Vorige week ben ik een dagje gaan dwalen door tuinen,
Middeleeuwse tuinen, om precies te zijn.
Dat deed ik onder andere in Leiden maar het begon in Breda.

De dag begon met een wandeling naar het station. Dan kom ik langs het Kasteel van Breda en loop ik door het Valkenberg. In de ochtend was het er rustig maar al gelijk zonnig.

Even later zat ik in Leiden in een tuin. Een tuin met extra aandacht voor de verschillende planten. Een krijgt hier ook wat aandacht vanwege de mooie vorm.

In de tuin, die verder helemaal leeg was, zat ik naast deze plant: een vijg. Naast de prachtige grote bladeren vallen de vruchten meteen op.

De tuinen die afgebeeld worden in handschriften volgen vaak het patroon dat je ook ziet in de tuinen uit de Perzische of Moslim-wereld. Het bestaan (of juist het niet bestaan) van dat verband intrigeert me. In New Delhi bezochten we ooit Humayun’s grafmomument. Volgens de UNESCO het eerste tuin-grafmonument. Het was pas gerestaureerd door onder andere schenkingen van het Aga Khan Development Network. Het was prachtig om in deze tuin eens al de waterwerken in werking te zien. Overal fonteinen en waterwegen. Je ziet die vaker in India maar vaak is er geen water te zien. Nu werden die mooie groenen tuinen ineens echt. Het zijn dat soort tuinen die ik me voor de geest haal als ik een handschrift zie met een Maria of een sultan in een tuin.


De overgang van de tuin buiten naar de tentoonstelling over tuinen binnen werd prima gemaakt door deze gieter van aardewerk, Utrecht, circa 1575.

Middeleeuwse Tuinen
Aardse paradijzen in oost en west
1200 – 1600
Een lustoord wordt door een heldere stroom bevloeid,
waar vogels harmonieus hun liedjes fluiten,
waar tulpen bloeien in een rijk palet,
waar vruchten zich tot dichte trossen sluiten.
Daar draagt onder de schaduw van de bomen
de lentewind een bont tapijt naar buiten.
Saadi, De rozentuin, 1258.
Een tuin is een omheind stuk grond, afgebakend van de wilde natuur, waar water en schaduw is, beplant met bloemen en bomen.
Er bestaan in de Middeleeuwen verschillende soorten tuinen.
Sommige zijn nuttig, zoals kruidentuinen, groentetuinen en wijngaarden.
Andere zijn vooral aangenaam, met bloemen, pergola’s bomenlanen en fonteinen.
In de praktijk bevatten de meeste tuinen zowel nuttige als aangename delen, zeker bij kastelen en paleizen, waar de tuin een statussymbool is.
In de periode van ongeveer 1200 – 1600 zijn er veel overeenkomsten tussen tuinen in het christelijke Europa en het islamitische oosten.
Europese kloostertuinen zijn gebaseerd op Perzische vierdelige tuinen (chahar-bagh).
In beide cultuurgebieden zijn tuinen symbolen van het goddelijke.
Er is Latijnse en Arabische poëzie over rozen en liefde in de tuin en zowel de sultan als Maria wordt afgebeeld in een besloten hof.
Bovendien stellen christenen én moslims zich het paradijs voor als een prachtige tuin.

De tentoonstelling volgt de aangekondigde thema’s. Ik ben op zoek naar bewijs dat Perzië Europa beïnvloed heeft. Bomen waaronder de plataan en wilg in een Perzisch herbarium, Kitab aga ib al-makluqat (Kitāb ‘ağā’ib al-maḫlūqāt), 1200 – 1400.

Vermoedelijk is dit de plataan.

Geweldig; diptamnus of adderkruid, solago (heliotroop) en peonya (pioenroos) in een herbaria handschrift, Pseudo-Apuleius (de schrijver), 1300 – 1400.

Mandragora (alruin), Marua (majoraan) En maurubium (malrove) in gedrukt boek met houtsnedes, Hortis Sanitatis, Mainz, 23 juni 1491.

De wortel van de alruin werd gezien als een mensvorming ding met heel bijzondere eigenschappen. Zoek het internet er maar eens op na. Hoe dan ook, het leverde mooie prenten op.

Gedrukt plantenboek met houtsnedes ‘Den Groten Herbarius met al sijn figueren, Antwerpen, 17 juni 1514.

Drs P. was een verrassing maar sluit heel goed aan:
Tussen eeuwenoude muren
Waar de schoonheid bloeit en geurt
Waar men ’t fluisteren der uren
Bijna lijfelijk bespeurd
In de laatste zonnestralen
Roept het klokje mij naar ’t lof
Doch ik wil nog even dralen
In mijn stille kloosterhof.
Daar u hier nu toch bent, nodig ik u gaarne uit
Om mijn bloemen en mijn vele plantjes te bekijken
Roomse kervel, Engelgras en Benedictus-kruid
Staan er prachtig bij zoals u ziet.
Bij die Paternoster-boom ziet u de Papenschoen
Kandelaartjes, Monnikskap en Rozenkransje prijken
Mijtertje en Slofje, die het ook uitstekend doen
En allicht ontbreekt het Kaarsje niet.
Jammerlijk genoeg schiet ook het onkruid welig op
Afgodskruid en Judaspenning zijn niet uit te roeien
Heksenkrans en Tovernoot, Alruin en Duivelskop
Wist ik maar vanwaar dat ontuig kwam.
Addertong, Menistenzusje, Galgenjong, Kalvijn
Zouden in een kloostertuin niet mogen kunnen groeien
Weet u dat hier Vrouwenharen voorgekomen zijn
Zelfs een Scharrel en een Tripmadam.
Maar ik moet u nu verlaten
Dadelijk begint het lof
Anders kon ik blijven praten
Want er is voldoende stof
Dat verklaart waarom ik lieden
Gaarne in mijn tuin ontvang
Mocht u nog wat willen wieden
Gaat u dan gerust uw gang.

Een tuin zonder tuinman (of vrouw) dat kan niet. Francesco Villamena, portret van tuinman, gravure, 1576 – 1624.

Dit was voor mij een grote ontdekking. Ik had nooit van een duimgieter gehoord. Gelukkig was er een filmpje met een demonstratie. eenvoudig maar heel effectief. Om secuur te kunnen gieten gebruik je een duimgieter, ook wel aangeduid met de Franse naam chantepleure, vanwege het zingende geluid dat hij maakt als hij ‘huilt’.

Maand maart in een gebedenboek, Luik, Maastricht, 1500 – 1525.

dit boek lag een beetje moeilijk open. Goed bedoeld maar je ziet nu alle pagina’s slecht. Dat mijn foto ook niet best is helpt dan niet. Paar te paard en Jager met honden, vogelkooi in de marge, getijdenboek, Middelnederlands, Vlaanderen, circa 1480.

Het maken van foto’s viel niet mee maar is een extra reden om dit zelf te gaan bekijken. Strooirand met vogels in een getijdenboek, Zuid Nederland, 1500 – 1525.

Dichter Hafiz en zijn ‘geliefde van middernacht’ in een tuin, Diwan (verzamelde gedichten) van Hafiz, 1489.

Tristan en Isolde schakend in de liefdestuin (Der minnen loep of verloop van liefdes), Dirc Potter, 1486. De afbeelding lijkt wel met waterverf gemaakt. Dat zegt meer van mij dan van de afbeelding maar de kleuren zijn zo mooi.

Vooral de gekleurde rand fascineerde me.

Hoe stoer staat de tekst hier niet rond de afbeelding? De Sassanidische koning Khosrow II en zijn geliefde Shirin in een tuin onder een baldakijn, Shahnama van Ferdowsi, Iran, 1500 – 1600.

Nog een voorwerp dat ik niet kende. Even iets heel anders. Vuurklok van slibaardewerk met duiven, hanen en een fantasie wapen, Alkmaar, Luttik, Ouddorp, 1560 – 1580.

We zijn aangekomen bij de tuin in de decoratieve kunst: groot tegelveld met arabesken en gestileerde lotusbloemen, Syrië, Damascus, 1500 – 1600.

Blauwe stervormige tegel in Ladjarvadina-waar, Iran, Kashan, 1250 – 1300.

Detail.

Maria met Christus in hortus conclusus in een getijdenboek, Zuid Holland, Leiden, 1480 – 1500.


Twee afbeeldingen naast elkaar met prachtige randen. Annunciatie en Maria met kind in bloemenranden, Getijdenboek in Middelnederlands, 1510 – 1530.


Let op de flap waarmee het boek afgesloten kan worden (links). Een koning houdt audiëntie in een tuin met bomen en dieren, Shahnama van Ferdowsi, Iran, 1437.

Deze was al eerder te zien maar ik kan het niet laten. Maria met kind, Falnameh (Waarzeggersboek), India 1550 – 1600.



Als een eerste toegift (zie het als een concert), een herhaling van drie pagina’s die hier boven al te zien waren.

‘Noli me tangere’ is een terugkerend thema in de kunst. De ontmoeting van Christus met Maria Magdalena in een tuin na zijn verrijzenis. Ook in boeken. Noli me tangere in de bloemenrand in een getijdenboek in het Middelnederlands. Meester met de zwarte ogen, Holland, circa 1490.

Even aandacht voor ‘gewoon’ penwerk in bovengenoemd boek.

Noli me tangere in Horae et preces, Meester van Gijsbrecht van Brederode, circa 1460.

Noli me tangere, ingekleurde houtsnede in een album van Jacob Cornelisz van Oostzanen, circa 1530.

Als afsluiting een afbeelding met tekst in het Hebreeuws. Dus de voorstellingen van tuinen beperkte zich niet tot de eerder genoemde culturen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...