Ben bezig geweest een aantal foto’s te organiseren.
Kijk eens mee.
Laos, Luang Prabang. 2018.
Laos, Luang Prabang, Wat Wisunarat of Wat Visoun. Boeddhistische stupa.
De top van de Phou Si-heuvel van beneden af gezien.
Een leuk poortgebouwtje.
In Luang Prabang, zeg maar in het centrale gedeelte, zie je nog een aantal koloniale, houten, huizen. Tijdens onze laatste wandeling daar maakte ik een paar foto’s van gebouwen die wellicht die achtergrond hebben.
Maar misschien ook niet. Ik vond ze in ieder geval opvallend.
Deze zijn niet uit die tijd maar hebben nog wel die stijl.
Een hertshoorn of hertshoornvaren (platycerium) is een epifyt, een plant die op een andere plant leeft zonder van die plant te leven.
Deze foto zit niet op de juiste plaats in de serie maar is wel een mooie afsluiter voor een lange serie foto’s uit Cambodja en Laos van onze vakantie in 2017 – 2018.
De wandeling waarvan ik gisteren een eerste deel liet zien
ging ook langs een boekwinkel.
Nou ja winkel, je kon er volgens mij boeken kopen,
ruilen of brengen.
Wat mij zo opviel waren de kleurige illustraties op de muur.
Met kinderen die boeken lezen maar ook verhalen lezen op een laptop of tablet. Heel kleurtijk en een heel inspirerende omgeving. Een soort kinderboekenweek.
Maar in een soort van kooropstelling ook een groep dieren.
Toen we in Luang Prabang waren besloten we nog een wandeling te maken.
Die bracht ons nog bij een prachtige tempel,
een boekwinkel en bij een aantal minder toeristische trekpleisters.
Eerst de tempel.
Bijzonder was dat er een viering aan de gang was toen wij er rondliepen.
Voor de mensen die willen controleren of ik een schrijffout maak: ‘Vatmay Souvannapoumaram’, ook geschreven als ‘Vat May Souvanna Poomaram’.
Van buiten was al te zien dat er iets aan de hand was. Er stond ook een tafel voor de donaties. Daarover dadelijk nog meer.
De tempel heeft goud geverfde reliëfmuren. Die zijn werkelijk prachtig.
Ik las ergens dat het Boeddha-beeld in deze tempel naar beneden keek omdat hij in zich zelf keek. Maar bij het beeld is dat niet eenvoudig te herkennen. Maar de tempel was vol met monniken die voorgingen en bezoekers. Dat is natuurlijk een mooi gezicht.
Er zaten veel jonge monniken en die hadden soms net zoveel aandacht voor ons als voor wat er zich in de tempel afspeelden.
Het verven met stencils is in Laos echt een kunstvorm.
Er was ook een tafel waar allerlei boeken uitgestald werden. Misschien had het iets te maken met het geven van een donatie of misschien was het alleen voor de genodigden. Het was in ieder geval leuk om naar het uitpakken te kijken.
Maar los van de ceremonie is het complex gewoon prachtig.
Hier is toch echt iets mis gegaan in de vertaling naar het Engels.
Op het terrein staan ook een aantal kapellen. In de meeste die ik zag was het interieur leeg. Hier niet. Hier was het zelfs druk met Boeddha-beelden.
Helemaal scherp is de foto niet maar de kleuren op de achtergrond zijn zo mooi.
Dit is zo’n kapel.
Dit is de tafel waar de donaties werden aangenomen.
Om mensen het goede voorbeeld te geven stond links van de tafel een soort geldtoren. Opgebouwd uit biljetten. Van allerlei waarde. Met Dollars en geld uit Laos (Kip).
Rechts stond dan weer een geldboom.
Eigenlijk zou je de muren eerst helemaal goed moeten bekijken en dan de fragmenten uitkiezen die het mooist zijn. Maar ik was op vakantie en dan speelt toeval een grote rol.
De pilaren zijn prachtig.
Dan die daken, dat is toch super!
‘Devotie en natuur: één geworden’ is de titel die ik gegeven heb
aan een van de foto’s in dit bericht.
Het bericht gaat over een tocht met een tuktuk van uit Luang Prabang
naar Ban Pak Ou en de Pak Ou grotten.
Op een van de foto’s is een oranje doek die om een boom
gebonden is, helemaal begroeid geraakt door mos en misschien
door stof en zand in de regen.
de boom en de doek kun je op sommige plaatsen
niet meer van elkaar onderscheiden.
Dit is de plaats waar we met de tuktuk naar toe gereden zijn. Het is best een behoorlijk eind buiten Luang Prabang. Waarschijnlijk kun je ook met de boot maar dan heb je waarschijnlijk heel wat tijd nodig. Toen wij gingen was het weer niet zo best en was het best fris. Zeker tegen de avond, onderweg terug. Maar de omgeving van de grotten is schitterend.
Hier zie je nog net een stukje van het dorp en een soort groot, drijvend restaurant. Als je zoals wij over de weg naar deze plaats gaat moet je wel eerst door het dorp met alle toeristische verschijnselen van dien (de zogenaamde ‘tourist trap’).
Daar, rechts, wat boven de boot, daar zie je de opening van een van de grotten.
De aanvaarroute is prachtig.
Er zijn twee grotten. Een ligt maar een klein stukje omhoog van de aanlegsteiger van de boten. Die zie je hier. De aanlegsteiger is flexibel in de zin dat die zich aan de hoogte van het water en in de breedte kan aanpassen aan de hoeveel toeristen die er komen.
Dit is het zicht op het dorp vanaf de grotten.
De grotten staan vol met Boeddha-beelden. Er is vooral natuurlijk licht in de grotten.
History
The first use of the cave for religious purposes was at the time when the local population worshiped Phi, or the spirits of nature.
It is said that the caves are associated with a river spirit.
It is believed that the Lao people first entered the river valley in the middle of the eight century after moving southward from south China.
It was not until considerably later that Buddhism first spread into the area from the west.
By the 16th century Buddhism had been adopted by the royal families of Lao and the caves received patronage from that time until 1975.
Every year the King and the people of Luang Prabang made a pilgrimage to the caves as part of the New Year religious observances.
Artisans were commissioned by the royal family to prepare sculptures.
Many of the carvings of the cave date from between the 18th and 20th centuries.
Korte Nederlandse samenvatting:
Het eerste gebruik van de grotten was van religieuze aard.
Men aanbad er natuurgeesten, mogelijk de geest van de rivier.
De eerste bewoners van de vallei kwamen in de 8e eeuw.
De komst van het Boeddhisme en de ondersteuning van de koninklijke
familie daarvan, zorgden van de 16e eeuw tot aan 1975,
dat er voor de grotten werd gezorgd door de inwoners
van het nabij gelegen dorp.
De gewoonte Boeddha-beelden te plaatsen werd door de
koninklijke familie gestimuleerd.
Ook op de moeilijk te bereiken plaatsen zie je beelden.
De beelden zijn er in alle maten en houdingen.
De tweede grot ligt een heel eind hoger.
Een steile trap brengt je bij de tweede grot en onderweg
krijg je nog een toelichting op het dorp.
Ban Pak Ou
On the eastern bank of the Mekong River opposite the caves of Tam Ting is Ban Pak Ou.
In the past the village Wat received royal patronage in exchange for care taking the caves.
The Wat is a picturesque example of a village style religious complex which has a temple, dormitory and bell tower.
Restoration of the Wat is being undertaken with the assistance of Thai friends.
Nets and fish traps at the mouth of the River Ou indicate that Ban Pak Ou is a fishing village which regularly supplies fish to the market in Luang Prabang.
The villagers grow rice in the paddy fields behind the village.
The village is a peaceful place with a thriving elementary school.
Small ships sell among other things sweets and bottled drinks.
The department of Tourism has erected a large rest house for day use by parties of visitors.
Korte Nederlandse samenvatting:
Tegenover de grotten (Tam Ting) ligt een dorp waarvan de tempel
in het verleden bescherming kreeg van de koninklijke familie
in ruil voor onderhoudswerkzaamheden aan de grotten.
Het dorp was oorspronkelijk een vissersdorp maar het toerisme
is vandaag de belangrijkste inkomstenbron.
Devotie en natuur: één geworden.
Een Boeddha ‘bewaakt de grot’ of ‘steunt de pelgrims’.
Het is mij niet helemaal duidelijk of de twee grotten samen of alleen de bovenste grot de Tam Ting shrine genoemd wordt. Het is wel zo dat de ingang naar de bovenste grot beter is afgeschermd dan de onderste.
Conversation work
The preservation of the Tam Ting shrine is a constant duty.
Each April as part of the annual religious ceremonies shrine are cleaned and painted surfaces renewed.
At this time worshipers bring their household statues of Lord Buddha to be washed in holy water.
A plaque at the entry to the upper cave states that restoration work had been done in 1932 and an inscription on the rock surface behind the large figure at the entry to the Upper Cave states that a monk has repaired the belly of the sculpture following the Second World War.
In 1992, the Australian and Lao governments commenced a five year conservation project which recorded and catalogued the sculptures, excavated six tons of fallen debris, rebuilt the masonry structures as well as conserved many of the objects.
As much as possible, all historic material has been retained.
Korte Nederlandse samenvatting:
Het onderhoud is een proces dat constant aandacht vraagt.
In april bij de jaarlijkse religieuze evenementen wordt
alles schoongemaakt en opnieuw geverfd.
Pelgrims brengen hun beelden van huis mee om ze hier te reinigen.
Een plakkaat geeft aan dat er een restauratie was in 1932
en een monnik heeft de buik van het Boeddha-beeld bij de ingang
gerepareerd na WOII, aldus een inscriptie.
In 1992 startte een vijf jaar durend restauratie project door
de Australische en Laotiaanse regering.
Zo veel mogelijk van het historische materiaal is bewaard.
De ingang van de bovenste grot van binnen uit gezien.
De trap.
Op de weg terug naar de boot kom je nog even langs de onderste grot.
Hier zijn we al weer terug op de oever bij het dorp.
Het toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten hier. Toen wij er waren was het niet erg druk maar de fasciliteiten geven aan dat het er ook veel drukker kan zijn. Dit was meer één van de vele winkeltjes die er in het dorp zijn.
Op de terugweg naar Luang Prabang vanuit de tuktuk.
Op die dag heb ik ook foto’s gemaakt met mijn telefoon. Die waren soms beter dus neem ik er een paar in dit bericht op.
Naar de uitgang van de bovenste grot.
In Luang Prabang (in Laos) kun je nauwelijks om de heuvel heen
die voor het Koninklijk Paleis ligt.
Die heuvel heet: Phou Si heuvel en de tempel op de top, Wat Tham Phou Si.
Het weer was niet fantastisch maar dat maakt het beklimmen
van de heuvel niet minder leuk.
De voorkant ga je op voor het uitzicht (naar het Koninklijk Paleis
en de stad), de achterkant is voor de Boeddha beelden.
Dit is Haw Pha Bang, de tempel die voor het Koninklijk Paleis ligt, tegenover de heuvel.
Wat Pa Houak. een tempel met een verhaal.
Story of Wat Pa Houak
Wat Pa Houak “monastery of the Thorn less Bamboo Forest” located at the foothill of Phousi mount
on a site of the thorn less bamboo forest (in front of
the former Royal Palace) was founded in 1861 during
the reign of King Chanthathep Paphakhoun.
A set of murals in the interior possessed the
depiction of a story about the haughty Thao Jambupati.
The story of the Buddha’s teachings
was that humans should not behave haughty and angry.
One scene demonstrated a bravery of Thao Jambupati
by shooting an arrow seeking for
somebody who was mightier than him.
Once he met the Buddha who appeared in front of him
and showed him Dharma thereby the perceived about
sin merit goodness and badness.
Finally, he asked for ordinate as follower of Buddha as described by some mural pictures like on the left wall of the main Buddha statue, picture of Thao Jambupati shot
Buddha by an arrow but it returned from where it came.
In 1928, His Majesty King Sisavangvong
offered funds for restoration of the temple while his
right queen KhamPhan offered funds for
restoration of the stupa in the back side of the temple.
In 1942 Ministry of Religious Affairs asked
monks and novices of this temple to move to an other
temple, then both dwellings (made of wooden floor,
walls, clay tile roof, columns on stone base)
facing royal Palace and canteen (made of bamboo floor,
walls and roof) were demolished due to location of
both in front of the temple and the Royal Palace was
considerably inappropriate and ugly.
Further Pahouak temple was used as Buddhist library
and office of educated people.
In 1995, under the grant from kingdom of Thailand,
the court in front of the temple had been paved
by bricks and the depiction of murals in the interior
gad been conserved.
In 2016, under support of French Development agency (AFD), restoration of the temple such as roof, decoration patterns on both sided facade, drainage system and retaining walls has been done.
De tekst is een beetje onsamenhangend.
Het vertelt het verhaal van Thao Jambupati.
een hooghartig persoon die een lesje leert van Boeddha.
de tempel is bekend vanwege zijn muurschilderingen maar ondanks
de bijzondere bewegwijzering heb ik wel deze tekst gefotografeerd
maar hebben we de tempel niet bezocht.
Met zo’n bord het je de ‘Tourist Information’ niet nodig.
Onderweg naar boven kom je allerlei gedenkplaatsen tegen.
Zo gaat de trap naar boven. Het is dus maar beter dat het niet te druk is.
Dit is het uitzicht vanaf de top, van de stad af.
Dit is dan het zicht op de stad.
Je hebt ook zicht op de achterkant van de heuvel. Hier is een bruiloft in voorbereiding. Heb je dan onvoldoende plaats in huis dan zet je een tent op straat. Het verkeer schikt zich.
Dit is de top van de heuvel. Dit is Wat Tham Phou Si.
Aan de andere kant van de heuvel veel beelden van Boeddha, een klooster en nog een paar bijzondere gelegenheden. Echt de moeite waard om te gaan kijken.
Ssttt.
In deze kleine tempel wordt een voetafdruk van Boeddha vereert. Ik moet zeggen dat ik de afdruk niet kon vinden maar dat ligt vast aan mij.
De meeste foto’s van ons verblijf in Cambodja en Laos
zijn gier al te zien geweest maar er zijn er nog een paar.
Deze keer gaat het over Saa-papier, een papiersoort die in Laos wordt
gemaakt van boomschors en in dit geval gemengd wordt met bloemblaadjes.
Aan de andere kant van de rivier waar Luang Prabang aan ligt zijn een aantal ambachtsbedrijven te vinden. Ik gebruik bewust de term ‘ambachtsbedrijven’. Het zijn winkels waar handmatig (?) gemaakte producten verkocht worden. Eem van die winkels verkoopt saa-papier.
Luang Prabang ligt hoog. Dus in januari is het er niet altijd schitterend zonnig. Maar voor ons is de temperatuur redelijk. De lokale mensen vinden het koud. Maar zon of niet, de natuur is er prachtig.
Voor de winkels steken we dus de rivier over met de bamboebrug. Dan is het een klein eindje lopen.
Natuurlijk loop je dan wel ergens tegen een tempel aan of een serie stoepa’s.
De tempel heet Wat Xiengleck.
Dit is een van de tempelbewakers.
Met een dergelijke trap kom je bij de tempel.
Bij een van de winkels staan wat van deze schepramen met daarin het saa-papier dat ligt te drogen (?).
Dit is de winkel: ‘Nalongkone shop saapaper handicraft’. De mevrouw in de deur vindt het duidelijk koud. Maar het papier dat men verkoopt is heel interessant. Ik heb er losse vellen gekocht en er een fotoboek mee gemaakt.
Een foto van de omgeving van de winkels.
Op vakantie valt mijn oog ook op boeken of dingen
die met boeken te maken hebben.
Zo ook in Laos, in Luang Prabang, in Wat Aham Outama Thany.
In deze tempel liep ik eerst de ventilator voorbij.
Pas daarna zag ik waar die ventilator op stond.
Even later zag ik ook ergens een bordje staan: Manuscript boxes. Kisten om manuscripten in te bewaren.
Manuscript boxes 18th – 19th century. Wood, red and black lacquer, gold leaf.
These boxes were used by temples to hold palm leaf manuscripts, containing texts of history, chants, medicinal knowledge, and folk stories.
These are in the Luang Prabang style of art.
Please do not touch.
Korte nederlandse samenvatting:
Kisten uit de 18e of 19e eeuw.
Gemaakt van hout met rood en zwart lakwerk en bladgoud.
Dit soort kisten zijn typisch voor tempels in Laos.
Ze werden gebruikt om manuscripten die op palmbladeren zijn
geschreven te bewaren.
Typisch bevatten ze teksten met geschiedenis, liederen,
kennis van medicijnen en volksverhalen.
Zijn zijn uitgevoerd in een stijl typisch voor Luang Prabang.
Niet aanraken!
Ik was een beetje overrompeld. Daarom heb ik maar 1 foto van de twee kisten. Maar ik licht ze er toch nog even uit. Dan zie je goed dat het eigenlijk prachtige kisten zijn.
Deze heeft een hele mooie vorm. Op de foto is de tekening van de kist niet zo goed te zien.
De foto’s die ik in deze blog toon zijn van een stukje
wandeling door Luang Prabang.
De eerste Wat is Wat Aham Outama Thany. Zoals vaker is op deze foto de spelling te controleren.
Vlakbij ligt deze grote stoepa: Wat Wisunalat.
Dit zijn de drie schildpadden al geven de nummers aan dat er meer moeten zijn.
Heel uitnodigend vind ik het persoonlijk niet maar dit is het begin van een balustrade van een trap naar een tempel.
De stoepa’s zijn vaak mooi en soms bijzonder gedecoreerd.
Het weer was dreigend maar wat zijn die daken toch prachtig.
Maar het was niet alleen het weer dat er dreigde….
Zou dit de hond zijn van het vorige plaatje?
Luang Prabang is heel prettig verpozen.
Dat is misschien een ouderwets woord maar voor mijn
gevoel geeft het precies aan wat het is.
De tempels zijn er prachtig en de omgeving doet er niet
voor onder. Dan het Koninklijk Paleis!
Het enige probleem wat ze hebben is het toenemend toerisme.
Dit is Wat Paphaimisaiyaram. Een kleinere maar heel mooie tempel.
Juist, een Boeddhistische tempel.
Zo ziet een grote straat er uit in het toeristische deel van de stad.
Dit is Wat Siphouttabat Thippharam.
Een afwatering van een van de tempels/kloostergebouwen.
Ergens tegen een boom.
In Azië kunnen tempeltjes ook heel eenvoudig zijn, zomaar langs de kant van de weg.
In deze World Heritage stad kon je ook Belgisch bier krijgen.
Dat bier was te koop in dit witte gebouw.
De hoofdstad van een van de drie landen die ooit
samengevoegd zijn tot wat wij vandaag kennen als Laos.
Het hoger gelegen Luang Prabang was niet erg warm en
er viel wel eens wat regen.
Maar dat doet niets af van de prachtige ligging van de stad
op een soort landtong tussen twee rivieren.
Het voormalige Koninklijk Paleis en de tempels zijn er prachtig.
Bij een van die tempels, Wat Xieng Thong, staat een gebouw
speciaal voor een begrafeniswagen.
die wordt al even niet meer gebruikt en langzaam maar zeker
heeft die ruimte zich gevuld met veel, heel veel beelden en steles.
Boeddha-beelden en steles met afbeeldingen met Boeddha.
In vormen die ik eerder niet zag.
Dit is dat gebouw waar de begrafeniswagen in bewaard wordt. De deur die je ziet is voor mensen die in en uit willen. Als de begrafeniswagen het gebouw uit moet kan een groot deel, de midden sectie, van de voorgevel open.
Mocht je er nog aan twijfelen: het zijn Boeddhistische tempels en kloosters.
Sjabloneerwerk.
Ooit heeft het allemaal oogverblindend geschitterd en geglommen.
Fotograferen viel niet mee. De foto’s van de steles zijn met mijn telefoon gemaakt. Sommige zijn niet helemaal scherp. Maar de vorm van de steles en de grote hoeveelheid Boeddha’s verbazen me nu nog steeds. Daarom mogen ze niet ontbreken.
Waar zouden ze voor bedoeld zijn geweest?
Ze stonden schijnbaar achteloos op kasten en andere voorwerpen tegen de muur. Naar hier en daar kon je zien dat ze genummerd zijn. Er is dus ergens een inventaris waar deze voorwerpen op staan.
Deel van de begrafeniswagen.
Toen we bij deze tempel aankwamen hadden we geen idee wat we gingen bekijken.
Het bord met de toegangsprijs maakte ons wel wakker.
Maar dan nog loop je vol verbazing rond.
De laatste foto van dit blogbericht betreft het schitterend gelegen Luang Prabang met hier een van de twee rivieren waar het tussen ligt. Op de voorgrond een wat vreemde attractie: een bamboebrug.
Dit complex is ongelofelijk.
Ik geef toe, ik wist niet wat te verwachten, maar ik werd
er helemaal door uit het veld geslagen.
Laos, Luang Prabang, Wat Xieng Thong.
Het weer zat die dag niet mee en mijn camera had zijn beste tijd wel gehad. Na deze vakantie heb ik ook een andere gekocht.
Bij het complex is ook een gebouw waarin een begrafeniswagen staat. Met daarbij een heleboel andere spullen. Een ongelofelijke collectie. Dit paneel is van een zorgvuldig verborgen deur. De begrafeniswagen is heel groot. De feitelijke deur is dan ook veel groter dan waar je als toerist mee naar binnen gaat. Maar die grote deur is zorgvuldig verborgen met panelen als dit. Met veel oogverblindend goud.
Detail van 1 figuur van de vorige foto.
Dit is het gebouw. Het paneel van de vorige twee foto’s zit boven wat je hier als ingang ziet.
Gouden figuur in de decoratie aan de buitenkant van het gebouw.
In het gebouw stonden ook een aantal steles. Met veel, heel veel Boeddha’s. Op de volgende twee foto’s zoem ik in op details.
De functie werd me niet helemaal duidelijk maar ik was wel diep onder de indruk.
Nog een stele.
De olifant van links onder.
Een van de weinige, nog (?) vergulde Boeddha’s op deze stele.
Nog een stele. Er is te zien dat het voorwerp genummerd is dus er is ooit een inventarisatie gemaakt. Nu stond er geen toelichting bij dit voorwerp maar er waren voorwerpen die dat wel hadden.
Fragment van een deur.
De begrafeniswagen.
Er stonden rijen met Boeddhabeelden voor een muur met glasmozaïek.
Detail van glasmozaïek.
Deze foto (met mijn telefoon!) geeft een beter beeld van de begrafeniswagen. Hoe die wagen precies in elkaar zit en waar het allemaal voor dient is me onduidelijk.
De rijen met Boeddha’s.
Er gaat nog meer volgen van dit complex.
Het is best begrijpelijk dat de namen je niets zeggen.
Ze zouden mij ook vandaag niet zoveel zeggen
als ik ergens iets zou lezen over Wat Xiengthong.
Ik weet intussen wel dat ‘Wat’ staat voor een tempelcomplex.
Luang Prabang is ook bekend.
Maar toen we in het hoger gelegen Luang Prabang waren
zagen we twee top-attracties: het voormalige koninklijk paleis
en Wat Xiengthong of
Vat Xiengthong Sayaroharamathibodimahavihanh.
Tussen 2011 en 2014 is het complex gerestaureerd.
Daar valt waarschijnlijk een hele boel over te zeggen.
Hou in gedachten dat het meeste wat je ziet in een dergelijk
complex van geverfd hout is. Oorspronkelijk stamt het uit 1550 – 1560.
Even voor het idee 20.000 Kip is minder dan 2.10 Euro.
Als je wilt controleren of ik een typefout heb gemaakt in de lange versie van de naam van het complex: ga je gang.
Het weer was niet fantastisch. Dat in combinatie met de hoogte leverde ook niet zo’n hoge temperatuur op. Maar de ligging van het complex is prachtig aan de rivier. Het complex laat je dan ook toe de rivier op te gaan. Als je een boot hebt.
Hier nog even een tekst van een bord over de restauratie: veel werk gedaan aan het dak van het centrale tempelgebouw, de daarom heen liggende kapellen, stoepa’s en andere gebouwen zijn gerestaureerd, de met de stenciltechniek aangebrachte gouden decoraties zijn bewaard net als het werk in glasmozaïek, de schade door een brand in 2009 aan het klooster is hersteld en jonge mensen zijn opgeleid om de traditionele technieken toe te kunnen passen.
Bij het complex ligt een boothuis.
Met een hele lange boot.
Dit is een voorbeeld van de decoraties die met behulp van stencils zijn aangebracht. Hier op een pilaar. Je ziet hier allerlei krijgers.
Dit is dan de Sim, het belangrijkste gebouw van het complex. De centrale tempel. Wat een prachtige daken!
Sommige van die gouden decoraties zijn erg groot. Dit is maar een detail.
Soms zijn de afbeeldingen puur decoratief, soms hebben ze verheven scenes als onderwerp maar soms ook scenes uit het dagelijks leven (mijn interpretatie).
Het was overweldigend.
Decoraties rond een raam.
Een detail.
Een pauw in glasmozaïek.
De deur naar de tempel.
Decoratie van het plafond.
Dierlijke vorm. Ik weet niet waar het voor dient.
De grote centrale Boeddha.
Als de camera op de grond staat dan ook meteen maar een foto van het plafond tussen de mooie pilaren in.
De luiken aan de binnenkant voor de ramen.
Dit is deel I over Wat Xieng Thong.
Een mond vol.
Een klooster en tempel en opleidingscentrum in één.
Allemaal in Luang Prabang in Laos.
Vat Xiengmouane Vajiramangalaram, een mooi complex, verborgen tussen de bomen in een straat waar nog veel meer te zien is.
Op internet vond ik deze beschrijving:
Wat Xiengmouane is a small Laotian monastery on Sotika Kuman Road, one of the roads the run parallel to the Mekong and Nam Khan rivers in Luang Prabang.
Wat Xiengmouane founded by Phragna Sisonxay in 1865, during the reign of King Chantarath (1851-72).
In the beginning, it was called Monastery of Melodious Sounds, due to the harmonious sounds of its gongs.
Later on, it was given another nickname, Monastery of Joyous town.
The sim of Wat Xiengmouane has a two-tier roof, one porch and triple nave.
It originally had three windows, but more were added during the restoration in 1964.
Within the compound of Wat Xiengmouane are several stupas and chapels.
There is also a vocational school within the compound of Wat Xiengmouane.
This school was started by Unesco and funded by a grant from the government of Norway.
Its purpose is to teach the novice monks the traditional arts and crafts such as lacquer work, stencilling,
painting, glass mosaic, wood carving, sculpture and other ornamental works for the Laotian temples.
Some of the handiwork of the students are on display in one of the rooms.
Korte samenvatting in het Nederlands.
Het is een klein Laotiaans klooster, opgericht in 1865.
In het begin noemde men het ‘Klooster van de melodieuze geluiden’
omdat men een aantal gongs had die goed bij elkaar klonken.
Later noemde men het ‘Klooster van de vreugdevolle stad’.
In 1964 is het complex gerestaureerd. Het complex bestaat naast een tempel
en een kloostergebouw uit een aantal kapellen en stoepa’s.
Er is een beroepsopleiding gevestigd die opgericht is met behulp
van UNESCO om de traditionele ambachten te leren.
Denk dan aan lakwerk, stencilen, schilderen, glasmozaïek,
houtsnijden, beeldhouwen en ander decoratietechnieken.
Voorbeelden van wat de studenten maken zijn op het terrein te zien.
Wat er nu precies voorbeelden zijn en welke dingen deel uitmaken van het klooster of de tempel is een beetje moeilijk voor mij. Maar dit vind ik mooi.
Een kapel.
Schilderwerk.
Het is een prachtig gebouw.
De leerlingen moeten ook minder ambachtelijke taken verrichten.
Met bijzondere deuren maken ze mij altijd blij.
Vooral die figuurtjes onderaan die de hele voorstelling lijken te dragen vind ik erg grappig. Het stencilwerk op de deurstijlen is hier goed te zien.
Laos, Luang Prabang: Vat Xiengmouane Vajiramangalaram, UNESCO Training Centre For Laotian Traditional Arts And Building Crafts.
Ik vermoed dat dit de werkplaats is waar nog een paar voorbeelden staan.
Detail van een stoepa.
Dit is die stoepa.
Dit is het vooraanzicht van het mannetje van 2 foto’s geleden.
Een stukje glasmozaïek. Hier is het puur decoratief.
Hier zie je een voorbeeld hoe glasmozaïek ook gebruikt kan worden om verhalen te vertellen. In het museum, het voormalige koninklijk paleis, zijn daarvan prachtige voorbeelden te zien.
Uit het feit dat ik hier in meer detail bij stilsta mag je opmaken dat het op mij veel indruk maakte. Die man die daar glaspareltjes strooit of opraapt. Ik vind hem prachtig.
Het glas is wel degelijk gevormd naar de vormen die het betreffende stukje glas van bijvoorbeeld het menselijk lichaam moet verbeelden.
Soms zijn de mozaïeken heel groot. Je ziet hier ook weer stencilwerk op de pilaren.
In een decoratieve vorm.
Zo kun je glasmozaïek gebruiken om de top van een stoepa te versieren.
De vorige blog over Ban Chaneneua in Laos eindigde in een dorp waar pottenbakkers werkten en we een souvenir kochten. Het weer is die dag niet geweldig. De fietsen zijn acceptabel.
Nu vervolgen we onze fietstocht. In dit dorp was een heel leuk terras. Met mogelijkheid tot het volgen van een workshop pottenbakken.
Als we een weg alsmaar volgen komen we plots bij een bouwput uit. Hier is men een brug aan het bouwen (misschien was er op dit punt nauwelijks een brug). Op dit wat hoger gelegen punt (de plaats waarvan ik de foto maak, niet daar waar de brug ligt) is aan de linkerkant van de weg een dorp en rechts een tempel. Die tempel gaan we bezoeken.
Een tempel in Azië levert altijd mooie plaatjes op.
Mocht iemand nog twijfelen: die is een Boeddhistische tempel.
Als ik zou zeggen dat ik alle Boeddhistische afbeeldingen en beelden begrijp, dan lieg ik. Wat deze mevrouw precies moet voorstellen weet ik niet.
De punt boven op dak van de tempel is heel sierlijk. Prachtig.
Omdat ik een zwak voor deuren heb, vallen die bij mij bijna altijd in de smaak.
Dit zijn de luiken voor een raam.
Een heel vriendelijke Boeddha.
We besluiten terug naar Luang Prabang te gaan. Vanaf de tempel kijken we nog even naar het dorp.
Het is een behoorlijke brug.
Aan de overkant ligt Luang Prabang. Het wachten is op de pont.
Een auto wordt op de pont geloodst.
Daar willen we naar toe.
De lokale mensen vinden het maar fris.
Luang Prabang in nevelen.
Er gaan steeds twee boten, in tegenovergestelde richting, heen en weer, van en naar Luang Prabang. Nog even en ik hoor Drs. P.
Luang Prabang is een stad, een voormalige hoofdstad,
in Laos. De stad ligt op iets dat lijkt op een eiland.
In werkelijkheid ligt het aan één kant tussen twee rivieren.
Luang Prabang is toeristisch en druk, en mooi.
Ga je over een van de bruggen en je bent al snel in een ‘ander’ Laos.
Op de dag dat wij met een fiets de rivier overstaken
was het weer niet geweldig.
We gingen naar een van de dorpen met steen- en pottenbakkers.
Op de pont bij Luang Prabang. Dat is op zich al een avontuur.
Er zijn niet heel veel wegen dus echt verdwalen is moeilijk. Je fietstocht plannen is dan ook weer niet makkelijk. We zijn zomaar gaan fietsen. Ik had geen kaart van Laos op mijn telefoon en de ontvangst is ook nog wel eens een probleem. Ban Chaneneua.
We zagen er ook mensen die met een gids fietsten. Die hadden wel betere fietsen dan wij. Maar het uitzicht is er niet minder om.
Potten en bakstenen zie je op veel plaatsen.
Bij een steenfabriek zie je de mensen aan het werk. Gier wordt de klei voor de stenen aangemaakt en in moppen verdeeld.
Hier wordt de klei precies gevormd zodat hij in de oven kan.
Hier liggen de stenen klaar voor vervoer.
Brandstof op de voorgrond en ovens daarachter. Eigenlijk geen ovens. Je ziet meerdere vuren voor één grote oven waar hele pallets stenen in een keer gebakken worden.
Hier zie je die oven beter.
Het resultaat.
Hier worden met de hand potten gedraaid.
Voor de toeristen worden andere dingen gemaakt: olifanten, koeien, lampen enz. Ja het geld heet in Laos ‘Kip’.
Wij kochten dit gezichtje.
De fietstocht ging nog verder.
Daarover een volgende keer.
Op mijn weblog staat een (kleine) serie berichten in de
categorie ‘Boekvondst’.
Het gaat om dingen die ik opmerkelijk vind en die iets
met ‘boeken’ te maken hebben.
In Luang Prabang staat bij het Koninklijk paleis een groot standbeeld van King Sisavang Vong. Ergens in het zand vond ik dit bord. King Sisavang Vong was a son of King Khamsouk (Sakkarine). He ruled from 1905 – 1959. This statue had been casted in Russia (former Sovjet Union) in 1975 AD and delivered to Laos (Luang Prabang) in 1976. It is 5 tons of weight.
Dus koning Sisavangvong was de zoon van koning Khamsouk.
Hij was van 1905 tot 1959 aan de macht.
zijn standbeeld is gegoten in Rusland in 1975.
In 1976 werd het in Laos bezorgd en het beeld weegt 5 ton.
De naam van de koning kom ik in 2 vormen tegen:
Sisavangvong en Sisavang Vong. Ik weet niet wat correct is.
Ik vind het beeld zo bijzonder omdat de koning een boek in zijn hand heeft. Een boek van palmbladeren.
De achterzijde van het beeld was eenvoudig te fotograferen omdat ik dan met de zon mee de foto maakte. Op de achtergrond zie je Haw Pha Bang.
Een beetje tegen de zon in zorgt ervoor dat de details van het beeld wegvallen. Het beeld staat hier overigens voor een theater.
Koning Sisavangvong.
Wat we nu Laos noemen waren ooit een aantal losse koninkrijken.
Nu samengevoegd tot een land met een communistisch regiem.
Een van de hoofdsteden van die koninkrijken was Luang Prabang.
We hebben bewust niet altijd over land gereisd door Laos.
De afstanden zijn groot en het zou betekend hebben
dat we bijvoorbeeld Luang Prabang hadden moeten overslaan.
Dat is een keuze. Wij hebben tweemaal een binnenlandse vlucht genomen.
Luang Prabang is mooi.
Het is niet meer de ongerepte parel zoals sommige reisbureaus
of reissites je willen doen geloven.
Maar de bezienswaardigheden zijn mooi en de ligging is dat ook.
Het is eenvoudig om buiten de stad, bijvoorbeeld op de fiets,
rond te gaan kijken en weg te zijn van alle kraampjes, cafés en
restaurants.
Het eerste bezoek ging naar het Nationaal Museum.
Dat is een complex met meerdere gebouwen.
De twee meest interessante zijn het voormalige Koninklijk Paleis
en een soort van tempel.
Haw Pha Bang is de naam van deze tempel. Het gebouw is bedoeld om een standbeeld van Boeddha te bewaren. Het gebouw is van buiten prachtig. Toen wij er waren was het gesloten. Het weer was die dag ook vreemd. Het begin was zonovergoten maar al snel was er een bui. Na de korte, felle bui was er weer veel zon.
Het voormalige paleis ligt een eindje van de weg af. Het is een aanrader. De ruimtes zijn geweldig. De vloeren zijn van hout en binnen schittert het soms van de speciale techniek met glas die wordt gebruikt om voorstellingen op de wanden aan te brengen en soms zijn de ruimtes eenvoudig. Foto’s mag je er binnen niet maken en dit wordt gehandhaafd.
Haw Pha Bang.
Een draak verwelkomt je op de trap.
Met haast uitpuilende rode ogen en een groen lijf.
Of wat te denken van dit stel slangen?
Toen was er regen. We stonden bij de tempel en keken uit over de entree van het complex. Met de temperatuur was niets mis.
Al snel werd het droog.
Toen begon de zon te schijnen.
Dan gaat het zoals het gezegde luidt: alles ziet er beter uit als de zon schijnt.
Haw Pha Bang.
Bij de tempel is heel vaak de kleur groen gebruikt. Zo ook bij deze olifants-kop.
Ook tussen het goud schijnt het groen door.
Het gebouw is in 2006 opgeleverd.
Veel meer dan deze voorgevel kan ik helaas op mijn blog niet laten zien van het koninklijk paleis.
Het is misschien zo best indrukwekkend maar binnen maakt het vooral een kleine en knusse indruk.
Een beetje opzij van het paleis ligt een aantal koninklijke boten.
Parasailing is een sport waar ik niets mee heb. Ik weet niet eens zeker of wat deze meneer probeert te doen ‘parasailing’ genoemd wordt. Tijdens een wandeling in Vientiane zagen we aan de oever van de Mekong op een wat breder stuk boulevard iemand druk bezig zijn zeil in orde te brengen om er vervolgens mee te proberen in de lucht te komen.
Het waren veel pogingen.
Dit begon er op te lijken.
Het lijkt me een sport, zeker op de manier waarop deze meneer het beoefent, waarvoor je heel veel geduld moet hebben.
Het zeil (?) nog maar een keer goed klaar leggen.
Of je bij een dergelijke wind ook succesvol kunt parasailen weet ik niet.
Na een tijdje ben ik gestopt met het maken van foto’s. We zijn doorgelopen.
Readymade (ook: objet trouvé) is een kunstvorm ontstaan in het begin van de 20e eeuw. De bekendste kunstenaar die de readymade gebruikte was dadaïst Marcel Duchamp. Een industrieel voorwerp wordt uit zijn alledaagse context gehaald en tot kunst bestempeld doordat het in een museale omgeving wordt getoond. Deze praktijk begon met de dadaïsten en werd in de twintiger en dertiger jaren vooral gecultiveerd door de surrealisten.
Citaat van Wikipedia.
We liepen terug van een wandeling door Vientiane naar ons hotel.
Bij een kruispunt stapte ik bijna in een gat in het voetpad.
In Nederland hoef je het voetpad niet zo in de gaten te houden.
Maar in andere delen van de wereld kun je dat soms maar
beter wel doen. Enfin, ik stapte bijna in dit gat:
Of dit nu past binnen de definitie van een readymade ….. daar valt over te twisten. Toch deed het me meteen aan een kunstwerk denken. In Berlijn (Bebelplatz Memorial van Micha Ullman) zie je door een glazen plaat, in de bestrating, lege boekenkasten. Het plein is een van de plaatsen waar de nazi’s boekverbrandingen organiseerden. Qua thema hebben deze twee gaten in het wegdek niets met elkaar te maken. Het portret in Vientiane is misschien niet eens bedoeld als kunst. Maar bij mij raakte de twee beelden verbonden. Wie is die jonge man op de afbeelding? Waar is hij? Waarom is die foto hier op deze plaats? Wie heeft die foto geplaatst…..