
De tentoonstelling bestaat uit drie delen, drie periodes.
Kerma, Napata en Meroë
Nubië was een groot en machtig land in Oost Afrika, ten zuiden van Egypte.
Vandaag heet het land dat daar georganiseerd is: Soedan.
Wil je er meer over weten dan is een bezoek aan het Drents Museum
een goed idee. De reis naar Assen is het dubbel en dwars waard.
De voorwerpen die mij aanspraken heb ik gefotografeerd.

Decoratie in de vorm van een schorpioen, Kerma-periode, 1700 – 1550 voor Chr., Kerma, faience.


Gordel met hanger van geglazuurd kwarts, Kerma-periode, 1700 – 1550 voor Chr., Kerma, geglazuurd kwarts en faience.


Halssnoer met ronde kralen, Kerma-periode, 1700 – 1550 voor Chr., Kerma, carneool.

Wikipedia:
Carneool is een vlees- tot bruinrode, doorschijnende tot ondoorzichtige chalcedoonvariëteit. Het behoort tot de kwartsen. Het element dat de rode kleur veroorzaakt, is ijzer dat in kleine onzuiverheden in het mineraal zit. Door verhitting kan de kleur verdiepen. Carneool is genoemd naar het Latijnse caro, dat “vlees” betekent. De oude Nederlandse naam is kornalijn.


Hoofd van Egyptisch standbeeld, Egyptisch, 1784 – 1668 voor Chr., Kerma, granodioriet.

Vrij naar Wikipedia:
Het stollingsgesteente granodioriet is een diepte- en ganggesteente met tussen de 63 en 68% silica. Het wordt gevormd in de kern en de magma-gangen van vulkanen.

Rantsoenmunten voor soldaten, Egyptisch, 1844 – 1897 voor Chr., Uronarti Fort, hout.

Deze munt is zo groot als een ontbijtbord.
Zo iets had ik nog nooit eerder gezien.
Ik had ook nog nooit van het begrip ‘Rantsoenmunt’ gehoord of gelezen.
Prachtig.
Uronarti Fort is een fort dat door de Egyptenaren is aangelegd bij
hun kolonisatie van Nubië. Er zijn een reeks van dergelijke forten
bekend. Een aantal van hen staan nu onder water (Nassermeer).
Uronarti Fort niet.

Hoofd van een gevangene, Kerma-periode, 1700 – 1550 voor Chr., Kerma, faience.


Beeldje van een nijlpaard, Egyptisch, 1991 – 1640 voor Chr., Kerma, faience.

Bij het zien van dergelijke beeldjes verwonder ik me steeds weer.
De beeldjes zijn klein, haast lieflijk terwijl nijlpaarden
zulke enorme beesten zijn. Groot, enorm groot en voor mensen gevaarlijk.
Er is een dwergvariant maar of die door de Egyptenaren worden uitgebeeld?
Wikipedia:
Er gaat een Afrikaanse legende over waarom het nijlpaard geen haar heeft: “Lang geleden zou het dier prachtig haar hebben gehad. Het was hier zo trots op, dat het ging opscheppen tegen de haas, en vertelde de haas dat die maar lelijk haar had. De haas werd kwaad, en stak terwijl het nijlpaard lag te slapen zijn haar in brand. Sindsdien is het nijlpaard kaal, en het schaamt zich nu zo voor zijn lijf, dat het onder water is gaan leven.”

Menat, Egyptisch, 1390 – 1352 voor Chr., Semna, brons.


Hoofd van Koningin Tiye (Teye), Egyptisch, 1390 – 1352 voor Chr., Dongola, peridotiet.

Wikipedia
(Gelukkig steun ik Wikipedia financieel en kan dus onbezwaard naar hun verwijzen):
Peridotiet is een grof kristallijn ultramafisch gesteente met hoge dichtheid dat hoofdzakelijk bestaat uit de mineralen olivijn en twee pyroxenen. Het is een mantelgesteente en bevat per definitie minder dan 48% silica. Verder is het rijk aan ijzer en magnesium.


Sfinx, Meroïtische-periode, 50 – 300 na Chr., Gebel Barkal, granodioriet.


Details van dit voorwerp kon ik niet vinden. Ook niet in het boek dat bij de tentoonstelling verscheen. Aardewerk met afbeelding van krokodillen en wijnranken.


Halssnoer, Meroïtische-periode, 270 voor Chr. – 320 na Chr., Meroë, goud en carneool.


Koninklijke voetensteun met afbeeldingen van gevangenen, Meroïtische-periode, 270 voor Chr. – 320 na Chr., Gebel Barkal.


Decoratie in de vorm van vastgebonden gevangenen, Meroïtische-periode, 1 – 100 na Chr., Gebel Barkal, brons.


Offertafel van Prins Tedeken, Meroïtische-periode, 200 – 100 voor Chr., Meroë, graniet. De twee goden op deze tafel zijn Nebthet en Anubis. Ik vind de tafel er uit zien als een mozaïek maar dat is helemaal niet het geval. De afbeelding is gegraveerd in het graniet.



Halssnoer met ramskoppen, Meroïtische-periode, 270 – 50 voor Chr., Meroë, goud en carneool. Die kleine carneolen kraaltjes, schitterend. De sieraden op de tentoonstelling zijn verbluffend!



Offertafel van Koning Piye, Napata-periode 743 – 712 voor Chr., El-Koerroe, verguld brons. Voor mij weer een eerste. Het is de eerste keer dat ik een driedimensionale offertafel zie. Je ziet ze vaak op afbeeldingen op steles of op wanden. Maar een echt driedimensionaal voorbeeld heb ik niet eerder gezien.



Shabti’s van Koning Taharqa en Koning Senkamanisken, Napata-periode, 690 – 664 en 643 – 623 voor Chr., Noeri, travertijn, magnesiet, serpentiniet en faience


Hoofd van een canopische vaas, Napata-periode, 690 – 664 voor Chr., Noeri, travertijn. Canopen vazen komen steeds in sets van 4 voor. De deksels zijn dan afbeeldingen van Imsety, Duamutef, Qebehsenuef en Hapi (baviaan). Deze vaas hoorde bij Atakhabasken, vrouw van Taharqa.


Detail van de stele van koning Aspelta. Je ziet hier de koning zelf in aanbidding.

Stele van Koning Aspelta, Napata-periode 593 – 568 voor Chr., Noeri, porfier.

Wikipedia:
Porfier (ook wel: porfirisch gesteente) is een stollingsgesteente met een typische textuur van relatief grote fenocrysten in een grondmassa van kleinere kristallen. Deze textuur wordt een porfirische textuur genoemd.
Porfirische texturen kunnen afanitisch (microscopisch) of faneritisch (macroscopisch) zijn, waarbij respectievelijk de kristallen in de grondmassa niet te onderscheiden zijn (zoals bij basalt) en de kristallen wel nog te zien zijn met het blote oog (zoals bij graniet).



Dodenmasker van Koningin Malakaye, Napata-periode, 664 – 653 voor Chr., Noeri, verguld zilver. Ik was er niet zeker van of ik de gelige kleur vastgelegd kreeg op de foto. Vandaar dat ik meerdere pogingen heb gedaan.


Nog een eerste keer. Dit is de eerste keer dat ik ‘bouwoffers’ zie. Bouwoffers van Koning Anlamani, Napate-periode, 623 – 593 voor Chr., Noeri, faience, lapis lazuli, amazoniet, travertijn, kwarts, goud, lood, zilver en brons.


Paardensieraden van Sjabatka, Napata-periode, 712 – 698 voor Chr., El-Koerroe, brons, faience en kauri-schelpen.


Borstsieraad in de vorm van een altaar, Napata-periode, 743 – 712 voor Chr., El-Koerroe, faience.


Kraag, Napata-periode, 712 – 698 voor Chr., El-Koerroe, elektrum.

Wikipedia (vandaag veel onbekende mineralen en gesteentes):
Elektrum is een in de natuur voorkomende legering van goud en zilver met sporen van koper en andere metalen. Afhankelijk van de verhoudingen van goud en zilver kan de kleur variëren van bleek tot helder geel. De legering werd onder andere gebruikt om bekers en munten te maken, bijvoorbeeld in het oude Griekenland.


Standbeeld van Koning Senkamanisken, Napata-periode, 643 – 623 voor Chr., Gebel Barkal, graniet-gneis.

Nou, het kostte even wat tijd om de foto’s op mijn blog te krijgen.
In het echt zijn de voorwerpen nog mooier en beter te bekijken.
De tentoonstelling ‘Nubië: land van de zwarte farao’s’ is echt de moeite waard.
Een kans als deze doet zich niet zo vaak voor.
Vind ik leuk:
Like Laden...