaaltheorie formuleerde. Hij leefde van 1509 tot 1546 en verbleef zijn gehele (?) leven in Frankrijk. De meeste vertalers benadrukken het behoud van de betekenis van het origineel; de vorm en de doeltaal zijn hieraan ondergeschikt. Wat stijl van de vertaling betreft lopen de meningen van de verschillende geleerden echter behoorlijk uiteen. Hierin laat men zich soms leiden door het beoogde lezerspubliek, terwijl sommigen ook de eigen smaak behoorlijk laten meespreken. Voor Luther was van belang, dat iedereen de Bijbel zou kunnen lezen in begrijpelijke taal. Dus bedient hij zich in zijn vertaling van een begrijpelijk soort omgangstaal. Ook de zestiende-eeuwse geleerde Etienne Dolet legt de nadruk op normaal, dagelijks taalgebruik; daarnaast stelt hij echter dat een vertaling een elegante stijl dient te hebben, een stijl die in de hele tekst gelijk moet zijn. In de laatste eis klinkt duidelijk Dolets eigen literaire smaak door. Kortom,1. Gebruik in je doeltaal normaal en dagelijks taalgebruik dat de gewone lezer begrijpt.2. Hanteer een elegante stijl, die wel in de gehele vertaling synchroon dient te zijn. Waar Dolet het figuurlijke en de stijl van de vertaling voorop stelt, stelden de meeste vertalers in de zeventiende en achttiende eeuw de letterlijke vertaling voorop. Voorbeelden hiervan zijn Pope en Dryden, twee bekende Engelse dichters uit de achttiende eeuw. In 1789 schreef George Campbell een bekend werk over Bijbelvertaling. Hij hanteert drie uitgangspunten voor vertalen: 1. Geef een correcte weergave van datgene dat het origineel bedoelt. 2. Zorg ervoor dat je in de vertaling de geest en de stijl van de auteur recht doet. 3. De vertaling moet de kwaliteit van het origineel evenaren.

 


Standbeeld in Parijs van Etienne Dolet in 1906.


Vervolgens trof ik een studie aan
op een website over ‘verboden boeken’.
De studie wordt in verband gebracht met Spinoza.
Waarom geeft de website niet aan maar ik zou me er
het volgende bij kunnen voorstellen.
Spinoza schrijft bijvoorbeeld een analyse van de bijbel
waarbij het probleem van vertalen een grote rol speelt
en is daarnaast een filosoof die zich bezig houdt
met godsdienstvrijheid en tolerantie.
De auteur van de studie of de eigenaar van de web site
kan ik niet achterhalen.
De studie gaat over een boek met als Nederlandse titel: Vertoog over de drie bedriegers, uit 1777 (Traite des trois imposteurs).
Met de drie bedriegers worden Mozes, Jezus en Mohammed bedoeld.


Graftombe van Jean de Langeac of Jean van Langeac, bisschop van Limoges. Deze voorstelling op zijn graf behandelt onder andere de ‘Vier ruiters van de Apocalyps’.


De vertaler schrijft:

In het begin van de 18e eeuw ontstond een geheel nieuw genre van clandestiene boeken en manuscripten. Vooral Frankrijk en Nederland leverden daar een groot aandeel aan. Er was een schaduwwereld van verborgen drukpersen en in het geniep rolden daar grote aantallen opstandige en rebelse geschriften vanaf, met fictieve schrijvers en fictieve uitgeverijen op het titelblad.

Grappig is dat er een hele reeks mensen zijn van wie vermoed wordt
dat zij de schrijver zijn van dit werk.
De lijst omvat onder andere: Macchiavelli, Rabelais, Erasmus,
John Milton, een Mohammedaan Merula genaamd, Dolet en Giordano Bruno.
Dus Dolet wordt genoemd als vermoedelijk schrijver van een geheim geschrift.
Leuke parallel met De begraafplaats van Praag.


Graftombe van Jean de Langeac, bisschop van Limoges. De ‘Vier ruiters van de Apocalyps’.


Will Eisner



Will Eisner zelfportret met handtekening en nummer in mijn copie van de Nederlandse uitgave van ‘Een contract met God’.





Will Eisner is een Amerikaanse striptekenaar die in Europa
bij het grote publiek niet zo bekend is.
De strip die hem bekend maakte heette “Spirit”.
De laatste jaren is hij in europa vooral bekend geworden
door zijn “graphic novels”.
Dit zijn boeken die het midden houden tussen romans
en stripverhalen en vaak een heel serieus thema aansnijden.
Zo schreef hij ‘Een contract met God’ over het leven in de Bronx
in New York en “The Plot – the secret story of the protocols
of the Elders of Zion” over de vervalsing die een eigen leven ging leiden
en die vandaag nog steeds door mensen wordt aangehaald als
rechtvaardiging voor hun antisemitisme.





Will Eisner, schets van ‘Spirit’.





Wikipedia

William Erwin Eisner (Brooklyn, 6 maart 1917 xe2x80x93 Fort Lauderdale, 3 januari 2005) was een Amerikaanse comicsschrijver. Hij was de zoon van Joodse immigranten.

Will Eisner was een van de pioniers van de Amerikaanse comicsscene. Zijn werk omvat onder andere de serie The Spirit, het boek A Contract with God en meer recent het boek Fagin de Jood.

In de jaren vijftig kreeg hij bekendheid als tekenaar van de serie The Spirit, een wekelijkse acht pagina’s grote krantenbijlage handelend over een superheld zonder speciale supergaven.

Gexc3xafnspireerd door het werk van Robert Crumb, begon Eisner in de jaren 1970 te werken aan het boek A Contract with God (“Een contract met God”), waarin het alledaagse leven in de Bronx wordt beschreven. De sobere zwart-wit illustraties beschrijven thema’s als de dood, verdriet, geloof en seksuele gevoelens. Vaak speelde dit zich af tegen een Joodse achtergrond.

“Ik beschrijf het menselijk bedrijf, en het leven” vertelde hij in een interview. “Voor mij is het leven de vijand, en het gevecht van mensen om dat te overwinnen is in feite het centrale thema dat je in heel mijn werk terugvindt.”







Will Eisner “Spirit”.





A painting a day keeps the doctor away: MAF Rxc3xa4derscheidt





MAF Rxc3xa4derscheidt, Die Frau mit dem grossen herz, 16/02/2011, aquarel.





Via Twitter kwam ik vanochtend terecht op de web site
van deze Duitse kunstenares: MAF Rxc3xa4derscheidt.
Met mijn beperkte kennis van de Duitse taal maak ik van haar web site op
dat ze poogt dagelijks een werk op het web te zetten
en dat ze daarnaast nog allerlei projecten doet.
Vooral de kleuren spraken mj erg aan.

Hier kunt u haar web site vinden.





MAF Rxc3xa4derscheidt, Die Sxc3xa4nger der blauen stunden, 05/02/2011, aquarel.





xe2x80x98Brood en spelenxe2x80x99-technieken

Laat ik beginnen met vast te stellen dat mij al na 5 paginaxe2x80x99s
van xe2x80x98De Begraafplaats van Praagxe2x80x99 duidelijk is geworden
waarom Umberto Eco het Internet een gevaarlijke plaats vindt
voor de xe2x80x98armen van geestxe2x80x99.
In het interview in de rubriek xe2x80x98Boekenxe2x80x99 gaf hij aan
dat veel informatie op het internet onbetrouwbaar is.
Hij controleert ieder gegeven op ten minste drie plaatsen.
Het klopt dat veel informatie onbetrouwbaar is,
of gewoonweg gekopieerd is zonder dat er iets aan wordt toegevoegd.
Maar er komt nog een facet bij:
de informatie waarover Eco beschikt als hij zijn romans componeert
is soms helemaal niet of slechts zeer summier beschikbaar op internet.
Ga maar eens zoeken naar informatie over Carlo Tenca, Place Maubert, enz.
Je moet ver zoeken, als je al iets vindt.





Carlo Tenca.





Carlo Tenca, pagina 5

Italiaans schrijver en journalist (19 oktober 1816, Milaan –
4 september 1883, Milaan).
Hij ondersteunde de politieke beweging met de naam xe2x80x9cRisorgimentoxe2x80x9d.
Deze beweging streefde er naar (en slaagde erin)
de eenwording van wat we nu Italixc3xab noemen te realiseren.
Als ik de recensies goed begrepen heb zal deze beweging
uitgebreid in beeld komen in De begraafplaats van Praag van Eco.

Het citaat van Carlo Tenca waarmee Eco het boek begint
(uit: Het huis van de honden / La Ca’ dei cani)
haalt een aantal voorbeelden aan van technieken
waarvan machthebbers en politici gebruik maken
om de algemene stemming in een land af te leiden
van de werkelijk belangrijke onderwerpen.
xe2x80x98Brood en spelenxe2x80x99-technieken.
En dat is precies waar de hoofdpersoon zich mee bezig houdt.






Over Carlo Tenca is nauwelijks iets te vinden op het internet wat niet in het Italiaans is geschreven.





Luc Tuymans: "het fragment is het dominante verhaal"

In Vrij Nederland van 19 maart van dit jaar
staat een mooi citaat over het werk van Luc Tuymans.
Het is niet alleen van toepassing op zijn werk.
De uitspraak kun je op veel moderne kunst toepassen:

De vruchten van deze schilder zijn makkelijk te herkennen, maar nog niet zo makkelijk te typeren.
‘Terughoudend’ kun je ze noemen. ‘Diffuus’ ook. ‘Impressionistisch’ is een term die vaak opduikt. Mij doet Tuymans’ werk denken aan iemand die in een schemerige kamer eindeloos televisie zit te kijken. Kanalen veranderen, programma’s volgen elkaar op, na een uur of twee, drie, vier, vijf, zes verliezen de beelden hun kracht en worden allemaal even betekenisvol – of betekenisloos. De schilder knikt, wanneer ik hem de vergelijking voorleg: ‘Onverschilligheid, onaangedaanheid, gecultiveerde afstand – dat zijn dingen die mij wel interesseren, ja. Dat is toch zo’n beetje de grondhouding van de moderne mens. Niet dat we veel anders kunnen. Mijn generatie, en de generatie na mij nog meer, is opgegroeid met een overvloed aan sensaties en een manco aan ervaring. Het is treurig, maar waar: we nemen de belangrijkste gebeurtenissen in ons leven waarschijnlijk tot ons via televisie, films, internet, via kunstmatige bronnen, kortom.’



Luc Tuymans, Gaskamer, 1986.


Houdt in de postmoderne kunstwereld niet iedereen zijn eigen particuliere tuintje bij?
‘Dat is waar. Wij leven in een tijd zonder dominant verhaal – religieus of anderszins – en dat weerspiegelt zich in de kunsten. Die is versplinterd en gefragmenteerd, het fragment is het dominante verhaal. Het idee van het Grote Alomvattende Meesterwerk – zoals ze dat kenden in de tijd van Van Eyck of Rubens – bestaat niet echt meer. Dat is niet spijtig, dat is juist fijn. Die werken zijn al gemaakt, wij hoeven het dus niet meer te doen. In zekere zin werkt iedere schilder vandaag de dag dus in de schaduw van Jan van Eyck.’



Vrij Nederland: interview Stefan Kuiper, foto Jason Bell.


Kunstvaria

Toevallig liggen er nogal wat mensen in deze kunstvaria.
En dat geeft heel verschillende beelden.





Alexandre-Louis Le loir, Moroccan girl playing a stringed instrument, 1875, watercolor, gouache and graphite on ivory wove paper.

Liggen in de Orientalistische traditie.





Annie Leibovitz, Patti Smith with her children Jackson and Jesse, St Clair Shores, Michigan, 1996, photograph.

Liggen als uitvloeisel van de jaren ’60.





Anthony Gormley, Sculpture, 2010, Canterbury Cathedral.

Liggen in een modern sculptuur.





Antonio Canal (Canaletto), The portico with a lantern, Venduto, 1740 – 1744, etching on paper.

Was hier al eerder te zien maar blijft fascinerend.





Bill Viola, The quintet of the unseen, 2010, video still.

Bill Viola maakt vooral videokunst.
Dit is een zogenaamde ‘still’, een foto van een videobeeld.
Dat is helemaal niet hetzelfde als een video van Viola.
Maar bij gebrek aan beter.





Claude Lazar, Lumiere interieure, 2010, oil on canvas.






Claude Monet, Camille Monet and a child in the artist’s garden in Argenteuil, 1875, oil on canvas.






David Brian Smith, Great expectations – Wow, 2010, oil on herringbone linen.






Eva Hesse, Studiowork, 1968.






Falangcai (Foreign colour) vase with golden pheasants, Qing dynasty, AD 1736 – 1795.






Frank Auerbach, Mornington Crescent – Summer morning.






Gabriele Mxc3xbcnter, Stillleben in grau, 1910.






Georges Rouault, Tristes os, 1934, color etching and aquatint wove paper.






Jack Vettriano, The weight, 2010, oil on canvas.






Jan Breughel de Oudere – Peter Paul Rubens, Allegory of sight and smell, circa 1618, oil on wood.

Wat een samenwerking.
Rubens deed de menselijke figuren, Breughel de rest.
Allegory op het zicht en de reuk.





Lynda Benglis, Phantom, 1971, polyurethane foam with phosphorescent pigments.






Marcel Marien, L’introuvable, 1937, glass and acrylic glass.






Pablo Picasso, Science and charity, 1897, oil on canvas..

Negentiende eeuws liggen.
‘Wetenschap en liefdadigheid’ is de naam van het schilderij.





Piet Mondriaan, Still life with ginger jar 2, 1912, oil on canvas.

Niet zo vaak te zien op Kunstvaria maar daarom niet minder welkom:
Piet Mondriaan.




The logic of forgery / de logica van vervalsingen

Onlangs was Umberto Eco te zien op de Nederlandse televisie.
De betreffende aflevering van ‘Boeken’ is hier te zien.

Get Microsoft Silverlight
Of bekijk de flash versie.

Een van de problemen die Eco uit de doeken doet
is de manier waarop in de 19e eeuw
door mensen vervalsingen maakte van documenten
om politieke en juridische geschillen aan te kaarten en
in hun voordeel te beslechten.
De hoofdpersoon van De begraafplaats van Praag
is zo’n vervalser. Hij maakt in opdracht van wie dan ook
(de Russische geheime dienst bijvoorbeeld) documenten
om bijvoorbeeld het Joodse volk in diskrediet te brengen.
Algemeen wordt aangenomen dat The protocols of the elders of Zion
een vervalsing is gebaseerd op een werk van de Franse schrijver Maurice Joly.
Hij schreef in 1864 een boek waarin hij indirect de toenmalige keizer
van Frankrijk, Napoleon III, van allerlei kwade zaken beschuldigd.
De vorm die hij daarvoor koos was een dialoog tussen aan de ene kant
Machiavelli (de Italiaanse schrijver die de technieken van sluwe politici
beschreef) en aan de andere kant Montesquieu (de Franse filosoof).
Eco vermoedt zelfs nog oudere bronnen ontdekt te hebben.
In dit interview bespreekt hij de aanpak van dergelijke vervalsers.
Will Eisner tekent dit als volgt:





Will Eisner: The plot – The secret story of the protocals of the Elder of Zion, page 13.




Will Eisner: Vrij vertaald.





Chinese medallion





Voorkant: Return from a spring outing, Ming Dynasty, late 16th – early 17th century, ivory, 8,6 cm doorsnee.






Achterkant: Terugkeer van de lentevakantie (vrij vertaald).





Als ik ivoren voorwerpen tegenkom ben ik daar snel door gecharmeerd.
Het Metropolitan in New York lokte me met dit ivoren medaillon
naar hun web site.
Daar ging ik graag naar toe want het is een schitterend voorwerp.

De informatie van de Met geeft aan dat de datum waarop dit soort
ivoren voorwerpen zijn gemaakt, heel moeilijk te bepalen is.
In dit geval is het blijkbaar anders.
Met name de afbeelding van de man met zijn bedienden
wijst op een afbeelding die vaker, ook met andere technieken,
werd gebruikt in een bepaalde tijd.
Eind 16e, begin 17e eeuw, in China.

Foto van de dag door Magnum





Herbert List, Light and Shadow, 1936.





Magnum is naast de naam van een ijsje een bekend persbureau.
Veel grote fotograven werken of hebben voor Magnum gewerkt.
Een er van is Herbert List.
Magnum heeft een enorm fotoarchief met foto’s
van die grote namen, van over een grote tijdspanne.
Die foto’s gebruiken ze om dagelijks, via Twitter en
hun web site, een foto van de dag te presenteren.
Vandaag was dat deze foto van Herbert List.

Deze foto die in Italie gemaakt is, maakt indruk.
Voor een echte topfoto vindt ik het donkere deel te groot.
Het contrast is heel erg scherp.
Maar het beeld is zeker slim in scene gezet.
De armen van de persoon links verstoren het beeld naar mijn gevoel.

Breda en de Grote Kerk

Gisteren had ik de kans om van een hoger punt dan normaal
foto’s te maken van de Grote Kerk in Breda,
het voormalige CSM-terrein en het voormalig Van Gend en Loos-terrein
(toekomstig terrein van het nieuwe station).





De Grote Kerk, hoog boven de binnenstad.






Kruising Tramsingel – Nieuwe Prinsenkade met daarachter het voormalige CSM-terrein.






Breda: Tramsingel.






Het Spanjaardsgat en de Grote Kerk. Boven de rechtertoren van het Spanjaardsgat is het golvend dak van het Chasse theater te zien en meer rechts daarvan de Watertoren.






Breda, Grote Kerk.






Breda, Spanjaardsgat.






Achter de brug en het spoor het voormalige Van Gend en Loos-terrein.






Breda, Grote Kerk.





Politiefoto's

Het Australische Historic Houses Trust is een organisatie
die een aantal historische huizen beheert.
Naast de huizen beheren ze ook een collectie met fotoxe2x80x99s.
Onderdeel daarvan zijn fotoxe2x80x99s gemaakt in de jaren 20 van de vorige eeuw.
Niet zomaar fotoxe2x80x99s maar fotoxe2x80x99s gemaakt door de politie.
Een deel daarvan noemt men de xe2x80x9cSpeciale fotoxe2x80x99sxe2x80x9d.
De meeste speciale fotoxe2x80x99s zijn gemaakt
op het Centraal politiebureau van Sydney.
Het zijn zogenaamde “mug shots”.
Foto’s die de politie maakt ter identificatie.
Blijkbaar is er geen privacy wetgeving in het geding.
De fotoxe2x80x99s zijn gemaakt kort nadat de mensen van straat zijn geplukt.
Op de gezichten zijn de recente gebeurtenissen nog te lezen.
Dat is waarom ze speciaal genoemd worden.

De foto’s zijn te vinden op de volgende website:
Historic Houses Trust

Wat ik er zo leuk aan vind
(naast dat het prachtige zwart/wit fotoxe2x80x99s zijn)
is dat je bij iedere foto een heel verhaal kunt verzinnen.
Soms heeft de politie er al een verhaal bijgeplaatst.





Niet alle vrouwen in deze reeks zijn topmodellen. Deze vrouw is opgepakt voor het verkopen van illegale drank.

Convicted of selling liquor without a licence. Alice Clarke was an entrepreneur who took advantage of restrictive liquor regulations, which forced pubs to close at 6pm. As a “sly grogger” she sold high-priced alcohol from a private residence. Clarke’s arrest came only weeks after the legislation was introduced. Aged 42.







Scarface avant la lettre.

Special Photograph no. 129. A cropped print of this photograph appears in a police photo book from the 1920s, annotated in pencil “magsmen” (oplichters), with no further information offered.
This picture is one of a series of around 2500 “special photographs” taken by New South Wales Police Department photographers between 1910 and 1930. These “special photographs” were mostly taken in the cells at the Central Police Station, Sydney and are, as curator Peter Doyle explains, of “men and women recently plucked from the street, often still animated by the dramas surrounding their apprehension”. Doyle suggests that, compared with the subjects of prison mug shots, “the subjects of the Special Photographs seem to have been allowed – perhaps invited – to position and compose themselves for the camera as they liked. Their photographic identity thus seems constructed out of a potent alchemy of inborn disposition, personal history, learned habits and idiosyncrasies, chosen personal style (haircut, clothing, accessories) and physical characteristics.”





Gracy staat in het Engels voor de gracieus.



Familie van de Amerikaanse Daltons?






Hollands next top model voor de rijpere vrouw. Verrassend modern gezicht. Ze weet hoe ze zich moet gedragen voor een camera. Misschien iets voor omroep Max? Verder geen details van bekend.






Ik zag haar vorig jaar op Lowlands.

Convicted of bigamy and theft. By the age of 24 Alice Cooke had amassed an impressive number of aliases and at least two husbands. Described by police as ‘rather good looking’, Cooke was a habitual thief and a convicted bigamist. Aged 24.




Op 24 jarige leeftijd had ze al twee mannen getrouwd (gelijktijdig).






Ze staat echt beroerd op deze foto. Een beetje dom.

Convicted of stealing. Eileen O’Connor first appears in police records as a ‘missing friend’, or missing person. She is eventually arrested for stealing a wallet and is described by police with the odd epithet (toevoeging aan een naam om de persoon te karakteriseren) ‘inclined to be weak’. Aged 17.




Veroordeeld voor stelen, 17 jaar oud.






Een typische What’s in a name. Deze vrouw heet Mort = dood. Veroordeeld voor de moord op haar geliefde en probeerde daarna zelfmoord te plegen.

Convicted of murder. Mrs Dorothy Mort was having an affair with dashing young doctor Claude Tozer. On 21 December 1920 Tozer visited her home with the intention of breaking off the relationship. Mort shot him dead before attempting to commit suicide. Aged 32.







Van deze foto zijn verder geen details bekend. Dit zijn de leukste. Je kunt er zelf iets bij bedenken. Hij is niet bang, dat is duidelijk. Lichtelijk geamuseerd. Heeft wat van Anthony Hopkins als Hannibal Lector in Silence of the lambs.







Sixteen-year-old Aiden Feutrill is seen in this 1920 prison mug shot, taken while he was serving a sentence for breaking and entering. He appears again in one of a series of group shots taken at Central 25 January 1928, in the aftermath of a raid led by CIB Chief Bill Mackay. Feutrill, who by then had a string of aliases (including Arthur Feutrill, Francis Brown, Reg Dawson, Angus McCrinnon), was charged with assault, and with ‘being found in a house frequented by reputed thieves’




Hij heeft je net een vraag gesteldxe2x80xa6xe2x80x9cGa je mee uit eten?xe2x80x9dxe2x80xa6en wacht op je antwoord.






Deze dames zijn net uit winkelen geweest. Leuke schoenen.




This photograph was apparently taken in the aftermath of a raid led by CIB Chief Bill Mackay – later to be Commissioner of Police – on a house at 74 Riley Street, ‘lower Darlinghurst’. Numerous charges were heard against the 15 men and women arrested. Lessee Joe Bezzina was charged with ‘being the keeper of a house frequented by reputed thieves’, and some of the others were charged with assault, and with ‘being found in a house frequented by reputed thieves’. The prosecuti
on cast the raid in heroic terms – the Chief of the CIB, desperately outnumbered, had struggled hand to hand in ‘a sweltering melee in one of the most notorious thieves’ kitchens in Sydney’. The defence, on the other hand, described ‘a quiet party, a few drinks, some singing … violently interrupted by a squad of hostile, brawling police’ (Truth, 29 January 1928). The gallery was packed with friends of the accused, who loudly jeered the prosecution and police witnesses.










Deze dames zijn net terug van de Tefaf in Maastricht.

The names inscribed here do not appear in police records for 1920-21, and it is likely the women were photographed simply because they were found in the company of known criminals (see ‘Mug shot of Thomas Maria, Arthur Wyatt, and Patrick Dangar, alias Brosnan.’) A copy of this photograph has been sighted elsewhere in police archives, in which the figure here labelled ‘D Morgan’ is additionally annotated ‘lives with Paddy Brosnan’.







De biljartclub.



De man tweede van rechts werd niet veroordeeld.

The quartet pictured were arrested over a robbery at the home of bookmaker Reginald Catton, of Todman avenue, Kensington, on 21 April 1921. The Crown did not proceed against Thomas O’Brien but the other three were convicted.







Zoxe2x80x99n nette dame… In die tijd werd gezegd dat ze leek op een onderwijzeres. Dat wil zeggen kuis, netjes en streng. Maar ze was een dievegge die opereerde onder meerdere namen.






De meeste modebladen zouden dit soort foto’s maar wat graag hebben. Hazel werd in verband gebracht met cocaine maar werd slechts voorwaardelijk gestraft.

Hazel McGuinness was charged along with her mother Ada McGuiness with having cocaine (in substantial quantities) illegally in her possession. Police described a raid on the McGuinnesses’ Darlinghurst house during which the mother Ada threw a hand bag containing packets of cocaine to her daughter, shouting, ‘Run Hazel!’. Despite that, detectives spoke up for Hazel McGuinness in court, arguing that she had been led into crime by her mother (‘the most evil woman in Sydney’) who had raised her in ‘an atmosphere of immorality and dope’. Hazel was given a suspended sentence.







Je ziet hem denken: xe2x80x9cHmm, ik moet hier even een Twitterberichtje over schrijven.xe2x80x9d

An entry in the Police Gazette, 15 September, 1920 reads ‘Alfred Ladewig, alias Wallace, and John Walker, alias Atkins, charged on provisional warrant with stealing by trick the sum of xc2xa3204, at Brisbane (Q), the property of Alfred Walter Thomlinson have been arrested by Detective-constables Matthews and Jones, and Special-constable Bladen, Sydney Police. Both remanded to Brisbane.










Nog al zoxe2x80x99n nette dame. Misschien had ze toch een andere hoed moeten kopen. De hoed die ze ophad deed haar haar geen goed.



Links verlangen, rechts gereed voor een wandeling in het park. Geen verdere details bekend.






Thomas werd beschuldigd en veroordeeld voor het omkopen van een getuige. Op de foto staat geschreven dat hij weigerde zijn ogen open te doen voor de foto. Volgens mij kijkt hij stiekem door zijn oogharen naar de fotograaf.

Thomas Bede was charged with ‘suborn a witness’ (getuige omkopen)at Sydney Quarter Sessions on 11 December 1928, for which he was fined xc2xa38.







Zo weggelopen uit de Great Gatsby of The Godfather.

Although no record for Fay Watson is found in the NSW Police Gazette for 1928, the Sydney Morning Herald (26 March 1928, p. 12) reports her arrest in a house in Crown Street, Darlinghurst, and subsequent conviction for having cocaine in her possession, for which she was fined ten pounds.







De Neus. Deze foto is een pleidooi voor een verbod op hoeden. Na de hoofddoek moeten we ook maar de hoed gaan verbieden In Nederland. Immers je kunt het gezicht van Walter Smith bijna niet zien als hij een hoed op heeft. Misschien moeten we ook maar eens een discussie opstarten over de paraplu. Hij werd veroordeeld en kreeg 6 maanden dwangarbeid opgelegd

Walter Smith is listed in the NSW Police Gazette, 24 December 1924, as ‘charged with breaking and entering the dwelling-house of Edward Mulligan and stealing blinds &c value 20 pounds (part recovered)’, and with ‘stealing clothing, value 26 pounds (recovered) in the dwelling house of Ernest Leslie Mortimer.’ Sentenced to 6 months hard labour.







Spijt?.




Emma Rolfe better known as May Mulholland (also as Sybil White, Jean Harris and Eileen Mulholland) had numerous convictions in the period 1919-1920 for theft of jewellery and clothing (all quality items: silk blouses, kimonos and scarves, antique bric a brac etc) from various houses around Kensington and Randwick, and from city shops. She appears as a mature woman in the NSW Criminal Register of 5 December 1934. By that time she is well known for shoplifting valuable furs and silks from city department stores. ‘When subjected to interrogation by Police who are not acquainted with her character’, the entry notes, ‘she strongly protests her innocence, and endeavours to repress her interviewers by stating she will seek the advice of her solicitor.’




Niet heus. Notoire veelpleegs
ter met smaak. Wanneer ze ondervraagd werd door een politieagent die haar voor het eerst zag, dan protesteerde ze hevig en dreigde met een advocaat.






Forests have been chopped down to print it

De schrijver Anthony Burgess schreef al over “Foucault’s Pendulum”,
of ‘de slinger van Foucault’ (Umberto Eco, 1988):
xe2x80x9cForests have been chopped down to print itxe2x80x9d

“Bossen zijn al omgekapt om het te drukken”,
dus ga het LEZEN!

Anthony Burgess is een Britse schrijver
van onder andere A Clockwork Orange


Ik heb vanmiddag ‘De begraafplaats van Praag’ gekocht.
Via Google kwam ik uit op een boek dat ik al had:
Will Eisner (de Amerikaanse tekenaar) schreef en tekende in 2005
het boek The Plot, The secret story of The Protocols
of the Elders of Zion.
Een graphic novel over een van de grootste fraudes
in onze recente geschiedenis,
Over een totaal verzonnen geschrift dat de onderbouwing
vormt van anti-semitisme, in het verleden,
in de tweede wereldoorlog en in het heden.





Will Eisner: The Plot, The secret story of The Protocols of the Elders of Zion.





In deze materie is het heel gevaarlijk teksten uit hun verband te halen,
omdat zonder de context woorden snel voor verschillende
interpretaties in aanmerking komen.
Maar ik doe het toch omdat voor mij vast staat dat De Protocollen bedrog zijn.

Interessant is dat in de inleiding die Umberto Eco schrijft
op het boek van Will Eisner, hij de volgende zin gebruikt:
“…, narrates how representatives of the twelve tribes of Israel
gathered in the cemetery of Prague to plot the conquest of the world.”

In Nederlands:
“…., vertelt hoe vertegenwoordigers van de twaalf stammen van Israel
(lees van het Joodse volk) zich verzamelden op de begraafplaats van Praag
om complotten te smeden om de wereld te veroveren.”

Daarmee is in dit eerste artikel al gelijk (een deel van)
de titel van het nieuwe boek van Eco verklaard.





Italiaanse kaft van De begraafplaats van Praag.





Dadara: The art of money / De kunst van geld

Biljetten maken en dat als kunst verkopen.
Dat doet Dadara.
De naam roept bij mij associaties op met de kunstbeweging DaDa
en de terreurorganisatie RaRa.

Ook in de Verenigde Staten is er een kunstenaar die
geld zelf tekent en de biljetten vervolgens ook gebruikt
om rekeningen mee te betalen.
De rekening en het biljet vormen dan
het tastbare restant van de performance.
Onnodig te zeggen dat deze humor in de VS maar slecht kan worden gewaardeerd.

Onze traditie van geld maken is veel kleurrijker. Letterlijk.
Dat valt ook te zien op de biljetten van 0 en 1.000.000.





Een biljet van 5000 dollar van J.S.G. Boggs met zelfportret.






Dadara: biljet van 0, voorkant.






Dadara: biljet van 0, achterkant.






Dadara: biljet van 0, achterkant (detail).






Dadara: biljet van 0, achterkant (detail).






Dadara: biljet van 1.000.000, voorkant.






Dadara: biljet van 1.000.000, achterkant.






Dadara: biljet van 1.000.000, achterkant (detail).






J.S.G. Boggs: 1 dollar.





Met dank aan Vrij Nederland en Gerard Janssen.