Op mijn poster is het woord Argus inmiddels gereed
maar dat is slechts de helft van mijn naam Argusvlinder.
Gelukkig zijn de resterende letters vooral eenvoudige letters
om te ontwerpen en snijden.
Argusvlinder
Het gebouw van het museum van Suzhou is misschien
net zo belangrijk als de collectie.
Het museum is een ontwerp van I. M. Pei, de architect
die bijvoorbeeld ook de piramide van het Louvre heeft ontworpen.
Hij heeft voor zijn geboortestad dit museum ontworden
en daarbij goed gekeken naar de stad.
De oudere huizen van de stad hebben allemaal zwarte daken,
net als het museum.
Het museum is laagbouw net als de traditionele Chinese gebouwen.
En de vijver is prachtig. Goed gekeken naar de tuin van de buurman.
De collectie is trouwens ook prachtig maar de verlichting
maakte het zowat onmogelijk er foto’s te maken.
Bovendoen was het door de lamge wandeling in de tuin al laat.
Het Museum van Suzhou door I.M. Pei (Ieoh Ming Pei).
Een tuin die op de UNESCO Wereld Erfgoed Lijst staat.
Dat is apart.
In Suzhou, in de buurt van Shanghai, is deze
grote, klassieke, Chinese tuin te bezoeken.
We zijn er naar toe gereden met de auto. Dat duurde zo’n twee uur.
De tuin is zo’n 7 voetbalvelden groot.
Je kunt er dus een echte wandeling maken.
Suzhou: the humble administrator’s garden, 1513, Ming dynastie.
Op deze plaats bestond al een tuin die al tussen 1131 en 1162 was aangelegd.
Het meeste van de tuin’s huidige vorm is echter aangelegd door Wang Xiancheng
(Wang Xianchen) in 1513. Of zoals op het bord hierboven staat:
Humble Administrator’s Garden
The Humble Administrator’s Garden was built in the early years of Zhengde in the Ming Dynasty (in the early sixteenth century), with a history of over 500 years.
It is one of the representative works of classical gardens south of the Yangtze River.
The Humble Administrator’s Garden was listed as National Key Cultural Relics Protection Unit by the State Council in 1961, known as “Four Famous Gardens” in China together with the Beijing Summer Palace, Chengde Mountain Resort and Suzhou Lingering Garden.
In 1991, it was regarded as National Special Tourist Attraction by the State Planning Commission,
the Tourisn Bureau and Ministry of Construction.
In 1997, it was approved and included in the “World Heritage List” by the UNESCO.
In 2007, it was approved as one of the first AAAAA-class Tourist Attractions by the National Tourism Administration.
The Humble Administrator’s Garden is located in the northeastern corner of the ancient city Suzhou (No 178, Northeast Street).
It is the largest classical garden in Suzhou,covering an area of 78mu (about 5.2 hectares).
The whole garden is water-centered, with green hills, delicate pavilions and lush flowers and trees, full of poetic and pictorial splendor and rich features of the south of the lower reaches of the Yangtze River.
The garden is divided into three parts, eastern, central and west, and each has its own unique character.
The East Garden is spaciousness; the Central Garden is the essence of the whole park and the West Garden has exquisite buildings.
The southern part of the garden is the residential area, reflecting the typical residential pattern of the south of the Yangtze River.
Het bord dat je hierboven ziet is denk ik aangebracht toen de tuin
opgenomen werd op de World Heritage List.
Het volgende bord is denk ik ouder.
Met een algemene beschrijving. De tuin heeft heel poetische elementen die voor een westerling niet direct opvalt. Daar moet je echt over lezen of iemand moet het je vertellen. Zo zijn er gebouwen die een gedicht proberen te benaderen. Op andere plaatsen zijn het juist de dichters die er de beroemde gasten waren.
De algemene beschrijving gaat als volgt:
General description
In the 4th year of the reign of Zhengde (1509 AD) under the Ming Dynasty the Humble Administrator’s Garden was laid out by the Imperial Inspector Wang Xianchen who returned to Suzhou after retiring from public life.
He borrowed the idea from an essay entitled “Staying at Home Idle” by Jin writer Pan Yue, saying, “To cultivate my garden and sell my vegetable crop … is the policy of a humble man.”
Hence the name.
After Wang died, his incapable son gambled the garden away,
It changed a number of times in the centuries that followed.
Since 1997 it has been inscribed on the World Heritage List by UNESCO.The Humble Administrator’s Garden covers 51.950 square meters and consists of three parts:
the eastern, middle and western parts.
The housing complex lies to the south of the garden.
The eastern part of the garden, originally known as the Country Retreat belonging to Wang Xinyi in the 8th year of the reign of Chongzhen (1635 AD), is blest with a magnificent range of mountains covered with bamboo and pines, hilly Islands encircled by a meandering brook, and an extensive area of grass, flowers and trees.
Making good use of the terrestrial contours of the site, the landscapes and waterscapes in the middle part of the garden are most beautiful with various kinds of buildings being centered upon the broad expanse of a crystalline lake and verdant mountains reminiscent of the scenery south of the lower Yangtze.
Much of the surprise is produced by architectural features of the Malus Spectabilis Court, the Loquat Garden Court, the Paeonia Suffruticosa Pavillon, the Secluded Pavillon of Firmiana Simplex and Bamboo, the Hall of Distant Fragrance, the Mountain-in-view Tower, the Magnolia Hall, the Fragrant Isle and other buildings in clusters.
From the roofed walkway by the Leaning on Rainbow Pavillon one is able to catch sight of the pagode of Paying Depts of Gratitude in distance, an example of the technique called “borrowed view from far”.
Compactly spaced and artfully arranged by the lotus lake are kiosks and pavillons of varying size in the western part of the garden formerly named the Complementary Garden in the reign of Guangxu.
To the south of the lake is a typical Chinese mandarin ducks’ hall in two halves.
The Keep-and-Listen Pavillon is a boat-like structure to the west of the lake, which looks as if moving away slowly from the pier.
The adjacent nursery boasts some 700 fine specimens of bonsai.
The Good-For-Both Families Pavillon at the top of the hill overlooking the middle and western parts of the garden exemplifies the technique of “borrowed view from near”.
There is a unique verandah built over the water going up ands down in a zigzag along the wall to the east of the lake, creating perhaps a most wonderful view with reflected images and nearby scenery on the surface of the water.
‘borrowed view from far’ betekent dat je in een tuin de kijker
toegang geeft tot een uitzicht dat eigenlijk buiten de tuin ligt.
Je leent als het ware het uitzicht.
De tuin is een schitterend gezicht. Water staat centraal en beroemd is het Lotus meer. Helemaal vol met lotussen zal dat een mooi gezicht zijn als die bloemen in bloei staan.
De gebouwen staan soms op het water, dan weer op een heuvel of aan het water. Ze zijn meestal niet groot zodat met de vele Chinese toeristen het er al snel vol is.
Dat een man dit allemaal aangelegd heeft is natuurlijk niet het geval. Het ontwerp zal van Wang Xianchen maar hij heeft vast hulp gehad van een legertje tuinmannen en bouwvakkers. Zoals de beschrijving al aangeeft noemde hij zichzelf niet ‘humble’ of nedering maar had hij een boek gelezen waarin stond dat het cultiveren van je tuin en het groeien van groente de werkwijze is van een nedering man. Aangezien Wang Xianchen een tuin aanlegde….
Kunstmatige meertjes, eilanden, heuvels en die allemaal aangeplant met een scherp oog voor wat een bezoeker zoal zal zien of ruiken, de kleuren, de weerspiegeling in het water, de rust.
Het zig-zag-pad (There is a unique verandah built over the water going up ands down in a zigzag) dat door het vlakke water dat rond het pad ligt de bezoeker uitzicht geeft op prachtige uitzichten.
De bonzai-boompjes in de kwekerij.
Sinds ik de ruimte in de FutureDome in gebruik heb
zijn thuis de grapjes en toespelingen over de gevangenis
niet te stoppen.
Zo moet je ook de titel van dit stukje zien.
Vandaag ben ik weer bezig geweest met de poster die op
de raam van mijn werkplaats moet komen te hangen.
Maar er was nog meer.
Zo is vandaag mijn theehoekje gereed gekomen. Nu kan ik voor mezelf thee zetten.
Toen ik vanochtend kwam waren de letters die ik gisteren gesneden had wel krom gaan staan. Dus die zijn onder bezwaar gegaan zodat ze later makkelijker te verwerken zijn.
Dit is de laatste stand van de poster. De naam ‘Argusvlinder’ moet nog boven de tekst komen.
Als je dan in de gang loopt richting werkplaats…
…dan zul je binnenkort de poster voor het raam kunnen zien.
Pas geleden kocht ik het boek Holland aan de Ganges – Prins
Willem Frederik Hendrik in India (1837 – 1838).
Bauke van der Pol schreef aan de hand van nagelaten
aantekeningen en brieven een boek over het bezoek
van deze Oranje-telg aan India.
Als onderdeel van zijn ‘opvoeding’ bezocht Prins Hendrik
Indonesië en op de weg terug deed men Calcutta aan.
Dat laatste is waar het boek zich op richt: het bezoek aan Calcutta
en de reis in India die daaraan werd vastgeknoopt.
Doel was vooral de prins kennis te laten opdoen van
het leven in de marine en de koloniale praktijken.
Bauke van der Pol: Holland aan de Ganges – Prins Willem Frederik Hendrik in India (1837 – 1838). Walburg Pers.
Ik heb het boek met veel plezier gelezen.
Ben zelf in Calcutta geweest maar heb ook op andere plaatsen in India
Nederlandse begraafplaatsen of gebouwen bezocht.
Het boek geeft een goed beeld van hoe een dergelijke trip werd georganiseerd
en hoe de bemanning en de gasten werden ontvangen in India.
Het is jammer dat de Walburg Pers Bauke van der Pol niet geholpen heeft
een paar storende fouten te voorkomen.
Zeker in een geschiedenisboek is het belangrijk dat de datums goed zijn.
Op pagina 61 staat:
Verschillende heren van de Bellona schrijven over dit feest in lytische bewoordingen: Arriëns, Kattendijke en Van Rappard. Ook de Bengal Hurkura en Indian Gazette van 7 december 1937 hadden een bericht op de voorpagina over het feest dat ‘Prince Henry of Orange’ werd aangeboden….
Het feest was op 5 december 1837, ik denk niet dat men daar 100 jaar later
op de voorpagina nog een bericht over plaatst.
Op pagina 156 staat:
Ook Prins Hendrik zijn oudere broers Willem en Alexander hebben prinses Victoria al eens ontmoet toen zij met hun vader in 1936 naar Londen waren afgereisd om kennis te maken met haar als toekomstige huwelijkskandidaat…..
Victoria leefde van 1819 tot 1901.
Ze zal in 1936 niet veel meer gedanst hebben.
Jammer.
Lion, ik denk dat dit de Italiaanse filmposter is. Dev Patel speelt de hoofdrol en ook Nicole Kidman doet mee. Redelijke film. De beelden uit India spreken mij extra aan. In ben in Calcutta/Kolkata geweest. Ben op en bij de Horwrath bridge geweest en ook die plaats die direct naast de brug ligt. Toen wij er waren was men daar heel druk met bloemen (afrikaantjes, die in de film zo prachtig op het water drijven). Ook het landschap waar het dorp ligt roept veel herinneringen op.
Als eerste activiteit in mijn nieuwe Handzet, druk en boekbind-
werkplaats wil ik een poster maken die ik voor het raam kan hangen
van mijn ruimte in de FutureDome zodat mensen zien wat ik doe.
Ik ben er vandaag aan begonnen en hieronder kun je zien
hoever ik ben.
Argusvlinder: poster in wording. Er moet komen te staan: ‘Argusvlinder Hobby handzet, druk en boekbindwerkplaats’. Het uitsnijden van de letters kost natuurlijk wat tijd.
Deze kaart kreeg ik pas afgelopen week. Ik had het ontwerp en de eerste uitvoeringen vorig jaar al gezien. De kaart is een linoleum afdruk waarbij het de maker vooral om de vermenging van de verschillende kleuren ging en het bij een tweede drukgang weghalen van delen van de lino.
We won’t take the easy road. De eenvoudige weg is vaak zo saai. Dus is het beter de minder geplaveide paden te volgen. Ook dit is een lino.
Dit is de binnenkant van het Shanghai Museum. Het ligt midden op het People’s Square (plein van/voor het volk) in Shanghai. Het gebouw heeft een bijzondere vorm: Ding. Een Ding is de naam van een vat dat gebruikt werd om in te koken. De basis is vierkant en de volgende verdiepingen zijn rond.
Dit zijn het plein en wat van de gebouwen er om heen.
Maar onder de grond, in een soort winkelcentrum was het ook anders dan ik verwachtte. Er zat een heel grote speelautomatenhal die druk bezocht werd door jongeren.
De foto is niet scherp maar de strekking wordt toch wel duidelijk.
Hogere en Lagere cultuur heel dicht bij elkaar.
Eten in China is een belevenis.
In Shanghai bezocht ik een oud-collega en die vind
het ook leuk om allerlei nieuwe dingen te ontdekken.
Voor mij waren die dingen natuurlijk helemaal bijzonder.
Van een aantal momenten tijdens ons eten
heb ik foto’s gemaakt, die komen hier dus voorbij.
Op 16 september aten we bij Damatou. Volgens mij beteket dat zo iets als paardehoofd. Dit was een eerste begin. Een lunch, niet te moeilijk, niet te experimenteel, wel lekker.
Het eten is vaak eenvoudig: een paar soorten groente bij elkaar. Prima.
Een mooi en vooral heel lekker stuk vis. Goed oefenen met de stokjes.
Het betalen is ook anders dan hier in het Westen. Men is veel verder met het betalen per telefoon. Het restaurant heeft een kaart met een QR-code erop. Die scan je met je telefoon en je betaalt het bedrag dat je wordt opgegeven. Dan controleert de bediening nog even of de betaling binnen is. Maar ook Uber (taxi’s bestellen en afrekenen per telefoon) is veel meer ingevoerd en het boeken van allerlei andere dingen als treinkaartjes enz gaat allemaal per telefoon.
De laatste dumpling bij het avondeten. Mijn collega weet dat ik die lekker vind.
En dan een hot pot.
Go Ape. Het centrum van Shanghai is als iedere andere grote wereldstad. Duur om te wonen maar heel trendy.
De werktafel die ik gemaakt heb is af.
Misschien ga ik hem nog verder versterken maar
ik wil hem eerst eens uitproberen.
Hier staat de werktafel dan in de ruimte in de FutureDome. Met alleen maar wat papier erin. Het is een hoog model geworden want ik wil er aan kunnen werken terwijl ik sta en terwijl ik op een kruk zit (een stuk eraf kan altijd nog).
Dit is de versie die al ‘volgeladen’ is, met kruk.
Het Shanghai Museum heeft een prachtige collectie.
Ik heb er afgelopen september maar een deel van gezien.
Een paar werken heb ik gefotografeerd.
Zo ook de bloemen die je hieronder ziet maar ik moet bekennen
dat het kijken naar Chinese kunst moeilijk voor me is.
Dat is ook zo voor de kalligrafie, waarvan eerder wat
foto’s te zien waren.
Het doet me denken aan iets dat ik pas geleden las van Cees Nooteboom
in zijn boek Wat het oog je vertelt. Kijken als avontuur.
Nooteboom gaat naar een tentoonstelling van Japanse kunst in Londen.
Daarover schrijft hij op pagina 77 het volgende:
Een groter hoeveelheid Aziatische kunst brengt mij altijd lichtelijk uit mijn evenwicht.
Het gebrek aan lineair perspectief destabiliseert, de afwezigheid van psychologie vervreemdt, het ontbreken van kennis omtrent emblematiek, mythologie, symboliek, literatuur maakt onnozel op het blinde af.
Lang niet altijd weet ik wat ik zie: net zomin als een inwoner van Nepal een romaans timpaan met de Apocalyps kan lezen, kan ik hier bij sommige voorstellingen zien wat er staat.
Ik zie de voorstelling wel, en geniet ervan als voorstelling, maar lang niet altijd weet ik wat zij mij betekent.
De helft van wat zij uitzendt ontvang ik niet.
Er blijft nog genoeg over, zegt de pure genotzoeker die in me huist, maar die wijkende betekenis maakt me onzeker.
Portretten zijn een voorwendsel voor een groot vertoon aan lijnen, kleuren, plastiek, maar zielen zijn er niet, ik kijk tegen figuren aan, niet erin.
Het hele kijksysteem krijgt een zachte, maar trefzekere slag onder de gordel, waardoor het wankelt.
Wu Changshuo, afbeeldingen van bloemen uit een album, Qing dynasty, 1916.
Wu Changshuo, afbeeldingen van bloemen uit een album, Qing dynasty, 1916.
… maar dat is natuurlijk niet zo.
Vandaag even verkeerd met de zaag over mijn duim ‘geaaid’.
Ik ben een houten tafel aan het maken. De bedoeling is dat de poten er bij een eventuele verhuizing afgehaald kunnen worden. Dus ik zet ‘klosjes’ onder tegen het blad. Door de klosjes en de poten boor ik een gat waar dan een lange schroef door kan die aan de achterkant vastgedraaid kan worden met een moer. Hier zie je de eerste doorboorde poot met klos. Ging prima.
De klossen zitten inmiddels al aan de onderkant van het tafelblad vast (spijkers en houtlijm). Dus later deze week kan ik hier mee verder. Zoals je ziet komen de poten in twee richtingen onder de tafel. Net als bij de tafel voor mijn letterbak voor loden letters gebruik ik steigerhout als poot.
Vandaag zijn al mijn handzet-, drukkerij en boekbindspullen
verhuisd naar mijn nieuwe locatie in de FutureDome.
Het is een hobbyruimte dus ik heb maar een paar vierkante meter
maar precies goed voor mij.
Vaste bezoekers van mijn weblog herkennen vast
een paar dingen die op de volgende foto te zien zijn:
Hobby handzet-, druk- en boekbindwerkplaats de Argusvlinder. De foto is vanuit de gang en door het raam gemaakt (vandaar de schittering op de foto). Vanaf morgen ga ik een tafel maken voor deze ruimte.
Vanaf vandaag kan ik beginnen met het inrichten
van mijn nieuw atelier.
Tot nu toe bewaarde ik al mijn gereedschap en materialen
in huis. Dus die lagen niet altijd even georganiseerd.
Nu ik dat ga verhuizen is het nodig dat wat beter
onder te brengen.
Daarom ben ik vandaag wat opslagbakken gaan kopen.
Zes afsluitbare bakken om te beginnen.
Van het Chinese schrift begrijp ik niets.
Dat je daar dan een kunstvorm van kunt maken, vind ik
daarom des te aantrekkelijker. Maar voor mij blijft het vreemd.
Toen ik in het Shanghai Museum was, zag ik daar een
hele verzameling calligrafi.
Ik liep langs al die werken en werd steeds meer
aangetrokken tot één karakter.
Toen ik het later met mijn Chinese vriend besprak bleek
het toch over twee karakters te gaan.
Ik ga hem de foto’s eens sturen om het nog eens
met hem door te nemen.
Hier al vast de reeks foto’s die ik er maakte.
Xie Minshi, Nothern Song.
Zhao Mengjian (1199 – before 1267).
Xianyu Shu, Runnig Script, Handscroll, Yuan Dynasty, 1266 – 1302.
Wikipedia:
Xianyu Shu (ca.1257–1302) was a poet, calligrapher, collector
and connoisseur of the Yuan Dynasty.
His courtesy (designated) name was Boji
and pseudonym (Literary name) Kunxue Shanmin.
Couplet of seven character lines by Yi Bingshou, 1754 – 1815, official script, Qing Dynasty.
Fik Meijer – Petrus: Leerling, leraar, mythe. Dit is een hele mooie ondertitel voor dit boek omdat het precies weergeeft op welke tocht Fik Meijer ons meeneemt.
Tijdens onze recente vakantie heb ik dit boek van Fik Meijer gelezen.
De is het derde boek in een serie over Paulus, Jezus en nu dan Petrus.
Fik Meijer zoekt naar authentieke bronnen en gaat na wat daar nu
precies staat over zijn onderwerp.
In het geval van Paulus zijn dat vooral de Handelingen en de brieven
van de apostel.
In het geval van Jezus is dat vooral het Nieuwe Testament en
de geschiedenis van de Joden door Josephus Flavius.
In het geval van Petrus is dat moeilijker. Natuurlijk het
Nieuwe Testament en de Handelingen. Maar dan?
Na Pinksteren wordt het stil rond zijn persoon.
Fik Meijer schrijft interessant en geloofwaardig.
Je kunt goed zijn redeneringen volgen en met hem meedenken.
Maar terwijl ik in Vietnam en Cambodja was heb ik nog
andere dingen gelezen of gekocht om later thuis te lezen:
Michael Freeman, Claude Jacques, Ancient Angkor. Een gids met onder andere een korte beschrijving per tempel in Siem Reap.
In Phnom Penh, in de politiegevangenis Tuol Sleng of S21 werden tussen de 12.00 en 20.000 mensen gevangen gehouden, ondervraagd en gefolterd. Vanuit deze en andere gevangenissen vertrokken de slachtoffers naar de Killing Fields. Chum Mey is een van de 12 bekende overlevende van deze gevangenis.Hij schreef daarover dit boek: Survivor, the triumph of an ordinary man in the Khmer Rouge Genocide. Dit exemplaar, door hem getekend, kocht ik in Tuol Sleng.
De politiegevangenis is nu een museum. Er is een folder met de plattegrond van het complex in het Nederlands. De folder hoort bij de audiorondleiding.
Van een Boeddhistische monnik in Vietnam kreeg ik dit boekje met als titel Chant of the eightfold path sutra.
Masterpieces of the National Museum of Cambodja. Het Nationaal Museum van Cambodja is gehuisvest in een prachtig gebouw. De collectie is onwaarschijnlijk mooi en triest. Triest omdat een aantal van de stukken terug gehaald zijn uit het westen nadat bijvoorbeeld op veilingen bleek dat het om gestolen voorwerpen ging. Je weet dus dat er waarschijnlijk veel meer materiaal in priveverzamelingen is die het daglicht nooit te zien krijgt.
Op de ochtend van ons vertrek, op Tweede Kerstdag zagen we op Schiphol, op de televisieschermen, de aankondiging van de dood van George Michael door CNN. In Hongkong aangekomen zag ik deze krant liggen met foto’s van Wham op de Chinese Muur.
De afgelopen tijd waren we in Vietnam en Cambodja.
Natuurlijk heb ik daar wat foto’s gemaakt.
Ongeveer de helft van de foto’s zijn gemaakt
in Seam Reap. Die plaats kennen we beter onder de naam
Angkor Wat. Alleen is Angkor Wat de naam van slechts
één tempel terwijl het hele gebied kilometers oppervlakte heeft
en bezaaid ligt met tempels en paleizen.
Elk met zijn eigen naam.
Normaal probeer ik altijd mijn ‘mooiste’ foto’s uit te zoeken
voor een eerste blog post. Maar dat kost mij heel veel tijd.
Achteraf blijkt dan ook altijd weer dat ik er een paar vergeten ben
en dat sommige eigenlijk niet in het rijtje thuishoren.
Daarom deze keer een andere benadering:
ik begin met foto 1 en dan foto 51, 101, 151 enz.
Volgens mij is het best een representatieve set geworden.
Nog een ding: we waren ongeveer één week in Vietnam en
2 weken in Cambodja. Die verhouding zie je terug in de foto’s.
Verkeer in de avondspits in Ho Chi Minh City. Dat is het vroegere Saigon. Toen de hoofdstad van Zuid Vietnam.
Boeddhisme is de overheersende religie in Vietnam en Cambodja. Dat gezegd hebbende zie je er ook heel veel Hindoeisme of een menging van beide.
Wij hebben alleen het zuiden van Vietnam bezocht. Naast Ho Chi Minh City ben je dan vooral in de Mekong delta. Hier zie je hoe de overslag van goederen in dat gebied in zijn werk gaat.
Drijvende markten zijn een verschijnsel waar reisorganisaties veel aandacht op leggen als ze over Vietnam spreken. Stel je daarbij niet te veel voor. Markten met veel kleine bootjes met mensen met de typische ronde hoeden op zijn er niet meer. Als ze er wel zijn ben je zo ongeveer op de ‘Alkmaarse kaasmarkt’. Hier deelnemers aan een drijvende markt.
Boottocht gemaakt vanaf Chau Doc. Zomaar een bootje in de Mekong delta.
Deze foto is een detail van Wat Phnom, een tempel op een ‘berg’ in Phnom Penh. Aan Boeddha’s geen gebrek.
De paleismuur in Phnom Penh. Die zou in een overzicht van de mooiste foto’s er niet tussen hebben gestaan maar het paleis is wel de moeite waard om te bezoeken.
Phnom Sampov is een tempelcomplex op een heuvel. De tempels zijn er nog volledig in gebruik en heel bekend in Cambodja.
Wat Banan is een voorbeeld van een kleinere tempel in de buurt van Battambang, de tweede stad van Cambodja. De tempel ligt op het romantische platteland van Cambodja. Dit is een van de tempelwachters. Deze beelden zijn heel typisch voor Vietnamese en Cambodjaanse tempels.
Deel van een poort van een Boeddhistisch kloostercomplex in Battambang.
Siem Reap, daar is het dan. Het tempelcomplex Angkor Wat. Mijn indruk is dat het in deze tijd van het jaar, het er altijd te druk is met toeristen. De toeristen komen voor een heel groot deel uit Azie zelf. Zo hebben we in Siem Reap een fiettocht gemaakt waabij een van de deelnemers aan de tocht uit Singapore kwam en voor 4 dagen in siem Reap was om onder andere de tempels te zien. De reistijd van Singapore naar Siem Reap is maar 2 uur met het vliegtuig.
Okay, deze foto zou de groep ‘mooiste’ ook niet gehaald hebben. Siem Reap, Angkor Wat, dansend figuur op kolom in het tempelcomplex.
Siem Reap, de top van de Baphuon-tempel. Deze tempel bootst de mythische berg Mount Meru na.
Wikipedia:
Mount Meru is a sacred mountain with five peaks in Hindu, Jain and Buddhist cosmology and is considered to be the center of all the physical, metaphysical and spiritual universes.
In de vertaling:
Mount Meru is een heilige berg met 5 toppen in de Hindoe, Jain en
Boeddhistische wereldbeschouwing.
Het is het centrum in het fysieke, wijsgerige en
het spirituele universum.
Als je naar het architectonische element ‘raam’ kijkt dan zie je dat dit vaak ingevuld wordt zoals op deze foto te zien is. Dit is een voorbeeld van de Chau Say Tevoda-tempel.
Een voorbeeld van beeldhouwwerk van de Preah Khan-tempel. Let op het hoofddeksel.
De tempels liggen prachtig. Het gebied ligt buiten de stad Siem Reap en bosrijk gebied met veel water. Daarom is een bezoek aan deze complexen alleen al de moeite waard. Hier zie je de bomen in het water bij de brug naar het Preah Khan-tempelcomplex.
Dit is de tempel met de naam Pre Rup. Dat betekent: draai het lichaam om. Daaruit komt het vermoeden voort dat deze tempel gebruikt werd bij begrafenissen, maar daarover is geen zekerheid. Hier het gezicht vanaf de tempel.
Banteay Srei is een kleine tempel die op 20 kilometer van Siem Reap af ligt. Het beeldhouwwerk is er erg verfijnd.
Dit is een voorbeeld van de prachtige bas-reliefs op de Bayon-tempel.
Maar het zijn deze gezichten op de torens van de Bayon-tempel die deze plaats zo beroemd maken.