Auto-ongeluk

Vrijdag was ik bij een aanrijding betrokken.
Op de A58, terwijl ik naar huis reed (Eindhoven in de richting van Tilburg).
Die weg is sinds enige tijd drie baans tot aan Oirschot
Daar versmalt de weg weer naar twee banen en is daar bijna altijd filevorming.
Vrijdagavond rond 18:00 was er niet veel file maar ik moest wel afremmen.
De auto achter me zag dat te laat en klapte achter op de auto.
Met de moderne techniek van tegenwoordig
heb ik met mijn nieuwe telefoon een foto gemaakt van het kenteken
van de auto die op me reed.
Geen slechte kwaliteit foto overigens.





Voor de gelegenheid heb ik de foto geanonimiseerd. De foto is om 18:06 uur gemaakt.





Interieur Grote Kerk Breda: Sara Bisschop

In de veiling van de nalatenschap van Juliana komt een lot voor
dat ondertekend is met ‘Sara Bisschop’.
Waarschijnlijk gaat het om een afbeelding van het interieur
van de Grote Kerk in Breda.
Toen ik wat vragen stelde aan het veilinghuis Sotheby’s
ontving ik direct een afbeelding.
Die plaats ik hieronder want het is een mooie prent.
De ondertekening is ook duidelijk.

Eens kijken hoe dat gaat op zo’n veiling.





Sara Bisschop (1894 – 1992), waarschijnlijk gaat het hier om het Interieur van de Grote of Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk in Breda.






Ondertekend met Sara Bisschop.





The Mukden Incident, 18-19 september 1931

Deel twee vandaag van het artikel van Robert H. Ferrell.

Een aantal van de foto’s bij deze serie artikelen
zijn afkomstig van Xinhua. Dat is zeker geen onpartijdig medium.
Dat is niet erg maar je moet het wel even weten.
Veel van de onderschriften op de Chinese sites zijn onduidelijk.
Ze geven geen bron aan, vertellen net wie de maker is,
op welke precieze plaats de foto is gemaakt en wanneer.
Te veel foto’s verwijzen naar 18 of 19 september.
Terwijl een aantal foto’s zeker later zijn gemaakt.
Het gevolg daarvan is dat de foto-onderschriften
bij dit artikel niet meer zijn dan goed bedoelde pogingen.

Wikipedia

Xinhua of Xinhua News Agency is de officixc3xable staatspers van de Volksrepubliek China (VRC) en het grootste centrum in het land dat informatie verzameld voor persconferenties. Xinhua is xc3xa9xc3xa9n van de twee staatspersagentschappen, de andere is China News Service.







Japanse troepen trekken Shenyang binnen na het Mukden incident, 18 september 1931. Bron: Engelstalig artikel op Wikipedia over de Japanse invasie van Mantsjoerije











In het Journal of Modern History, een Amerikaans tijdschrift
dat een keer per kwartaal verschijnt,
schreef in de uitgave van maart 1955
de Amerikaanse historicus Robert H. Ferrell
een artikel over het Mukden-incident.
In deze logs neem ik het artikel integraal over.





Remake van een fax zoals die werd gemaakt door het Japanse Kwantung leger. Bron: Huanqiu.com





Younger officers of the army, many of whom came from poor country districts, were full of discontent and desire to purify the government and restore Japanese prestige in Manchuria. Conditions in both Japan and Manchuria hence were ready for an explosion, but not for years after September 18-19, 1931 did the truly conspiratorial nature of the Mukden Incident become known.
When the Lytton Commission, sent out by the League of Nations, investigated the incident in 1932, it could only repeat the Japanese description of a broken rail and fleeing Chinese soldiers, several of whom were shot and killed on the spot by a near-by Japanese patrol. The commission referred delicately in its report the xe2x80x9cthe eventsxe2x80x9d of the night of September 18 and xe2x80x9cthe so-called incidentxe2x80x9d, choosing to do no more than state the Japanese case with no comment as to its truth or untruth. One of the commissionxe2x80x99s American employees, Mr. Ben Dorfman, in 1934 wrote an article for Harperxe2x80x99s, pointing out the unlikely nature of the incident xe2x80x93 there was nothing really proved by the bodies of a few dead Chinese soldiers which the Japanese showed to foreigners visiting the scene of the explosion on and after September 23, and it was patently impossible for the Mukden express to have passed without accident over a 31-inch gap in the rail, as the Japanese claimed it did.
The express had indeed arrived and was standing safely in Mukden by 10:30 pm, which, according to the Japanese, was the precise moment when the explosion occurred. Writing about the Mukden Incident in 1936, Henry L. Stimson, who had been the American secretary of state at that time, ventured the comment that, in the light of what the Japanese did afterward, the incident itself so dwindled in importance as to suggest the probability that it never occurred in the first place. There the incidentxe2x80x99s historicity rested uncertainly until after the second World War and the Tokyo war crimes trial.
The great international trial in Tokyo, which began on May 3, 1946 and ended November 12, 1948, unfortunately received little attention in the Western press. Unlike the well-publicized trials at Nuremberg, neither the Tokyo proceedings nor exhibits have ever been printed by the participating governments. Almost any library of respectable proportions in the United States today boasts a set of the Nuremberg volumes, innumerable thick books covering altogether too much shelf space to please harassed librarians. The Tokyo material is available in only small number of mimeographed sets, scattered somewhat indiscriminately in the larger libraries across the country: the Library of Congress has a complete set, and I know of sets of varying completeness at Harvard, Yale, the University of Michigan, the University of California at Berkeley, the Hoover Library, and the Chicago Midwest Inter-Library Center. Each set, if complete, should contain 48.288 pages, and the exhibits should contain about an additional 30.000 pages. The material is not indexed, and, though the trial itself proceeded by xe2x80x9cphasesxe2x80x9d of a supposed conspiracy dating from 1928 to 1941, the phases were heard in court in such an overlapping fashion that they offer no key to getting at the material. The only certain method is to start from the beginning and leaf through, page by page. In 818 court sessions, 419 witnesses testified orally, and affidavits and depositions were taken from 779 other witnesses. There is an enormous amount of historical chaff in all this, but the student of American-Japanese relations in the years from the assassination in 1928 of the xe2x80x9cOld Marchalxe2x80x9d of Manchuria, Chang Tso-lin, to the attack on Pearl Harbor in 1941 will find the material of the highest value. The Japanese nation at the moment of the trial was probably at its lowest emotional level since the Meiji restoration, and it is safe to assume that, with the inaugural of a new Japanese government, there will not for a long time again be available such a quantity of frank Japanese confession.







De aangeklaagden in het International Militairy Tribunal for the Far East in de Ichigaya rechtzaal. In de bank van de oorlogsmisdadigers, eerste rij van links naar rechts: Generaal Kenji Doihara; Veldmaarschalk Shunroku Hata; Koki Hirota, voormalig premier van Japan; Generaal Jiro Minami; Generaal Hideki Tojo, voormalig premier van Japan; Takasumi Oka; Generaal Yoshijiro Umezu; Generaal Sadao Araki; Generaal Akira Muto; Naoki Hoshino; Okinori Kaga; Markies Koichi Kido.
Op de achterbank: Kolonel Kingiro Hashimoto; Generaal Kuniaki Koiso; Admiraal Osami Nagano; Generaal Hiroshi Oshima; Generaal Iwane Matsui; Shumei Okawa; Baron Kiichiro Hiranuma; Shigenori Togo; Yosuke Matsuoka; Mamoru Shigemitsu; Generaal Kenryo Sato; Admiraal Shigetaro Shimada; Toshio Shiratori; Teiichi Suzuki.
Bron: Engelstalig artikel over het IMTF





Nederlandse vertaling/samenvatting:
Jongere legerofficieren, vaak afkomstig uit armere districten,
waren ontevreden en wilde de regering zuiveren
en het prestige van Japan in Mantsjoerije herstellen.
De omstandigheden zowel in Japan als China, waren dus gereed
voor een explosie maar het zou nog jaren duren
voordat de samenzwering van 18-19 september 1931 bekend werd.
Toen in 1932 de Lytton commissie, uitgestuurd door de Volkerenbond,
het incident onderzocht, kon het alleen de Japan
se beschrijving
van de kapotte rails en vluchtende Chinese soldaten herhalen.
Een aantal van hen zouden door een Japanse patrouille
die ter plaatse was zijn doodgeschoten.
De commissie verwees in hun rapport delicaat
naar xe2x80x98de gebeurtenissenxe2x80x99 van de nacht van 18 september en
xe2x80x98het zogenaamde incidentxe2x80x99.
Daarmee herhaalde de commissie de Japanse versie van de gebeurtenissen
zonder opmerkingen over of dit de waarheid was of niet.
Een van de Amerikaanse medewerkers van de commissie,
Dhr. Ben Dorfman, schreef in 1934 een artikel in Harperxe2x80x99s,
waarin hij de onwaarschijnlijkheid van het verhaal
over het incident toelichtte xe2x80x93
er werd niets bewezen met een paar dode lichamen
van Chinese soldaten die Japan toonden bij bezoeken van buitenlanders
aan de plaats van de explosie na 23 september
en het was onmogelijk dat de Mukden Express
zonder ongeluk de plek gepasseerd kan zijn
waar een gat van 80 centimeter (31 inch = 78.74 centimeter)
in de rails was geslagen zoals de Japanners beweerden.
De Express was inderdaad veilig gearriveerd in Mukden
rond half elf xe2x80x99s avonds, wat het precieze moment was
volgens de Japanners waarop de explosie plaatsvond.
In 1936 schreef Henry L. Stimson,
Amerikaans minister van buitenlandse zaken in 1931,
over het Mukden Incident en gaf aan dat in het licht
van de activiteiten van de Japanners sinds het incident
die gebeurtenissen feitelijk onbelangrijk geworden waren
en suggereerde daarmee dat het misschien wel helemaal
nooit had plaatsgevonden.
Over de feitelijke gebeurtenissen bleef onzekerheid bestaan
tot na het einde van de tweede wereldoorlog en het Tokyo oorlogstribunaal.
Het grote internationale oorlogstribunaal in Tokyo,
dat begon op 3 mei 1946 en eindigde op 12 november 1948,
kreeg spijtig genoeg weinig aandacht in de westerse media.
In tegenstelling tot het tribunaal in Neurenberg
waarover uitgebreid werd geschreven,
werden er geen rechtbankverslagen of bewijsstukken uitgegeven
door de deelnemende regeringen (Argusvlinder: inclusief Nederland).
Bijna iedere zich zelf respecterende bibliotheek van enige omvang
in de Verenigde Staten is trots op zijn exemplaar van de Neurenberg verslagen,
ontelbare dikke boeken die meer ruimte in de boekenkasten innemen
dan het de bibliothecarissen lief is.
Het materiaal dat betrekking heeft op het tribunaal van Tokyo
is alleen in kleine aantallen beschikbaar gemaakt
door stencilmachines.
Het is beschikbaar in willekeurige, grotere bibliotheken in het land
zoals de Library of Congress.
Indien compleet omvat het 48.288 paginaxe2x80x99s
en het bewijsmateriaal omvat nog eens 30.000 paginaxe2x80x99s.
Het materiaal is niet gexc3xafndexeerd en hoewel het proces in stadia verliep
vanaf de veronderstelde samenzwering van 1928 tot 1941,
overlapten de stadia op het proces elkaar zoveel
dat de stadia geen leidraad geeft om het materiaal te bestuderen.
De enige manier is om het pagina voor pagina door te nemen.
In 818 zittingen, getuigden 419 ooggetuigen
en zijn er van 799 andere getuigen verklaringen afgenomen.
Voor iemand die de Amerikaans-Japanse relaties wil bestuderen
ligt er heel wat historisch kaf dat van het koren moet worden gescheiden.
Van de moordaanslag in 1928 op xe2x80x98de oude maarschalkxe2x80x99 van Mantsjoerije,
Chang Tso-lin (Zhang Zuolin) tot de aanval op Pearl Harbor in 1941
is er heel veel waardevol materiaal.
De Japanse natie was op het moment van het oorlogstribunaal
op het laagste emotionele niveau sinds de Meiji restauratie
en je kunt veilig stellen dat met de introductie
van de nieuwe Japanse regering, het nog lang zal duren
eer er weer zoxe2x80x99n aantal eerlijke Japanse bekentenissen zullen worden gedaan.





De aanslag op Zhang Zuolin op 4 juni 1928. Maar ik kan nu de bron van de foto niet achterhalen. Nog even navraag doen.









Het opgeblazen treinstel waar Zhang Zuolin in 1928 omkwam. Bron: Engelstalige Wikipedia-pagina over Zhang Zuolin




Kunstvaria

Een beeld van de wind,
een schilderij van wolken,
drie schilderijen van de mysterieuze Rene Magritte,
twee van de wispelturige Pablo Picasso,
drie schilderijen van Marc Chagall met zijn eigen beeldtaal.
In totaal 38 kunstwerken in waarschijnlijk de langste Kunstvaria
tot nog toe.
Vooral te danken aan een aantal zeer bijzondere veilingen
die eerder dit jaar plaatsvonden.


Agostino Brunias, Free women of color with their children and servants in a landscape, circa 1764 – 1796, oil on canvas.

Agostino Brunias is een Italiaans schilder die via Engeland
onder andere werkzaam was in de ‘West Indies’ (het Caribisch gebied).
Vrije, gekleurde vrouwen met hun kinderen en bedienden in een landschap.


Alberto Giacometti, Annette or Portrait d’Annette au pullover rouge, 1961, oil on canvas.

De portretten van Giacometti. Ik kan er geen genoeg van krijgen.
Zo intrigerend.


Alexander Calder, L’acrobate, 1928, wire sculpture on wooden base.

Calder kennen we vooral van zijn abstracte werken.
Hier een acrobaat, draadsculptuur op een houten voetstuk.
Leuk detail is dat hij het werk ‘gesigneerd’ heeft met draad.
Aan de voet van dit beeld is zijn naam te lezen, uitgevoerd met draad.


Blue glazed flask-form vase, Qianlong seal mark underglaze, 1736 – 1795.

Kijk eens naar de prachtig afgewerkt oortjes van deze vaas.


Carlos Luna, Catalina or La modista, 2010, oil on canvas.

Tweemaal Carlos Luna. Voor mij onbekend.
Olieverf op doek maar het lijkt wel grafitti.
De kleermaakster.

Carlos Luna, Horoscopo las estrellas, 2010, oil on canvas.


Carole Bayer Sager, Lavender blue, 2010, oil on linen.

Deze mevrouw schijnt een bekend schrijfster te zijn van muziek(teksten).
Vanhaar hand zijn onder andere “A Groovy Kind of Love”,
“That’s What Friends Are For”,”You Are My Life”.
Ik vind het gewoon mooi.


Chinese bronze ritual vessel, early Western Zhou dynasty, 11 century BC, Freer Gallery: F1938.20.


Christian Vincent, Waterfall, 2010, oil on canvas.


Eduardo Chillida, Peine del viento II, Wind comb II, 1959, iron.Windkam.


Edward Weston, Charis Wilson, Nude, 1936.


Eric Ravilious, Caravans circa 1930s, watercolor.


Eric Tillinghast, Water series #69, 2005, water, fabricated steel.

Op de grens van kunst en onderzoek.
Het is meer het idee dan dat er werkelijk iets plaatsvind (denk ik).
Zouden ze die plaatsen met water op het staal iedere dag bijgieten?
Maar water op een plaat van staal, al is hij nog zo dik,
op den duur heeft dit effect.
Dat wordt hier prachtig onderzocht.


Friedensreich Hundertwasser, Five men standing, 1951, watercolour, chalk and glue on paper.

Friedensreich Hundertwasser is niet de echte naamvan deze kunstenaar en architect uit Oostenrijk.


Georges Roualt, Paysage Biblique, circa 1953, oil on paper.

Je ziet niet zoveel werk van Georges Roualt.
Maar ik vind het steeds opniew geslaagd.
Een bijbels landschap.


Gunther Uecker, Mutation.

Werken van Uecker zijn altijd een plezier om in het echt te zien.
Door het spel met licht en vormen en de beweging van de toeschouwer
is het altijd spannend.


Hans Baldung Grien, Portrait of a young man, 1509.

Gestreng.


Hans Hartung, T1961-35, 1961, acrylic and pastel on canvas.


Jean Fautrier, Dark clouds, 1962, mixed media on paper laid down on canvas.

Een schilderij van wolken.
Heel bijzonder.
In de Nederlandse landschappen zie je veel wolken.
We zijn dus wel wat gewend.
Heel af en toe lijkt het op de Hollandse landschappen dat de wolken
de voornaamste rol spelen op een dergelijk schilderij.
Maar zo openlijk. Zo duidelijk als hier.


Julio Gonzalez, Masque ombre et lumiere, circa 1930, iron.

Dit is misschien wel de grootste vondst in deze kunstvaria.
Zo schijnbaar eenvoudig.
Zo effectief.


Kader Attia, Untitled, 2010.

Kijk maar eens goed naar deze muurschildering.


Karel Appel, Birds over the Red Sea.

Dit schilderij is de avatar van mijn Twitter-account @Kunstvaria
en de achtergrond van de berichten.


Marc Chagall, Bethsabee, 1965, oil on canvas.

Marc Chagall, David, 1961 – 1963, oil and ink on canvas.

Marc Chagall, La musique, 1967, oil on canvas.


Marlene Dumas, Equality.


M. F. Husain, Battle of Ganga and Jamuna: Mahabharata 12, 1971, oil on canvas.

Kunst uit India.


Milton Avery, City harbor, circa 1930, gouache on black paper.


Moctezuma Headdress.

We kennen hem wellicht beter onder de naam Montezuma.
Het is de Azteekse leider van de Amerikaanse inlanders
die als eerste in contact kwam met de Spanjaarden.


Pablo Picasso, Fontainebleau, 1921, oil on canvas.

Pablo Picasso, Portrait D’ Olga, 1923, oil on canvas.


Paul Gauguin, Crouching Tahitian woman, 1901 – 1902, traced monotype print.


Rembrandt Harmensz. van Rijn, Rembrandt laughing, 1627 – 1628, oil on copper.

Ik weet niet zeker wie hier het hardst lacht.
Rembrandt (maker?), Sotheby (veilinghuis), Noortman (Kunsthandelaar),
of de eigenaar…….Maar goedgekeurd door het Rembrandtproject.


Rene Magritte, La Joconde, 1960, oil on canvas.

La Joconde (Frans) kennen we ook als La Gioconda (Italisaans)
of de Mona Lisa.
Op het web vond ik nog het volgende gedicht van Mark Young:

Vrij vertaald:
Da Vinci zou blij zijn dat Magritte er in is geslaagd
de geheimzinnige glimlach zo goed vast te leggen.

Rene Magritte, Le maitre d’ecole, 1955, gouache on paper.

Rene Magritte, Les tambours de la mort, 1965, gouache on paper.

Seated Buddha Mathura, Uttar Pradesh, India, Kushan dynasty, circa 150 – 175 CE, red sandstone.

Mathura is de streek waarvan dit beeld komt.
Samen met beelden uit Gandhara vormen dit de eerste
volledige ‘vrijstaande’ beelden van Buddha in India.


Suzuki Harunobu, Daruma and a young woman in the rain, 1765.

Daruma is een Boedistische leermeester.


Doortwitteren – Retweet

Omdat ik nu ook zo’n uitgebreide telefoon heb,
van mijn werkgever, waarmee je ook kunt Twitteren enzo,
volg ik natuurlijk een aantal belangrijke Amerikaanse
musea en dat is bijna een dagtaak.
De berichten vliegen je om je oren en overdag heb ik geen tijd
om die berichten te bekijken.
In de avond loop ik dan een aantal van die berichten door
die allemaal door dezelfde Amerikaanse markteer zijn gemaakt.
Alles is prachtig, uitdagend, wonderful, unique enzovoort.
En daar zit natuurlijk een probleem met Twitter.
140 karakters is te beperkt voor een inhoudelijk bericht.
De meeste berichten die ik zie zijn dan ook alleen verwijzingen
naar sites waar wel een (uitgebreid) verhaal staat.
Maar al de Retweets zorgen alleen voor meer ruis op de lijn.
Meer berichten, weinig inhoud, niet altijd interessant.





De leeuw valt de stier aan, een hyena kijkt toe. Symboliek te over: Attributed to Sultan Muhammad, Lion attacks the bull and a hyena watches, Iran, Tabriz, Safavid period, circa 1525, opaque watercolor, ink and gold on paper (F1996-2).





Soms zitten er echt pareltjes tussen.
Die ‘retweet’ ik dan.
Maar daar heb je als volger van mijn weblog weer niets aan.
Bovndien houdt het mij af van het schrijven van een log.





Degene die de troon bedreigt,ordt op het hoofd geslagen: Shahnama or The Book of Kings, attributed to Sultan Muhammad.





Daarom dat ik nu op mijn weblog je wil verwijzen naar
de website van de New York Times en de Freer / Sackler Gallery.
De Sackler Gallery heeft een tentoonstelling met Iraanse miniaturen.
Niet zo bekend in het Westen maar niet minder mooi.
Helaas kan ik er geen volledige afbeeldingen van krijgen.
Je zult dus zelf moeten gaan kijken naar de site.
De zogenaamde Shahnama is een boek of eigenlijk een tekst
die door de jaren heen steeds weer opnieuw
in een al dan niet geillustreerde vorm, wordt uitgegeven.
Steeds handwerk, de boekdrukkunst bestaat nog niet.
Er bestaan slechts een beperkt aantal van deze boeken.





Elegante toeschouwers: Shahnama or The Book of Kings, attributed to Sultan Muhammad.





New York Times artikel

Freer and Sackler Galleries

Geschiedenis van de kunst

Nog een andere manier om de geschiedenis van de kunst
weer te geven.
Paul Giovanopoulos heeft heel veel van zijn werk er aan gewijd.
Je kunt twisten over de kwaliteit van zijn werk maar
onderstaand beeld levert wel een quiz op.


Paul Giovanopoulos, Mona Lisa A, Mona Lisa B, 2004, detail, acrylic on canvas, One of two panels.


Ik heb een eerste poging gedaan. Wie heeft betere of aanvullende suggesties?


 

The Estate of Queen Juliana of the Netherlands

Niet alle stukken op de aankomende veiling van de erfenis van Juliana
zijn topwerken. Waarom doe je ze anders weg.
Maar dat wil niet zeggen dat een groot aantal voorwerpen
niet heel erg de moeite waard zijn om te bekijken.
Dat heb ik dan alvast gedaan via het web
en ik laat hieronder een aantal bijzondere of opmerkelijke stukken zien.


Ik heb een zwak voor kamerschermen. Op de veiling zijn er heel wat te koop. Dit is een bijzonder scherm door het aardewerk dat in het scherm is opgenomen. A Dutch marquetry, rosewood and porcelain, four leaf screen, Grand Bazar Royal, The Hague, circa 1886.

Marquetry is de term voor het versieren van voorwerpen met
fineer (dunne laagjes hout).


Andreas Schelfhout, 1787 – 1870, Sailing vessels in choppy waters, watercolour and brown ink over black chalk on paper.

Sotheby’s heeft er voor gekozen om bij de voorwerpen niet
het jaartal te vermelden.
Waarschijnlijk omdat dit van veel voorwerpen niet bekend is.
Dit schilderij heb ik hier opgenomen omdat Andreas Schelfhout
een bekende Nederlandse schilder is en het in dit geval
ook nog eens een typisch ‘Nederlands’ tafereel betreft.
De term ‘Choppy’ staat voor ruw water.


Antonie Lodewijk Koster, 1859 – 1937, Peasants at work on a bulb field, oil on canvas.

Wederom een typisch Nederlands tafereel.
Ik ben benieuwd wat de overwegingen bij de selectie van de voorwerpen
precies geweest zijn.
Ik heb nog niet vaak bollenvelden gezien op schilderijen.
En dit schilderij is nog eens mooi ook.


A Sevres-style porcelain, blue ground, amorous tete-a-tete, late 19 th centrury.

De veiling omvat heel, heel veel serviesgoed.
Dit is zomaar een willekeurige selectie.
Naast serviezen zie je ook heel veel oude stoelen, klokken,
zilver (bestek en anders), glas, tafels, kasten enz.

Sevres-style porcelein is afkomstig van een fabriek in Frankrijk.
Hier betreft het een imitatie.
Een serviesje met afbeeldingen van verliefde stelletjes.


A silver miniature horse and carriage, possibly 18 th century.

Ik vond het een grappig gezicht.
Al krijg ik de indruk dat het kwalitatief niet zo hoogstaand is.
Maar de veiling heeft hele series miniaturen.
Leuk voor verzamelaars.


Al kreeg ik het cadeau. Sommige voorwerpen zijn werkelijk kitsch. A small Austrian bronze horseshoe shaped desk timepiece, circa 1880, Gebr. Robeck Wien.

Gebr. Robeck, Wien….. ik kom ze niet tegen op het internet.
Ik vermoed dat er niet heel diepgaand onderzoek is gedaan naar de voorwerpen.
Tenslotte is de opbrengst voor goede doelen
en ik denk dat men de kosten heeft willen beperken.


Barend Cornelis Koekkoek, The reapers, 1847, watercolour and brown and grey wash over pencil on paper.

Er zijn ten minste twee werken van Koekkoek aanwezig op de veiling.
De maaiers (met de zeis).


Charles Chaplin, niet de komisch acteur maar de Franse schilder, A lady with a guitar, 1825 – 1891, watercolour and chalk heihtened with white on paper.


Over kitsch gesproken: Charles Landelle, 1821 – 1908, A portrait of a gypsy woman, oil on canvas.

Charles Landelle staat bekend om zijn ‘portretten’ van vrouwen
in verleidelijke poses.


George Edward Horton, 1859 – 1950, The ministers house Rotterdam, watercolour on paper.

Horton is een redelijk bekende Engelse schilder die zowel in Engeland
als in Nederland regelmatig schilderde.
Jammer genoeg is het hier een waterverfschilderij.
Die worden over het algemeen lager gewaardeerd op veilingen.
Mooi werk.


Hendrik Savrij, 1823 – 1907, A peasant with cattle on a sunlit meadow, oil on canvas.


Hendrik Willem Mesdag, 1831 – 1915, A sailing vessel on ice flows, watercolour on paper.

Ook een waterverfschildering.
Deze keer van Mesdag.
Een schip maar vanuit een interessant perspectief.
Best een mooi werk alleen, en je kunt dit zien
bij meer werken, aan de randen verkleurd.
Waarschijnlijk is dit het gevolg van het feit
dat het werk in een lijst heeft gezeten.
Ik vraag me af of je dat nog kunt herstellen?


Gewoon grappig: Jan Bonket, A Dutch miniature baby walker, Amsterdam 1774.

Regelmatig stuitte ik op voorwerpen waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde.
Een zilveren baby rollator.
Jan Bonket is een bekende Nederlandse zilversmid
en gespecialiseerd in miniatuurvoorwerpen.
Werk van hem is te zien in het Rijksmuseum.


Johannes Anthonie Balthasar Stroebel, 1821 – 1905, The Petition, oil on canvas.

Stroebel is maker van een groot aantal Hollandse interieurs.
Mooi werk.


Mari Ten Kate, 1831 – 1910, A Javanese girl tending to her dog, oil on canvas.

Ik heb dit werk en het volgende speciaal gekozen omdat het me opviel
dat zo weinig werken van of over de kolonieen op de veiling te koop zijn.
Dat geldt zowel voor Indonesie maar zeker voor Suriname.
Naast deze twee werken hier en daar een meubelstuk.

Mari Ten Kate, 1831 – 1910, A Javanese household, watercolour and pencil heightened with white on paper.


Pair of Chinese Famille Rose porcelain, baluster vases with cover, Qing Dynasty, 19th century.


Pieter Alardus Haaxman, 1814 – 1887, Kenau Simonsdochter Hasselaer on the city walls of Haarlem, oil on canvas.

‘Vaderlandse geschiedenis’, ook dat is niet sterk vertegenwoordigd.

Dit is een van de uitzonderingen.

Wikipedia

Kenau Simonsdochter Hasselaer (1526-1588/1589) was een scheepsbouwer en houthandelaar die vooral bekend is geworden door haar felle verzet bij de verdediging van Haarlem tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Toen Kenau geboren werd, was haar vader, Simon Gerritszoon Brouwer, burgemeester van Haarlem. Haar zwager was Hadrianus Junius, de lijfarts van Willem van Oranje. Tijdens het ‘Beleg van Haarlem’ leverde ze scheepshout voor schepen die via het Haarlemmermeer in verbinding stonden met de Prins.

Volgens sommige ooggetuigenverslagen van Duitse huursoldaten vocht ze zelf actief mee tegen de Spanjaarden. Zo zou ze aan het hoofd staan van 300 vrouwen die met kokend water, brandend stro en gesmolten pek vanaf de stadsmuren de vijand van zich afhield. Hooft schijnt soortgelijke verhalen hierover gebaseerd te hebben op gesprekken met haar neef, Pieter Dirksz. Hasselaer. Volgens Hooft was ze niet bang om met spies, geweer en degen tegen de vijand te strijden. De vrouwen vochten volgens hem actief mee omdat ze wisten hoe de Spanjaarden waren omgegaan met de vrouwen in andere veroverde steden. Hierdoor is de mythe om haar persoon ontstaan. Volgens sommige historici is echter niet vast te stellen dat ze daadwerkelijk meevocht. In een in 1586 geschreven verzoekschrift aan de burgemeesters, schepenen en vroedschappen van Haarlem zinspeelde Kenau hier zelf niet op, hoewel ze wel aangaf dat ze als een goede patriot had meegeholpen aan de verdediging van de stad.


Salomon Leonardus Verveer, Figures in a Dutch fishing town, 1851, watercolour, chalk and wash, heightened with white on paper.


Dit is een detail van de linker bovenhoek van het werk van Salomon Verveer. Dat lijkt me niet echt de bedoeling.


Samual Klinkenberg, An oak figure of an uhu, circa 1920.


 

De erfenis van Juliana en de relatie met Breda

Afgelopen vrijdag stonden er twee artikelen
van de hand van Leo van Nierse
in BN/De Stem over de veiling die binnenkort wordt gehouden
van een deel van de erfenis van Juliana.
Beatrix en haar zussen laten een deel veilen voor goede doelen.
Tussen de te veilen voorwerpen zitten drie voorwerpen
die betrekking hebben op Breda.
Daar gaat dit log dus over.


Johannes Bosboom, Grote Kerk te Breda met het Grafmonument van Engelbert II van Nassau, 1852, watercolour and pencil heightened with white on paper.


Johannes Bosboom, 1817 – 1891, De Grote Kerk Breda, watercolour and black chalk heightened with white on paper.



Heinrich Martin Krabbe, On the market, 1894, Volgens het artikel in BN/De Stem: De Botermarkt in Breda, oil on canvas.


 

Het Mukden Incident volgens Herge: Kuifje, De Blauwe Lotus

Het verhaal ‘De Blauwe Lotus’ is een stripverhaal van Herge.
Het verscheen in 1936 in een zwart-wit uitgave en later,
in 1946, in kleurendruk.
Het Mukden Incident wordt niet met naam genoemd maar
een deel van de verhaallijn vertoont erg veel overeenkomsten
met de werkelijke gebeurtenissen.


De omslag van De Blauwe Lotus door Herge.


De tekenstijl van Herge wordt ‘de klare lijn’ genoemd. De stijlkenmerken zijn goed af te leiden van de tekeningen in bijvoorbeeld dit album.


De ‘Mukden’-verhaallijn begint met een telefoontje van een Japanse minister (excellentie) met een Japanse spion/drugsdealer in China. Eerst gaat het over Kuifje.


In hetzelfde geprek krijgt de spion vervolgens zijn opdracht en worden de propagandamogelijkheden besproken.


Kuifje is een vreemde zaak op het spoor en weet dat samenzweerders zullen samenkomen in een opiumkit met de naam De Blauwe Lotus. Kuifje mengt zich tussen de bezoekers.


Als de samenzweerders binnen zijn stelt Kuifje zich strategisch op zodat hij het gesprek kan afluisteren.


Kuifje volgt de samenzweerders en ziet hen aan het werk gaan.


Wat de samenzweerders precies uitvoeren is onduidelijk.


Plots doet er zich een explosie voor.


De samenzweerders zijn tevreden met hun resultaat.


De Japanse spion brengt het gezag op de hoogte van het opblazen van de spoorlijn en legt de schuld bij ‘de Chinese bandieten’.


De ‘social media’ van die tijd: telefoon, telegrafie en radio, doen hun werk.


De politici grijpen hun kans.


Japan ‘reageert’ door heel Noordoost China te bezetten…


…en melken het incident zo goed uit als ze kunnen.


Geen middel of platform blijft onbenut.


Het is niet moeilijk parallellen te zien naar de berichtgeving
van onze socal media: televisie, twitter en facebook.

The Mukden Incident, 18-19 september 1931

In deze blog het eerste deel van het artikel van de Amerikaanse
geschiedkundige Robert H. Ferrell over het Mukden Incident.
Dit artikel verscheen in maart 1955 in het Amerikaanse tijdschrift
voor moderne geschiedenis.

Het artikel kan men naast op mijn weblog ook nalezen op de volgende site:
Japanse site (?)

Op mijn weblog herhaal ik de Engelse tekst volledig
en vervolgens vertaal ik de tekst in het Nederlands.
Ik probeer zoveel mogelijk de tekst te illustreren
met foto’s uit die tijd.
Ik probeer de bron te vermelden en te achterhalen
wat je nu precies op de foto’s ziet.
Omdat de meeste foto’s van Chinese websites komen,
is dat niet eenvoudig.
Sommige van de foto’s zijn in scene gezet door de Japanners
na het incident en de geweldadigheden.
Een deel is met propaganda doelen in gedachten gemaakt.
Indien iemand foto’s heeft, bronvermeldingen kan toevoegen
of op een andere manier kan bijdragen, dan houd ik me aanbevolen.





Robert H. Ferrell The Mukden Incident, Journal of Modern History, March 1955.





The Mukden incident: September 18-19, 1931.
Robert H. Ferrell

On the night of September 18, 1931 Chinese soldiers allegedly blew up a portion of the track on the South Manchurian Railwayxe2x80x99s main line several miles north of Mukden. Troops of the Japanese Kwantung army, acting in what was later claimed to be self-defense, that night began an occupation of cities and towns along the line of the railway, which soon extended to all of Manchuria. Although the Chinese government appealed to the League of Nations under the provisions of the Convenant and to the United States government under the Kellogg-Briand pact and the Nine-Power Treaty, Japan in 1932 established the puppet government of Manchukuo and the following year withdrew from the League. Nothing short of full-scale war would have persuaded the Japanese to give back Manchuria to China. China could not get it back herself xe2x80x93 the Nationalist armies were too weak even to keep order in China proper xe2x80x93 nor were any of the great powers of the West, including the United States, eager to fight Japan during the worst years of the Great Depression. The Japanese conquest was not recognized by most of the powers, but nothing more serious occurred.
To Western observers at the time and afterward it did seem that 31 inches of steel rail was hardly sufficient excuse for seizing a rich Chinese province larger than the American state of Texas. The Japanese never claimed that the Mukden Incident was their sole reason for action. Japanese publicists had already compiled a total of hundreds of provocative incidents in Manchuria and China during the period prior to September 18, 1931; and, for the benefit of Americans, they quickly recalled how similar provocations in the Caribbean had brought swift intervention by the United States marines. Among fair-minded students there never was any doubt that the Chinese during and after the Nationalist revolution of 1925-1928 had needlessly irritated the Japanese on a good many occasions, and if each irritation in itself had been only a pinprick, it was still a case where a thousand pinpricks equalled a slash of the saber. Provocation of course, was not altogether one-sided, for Japanese troops and civilians were seldom noted for their tact and careful behaviour. By the late summer of 1931, sino-Japanese relations had deteriorated dangerously. Japanese newspapers were regaling their readers with the xe2x80x9cNakamura butchery casexe2x80x9d, in which a captain of the Japanese Army had been apprehended by the Chinese and shot while engaged in plainclothes reconnaissance of an out-of-the-way region of Manchuria. Anti-Chinese riots in Manchuria, had increased the tension. A Chinese boycott of Japanese goods did not help matters. In Japan economic conditions among the peasantry were becoming desperate, and the Tokyo government was doing little for the farmer; there was rumor, moreover, of corruption and scandal among high government officials.







Intocht Japanse leger 18/09/1931. Bron van de foto.





Nederlandse vertaling/samenvatting:

In de nacht van 18 september 1931 zouden Chinese soldaten
een deel van het spoor van de belangrijkste lijn
van de South Manchurian Railway,
even ten noorden van Mukden, hebben opgeblazen.
Japanse troepen die gelegen waren in Mantsjoekwo
grepen xe2x80x98uit zelfverdedigingxe2x80x99 in door steden en dorpen
langs de spoorlijn te bezetten.
Al snel was heel Mantsjoekwo bezet.
Ondanks het beroep van de Chinese regering op de Volkenbond,
met verwijzing naar het Kellogg-Briand verdrag
en de Nine-Power Treaty,
vestigde Japan in 1932 een marionettenregering in Mantsjoekwo.
Het jaar daarop trok Japan zich terug uit de Volkenbond.
Alleen een oorlog op grote schaal zou Japan er toe kunnen dwingen
de bezetting op te geven.





Japanse artillerie vernietigd Beidaying, 18/09/1931. Bron van de foto: Chinese Wikipedia.




China kon het gebied niet zelf heroveren
en de grote naties ondernamen geen actie.
De meeste landen erkenden de bezetting niet maar verder gebeurde er niets
(en kon Japan zijn gang gaan. Argusvlinder).
Volgens Westerse waarnemers, op dat moment en later,
was 80 centimeter verwrongen stalen spoorlijn
geen excuus om een rijke Chinese provincie,
groter dan de Amerikaanse staat Texas, te bezetten.
Japan heeft nooit verklaard dat het Mukden incident
de enige reden was voor de actie.
De Japanse media hadden gepubliceerd over honderden provocaties
in Mantsjoekwo en China gedurende de aanloop naar 18 september 1931.
Om de Amerikanen aan hun zijde te krijgen werd gewezen
op vergelijkbare provocaties in het Caribische gebied
waarop de VS snel had ingegrepen.
Onder weldenkende studenten werd nooit getwijfeld
dat China tijdens en na de Nationalistische revolutie van 1925-1928,
meer dan eens Japan onnodig had gexc3xafrriteerd.
Al waren de provocaties slechts speldenprikken,
1000 speldenprikken zijn als een slag met een sabel.
Natuurlijk kwamen de provocaties van beide kanten.
Japanse soldaten en burgers stonden niet bekend om hun tact
of voorzichtig optreden.





Zogenaamd bewijs voor de ‘Chinese’ aanval: twee bielzen, hoofddeksels en een geweer. Bron van de foto: dezelfde Chinese Wikipedia pagina.




Laat in de zomer van 1931 waren de verhoudingen tussen China en Japan
gevaarlijk verslechterd.
Japanse kranten schreven over de xe2x80x9cNakamura butchery casexe2x80x9d,
een zaak waarbij een Japanse legerkapitein,
die in burger op onderzoek was in een uithoek van Mantsjoekwo,
opgepakt was door China en gexc3xabxecuteerd.
Anti-Chinese rellen in Mantsjoekwo braken uit
en verhoogden de spanningen.
Een Chinese boycot van Japanse goederen
ten tijd
e van een economische crises hielpen niet.
Door de Japanse economie waren de boeren in Japan radeloos
en de Japanse regering hielp hen niet;
er waren zelfs geruchten over corruptie en schandalen
rond hoge regeringsfunctionarissen.





Japanse remake aan de aanval op Mantsjoerije, 1931. Bron: een Chinese foto site (?)





Kunstvaria





Ann Shostrom, Rose nebula, 2010, cotton, chiffon, lace, dyes and embroidery.

De ‘Rose nebula’ is een sterrenstelsel, ver van ons vandaan.
Hier krijgen we een beeld van dit stelsel met hoofdzakelijk textiel.
De ‘harde’ wetenschap en het ‘zachtere’ naaldwerk.





Attributed to Hasegawa Togaku, Waves and rocks, Momoyama period, first half of the 17th century, Pair of six-panel folding screens, ink and color on gold leaf.






El Anatsui, Crumbling wall, 2000.

Wat ik van deze ‘Verkruimelende Muur’ begrijp is dat hij is opgebouwd
uit platen staal. Die gaan natuurlijk roesten en ze vergaan
net als sommige (oude) muren.





Firm of Carl Faberge, Icon with Our Lady of Kazan, Moscow, 1890 – 1900, wood, tempera, silver, gold, rose-cut diamonds, sapphires, emeralds, rubies, pearls, enamels.






Marco Casentini, Landscape in red, 2010, acrylic and plexiglass on canvas.






Pablo Picasso, La lecture, 1932.






Ray K. Metzker, Frankfurt, Man in canoe, 1964, gelatin silver print.






Ruby Sky Stiller, No title (Wall relief, Open mouth), 2010; acrylic. resin. foam. polymer. adhesive and pigment.



Ruby Sky Stiller, No title (Wall relief, Small square face), 2010; acrylic. resin. foam. polymer. adhesive and pigment.






Zeng Xiaojun, Tree study no 4, 2009, ink on paper.




Gouden wafels

Van mijn Chinese collega kreeg ik een doos
‘Golden Rolls’, goudgele, opgerolde, overheerlijke wafels.





Gouden wafels: Golden Rolls. Van de doos alleen al krijg je zin en zo’n wafel.





Kijk eens goed naar de doos…….
zijn dat soms Argusvlinders?
Ik denk het niet, die zijn niet zo uitbundig van kleur maar
met een beetje fantasie zijn dit natuurlijk Argusvlinders!





Argusvlinders en Golden Rolls.





Caldic collectie

De kleuren van de omgeving.
Op de tentoonstelling Caldic Collectie in de Kunsthal in Rotterdam
viel het me op.
De enorme grote rol die de omgeving
en dan met name de kleuren van die omgeving,
spelen bij het tentoonstellen van kunstwerken.

Nederland hangt vol met de poster met de tekst ‘I promise to love you’.
Een gitzwarte foto met in neon de tekst in een hart.



In Rotterdam hangt dit werk echter tegen een witte muur.
Ik vermoed dat bij de tekst ‘I promise to love you’
Tracy Emin meer een ‘Roxanne’ in gedachten had
dam een reine maagd.

Songtekst van het nummer ‘Roxanne’ van Sting:

Roxanne
You don’t have to put on the red light
Those days are over
You don’t have to sell your body to the night

Wat overblijft is een neon kunstwerk, gemaakt in 2007,
door een kunstenares die veelvuldig de roddelbladen haalt.
De techniek is al te vaak gebruikt, de kunstenares niet serieus.
Ik zou het niet gekocht hebben.


Er is naast een uitgebreide catalogus ook een klein boekje beschikbaar om de tentoonstelling door te komen.


Jean-Marc Bustamante, Empty cages, 2003.

Lege kooitjes.
Deze foto is niet van de organisatie maar heb ik op het web gevonden.
Hij is wel van de tentoonstelling want daar stond dit werk
in een ruimte waar de muren ongeveer dezelfde kleuren hadden
als de kooitjes.
In de originele opstelling waren de kooitjes omringd
door foto’s van het uitgaansleven (volgens het boekje).
Drukke foto’s in felle kleuren kan ik me zo voorstellen.

Bijzonder is dat de tralies van het breekbare materiaal glas zijn.

Door het ontbreken van de originele foto’s en de kleur van de omgeving
ontstaan heel andere associaties.
Nu geen tegenstelling drukte – stilte maar het vervagen van het begrip kooi.


De werken die mij het meest aanspraken waren:

Berlinde de Bruyckere, Per Benedetto, 2009
Jean-Mar Bustamante, Empty cages, 2003
Tonny Cragg, Blue Horn (Axt), 1982
Ad Dekkers, Relief met afgeschuinde blokjes, 1964
Wim Delvoye, Cabinet, 1990
Stan Douglass, Hastings Park, 16 Juliy 1955, 2008
Bernard Frize, Organise, 2005
Rodney Graham, Lighthouse keeper with lighthouse model 1955, 2010
Tom Hunter, The way home from ‘Life and death in Hackney’, 2000
Anselm Kiefer, Karfunkelfee, 2008
Yayoi Kusama, Pumpkin, 2009
Ernesto Neto, Paff (turmeric), 1997
Bridgit Riley, Out there, 2004
Jan Schoonhoven, R 72-73-M-2, 1973
Sam Taylor-Wood, Sigh, 2008
De James Turrel heb ik helaas niet gezien.
Levi van Veluw, Sterling wood, 2008
Robert Zandvliet, Pyramide de cranes, 2008

Van een aantal van deze werken stelt de organisatie foto’s ter beschikking.
Die zijn hier dan ook te zien.
Aangevuld met foto’s van het web.

Helaas geen foto’s van het werk van Sam Taylor-Wood.
Deze grote videoinstallatie laat leden van een orkest zien,
het BBC-orkest, die in hun normale kleren,
een speciaal voor deze installatie geschreven werk spelen.
Het werk is geschreven door Ann Dudley (Art of noise).
Het orkest ‘speelt’ het werk zonder instrumenten.
Het betere luchtgitaar werk.

Een kleine indruk.

Ze doen dat geprojecteerd op 8 schermen die in Rotterdam
in een soort circel zijn opgesteld waar je als toeschouwer tussendoor kunt lopen.
Op 1 scherm, aan het hoofd van de opstelling,
staat de dirigent te dirigeren.
De muzikanten playbacken perfect op de muziek en als toeschouwer
kun je de verschillende partijen goed volgen.
Het treft mij bij live-uitvoeringen van klassieke muziek altijd
dat je de fysieke dynamiek van de muziek niet meekrijgt als je naar
een CD luistert. Zelfs niet als je naar een DVD kijkt.
Maar nu sta je midden in het orkest.
Ontdaan van alles wat kan afleiden.


Anselm Kiefer, Karfunkelfee, 2008, Gold paint, chemise, jesmonite, snake, bramble, concrete, acrylic, oil, emulsion, ash, shellac on canvas in steel and glass frame.

Ik was blij een werk van Kiefer te zien.
De komende tijd zal enorm veel kritiek in Nederland losbarsten
vanwege het werk dat hij oplevert aan het Rijksmuseum.
Het zou moeten gaan over Rembrandt en we weten nu al,
zonder dat we het gezien hebben,
dat het over Van Gogh gaat.
Ik stel voor dat we het werk eerst eens bekijken.
Bekijk ook eens de uitzending van 10 oktober 2010 van
Het uur van de wolf op Uitzending gemist.

Anselm Kiefer, Karfunkelfee (detail), 2008.


Bridget Riley, Out There, 2004.


Folkert de Jong, The last thinker, 2010, fotograaf Aatjan Renders.


Stan Douglas, Hastings Park, , 16 Juliy 1955, 2008.


Thomas Ruff, Substrat 13l, 2003.


Tracey Emin, I promise to love you, 2007.


 

Wim Oepts

Een van de vier tentoonstellingen in de Kunsthal in Rotterdam
gaat over het werk van Wim Oepts.
Wie?! Wim Oepts.

Ik had van deze schilder nog nooit gehoord,
laat staan dat ik een werk van hem gezien had.
En gezien de beperkte aanwezigheid van informatie over deze kunstenaar
op het internet ga ik er van uit dat niet veel mensen hem kennen.
De Kunsthal stelt voor de pers 3 werken ter beschikking
en die zie je dan ook in deze blog.
Prachtige kleuren, gestyleerde afbeeldingen maar
het blijven figuratieve werken.
Ik ben heel blij verrast.

 

Wikipedia

Wim Oepts Willem Anthonie Oepts (1904 – 1988) was een Nederlandse kunstenaar, bekend door de vele geabstraheerde en zonovergoten landschappen die hij na 1945 schilderde. Vanaf 1935 woonde hij voornamelijk in Frankrijk. Oepts was een uitgesproken colorist.
Biografie Als kunstenaar was Oepts een autodidact; hij bezocht als jongen de ambachtsschool en volgde een opleiding tot machinetekenaar. Aanvang jaren ’20 begon hij daarnaast “vrij” te tekenen; hij maakte vooral hout- en linoleumsnedes. In 1924 trok zijn werk de aandacht van de bekende schilderes Charley Toorop, die hem onder haar hoede nam en introduceerde bij haar vriendenkring (o.a. John Radecker, Gerrit Rietveld, Kurt Schwitters, Adriaan Roland Holst). Toorop moedigde de jonge Oepts aan met olieverf te gaan werken. Dit wordt voortaan zijn medium. Tot ongeveer 1935 maakt hij voornamelijk donkergekleurde straatscenes en stadsgezichten van Amsterdam, de stad waar hij toen woonde.Bezoeken aan Parijs brengen Oepts in contact met veel lichtere schilderstijlen; vooral het werk van Andre Derain en Pierre Bonnard spreekt hem aan. In 1939 vestigt hij zich met zijn Franse vrouw Marthe in Parijs. Hij volgt daar lessen van Othon Friesz, die vooral de nadruk legt op het samenspel van kleuren in een schilderij. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wijkt Oepts uit naar Engeland, waar hij bij de Nederlandse regering in Londen als ‘war artist’ aan de slag komt. Vandaar neemt hij in 1944, als militair, deel aan de invasie op het vasteland van Europa. Hij maakt o.a. illustraties voor het legerblad Pen Gun en het illegale Vrij Nederland. In 1958 krijgt Wim Oepts de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 voor zijn activiteiten tijdens de oorlog.In 1946 keert Oepts terug naar Frankrijk. Hij leidt daar een teruggetrokken bestaan, mijdt de publiciteit en heeft weinig contacten met de kunsthandel of met andere kunstenaars in Parijs. Hij concentreert zich nu geheel op zijn schilderwerk. ’s Zomers tekent hij veel in het zuiden, vooral in Saint-Tropez, ’s winters verwerkt hij zijn schetsen in zijn atelier te Parijs tot schilderijen. Hij kent jaren van grote armoede. In Nederland is het in de ‘officiele’ kunstwereld al abstractie wat de klok slaat; werk dat als ‘figuratief’ wordt bestempeld, wordt niet bekeken. In Frankrijk heeft niemand van deze buitenlander gehoord. Pas vanaf de jaren ’60 gaat het wat beter, doordat Nederlandse verzamelaars Oepts’ werk gaan kopen.De Franse landschappen van de ‘volwassen’ Oepts zijn meestal direct herkenbaar door de “aan de vroegere houtsnijder herinnerende” opbouw van de compositie in contrasterende vlakken en door het eigenzinnig kleurgebruik. Zo kan Oepts het felle zuidelijke licht weergeven door de hemel groen te kleuren en gebruikt hij in later werk vaak ook zwart als kleur. Het zijn schilderijen met een heel eigen karakter, Oepts hoort niet tot een ‘school’, hoogstens is er enige verwantschap met de (jongere) Ecole de Paris-schilder Nicolas de Stael (1914 – 1955). Tegenwoordig is Oepts’ werk bij liefhebbers in Nederland zeer in trek. Op veilingen en in de handel kosten zijn doeken vaak bedragen waarvan de kunstenaar, in 1988 te Parijs overleden, gemakkelijk een jaar had kunnen leven.

Wim Oepts


Wim Oepts, Het gele huis, 1980, olieverf op doek (particuliere collectie).


Wim Oepts, Oogst, 1968, olieverf op doek (particuliere collectie).


Wim Oepts, Paarse straat, 1984, olieverf op doek (particuliere collectie).