Dit was de Grote Markt van Breda, gister, eind van de middag. Hier komt een voetgangersbrug om de lopers alle ruimte te geven.
Maandelijks archief: september 2017
Free as a jail bird
Vandaag de volgende stap gemaakt
met het zetten van een titel op de band/kaft
van een boek.
Het waren nog tests maar ik ben tevreden met
de eerste resultaten.
De oefeningen doe ik in het atelier bij een boekbindster in Breda.
De foliepers die ze ter beschikking heeft is door iemand zelf gebouwd. Daar is een zetraam bij geleverd. Zeg maar een metalen kader waarin je de letters en afbeeldingen kunt klemmen die dan later verwarmd worden en onder druk folie kleven op de kaft van het boek. Hier zie het zetraam met de letters erin.
Ik ga een boek maken met vogelveren die ik in
de voormalige Koepelgevangenis in Breda gevonden heb.
Daarom krijgt het boek de titel Free as a jail bird.
Vrij als een gevangenisvogel.
Met die tekst kun je een vierkant maken: 4 zinnen
van 4 letters. Nou ja, als je ‘as’en ‘a’ en de
tussenliggende spatie allemaal als letter telt.
F===R===E===E
A===S=======A
J===A===I====L
B===I===R===D
De ‘=’-tekens ga ik natuurlijk niet in mijn zetsel opnemen
Maar spaties vindt de weblog een beetje moeilijk.
Na dat zetten ging prima. Ik nam een grotere letter
waarvan de boekbindster een boekbindpolis heeft.
Probleem was dat ik veel witruimte tussen de letter nodig heb
en dat de loden spaties beperkt beschikbaar waren.
Die spaties waren dan ook nog van een andere lettergrootte.
Je kunt op de foto zien dat ik de open ruimtes
aan het opvullen ben met strookjes papier.
Uiteindelijk ging dat prima.
Het zetraam heeft geen mechanisme om de letters zowel van boven naar onder en van links naar rechts in te klemmen. De leverancier van de foliepers heeft hier een vormsluitstuk bijgeleverd waarmee je in 1 richting de letters vast kunt zetten. Dat bleek overigens voldoende.
De foliepers voor een eerste test met wit papier en carbonpapier.
Bij de eerste poging zie je een ongelijke afdruk. Het woord ‘jail’ is duidelijk onvoldoende.
Bij de eerste poging met linnen was ik nog te voorzichtig. Te korte verwarming en te weinig druk.
De tweede test op linnen was veel beter.
Vervolgens een test met het materiaal dat ik eigenlijk wil gaan gebruiken. De groene ondergrond is Arbetex. Het lijkt een soort kunststof. De folie leg je met de glimmende kant naar boven. Aan de doffe kant zit de folie die op de ondergrond wordt gedrukt.
Bij de test met de groene Arbetex A heb ik te lang de letters op de folie laten rusten waardoor de letters een beetje vollopen. Bij de blauwe (Arbetex E) werkt het beter (onderaan). Alleen de laatste ‘E’ van ‘Free’ loopt vol.
Dit was het beste resultaat. Dit is Dainel Original. Het opervlakte van dit materiaal is zacht. Je drukt dus makkelijk wat in het materiaal. De kleuren werken hier ook goed. Maar de kleur was voor deze oefening niet van belang. Ik ben klaar (als ik materiaal heb) om het in mijn eigen werkplaats te gaan proberen. Het ontwerp voor het boek is nog niet af. Naast deze tekst is er nog een plannetje.
Thee, witte thee, gefermenteerd in een manderijnschil
Een tijdje terug las ik over een witte thee,
een thee die gefermenteerd werd in speciaal daarvoor
gekweekte manderijnenschillen.
Dat wilde ik wel eens proberen.
Vandaag maakte ik het pakje dus eens open.
Tangerine silver needle of Tangerine Yin Zhen. Twee bollen?
Ik koop wel vaker thee online en dan krijg ik dat
geleverd in deze stevige bruine verpakking.
Daar staat precies op wat ik gekocht heb en hoe ik
de thee moet zetten.
Maar ik was wel verbaasd toen ik zo’n bol open maakte. De gedroogde manderijnschil zit er nog in met daarin de thee. Het hoedje waarlangs de thee in de schil was gestopt zit er nog bij.
Het mooie is: de thee smaakt nog heel erg goed ook.
Bayon, een van de tempels in Angkor, Cambodja
Op de achterkant van het boek Ancient Angkor,
geschreven door Michael Freeman (fotograaf en schrijver)
en Claude Jacques (wetenschapper) staat een inleiding op
de Khmer cultuur.
Ancient Angkor is een boek dat in Angkor Wat aan
veel toeristen verkocht wordt.
Er staat de volgende inleiding (vertaald en samengevat):
De Khmer beschaving in en om Angkor was een van de meest opmerkelijke beschavingen die opbloeiden in Zuidoost Azie.
Tussen de 11e en 13e eeuw, creëerden opeenvolgende Hindoe en Boeddhistische koningen prachtige tempels uit steen.
Hun gedetailleerde beeldhouwwerk en ingewikkelde architectuur verbaasden de eerste Europeanen die in de 19e eeuw deze plaatsen bezochten en fascineren hedendaagse bezoekers nog steeds.
In deze blog gaat het om de tempel met de naam Bayon.
Dit is een tempel die heel veel mensen zal aanspreken.
Net als een heleboel andere waarover ik nog ga schrijven.
In Wikipedia wordt Bayon onder andere als volgt geïntroduceerd:
Angkor Thom is een ommuurd gedeelte van de ruïnestad Angkor
in de Cambodjaanse provincie Siem Reap.
De ommuring van het centrale gedeelte van de stad werd
in de 12e eeuw gebouwd in opdracht van koning Jayavarman VII.
Buiten de ommuring ligt een greppel.
In Angkor Thom zijn een aantal van de bekendste ruïnes
van Angkor te vinden, deels ouder dan de ommuring zelf.
Voorbeelden zijn:
Bayon;
Baphuon;
Phimeanakas, mogelijk geen tempel maar een
onderdeel van het koninklijk paleis;
Terrace of the elephants, een bordes dat vanwege de reliëfs
met olifanten zo genoemd wordt;
Terrace of the leper king.
Bayon is een tempel die , zoals vaak, een soort stenen berg is.
Met dat verschil dat deze berg veel toppen heeft.
Er staan nu nog 37 spitsen. Elke ‘top’ heeft een aantal gezichten
op de zijkanten. Zo’n top heet een gopura.
Ik had al wel eens foto’s gezien van zo’n gezicht maar door deze
tempel werd ik overvallen: zo groot en dan al die
geheimzinnig lachende gezichten.
We bezochten de tempel twee maal. Pas bij het tweede bezoek
werden me de reliëfs op de ommuringen goed duidelijk.
Hun omvang, hun goede staat, de verschillende afgebeelde gebeurtenissen.
Het maakte een diepe indruk.
Daarom sta ik er nu zo uitgebreid bij stil.
Als je de tempel bezoekt zie je eerst de twee ommuringen en dan die berg.
Die berg is niet zo massief als hij van een afstand lijkt.
Je kunt de tempel in en komt dan tot de ontdekking dat er drie
niveaus zijn. Het heeft veel van een doolhof.
Op het derde niveau kijk je vanaf het terras op
het ‘centraal massief’ van de berg.
Nog even Wikipedia:
De Bayontempel is een Angkoriaanse tempel, gebouwd door koning Jayavarman VII in 1181.
Jayavarman VII staat bekend om de bouw van vele tempels, maar dit was zijn staatstempel.
In tegenstelling tot Angkor Wat is Bayon een Boeddhistische tempel. Jayavarman VII was in tegenstelling tot zijn voorgangers en nakomelingen een Boeddhistische koning. Vandaar de dubbele stijl die te herkennen is in de Bayon-tempel.
Er is Hindoeïstische invloed die men kan zien in:
Heuvelbouw
De gezichten van Bhrama in de torens
Zelfde raam en deurconstructies als Ankor Wat
De Boeddhistische invloed laat zich zien in:
Ronde centrale toren met 8 ingangen (de 8 spaken van het Boeddhistische wiel, het achtvoudige pad)
De gezichten van bodhisattva Avalokiteshvara in de torens
De sculptuur van Boeddhabeeldjes in de niches
Gezichten
Er is zijn meerdere hypotheses betreffende de gezichten op de torens:
Het zijn de gezichten van Boeddha (=Avalokiteshvara), wat logisch is gezien de boeddhistische bouwheer
Het zijn de gezichten van Jayavarman VII die naar elke windrichting van het land kijkt en zo zijn macht over het land etaleert
Het zijn de gezichten van Brahma, een Hindoeïstische hoofdgod die wel degelijk 4 gezichten heeft.
Hoogstwaarschijnlijk zijn bovenstaande allemaal waar en was dit gewoon een van de vele mogelijke voorbeelden van de politieke diplomatie van Jayavarman VII. De koning was dan wel Boeddhistisch, hij moest oppassen met een bevolking die voor 90% Hindoeïstisch was.
De tempel Bayon van een afstandje. Zoals je kunt zien waren we niet de enige toeristen die dag.
Je kunst op meerdere puinten de tempel inlopen. Hier liep ik door de ommuring en zag er deze Apsara (wikipedia: Een apsara is in de boeddhistische en hindoeïstische mythologie een onsterfelijke, hemelse nimf). Voor mij zijn het dansende figuren.
Dan verlies je jezelf helemaal in die prachtige gezichten.
Met overal die spitsen, die bergtoppen.
Het is zo betoverend. Al snel wordt het een wedstrijd om zoveel mogelijk gezichten op een foto te krijgen.
Op tentoonstellingen zie je vaak voorwerpen met hele reeksen Boeddha’s. Hier zie je ze een keer op de plaats waar ze voor gemaakt zijn.
Zo sierlijk, dat schittende kapsel, die doordachte kleding.
Om stil van te worden.
Ik weet niet meer wat ik bij deze foto’s moet schrijven. Het was zo’n overweldigende ervaring.
Dan is het licht weer anders, dan de schaduw. Dan weer ander mos. Andere kleuren. Dan weer een ander detail.
Dit is een dorpel boven een deur. In het midden de kleine figuur van Boeddha.
Dit is de Boeddha die ik bedoelde. Beschadigd maar nog steeds prachtig.
Er waren niet alleen gezichten van de Bhrama/Boeddha te zien.
Een klein stukje van het ‘doolhof’ in de tempel.
Overal waar je kijkt reliefs, beelden.
Je hebt dan al zoveel indrukken opgedaan dat ik van de reliefs bij dit eerste bezoek er maar een paar gezien heb.
Zomaar een deel van de ommuring?
Nee, een hoop materiaal dat nog van pas kan komen bij een volgende restauratie. Dorpels, delen van beelden.
Een deel van de versiering boven een deur.
Krijgers.
Bayon.
Bayon, Angkor Thom, Siem Reap, Cambodja.
6 in plaats van 1?
Toen we op vakantie waren heeft het fors geregend in Nederland.
Om Breda Barst zoveel mogelijk ongehinderd door te
laten gaan zijn mensen bezig geweest water uit de grond in het
Valkenberg weg te pompen.
Terug van vakantie was de vijver bijna leeg en we vermoedden
dat die twee dingen met elkaar te maken hebben.
Plots zien we niet een grote waterstraal als fontein in de vijver van het Valkenberg, maar 6.
Maar nu er ineens 6 waterstralen te zien zijn weet ik niet
of dat dit is om de vijver weer snel vol te laten lopen of
dat de fontein vernieuwd is.
Er zit wel erg veel groen in het water. Het is te hopen dat die plantjes een goed teken zijn.
Voorbereidingen Singelloop in volle gang
Pasqual Calbó I Caldés
Tijdens de vakantie op Menorca wilden we ook
naar Museu de Menorca. Het museum is gehuisvest
in een voormalig klooster in Mahon en heeft
de belangrijkste collectie oudheden van het eiland.
Onderdeel daarvan is een voorwerp dat aan een stier
doet denken en invloeden vanuit de Griekse eilanden
zou kunnen onderbouwen.
Dat had ik graag gezien.
Bij het museum aangekomen was het goede nieuws
dat de entree gratis was maar het slechte nieuws was
dat de vaste collectie tot ergens volgend jaar niet te zien is.
Daarvoor in de plaats was er een tentoonstelling met werk
van Pasqual Calbó I Caldés (1752 – 1817).
Zo heeft ieder nadeel weer een voordeel.
Pasqual Calbó I Caldés bleek een interessant persoon te zijn.
Hieronder vat ik zijn tijd en zijn leven even kort samen.
De informatie is afkomstig uit de mooie catalogus
(in Spaans, Catalaans en Engels).
De drietalige catalogus.
In 1712 bezet Engeland Menorca. Dat wordt internationaal
bevestigd in Artikel 11 van de Vrede van Utrecht (!)
De Engelsen (Anglicaans) geven de inwoners veel vrijheid.
Zo wordt Mahon een vrijhaven, wordt de inquisitie onderdrukt en
blijft het Catalaans de taal van het eiland.
Hierdoor ontstaat er veel handel en blijven mensen uit allerlei
landen wonen in Mahon. Zo ook de voorouders van Calbó.
De handel brengt welvaart en er ontstaan een bourgeoisie.
De ontwikkeling van Ciutadella remt af.
De vrije handel brengt boeken en ideeën en kunstenaars.
In 1752 wordt Pasqual Calbó I Caldés geboren.
Van 1756 tot 1763 bezetten Franse troepen Menorca. Daarna
komen de Engelsen terug.
In 1770 gaat Pasqual Calbó naar Italië en Oostenrijk. Hij bezoekt
Venetië, Rome en Wenen. In de tijd van de Verlichting krijgt de
kunstenaar hier zijn opleiding.
In 1780 gaat hij terug naar Menorca.
In 1782 wordt Menorca dan Spaans bezit.
In 1787 gaat Pasqual Calbó naar Havanna in Cuba, New Orleans en
Santa Domingo.
In 1790 keert hij terug naar Menorca en legt zich naast het schilderen
toe op les geven. Eerst in schilderen maar later in heel uiteenlopende
onderwerpen. Zijn studies liggen vast, in zijn handschrift,
in een groot boek.
In 1798 zullen de Britten het eiland nog drie jaar bezetten maar
daarna gaat het eiland weer over in Spaanse handen.
Op 12 april 1817 overlijdt Pasqual Calbó I Caldés.
Bij de beschrijving van de werken die ik hier laat zien volg ik de Engelse toelichting uit de eerder genoemde catalogus. Pasqual Calbó I Caldés, Self portrait, circa 1776 – 1778, pencil on paper.
Dit en het volgende werk vormen een stel. Dit zijn de portretten van een broer en zus. Beide met een hondje. Dit is veel vrijer dan het classicisme dat voor deze tijd opgang maakte. Pasqual Calbó I Caldés, Portrait of Francesc Pauli I Soliveret, 1781, oil on canvas.
Pasqual Calbó I Caldés, Portrait of Antonia Pauli I Soliveret, 1781, oil on canvas. Okay het is misschien geewn groots schilder maar wat mij aanspreekt is dat iemand in betrekkelijke isolatie, kunstenaar wordt, naar Wenen en Venetie gaat en later naar New Orleans. Daarna gaat hij zich ook nog aan wetenschap wijden. Boeiend!
Pasqual Calbó I Caldés, Dance of the negroes in Santo Domingo, circa 1788 – 1790, oil on canvas. De meeste schilderijen van Nederlandse schilders van taferelen in de kolonieen hadden andere onderwerpen.
Nog een fascinerend onderwerp: Pasqual Calbó I Caldés, The wig seller in Santo Domingo, circa 1788 – 1790, oil on sheet metal. Een pruikenverkoper. Je ziet de man een pruik op een borstbeeld poederen terwijl kinderen vol aandacht toekijken.
Pasqual Calbó I Caldés, Portrait of Angela Segui I Poly, 1810, oil on canvas. Portret van een rijke Menorcaanse. Verbeeldt ze piano/clavecimbel te spelen met haar rechterhand?
De toelichting op dit werk op papier is interessant maar volgt later nog eens een keer. Pasqual Calbó I Caldés, The card players (An interesting game), circa 1790 – 1812, ink, watercolour on paper.
Twee werken die op de tentoonstelling precies anderom hangen dan ze in de catalogus staan afgebeeld. Het zijn twee werken maar ze krijgen samen een titel. Pasqual Calbó I Caldés, Woman with baskets returning from the market, circa 1790 – 1812, watercolour on paper. op de titel is wel wat af te dingen. De vrouw die daadwerkelijk een mand draagt met vis (rechts) valt wel onder de titel. De andere vrouw is een rijkere vrouw. Heeft misschien met de markt te maken maar de afbeelding verwijst daar niet naar.
De grote verrassing. Pasqual Calbó I Caldés, Didactic works (Treatises), circa 1803 – 1812, sepia ink, charcoal, iron gall ink on paper.
De binding laat duidelijk zien dat het om individuele handschriften gaat die pas na het maken van de handschriften een keer zijn samengevoegd.
Het boek ligt open bij een verhandeling over lensen en de lichtval.
Pasqual Calbó I Caldés, een individeel blad. Ik denk dat het een blad is uit ‘A treatise on civil architecture’ is. Het blad met als titel ‘Columns’. Maar dat is een gok.
Nog een andere blik op het boek.
De binnenplaats van het voormalige klooster.
Een trapgat in het museum.
Gelezen: Valeria Luiselli, Vertel me het einde.
Valeria Luiselli, Vertel me het einde. Een essay in veertig vragen.
Alweer een blog over vluchtelingen.
Moet dat nou? Ja, dat moet.
Het vluchtelingen vraagstuk is een van de grote
vraagstukken van onze tijd en veel van de reacties
in de debatten zijn simpelweg te eenvoudig.
Daarnaast zijn er veel overeenkomsten tussen de
gebeurtenissen in Amerika en die we hier in
Europa en op de grens van Europa en Azie zien.
‘Vertel me het einde’ is misschien niet het meest
brilliante boek ooit geschreven maar lees even mee:
De schrijfster is zelf van Mexicaanse afkomst.
Terwijl ze in de Verenigde Staten verblijft maar nog geen
‘green card’ (verblijfsvergunning) heeft, gaat ze aan
het werk als tolk bij een organisatie die Spaanstalige kinderen
helpt, die vanuit Midden-Amerika proberen veilig naar de
VS te komen. Haar man en kinderen
hebben ook nog geen verblijfsvergunnig.
Tijdens de regering Obama neemt het aantal kindvluchtelingen
ineens toe. ‘……tussen april 2014 en augustus 2015 meer dan
102.000 minderjarigen aan de grens waren opgepakt….’
Deze kinderen hebben in hun thuisland te maken met
gebroken gezinnen, drugs, mishandeling, bendegeweld enz.
Daarom gaan ze op de vlucht naar de VS.
Soms naar hun familie die daar al woont.
Tijdens hun reis door Mexico
en over de Amerikaanse grens zijn ze vaak slachtoffer
van bendes, mensenhandelaren, ‘rechtgeaarde’ blanke
Amerikaanse burgers en de politie (aan beide zijdes
van de grens).
Eenmaal veilig in Amerika moet hun zaak voorkomen bij een
rechter. Om de verdediging mogelijk te maken worden
veertig vragen gesteld. De schrijfster stelt dus die
vragen en gebruikt de vragen in haar essay als structuur
voor het boek.
Aan de hand van de vragen vertelt ze het verhaal van zichzelf,
haar gezin en de vluchtelingen.
Een citaat:
De media-aandacht voor de migratiecrisis bood een algemeen beeld en concrete informatie over omvang, maar liet niet zien wat de diepere oorzaken en de gevolgen ervan waren.
De waarom-vraag bleef onbeantwoord.
Het begrip ‘immigratiecrisis’ sloeg alleen maar op de plotselinge toename in de hoeveelheid kinderen die vanuit Centraal-Amerika de Verenigde Staten binnenkwamen.
Vanaf het allereerste moment werd de crisis enkel en alleen gezien als een institutionele hindernis, een probleem waar Homeland Security onder te lijden had en dat het Congres en de immigratierechters moesten oplossen.
In weinig artikelen werd moeite gedaan om het verhaal om te draaien en de crisis te tonen vanuit het perspectief van de kinderen.
Het politieke antwoord op de crisis draaide daarom altijd maar om één vraag: wat moeten we nu met al deze kinderen?
Of botweg: hoe komen we van ze af, of hoe krijgen we ze zover dat ze niet meer komen?
De vragen negen, tien en elf op het intakeformulier zijn ‘Vind je het leuk waar je nu woont?’, ‘Ben je hier gelukkig?’ en ‘Voel je je veilig?’
Het is moeilijk voor te stellen dat deze kinderen, die door de overheid als hinderlijk worden gezien en door een groot deel van de gemeenschap waarin ze net zijn terechtgekomen als ongewenste indringers, en die zich weldra voor een rechter zullen moeten verdedigen tegen een uitzettingsbevel, het inderdaad ‘leuk vinden waar ze nu wonen’.
In de media en in een groot deel van het politieke discours heeft het woord ‘illegaal’ de voorkeur boven ‘ongeregistreerd’ en het woord ‘immigrant’ boven ‘vluchteling’.
Hoe moet iemand die gestigmatiseerd wordt als ‘illegale immigrant’ zich hier ‘veilig’ of ‘gelukkig’ voelen?
Maar de kinderen beantwoorden deze drie vragen meestal met ja.
Valeria Luiselli, Vertel me het einde, pagina 48-49.
Dan, meer filosofisch:
Er zijn dingen die je alleen maar kunt begrijpen als je ze in retrospectief bekijkt, wanneer er jaren overheen zijn gegaan en het verhaal al is afgesproken.
Voordat dat het geval is, en zolang het verhaal nog verder gaat, is het enige wat je kunt doen het steeds opnieuw vertellen terwijl het zich ontwikkelt, zich opsplitst, met zichzelf in de knoop raakt.
Want voor iets begrepen kan worden moet het vele keren verteld worden, in veel verschillende woorden en vanuit alle verschillende hoeken en door heel verschillende geesten.
Valeria Luiselli, Vertel me het einde, pagina 105.
Of ik het met dit laatste citaat eens ben weet ik nog niet.
De tekst klinkt mij wat afwachtend. Maar dat is Luiselli
in het boek en in haar acties (als ik het essay mag geloven)
helemaal niet.
Schrijnend, haast cynisch wordt het wanneer Luiselli
het taalgebruik op de korrel neemt van de mensen die zich met
migratie bezig houden.
De omslag van het boek is eenvoudig maar geeft heel goed
aan in wat voor een positie kindvluchtelingen zitten.
Sommige pijltjes houden, ineens, zomaar op!
Het boek is een uitgave van Das Mag.
Wat mij bezig hield zijn de overeenkomsten tussen
Amerika en Europa die zo duidelijk worden in het boek:
= de historische rol van Amerika en Europa in de landen van herkomst;
= de institutionele oplossingen die we toepassen;
= de harde reactie op de mensen.
Lees dit boek!
Herfstbladeren onder bezwaar
Naast het uitpakken van de foliepers
heb ik ook nog wat herfstbladeren toegevoegd aan
de stapel die al onder bezwaar ligt.
Nou nog uit zien te vinden hoe je bladeren het best
kunt conserveren en voorbereiden om er op te schrijven
zodat ik een boek van ze kan maken.
Zo zijn ze natuurlijk ook al mooi.
Vandaag gekomen: foliepers
Het was een paar dagen wachten,
vooral door het weekend.
Maar vandaag is de foliepers gekomen.
Vrijdag nog cursus over zo’n apparaat en dan snel
mijn eigen pers uitproberen.
Natuurlijk kwam hij in een grote doos. Veilig voor het vervoer.
Het verpakwerk was vakkundig.
Maar daar komen we dan bij de zaken waar het allemaal om draait. Het electrische deel (verwarming) en de voet (voor de juiste positionering van letters en boek).
Je ziet hier de thermometer er al uitsteken.
Hier is het apparaat dan in elkaar gezet en al. Hierna ben ik gaan kijken of de verwarming werkt.
Al heel snel begon de temperatuur op te lopen.
Hier is de 50 graden al bereikt en even later bereikte het apparaat al de 70 graden. Toen had ik hem al uit gezet. Vrijdag nog even cursus en dan mijn eigen apparaat uittesten.
Hoogtepunten Menorca
Waar in Breda zou dit zijn?
Prachtig woord: taboebreuk
De eerste resultaten
Vanmiddag bezig geweest met het drukken van
de eerste twee lino’s.
De lino is afgedrukt op drie verschillende soorten papier. Eerste drukgang alleen blauw. Ik druk de lino af met behulp van de bolle kant van een lepel.
Vervolgens druk ik op de zwarte en blauwe afdrukken, met rood, de tweede lino af. Daarnaast druk ik er een paar af met alleen rood. Hier het resultaat. Rechtsonder de print van de Boeddha uit de Mogao-grotten.
Het plan is om nog een derde drukgang te maken.
Daarvoor moet ik dan nog wel een derde lino maken.
De bedoeling is dan om de kleur geel te gebruiken.
Daarna snij ik de afbeeldingen op maat en verwerk ik
ze op de pagina’s als illustratie.
Dunhuang: Stringing together
Het is al weer een tijd geleden dat hier iets
te lezen of te zien was van mijn poging een van de
technieken toe te passen die men in Dunhuang
gevonden heeft bij de ingebonden boeken.
De eerste techniek die ik probeer noemt men op
de web site Stringing Together. Dat is tenslotte
mooie dan ‘aan elkaar binden’. Maar dat is precies
wat het is.
Als tekst gebruik ik onder andere een Nederlandse vertaling van zo’n Chinees verhaal. Het verhaal is niet Boeddhistisch maar de teksten uit Dunhuang (Mogao-grotten) zijn dat vaak wel. Dus als ‘illustratie’ van het verhaal gebruik ik een lino die ik gemaakt heb op basis van een afbeelding in een van de grotten in Mogao.
Wat ik nu probeer is door verschillende spiegelacties
meerdere versies te krijgen van een en dezelfde afbeelding.
Eerder heb ik lino 1 afgedrukt op een ander stuk lino
en die vervolgens uitgesneden.
Zo krijg ik twee afbeeldingen die elkaars spiegelbeeld zijn.
Nu probeer ik van lino 1 een afbeelding op papier te maken en
die (de papieren afbeelding) vervolgens weer af te drukken op lino.
Die snij ik dan net anders uit als het origineel.
Dan heb ik dus kleur 2.
Met Boeddha heb ik niets speciaals maar het past nu eenmaal het best bij deze Chinese boektechnieken.
Ik gebruik deze keer ook ander papier. Dit papier neemt de inkt denk ik minder makkelijk op. Ik hoop hiermee dan een betere afdruk te kunnen maken.
Echt meevallen deed het niet. Links lino 1 met inkt, rechtsonder een afdruk op papier en rechtsboven de afdruk van het papier op lino 2. Deze lino is inmiddels uitgesneden en vanmiddag ga ik dus eens proberen, met een andere kleur dan zwart, wat het resultaat hiervan gaat zijn.
Stiekem weer een aantal afdrukken gemaakt.
Nieuwe toegang FutureDome
Aan de Kloosterlaan ontdekte ik eerder deze week
een ‘nieuwe’ ingang voor de FutureDome.
Toegangsdeur tot het FutureDome-complex aan de Kloosterlaan in Breda. Door de deur heen zag ik een reeks oude boeken staan. Die trokken meteen mijn aandacht.
Als je dan nog een klein beetje meer afstand neemt
van de deur, dan levert dat een nog mooiere foto op:
Huis van bewaring, Kloosterlaan 172 in Breda.
Inspiratie door de FutureDome
Gisteren zag ik een reclamebord staan
bij een Bredase ondernemer die tapijten verkoopt.
Het gaat om een winkel die al heel lang bestaat
en die zich specialiseerd in tapijten uit het Midden-Oosten
maar ook in tapijten met moderne ontwerpen.
Ik vroeg me af of deze ondernemer zich heeft laten inspireren door de FutureDome (de voormalige Koepelgevangenis) in Breda.
Detail van de vorige foto. Zo ontdek je steeds weer nieuwe aspecten aan de FutureDome!
Nieuw naamplaatje in de FutureDome voor de Argusvlinder
Angkor Wat tiendaagse: dag 10
Letters op kaft
Vandaag was het zo ver: de eerste sessie met
kaften en folie.
Er zijn meerdere manieren om met de folie te werken.
Deze week heb ik een foliepen geprobeerd.
Een foliepen is een soort soldeerbout met verschillende
uiteindes. Die uiteindes kunnen verschillende vormen
hebben. Zeg maar van een scherpe punt tot bijvoorbeeld
een vlak, rond oppervlak of een kleine sierafbeelding.
De pen die ik geprobeerd heb is een relatief eenvoudige
met drie verschillende uiteindes. Daarvan heb ik er maar
een gebruikt.
Maar het begint met het maken van een ontwerp.
Ik wil de techniek leren dus het ontwerp in niet zo
belangrijk.
‘Argusvlinder’ is het ontwerp.
Dat ontwerp neem je over op een vloeipapier (zijdepapier). Dit is het papier waar je zo dadelijk met de warme foliepen overheen gaat. Onder het zijdepapier ligt dan de folie en daaronder het boekbindlinnen. In mijn geval is dat linnen op grijsbord geplakt. Bij een boek zou dit de boekkaft zijn.
Het vloeipapier met ontwerp zit vastgeplakt aan het grijsbord. Zo kan ik het optillen en zien wat het resultaat is. Dit vloeipapier heeft als nadeel dat er heel wat rek in zit. Daarmee ‘verschuift je ontwerp’. Hier zie je dat ik met een zilverkleurige folie ben begonnen om de vlinder te tekenen.
Met een blauwe folie heb ik daarna het woord ‘argus’ aangebracht. Er zijn verschillende soorten folie die bedoeld zijn voor verschillende ondergronden. Folie voor een grover leer is een andere folie dan folie voor papier of linnen.
Vervolgens heb ik de letter A ingevuld. Misschien had ik daar beter een ander uiteinde kunnen gebruiken. De puntige stiftvorm die ik gebruik brengt lijnen aan. Misschien dat een klein plat rond uiteinde beter was geweest. Maar ik ben niet ontevreden. De kleur van dit folie is een andere kleur blauw. Meer metallic en lichter blauw.
Hier heb ik ook op de vlinder meer kleur aangebracht. De foto’s zijn nogal vlekkerig dus heb ik thuis het zwarte linnen nog even ‘afgestoft’ en het nog eens op de foto gezet.
Volgende week echt letters proberen.