Brugge was aan het eind van de Middeleeuwen een machtige stad.
Een economische kracht zonder weerga.
Dus ook een belangrijke culturele stad.
Op 30 januari 1465 laat Hans Memling zich inschrijven als burger van Brugge.
Hij doet dat onder de naam Jan van Mimnelinghe.
Hij is dan 25 jaar oud en waarschijnlijk had hij toen al een paar jaar
gewerkt als schilder bij Rogier van der Weyden en daarvoor
had hij waarschijnlijk zijn schildersopleiding genoten in Keulen.
Waarschijnlijk is hij geboren in Seligenstadt aan de Main.
Hij zal in Brugge blijven wonen en werken tot aan zijn dood in 1494.
In Brugge was hij de top op schildergebied, vooral in de jaren 1480.
In het Sint-Janshospitaal zijn een aantal werken van zijn hand te zien.
Sommige zijn ook in opdracht van dit verzorgings-/ziekenhuis gemaakt.
Zo kun je er zien:
= Triptiek van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist, 1474 – 1479.
= Triptiek van Jan Floreins, 1479.
= Diptiek van Maarten van Nieuwenhove, 1487.
= Reliekschrijn van de Heilige Ursula, voor 1489.
= Triptiek van Adriaan Reins, 1480.
= Portret van een jonge vrouw, 1480.
Vooral de Triptiek van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist,
de Diptiek van Maarten van Nieuwenhove en de Reliekschrijn
van de Heilige Ursula behoren tot de absolute top van de kunstwerken
die er nog zijn uit de Middeleeuwen.
Catalogus van het Memlingmuseum dat in het Sint-Janshospitaal in Brugge gevestigd is.
Dit museum is ook zonder de Memlings al een bezoek meer dan waard.
Zelden krijg je zo’n complete indruk van wat een Middeleeuws hospitaal
nu eigenlijk is.
Detail van de Triptiek van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist.
Een echt Middeleeuws kunstwerk: de Reliekschrijn voor de Heilige Ursula.
De Middeleeuwen waren het tijdperk waarin de heiligen en hun leven
in het middelpunt van de belangstelling stonden.
Deze schrijn, kist of bewaarplaats, is tot stand gekomen
door de samenwerking van verschillende ambachtsmensen:
tenminste de schrijnwerker (timmerman) en de schilder.
De ‘daken’, de smalle kanten en de brede kanten, rondom,
zijn voorzien van schilderingen.
Hierna volgen de schilderingen die op de brede kanten staan.
Ze verbeelden het heiligenleven van Ursula.
Ursula was een vrome Bretonse prinses die door een heidense prins
(de zoon van de koning van Engeland) ten huwelijk was gevraagd.
Zij vroeg hem (Eutherius) zich te bekeren en met haar op een
pelgrimstocht te gaan.
Goed plan, moeten ze hebben gedacht.
Samen met 11.000 maagden reisden ze via Keulen en Basel naar paus Cyriacus in Rome.
Op de weg terug werden ze overvallen door de Hunnenkoning Guamen omgebracht.
De reis, de ontmoeting met de Paus en hun marteldood zijn
door Memling op de schrijn geschilderd.
Hans Memling: Aankomst in Keulen.
Hans Memling: Aankomst in Basel.
Hans Memling: Aankomst in Rome en ontvangst door Paus Cyriacus.
Hans Memling: Vertrek uit Basel.
Hans Memling: De marteldood bij aankomst in Keulen.
Hans Memling: De marteldood van Ursula.