China reisverslag / travelogue 55

Het is bijna een jaar geleden dat ik in Shenyang was.
Op 5 oktober 2009 arriveerde ik met de trein vanuit Beijing.
En na een kennismaking met de moeder van mijn collega
gingen mijn collega en ik naar Beiling Park.
Beiling Park is een groot park in Shenyang
en was vroeger een keizerlijke begraafplaats.
Het graf van Keizer Tai Zong (Huangtaiji) en zijn vrouw
Xiaoduanwen, Borjite is er nog steeds.
Dat graf heet ook wel de Zhao Ling tomb.
Daar gingen we naar toe.
Maar laten we eerst het park eens binnenlopen.





Het was kort na 1 oktober en de viering van zestig jaar Volksrepubliek China. Overal bij parken en op grote pleinen zag je de grote rode cijfers 60 omringd door bloemen. Voor de bloemen de Chinezen die deze dagen vrij waren en net als ik als een toerist Beiling Park bezoeken. Zij willen maar wat graag op de foto.






De zuid-ingang van het park.








Beiling Park

Beiling Park covers an area of 3.300.000 m2. It was originally an imperial cemetery and became a park in 1927. The world famous Zhao Ling tomb of the Qing Dynasty is just in the park. The golden tiles and red walls present the magnificence and splendour of the imperial cemetery. Outside the cemetery are towering old pines, green and Luxuriant grass and trees, and rippling lake. It is an ideal scenic spot for the perfect combination of the imperial architectures of the Qing dynasty and the modern gathering landscape.
The Zhao Ling Tomb is the tomb of Tai Zong (Huangtaiji) who is the second emperor of the Qing Dynasty and Empress Xiaoduanwen, Borjite. It was initially constructed in the eight year of the reign of Emperor Chongde of the Qing Dynasty (in 1643) and is the largest, most magnificent and most representative Imperial tomb among the three tombs north of the Shanhaiguan Pass at the beginning of the Qing Dynasty, as well as one of the most well-preserved ancient imperial tombs architectural complex in China. In 2004 it was listed in the name list of the World Culture Inheritances.
The natural scene within the park is colourful and wonderful and in myriad forms. The old pines of over 300 years are called xe2x80x98life relicxe2x80x99. What are unique and distinctive are xe2x80x98Holy Treexe2x80x99 and xe2x80x98Phoenix Treexe2x80x99 which show the harmony of body and spirit.
The Scenery Garden is the first-grade gardening work. Chinese traditional gardening and architectural arts are applied in the garden to perfectly combine the natural scene with artificial scene. Here you will acclaim the smart combination of architectures and landscape. The surface of the 300.000m2 artificial lake in the park ripples. The 100-meter long banks run through from east to west and are shielded by the green and luxuriant willow trees planted on the banks. It is available and agreeable to take pedal boat and speed boat on the lake while enjoying the scenery of the park.
The long history, solemn imperial tombs and diversified natural scenes refresh, gladden and attract the domestic and foreign visitorsxe2x80x99 hearts. We warmly welcome you to visit the park to learn more about Chinese history, Shenyang and the culture of the Qing Dynasty.

Korte vertaling/samenvatting:
Oorspronkelijk was Beiling Park een Keizerlijke begraafplaats
en het werd in 1927 een park.
Het wereldberoemde Zhao Ling graf van de Qing Dynastie
ligt in het park.
De gouden dakpannen en rode muren presenteren de verhevenheid
en pracht van een keizerlijke begraafplaats.
Buiten de begraafplaats staan eeuwenoude pijnbomen,
gevarieerd groen en bomen en ligt er een golvend meer in het park.
Het park is de ideale combinatie van keizerlijke architectuur
van de Qing Dynastie en een modern landschap voor ontspanning.

Het Zhao Ling graf is het graf van Tai Zong (Huangtaiji),
de tweede keizer van de Qing Dynastie en Keizerin Xiaoduanwen,
Borjite (Borjite is de aanduiding van de clan of het Mongoolse ras
waar de keizerin van afstamde).
Het graf is gebouwd in het achtste regeringsjaar
van Keizer Chongde van de Qing Dynastie (in 1643).
Het is het grootste, meest indrukwekkende
en meest representatieve keizerlijke graf
van de drie graven ten noorden van de Shanhaiguan Pass
uit het begin van de Qing Dynastie.
In 2004 is deze plaats opgenomen op de World Heritage lijst van Unesco.

De afsluiting van de tekst is zo mooi. Daarom vertaal ik die helemaal:

De lange historie, het plechtige keizerlijke graf
en het gevarieerde natuurlijke landschap,
hebben een verfrissende en opwekkende aantrekkingskracht
op de harten van Chinese en buitenlandse bezoekers.
We heten u van harte welkom om in dit park meer te leren
over de geschiedenis van China, de stad Shenyang
en de cultuur van de Qing dynastie.





De plattegrond van het park.






Het standbeeld van Keizer Tai Zong.






Het standbeeld van Keizer Tai Zong.






Zomaar in een prieeltje in het park stond een groep mensen te zingen en muziek te maken. Voor een Westerse toerist is dat even wennen. Ik had het in Beijing gezien maar daar bezocht ik vooral topattracties. Ik dacht dat er daarom zoveel groepen waren. Maar ik kwam er al gauw achter dat mensen in China parken intensief gebruiken om muziek te maken, gymnastiek te beoefenen en om er spelletjes te spelen.






De muziekinstrumenten zien er zo fantastisch uit.





Binnenkort het vervolg van de wandeling in dit park.

Wim Pijbes: pistool Volkert van der G.

Inmiddels is er al een kleine rel over ontstaan
maar tegen iedereen die het maar wilde horen
heeft Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum,
gezegd dat hij het pistool van Volkert van der G. wil tentoonstellen.





Als voorbeeld het artikel van de Volkskant web site.





Als je wat meer wil begrijpen van de achtergrond van dit verhaal
is het misschien goed het interview van Harm Botje en Sander Pleij
in Vrij Nederland van 15 mei 2010 nog eens na te lezen.
Helaas staat de tekst nog maar gedeeltelijk op de web site
van VN en juist het interssante deel is er niet meer te lezen:

Bent u nog geinteresseerd in het Nationaal Historisch Museum?
‘Toen ik net directeur van het Rijksmuseum was,
heb ik Ronald Plasterk gebeld en gezegd:
“Ik wil graag solliciteren op de functie van
directeur Nationaal Historisch Museum.
Ik doe het er wel bij.
Mijn bestuur vindt dat prima.”
“Daar komt niks van in,” zei Plasterk.
“Laat het me uitleggen,” riep ik,
“het scheelt je een salaris, maar vooral:
het Rijksmuseum heeft de expertise, de spullen, de contacten,
de collectie, we gaan in 2013 open.
En bovendien staat in onze statuten dat we het museum
voor kunst en geschiedenis zijn.
En het Rijksmuseum heeft een collectie en een geschiedenisafdeling.
Een Nationaal Historisch Museum bestaat al!
Het staat hier, in Amsterdam.’

En even verderop in het artikel zegt hij
over het Nationaal Historisch Museum:
..mooi initiatief, twee goede directeuren, maar ze hebben
geen collectie, geen gebouw, geen duidelijk concept
en het zit in Arnhem.

Hoorn

De stooomtram heeft ons van Hoorn naar Medemblik gebracht.
Daar kun je dezelfde route terugnemen of je gaat
met de boot van Medemblik naar Enkhuizen.
Voor deze laatste optie hebben wij gekozen.





Folder van het museum.





De rit met de stoomtram is erg leuk.
Ik moet wel zeggen dat er erg veel kinderen in de tram zitten
die zo’n tocht op hun eigen manier doormaken.
Die zijn niet de volle duur van de rit onder de indruk van de tram.
Het was natuurlijk in het midden van de zomer dus ik weet niet
of dit altijd zo is maar ik zou er wel rekening mee houden.





Bij aankomst met de trein in Enkhuizen kun je gelijk een dijk oplopen waarachter het schip ligt waarmee je naar Enkhuizen kunt. In de verte ligt dit grote gemaal: Lely.









Onderweg op de voormalige Zuiderzee, bij de Wieringermeer, zien we verschillende boten. Varen vinden we altijd leuk dus we hebben ons prima vermaakt.






Dit is de Rensiena. Op internet vond ik nog een foto van dit schip en daar wordt het een tjalk genoemd.






Dit is de ‘Hoop doet leven’ uit Groningen. Deze naam komt vaker voor dus meer afbeeldingen op het internet. Hij lijkt op de tweemastklipper van schipper Wietse Veldman. Bouwjaar van het schip is dan 1892 nu te huur voor groepen.






Wat voor vogels dit zijn kon ik op deze afstand niet zien. Ze zatten in zo’n mooie groep bij elkaar op het water.




Erfenis

Ik ben net voor mijn vakantie naar Lanzarote
in het bezit gekomen van een erfenis.
In het appartementencomplex waar mijn ouders wonen
is een mevrouw overleden die zich in haar vrije tijd
bezig hield met onder andere verven.
In haar geval het verven met acryl.
Voor mijn vakantie was er onvoldoende tijd om eens uit te zoeken
wat ik nu precies gekregen heb.

Naast een grote ezel en een tafelezel (of kistezel)
zaten de spullen in twee tassen.


Een groot deel van de erfenis in twee tassen.


Weer eens een andere vorm van ‘Het pak van Sjaalman’.
Wat zat er allemaal in:

Het pak van Sjaalman
Een grote ezel
Een tafelezel of kistezel
1 kwast nummer 18
8 penselen 1 x #4
1 x #6
2 x #12
4 x onbekend #
1 lineaal
4 doekjes (2 x cotton, acrylic gesso primed) 30 x 40 cm
——————————————————————– ——————— ———————
Complete set Reeves Acrylic Colour Set 24 tubes van elk 12 ml
Complete set Winsor & Newton ArtisanWater mixable oil colour 6 tubes van elk 37 ml
= Cadmium Yellow Pale Hue (119)
= French Ultramarine (263)
= Alizarine Crimson Permanent (468)
= Phthalo Green (Blue Shade) (522)
= Titanium White (644)
= Yellow Ochre (744)
Talens Rembrandt 4 tubes van 40 ml
= Azogeel Citroen (267)
= Sienna gebrand (411) 22 ml
= Perm. Roodviolet (567)
= Olijfgroen (620)
Talens plakkaatverf Gouache 4 tubes van elk 20 ml
= Perm. rose (magenta) (397)
= Lichtblauw (cyaan) (501)
= Lichtgroen (601)
= Zwart Intenso (703)
L. Dake & Zoon, Amsterdam 3 tubes van elk 12 ml
= Vermilion (06)
= Cerulean blue ()36
= Lamp Black (51)
Talens fine quality Amsterdam 7 flacons van elk 500 ml
= Titaanwit (105)
= Primair geel (275)
= Primair magenta (369)
= Primair cyaan (572)
= Oxyd zwart (735)
Daler-Rowney 1 flacon van 250 ml
= Wit (011)
Winsor & Newton Galeria 1 flacon van 500 ml
= Cadmium Yellow Medium Hue
——————————————————————– ——————— ———————
Talens acrylmedium glanzend (012) 1 flesje van 75 ml
Talens maskeervloeistof (052) 1 flesje van 75 ml
Talens acrylvernis glanzend (114) 1 flesje van 75 ml

De penselen.


De verf.



De doekjes (deels nog ingepakt) en het papier.


En dit is het boek dat ik geleend heb: Schilderen compleet, Patricia Monaham, Patricia Seligman, Wendy Clouse uit 1993. Hier zou je toch het een en ander mee moeten kunnen doen!


Robert van Gulik: Rechter Tie

Ik ben al heel lang fan van de boeken van Robert van Gulik.
Hij was de schrijver van de detective-verhalen waarin
de Chinese Rechter Tie de hoofdrol speelt.
Dit jaar verscheen er een gedenkboek.
De Volkkrant schreef er afgelopen zaterdag over.


Het artikel van Mark Leenhouts in de Volkskrant van zaterdag 24 september 2010.


Shenyang, 1914 – 1934

Jonathan Spence
Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989
xc2xa9 1990 xc2xa9 1991 voor de Nederlandse taal.

Pagina 387
China en Japan, deel III

De houding van vele Japanse intellectuelen en politici tegenover China
was een complexe mengeling van bewondering
voor de vroegere culturele prestaties van dat land
en geringschatting wegens de moeilijkheden waarin het thans verkeerde.
Bij Naito Konan, een van Japans beroemdste kenners van
en schrijvers over China, kwamen deze ambivalente gevoelens
duidelijk tot uiting.
Op de eerste dag van de Chinees-Japanse oorlog in 1894
had Naito, toen een jongeman van negenentwintig jaar,
geschreven dat Japan nu de xe2x80x98taak [had] de Japanse beschaving
en gebruiken tot in alle hoeken van de wereld uit te dragenxe2x80x99.
Aangezien China de grootste van alle Aziatische naties was,
sprak het vanzelf dat dit land xe2x80x98het voornaamste doelwit
van de Japanse missie moest wordenxe2x80x99.
Dit was in de ogen van Naito een heel speciale taak,
omdat Japan, in een onstuitbaar proces van overdracht en verandering,
de culturele rijpheid die eens het domein van China was geweest,
in bezit had gekregen en verder ontwikkeld.

De overheersende positie van Jiangsu en Zhejiang in de Chinese cultuur
tegen het einde van de Ming en in de beginjaren van de Qing
had plaatsgemaakt voor een bloeiperiode van Guangdong,
waarin in de jaren twintig van deze eeuw
xe2x80x98het hart van de oosterse cultuur [was] verschoven naar Japanxe2x80x99,
aldus Naito, die erop wees dat de oorspronkelijke bewoners
van de drie genoemde Chinese provincies
allen niet-Chinese barbaren waren geweest.
Soms liet Naito onverholen minachtig blijken.
xe2x80x98Wij behoeven niet meer te vragen
wanneer de ineenstorting van China zal komen,xe2x80x99
schreef hij ten tijde van de 4-meibeweging in 1919.
xe2x80x98Het is al dood, maar het lijk kronkelt nog.xe2x80x99
Vaker trachtte hij de grootste plannen die Japan met China had,
duidelijk te maken aan de hand van wijdlopige metaforen
van vernieuwing en vooruitgang:

Stel dat u, om een reusachtig rijstveld in cultuur te brengen,
begint irrigatiekanalen te graven.
Ten slotte stuit u op een grote kei, die met een moker
of misschien zelfs dynamiet moet worden vergruizeld.
Wat zou u er van zeggen als iemand,
voorbijgaand aan uw uiteindelijke doel,
u zou verwijten dat u het landschap vernielt?


Op basis van Wikipedia

Jiangsu is een Chinese provincie, gelegen langs de oostkust van het land. De naam komt van jiang, een verkorte vorm voor de naam van de stad Jiangning (nu Nanking), en su, voor de stad Suzhou.
Zhejiang is xc3xa9xc3xa9n van de 26 provincies van China en grenst aan Jiangsu.
Guangdong is een provincie van de Volksrepubliek China. Zowel de hoofdstad Kanton als de snel groeiende stad Shenzhen behoren vandaag de dag tot de grootste steden van China. Deze provincie ligt veel zuidelijker in China dan Jiangsu en Zhejiang.



Een en ander had economische implicaties voor China
die prachtig aansloten bij de plannen
die de Zuidmantsjoerijse Spoorwegmaatschappij,
andere Japanse industrixc3xablen en het Japanse leger koesterden,
of zelfs al in praktijk brachten:
xe2x80x98China moet om te beginnen zo worden gereorganiseerd
dat het land de grondstoffen kan leveren die nodig zijn voor de nijverheidxe2x80x99.
Uit het samengaan van zulke gezichtspunten ontstond het idee
van een Groot Oostaziatisch Gebied van Gemeenschappelijke Voorspoed,
waarin China en Japan, onder de krachtige en krijgshaftige leiding van de laatste,
de hun toekomende plaats in de wereld zouden opeisen
xe2x80x93 zelfs al zou er een oorlog nodig zijn om China van de juistheid
van deze koers te overtuigen.






Jonathan Spence, Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989.





Kunst en Drugs?

“Apart from drugs,
Art is the biggest unregulated market in the world.”


Robert Hughes, The Mona Lisa curse, 2009.

Wikipedia

Robert Hughes (1938) is zonder twijfel de meest bekende, meest gelezen en meest uitgesproken kunstcriticus van onze tijd. Met zijn boeken (zeventien tot nu toe) en zijn televisieseries over moderne kunst en architectuur oogstte hij lof en vrees bij miljoenen over de hele wereld.

Hughes groeide op in Australixc3xab, waar hij zich aansloot bij een groep progressieve kunstenaars, schrijvers en intellectuelen. Hij brak zijn studie kunstgeschiedenis af om een overzichtswerk van de Australische schilderkunst te schrijven. Daarna woonde en werkte hij in Italixc3xab en Londen, alvorens zich in 1970 in de Verenigde Staten te vestigen als flamboyant kunstcriticus van Time Magazine. In 1997 wees een verkiezing onder Australixc3xabrs hem aan als een van de veertig xe2x80x98Living National Treasuresxe2x80x99. Zijn stijl van schrijven en spreken is uit duizenden te herkennen: lucide, onomwonden, altijd raak, met evenveel intelligentie als passie en van een alles verschroeiende geestigheid. Of het nu gaat om de pretenties van de moderne kunstenaar, de schoonheid van Barcelona, de verfoeilijke klaagcultuur van onze tijd, het wonderlijke leven down under of het lot van de eenzame hengelamateur, Hughes kijkt, prijst en vonnist op een manier die met recht monumentaal genoemd kan worden.

Robert Hughes is auteur van The Shock of the New (1981), The Fatal Shore (1987), Nothing If Not Critical (1990), Barcelona (1992), The Culture of Complaint (1995), American Visions (1998), A Jerk on One End: Reflections of a Mediocre Fisherman (1998), Goya (2004) en Things I Didnxe2x80x99t Know: A Memoir (2006)



Robert Hughes is een van de grote critici van de elkaar opzwepende
moderne kunstenaars (zoals Damien Hirst), veilighuizen, experts, ‘experts’,
curatoren, museumdirecteuren, kunstbezitters, enz.

Vandaar dat hij in de documentaire ‘De vloek van de Mona Lisa’ zegt
dat kunst, op de drugsmarkt na,
de grootste markt is waar geen enkele regel geldt
(en die dus volledig uit de klauwen loopt).
Overigens met zelfkritiek en humor.

Ik denk dat hij gelijk heeft.

Een van de delen van de documentaire op YouTube:


Lanzarote: top 25

Afgelopen zondag kwamen we terug van een vakantie naar Lanzarote.
Op het strand hebben we niet gelegen op dit Spaanse Canarische eiland.
We hebben wel veel vulkanen, lava en andere hele mooie natuur gezien.
En natuurlijk heel lekker gegeten: 11 dagen vis!

De ‘top 25′ foto’s van deze vakantie is een kleine leugen:
het zijn 27 foto’s.
Geen van de foto’s zijn bewerkt.
Geen kleuren aangepast, geen stukken van de foto’s gehaald.
Niets.






































































































































































Als je wil weten waar dit moois allemaal precies te zien is
of wat je nu precies ziet op de foto’s
dan zul je de komende tijd mijn web log moeten volgen.

Van Trajanus tot Tajiri

Nog niet zo lang geleden was ik een paar keer in het Valkhof
in Nijmegen, het museum voor kunst en archeologie.
Ik kocht daar toen hun museumgids.
Dit boek ‘Van Trajanus tot Tajiri’ geeft een overzicht
van de collectie en is ter gelegheid van het 10-jarig bestaan
van het museum uitgebracht.


Museumgids van het Valkhof: ‘Van Trajanus tot Tajiri’.


De gids is een soort ‘the best of…’ en geeft in drie grote delen:
archeologie, oude kunst en moderne kunst,
een prachtig beeld van de collectie.


Bijzonder formaat.


De gids heeft een bijzonder formaat en uitvoering.
Geen hoogdruk glanspapier van voor tot achter,
maar speels gemaakt met een harde kaft,
dun papier in sprekend rood en wit als schutbladeren,
gladpapier voor tekst en afbeeldingen.
De kaft van het boek slaat helemaal open want de rug van de pagina’s
is apart ingebonden. Mooi gedaan.


Verrassende typografie.


Tekst in afwisselend groot en klein formaat,
een bijzondere kantlijn daar waar het kan.


Mooie foto’s: Oude kunst, Albert Hermens Gramey, zilveren doos, 1657 – 1658.


Bij ieder werk een toelichtende tekst.
Sommige werken zijn heel specifiek voor Nijmegen,
maar veel werken zijn van betekenis voor heel Nederland.
Vooral geldt dat voor de voorwerpen die behoren tot het deel
over de archeologie en de moderne kunst.


Ieder werk genummerd en voorzien van het inventarisnummer.


Voorwerp 58 is overigens het schilderij:
‘De oude haven met de bottelpoort in Nijmegen’ uit circa 1850
van Jan Weissenbruch.
Mooi verhaal bij dit werk!


Het begin van het derde deel met de moderne kunst.


Teun Hocks, Zonder titel, 2000.


Van sommige werken zijn extra grote foto’s opgenomen.
Soms zijn die foto’s gericht op een detail van het werk.


Het boek is een genot om te lezen en door te bladeren: Verzilverde gezichtshelm, tweede helft van de eerste eeuw. Deze ruiterhelm van een Romein is gevonden in de Waal bij Nijmegen.


Reden genoeg om stil te staan bij de bedenkers en makers van het boek:

Samenstelling en eindredactie:
Maryan Schrover

Redactiecommissie:
Annelies Koster, Ruud Priem, Frank van de Schoor,
Maryan Schrover, Louis Swinkels

Grafisch ontwerp:
Mariola Lopez Marixf1o (concept en art direction)
Omar Salid (vormgeving)
Studio Anthon Beeke, Amsterdam


 

een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt

Nu ik het voorwoord weer eens lees van het boek ‘Denken over kunst’
(A. A. Van den Braembussche) wordt mijn aandacht getrokken
naar het zinsdeel dat de titel is van dit logje:
‘een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt’.



De schrijver geeft in de eerste regels van het voorwoord aan
dat mensen heel gemakkelijk en snel een esthetisch oordeel vellen
over heel gewone dingen.
In de tekst noemt hij: ‘een stoel, een theeservies,een zonsondergang en
een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt’.
Aanleiding om met deze tekst eens op zoek te gaan op het internet.
Ik stuitte op een aantal heel uiteenlopende teksten
en die laat ik in een korte serie op mijn weblog passeren.



Zo vond ik de volgende tekst:

Het begrijpen van kunstwerken

Ik vond het op de website van Marco Kunst (?!)
die het schreef op 11 april 2010.

The nature of a work of art is to be not a part, nor yet a copy of the real world (as we commonly understand that phrase), but a world in itself, independent, complete, autonomous; and to possess it fully you must enter that world, conform to its laws, and ignore for the time the beliefs, aims and particular conditions which belong to you in the other world of reality.



Oftewel: “x9dDe aard van een kunstwerk is, dat het geen deel uitmaakt,
noch een kopie is van de werkelijke wereld
(zoals we die over het algemeen noemen),
maar dat het een wereld in zichzelf is, onafhankelijk, compleet, autonoom;
en om het kunstwerk volledig te bevatten, moet je die wereld binnentreden,
je aanpassen aan haar wetten, en voor enige tijd
je alledaagse overtuigingen, doelen en omstandigheden tussen haakjes zetten.”x9d

Bradley, Oxford Lectures on Poetry, 1901,
gevonden in: Jeanette Winterson, Art & Lies



Als ik tegenover een kunstwerk sta,
dan probeer ik er deels zo naar te kijken.
Ik ga ervan uit dat de maker mij oprecht iets wilde laten zien
en met wat hij maakte in ieder geval “iets” aan mij over wilde brengen
x93een ervaring, een gedachte, een gevoel, een uitspraak”
Om het kunstwerk tot zijn recht te laten komen
moet ik niet meteen gaan oordelen vanuit de manieren
waarop ik de wereld begrijp,
maar kijken of ik achter de wetten van die wereld daar voor me kan komen.
Wat zijn de interne relaties, wat gebeurt daar,
wat voor wereld zou het kunnen zijn?
In dit proces ga ik op zoek naar de betekenis
die de maker erin heeft gelegd.
Ik stel mezelf open en probeer me te laten verrassen
door de andere wereld die ik ontmoet.
Dit deel van de betekenis van het kunstwerk
komt intern tot stand:
door de aard van die wereld zelf;
door de interne relaties van de elementen.
Daarnaast en tegelijk en natuurlijk niet echt te scheiden daarvan
(wel te onderscheiden daarvan) is wat het kunstwerk met mij doet.
Hoe werkt het op mij in?
Raakt het me?
En zo ja, waar of hoe raakt het me?
Wat zijn de associaties die in mij opkomen?
Dit is het proces waarin ik op zoek ga naar de betekenis
zoals die tot stand komt in relatie tot “mijn” wereld.
In dit proces roei ik met de riemen die ik heb:
mijn kennis en vroegere ervaringen, mijn onbewuste voorkeuren, etc.
Mijn hersenen zijn onder andere daardoor gevormd,
tot een mal waarin de ervaring van dit nieuwe gegoten wordt.
Deels past het, deels misschien ook niet.
Waar het past vind ik direct een ingang,
waar het niet past kan ik proberen de nieuwe vormen
te integreren in mijn ervaring (de mal die ik ben aan te passen).
De betekenis van een kunstwerk bestaat niet,
maar door aan beide processen aandacht te geven
kan ik toegang krijgen tot andere werelden,
en kan ik werkelijk nieuwe ervaringen opdoen
die mijn grenzen / de grenzen van mijn wereld
openbreken en verruimen

Marco Kunst.



Ik illustreer deze serie met foto’s die ik in 2007 in Milaan heb gemaakt.
Binnenkort wordt wel duidelijk waarom.

Waarom neem ik deze tekst op.
Ik ben de laatste tijd veel bezig met de centrale vraag
van bovenstaand stuk en lees er graag verschillende zienswijzen over.
Ik zeg niet dat dit mijn zienswijze is maar ik vond hem interessant.
Natuurlijk ging er bij mij ook en bel rinkelen
bij de naam/pseudoniem Marco KUNST.

Hoorn

Vandaag het tweede deel van ons weekend in Hoorn.
Het is al weer even geleden en het weer was toen heel anders dan vandaag.





Dispereert niet. De dag na de wedstrijd van Oranje die men won terwijl de tegenstander de meeste geldige doelpunten scoorden. Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons. Jan Pieterszoon Coen.






De trams van de stoomtram Hoorn – Medemblik.






De Limburgse Tramweg Maatschappij en de vernoeming van de tram naar de oud NS-directeur Ir. P. H. Bosboom.






Hanomag, Hannover – Linden, 1922, # 9862.






De tram wordt op stoom gebracht.






Niet alle treinstellen zijn splinternieuw zullen we maar zeggen.






De koperkleurige schoorsteen van de Bello.






De Bello in het museum.






Idem.






Stoomlocomotief 5 van de Stikstofmaatschappij Sluiskil.






/br>










Stoomlocomotief 5 van de Stikstofmaatschappij Sluiskil.

Locomotief 5 is een rangeerlocomotief van Belgische origine. De blauwe locomotief is in 1929 gebouwd voor de Stikstoffabriek in Sluiskil en werd daar gebruikt voor het rangeren van wagens geladen met stoffen, die voor de productie van kunstmest nodig waren. Loc 5 werd gebruikt tot omstreeks 1970 en werd toen in de collectie van de Museumstoomtram opgenomen.

Geschiedenis
De locomotief is in 1929 gebouw door de Belgische firma La Meuse in Luik. Het was een standaardlocomotief uit de catalogus van de fabriek, waarvan er vele werden gebouwd. Opvallend in het ontwerp waren de lange waterbakken. In Belgixc3xab werd dit regelmatig toegepast.
De loc werd jarenlang gebruikt om wagens te rangeren over het fabrieksterrein van de Nederlandse Stikstof-Maatschappij Sluiskil in Zeeuws Vlaanderen. Hier werd kunstmest vervaardigd op basis van stikstof. De altijd betrouwbare locomotief zou gedurende de Tweede Wereldoorlog zelfs korte tijd gebruikt zijn om xe2x80x98sneltreinenxe2x80x99 vanuit Sluiskil richting Mechelen te rijden, maar echt bewijs bestaat hiervoor niet.

Sluiskil, 17 april 1971. Foto: H. G. Hesselink

Gewicht locomotief: 32 ton (met kolen en water)
Maximum snelheid: 40 kilometer per uur.
Trekkracht: 5030 kilogram (Trekkracht is de kracht die op de trekhaak kan worden uitgeoefend. Het gewicht dat over vlakke rails kan worden verplaatst is zoxe2x80x99n 50 maal groter)

Collectie
In 1972 werd de locomotief opgenomen in de collectie van de Museumstoomtram en gerestaureerd. Hoewel de locomotief niet bij Nederlandse stoomtramlijnen dienst heeft gedaan, past zij qua grootte en type bijzonder goed in de collectie. Om dit te accentueren is de locomotief geschilderd in de blauwe kleuren en biezen, zoals die bij de stoomtramlocomotieven van de Maas Buurtspoorweg in Noord Limburg werden toegepast.De locomotief draagt sinds enige tijd de (plaats)naam xe2x80x98Enkhuizenxe2x80x99. Dit geheel in de stijl van meerdere trambedrijven, die locomotieven vernoemden naar plaatsen in de omgeving.Loc 5 is door haar grote kracht vaak aan te treffen voor de drukkere en langere stoomtrams.





Socixc3xa9txc3xa9 de la Meuse, Liegxc3xa9, Societe de la Meuse, nr. 3252, 1929.






De ketelingang en de besturing.






Interieur personenwagon.






Hetzelfde treinstel.






.


Het onderschrift bij deze foto luidt: “Teruggevonden als duiventil”.






Personenrijtuig AB8 van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-Maatschappij.

Rijtuig AB8 werd in 1916 door de Rotterdamse firma Allan gebouwd voor het reizigersvervoer op het grote tramnet van Zeeuws-Vlaanderen. Het rijtuig heeft negen zitplaatsen eerste klasse en 24 in de tweede en deed dienst tot in de Tweede Wereldoorlog. Het kwam niet ongeschonden uit de strijd. Na de oorlog leverde het onderdelen aan andere rijtuigen. Tot 1960 werd de rijtuigbak gebruikt als noodwoning en later als duiventil!

in 1998 verliet de bak Zeeuws-Vlaanderen im opgenomen te worden in de collectie van de Museumstoomtram. Mede dankzij de hulp van vele vrijwilligers wordt het rijtuig nu gerestaureerd en krijgt het een gereconstrueerd interieur en onderstel. Binnen enkele jaren zal ook dit rijtuig reizigers kunnen vervoeren tussen Hoorn en Medemblik. Dankzij de A-status van dit xe2x80x98mobiele monumentxe2x80x99 in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed hebben de Mondriaan Stichting, het VSB-Cultuurfonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Tramweg-Stichting een bijdrage geleverd om de restauratie van het fraaie teakhouten tramrijtuig mogelijk te maken.





Nogmaals dit pra
chtige teakhouten treinstel.







Onze tram, nr 7742.






De reis kan beginnen.






Mooi logo.






Maar dit Zwitserse logo is bekender.






In dergelijke treinstellen heb ik al heel wat keren gereisd.






Tijdens een korte pauze in Wognum of is het Twisk?






Aangekomen in Medemblik. Hier ontkoppelt de locomotief.






En zet de reis dadelijk voort. Wij gaan nu op de boot naar Enkhuizen.





Heb je nog geblogd?

Toen ik deze cartoon in Vrij Nederland zag,
in hun nummer van 4 september 2010,
wist ik meteen dat hij op mijn blog zou verschijnen.
De klodders verf bovenaan verwijzen voor mij naar kunst.
Een thema dat vaak aan de orde komt op mijn blog.
Maar ook de vraag “Heb je nog geblogd.” sprak me aan.
In huis gebruiken wij nog wel eens de uitdrukking
‘een dag niet geblogd is een dag niet geleefd’.
Dat is miscchien overdreven maar enige gedrevenheid
is er toch wel aanwezig om indien mogelijk iedere dag iets te publiceren.
Jiskefet als de brenger van de boodschap vond ik ook wel leuk.





Cartoon met Jiskefet: Heb je nog geblogd.





Shenyang, 1914 – 1934






Jonathan Spence, Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989.





Jonathan Spence
Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989
xc2xa9 1990 xc2xa9 1991 voor de Nederlandse taal.

Pagina 387
China en Japan, deel II

De spanning tussen het Japanse leger en de diverse Chinese regeringen
was een afspiegeling van de toenemende problemen in Japan zelf.
Het veelbelovende vooruitzicht van een snelle economische groei,
dat sedert het einde van de negentiende eeuw een aantal jaren had aangehouden,
werd geleidelijk minder.
Ofschoon de toekenning van volledig kiesrecht aan alle Japanse mannen
in 1925 en de troonsbestijging van de jonge,
erudiete keizer Hirohito in 1926 waarborgen leken voor een blijvende vitaliteit,
ging het in feite bergafwaarts met het keizerlijk-constitutionele bewind.
In veler ogen waren de reusachtige, door de overheid geprotegeerde bedrijven
al te machtig en corrupt geworden en hadden ze ook de integriteit
van de gekozen politici en het ambachtelijk apparaat aangetast.
Zowel de landmacht als de marine xe2x80x93 beide goed toegerust en getraind xe2x80x93
ergerde zich aan de internationale verdragen en aan het buitenlandse beleid
dat hun een zinvol functioneren leek te ontzeggen.

De hele natie was doortrokken van vrees voor ondermijnende activiteiten
in het land zelf,
en hoewel de Japanse communistische partij nooit een vuist had kunnen maken,
werd tegen het einde van de jaren twintig een aantal strenge
nieuwe xe2x80x98wetten tot behoud van de vredexe2x80x99 aangenomen,
die de politie bij de jacht op binnenlandse onruststokers
speciale bevoegdheden gaven.
De bevolking, die sedert de Meiji-hervormingen in omvang was verdubbeld
en in 1928 de 65 miljoen zielen bereikte,
werd geconfronteerd met werkloosheid in de steden
en een agrarische depressie.
Beide werden ernstiger toen de beurscrisis in de Verenigde Staten aankondigde
dat de zeer omvangrijke markt voor Japanse zijde in dat land op instorten stond,
waarmee duizenden arbeiders in Japan hun baan,
en boeren hun voornaamste bron van neveninkomsten zouden kwijtraken.
Van 1929 op 1930 zakte de prijs van zijde tot een kwart van het oude niveau,
terwijl de Japanse export naar de Verenigde Staten met veetig procent daalde.
De Japanse uitvoer van parels, voedsel in blik en porselein
naar de Verenigde Staten had te lijden van de Tariefwet Smoot-Hawley uit 1930,
die de invoerrechten met gemiddeld 23 procent verhoogde.
In diezelfde jaren daalde de export van Japan naar China met vijftig procent.

Wikipedia

De Meijiperiode is een periode in de Japanse geschiedenis, die begon bij de restauratie van de Meijikeizer, naar het centrum van de macht in 1868, en duurde tot de dood van deze keizer in 1912. Voorafgaand aan de Meijiperiode was de Edoperiode, die bestuurd werd door een aristocratisch-bureaucratisch systeem, de bakufu. Aan dat systeem was een traditie van afzondering verbonden, dat onhoudbaar werd door de dreiging van bezetting door het Westen. Door de spanning die daaruit ontstond, kwam er een revolutie van de lagere “adel”, gesteund door het keizerlijk huis tot stand die het Tokugawa-shogunaat omver wierp.

Hervormingen
De Meijiperiode werd getekend door de snelle verandering naar een modern land dat kon concurreren met het westen. Hiertoe werden op zeer veel fronten in de maatschappij veranderingen doorgevoerd (o.a. in de wetenschap, technologie, gezinsinrichting, handel, scholing en medische zorg).

Economische verandering
Er werden in hoog tempo staatsbedrijven gecrexc3xaberd, die dan (met uitzondering van de militaire industrie) wanneer ze economisch rendabel waren, geprivatiseerd werden. Ook werd de infrastructuur uitgebouwd, er werden nationale post- en telegraafsystemen ingevoerd, en buitenlandse technologie werd gexc3xafmporteerd.

Ondanks de sterk groeiende economie en het optimisme van de Japanse bevolking, was Japan toch nog een vrij arm land ten tijde van de Meijiperiode. Het is dan ook omtrent deze tijd dat Japan zijn eerste economische emigranten kreeg. Deze gingen vooral naar Latijns-Amerika, waar nog altijd afstammelingen van hen wonen.

Nationalisme
Ook was een item van de Meijiregering om van Japan xc3xa9xc3xa9n coherent land te scheppen, hiertoe werden de Europese nationalistische ideexc3xabn overgenomen, en ook de tot dan toe typisch Europese rassentheorie werd gebruik om het idee van een sterk historisch logische Japanse eenheid te scheppen. Het is waarschijnlijk het overnemen van deze ideexc3xabn geweest die de wortels zijn geworden van de Japanse rol in de Tweede Wereldoorlog. Desalniettemin slaagde de strategie van de Japanse regering erin om een sterk land met een moderne economie en defensiemacht te maken, dat buiten het gevaar van kolonisatie door westerse landen kwam te staan.

Enkele hervormingen op een rijtje
Afschaffing van de Samuraiklasse
Afschaffing van het lijfeigenschap van boeren.
In 1893 ging Japan over op de Gregoriaanse kalender.



China reisverslag / travelogue 54

Mijn collega is jonger dan ik.
Zijn ouders zijn ongeveer net zo oud als dat ik ben.
Mijn collega haalt me deze dag op van het station.
Het is er druk en dus een beetje hectisch.
Maar ik heb zijn telefoonnummer en bel hem.
Ik wacht voor de uitgang.
Natuurlijk heeft het station meerdere uitgangen
en hij staat aan de andere uitgang.
Maakt niet uit, ik wacht op hem.
De ontvangst is heel hartelijk
en er komt nog meer.
Zijn moeder wacht al in het hotel op mij en ze gaat met ons lunchen.
Ze is een dynamische vrouw die veel te regelen heeft.
Ik ben niet de enige gast.
De ouders van de bruid ontmoeten vandaag ook
de ouders van de bruidegom voor het eerst.
Heel spannend, voor iedereen, maar ook
heel erg vriendelijk en er wordt heel erg goed voor mij gezorgd.





Welkomstfruit. Dadels (vers, heerlijk), een granaatappel en appel/peer-achtig fruit (ik moet mijn collega nog eens vragen hoe dit fruit heet).






Zo is het fruit wat beter te zien.


Ik fris me even op in het hotel terwijl mijn collega
en zijn moeder even wachten.
Ik maak een foto van hen.





Mijn gastheer en zijn moeder.






Het weer in Shenyang is prachtig. Net als het in Beijing was. Even verder op in een restaurant eten we. Een heerlijk hete (pittige) soep en een soort wraps met vlees, gemende groente, een saus, water en thee!. Eten met stokjes is wel een uitdaging en het ene moment gaat het beter dan het andere. Maar over het algemeen lukt het wel. Omdat je geen opscheplepels hebt eet je met z’n allen uiteindelijk uit dezefde schalen. Ik moet zeggen dat het een sfeer van gemeenschappelijkheid schept die ik niet verwacht had. Ik vond het heel aangenaam.






Close-up van de soep. Het eten is uitstekend in China!.




een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt

Ik heb het boek ‘Denken over kunst’ gekocht.
Het boek is geschreven door A. A. Van den Braembussche.
De ondertitel van het boek is: ‘Een inleiding in de kunstfilosofie’.
Ik heb hier al eerder een log over geschreven.
Toen ik het boek geleend had van de bbliotheek heb ik de eerste
honderd pagina’s al eens gelezen.
Maar je kunt dit boek makkelijk meerdere keren lezen.

Nu ik het voorwoord weer eens las werd mijn aandacht getrokken
naar het zinsdeel dat de titel is van dit logje:
‘een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt’.
De schrijver geeft in de eerste regels van het voorwoord aan
dat mensen heel gemakkelijk en snel een esthetisch oordeel vellen
over heel gewone dingen.
In de tekst noemt hij: ‘een stoel, een theeservies,een zonsondergang en
een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt’.


A. A. Van den Braembussche, Denken over kunst.


Het eerste idee wat bij me opkwam was: dit zal wel een citaat zijn.
Ik ben vervolgens op zoek gegaan op het internet.
Ik vond daar de volgende zaken:
= een kort verhaal met als titel: Het begrijpen van kunstwerken.
Geschreven door Marco Kunst (!?)
= een verslag van een voettocht naar Rome.
Geschreven door Terie Leijs.
= een gedicht van de Spaanse schrijver Federico Garcia Lorca over Granada.
= een verhaal ‘De maan in het water’.
Beschreven op de web site van Hans Sevenhoven.

Stof genoeg dus voor nog een paar logjes.



 

Kunstvaria

Vandaag 13 kunstwerken.
Daaronder opmerkelijk veel portretten dit keer.
Weer een boeiende verzameling.


Aert van der Neer, Figures in a snowstorm, circa 1655 – 1660.

Nou ja, met een beetje veel moeite zou je het een groepsportret kunnen noemen.
Maar dat is wel erg ver gezocht.
Een typisch Nederlands schilderij maar in een Amerikaanse collectie.
Vandaar de Engelse titel: Mensen in een (naderende) sneeuwstorm.
Het werk is op dit moment te zien in het Mauritshuis in Den Haag.


Agnolo di Cosimo, called Bronzino, Portrait of Eleonora of Toledo with her son Giovanni, circa 1545.

Portret nummer 1.
Een politiek portret.
Na lange tijd van opvolgingsproblemen laat de echtgenoot
van Cosimo I de’ Medici, hier zien dat er een gezonde troonopvolger
en krachtige bestuurder is als haar man van huis is.
Overigens is dit slechts 1 van de elf kinderen uit dit huwelijk
die de volwassen leeftijd zouden bereiken. Vijf daarvan waren jongens.
Giovanni is het vierde kind en hij zou later Bisschop van Pisa wprden
en kardinaal.
Florence is veilig!
Dat is hier de boodschap.


Agnolo di Cosimo, called Bronzino, The Holy Family with St Elizabeth and St John, circa 1527 – 1528.

Een soort groepsportret.
Leuk is hier dat er maar 1 persoon is die de toeschouwer
recht aankijkt: Johannes de Doper.
Hier nog een kind.
Hij wijst Christus aan, daar, die daar, dat is hem.
Dat lijkt Johannes hier te zeggen.
De andere personen kijken allemaal een andere kant uit.
Maar niemand lijkt elkaar aan te kijken.
Bijzonder.
De maker van het schilderij kennen we het best onder de naam Bronzino.


Berry van Boekel, Erika Wennerstrom singer of the band Heartless Bastards, 2009.

Portret nummer drie.
De Heartless Bastards, die band ken ik niet.
Garage rock uit Amerika.
Ik weet dus ook niet of het portret lijkt.
Maar mooi vind ik het in ieder geval.


Claude Monet, Le dejeuner, 1868.

De centrale figuur van dit schilderij, zeg maar de geportretteerde,
die staat niet op dit schilderij.
Dat is namelijk de schilder zelf.
Zijn gezin wacht op hem voor ontbijt.


Dame Elisabeth Frink, Head of Christ, 1951.

Een religieus portret.
De lijdende Christus.



Dominique Labauvie, Musical lines in my hands.

De titel van dit werk ken ik eigenlijk niet.
‘Musical lines in my hands’ is de titel van de tentoonstelling
waarop dit werk te zien is.


Jan Steen, De tekenles, circa 1660 – 1665.

Nog een soort groepsportret.
Ook dit werk is op dit moment te zien in het Mauritshuis in Den Haag.
Leuk is dat op deze afbeelding veel dingen te zien zijn
die met het kunstenaarschap zelf te maken hebben:
– houtskool;
– veren;
– een mes (om een punt te slijpen/snijden aan de veer)
– een inktpot;
– een boek met een voorbeeldtekening;
– een schilderspalet in de hand van de leraar;
– de kwasten in de hand van de leraar;
– het lijkt wel of de leraar een stuk stof in zijn hand heeft;
– achter tegen de muur gipsen (?) modellen, koppen, enz;
– een fles verdunner (?) voor het raam (zie hoe mooi het licht
door de fles schittert en als een lens het licht op het kozijn toont);
Wat zou het flesje tegen de muur zijn?


Kees van Dongen, A finger on her cheek, 1910.

Een portret van een vrouw.


Lord Vishnu flanked by attendants, 16th century.

Nog een religieus portret: Vishnu.


Mascara de pectoral de mosaico de jade, Mexico, 200 – 900 BC.

Bij een portret gaat het om de gelijkenis.
Hier een masker gemaakt van jade.
Bij een masker gaat het er vaak om
een heel ander gezicht te geven aan de drager.
Een soort antiportret.


Rachel Ruysch, Bloemstilleven, 1709.

Een portret van een bos bloemen.


Yu Youhan, The waving Mao, 1995.


 

Shenyang, 1914 – 1934

Mensen die mijn weblog het afgelopen jaar meerdere malen bezocht hebben
weten dat ik vorig jaar oktober 2009 in China ben geweest.
Ik heb er drie steden bezocht: Beijing, Shenyang en Baotou.
De reden van mijn bezoek was de bruiloft van mijn Chinese collega.

Toen we spraken over zijn geboortestreek, stad,
en ik eens ging kijken op het internet,
werd me langzaam duidelijk dat de provincie waarin Shenyang ligt,
een van de drie provincies is die we in het westen
kennen onder de oude naam Mantsjoerije.
Mij was altijd bijgebleven dat de Tweede Wereldoorlog in Azie
begonnen is in 1931 met het Incident van Mukden (of het Mantsjoerije-incident).
Mukden is de naam van Shenyang in het Mantsjoerisch.

Jaren geleden had ik eens een boek over China gelezen.
Dat boek heb ik weer eens tevoorschijn gehaald
en genoemd incident staat daarin beschreven.
Overigens kun je beredeneren dat de Tweede Wereldoorlog in Azie
eigenlijk eerder of later begonnen is.
Er hebben zich een hele reeks moordaanslagen, incidenten,
bezettingen, belegeringen, veroveringen en oorlogsmisdaden voorgedaan.





Jonathan Spence, Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989.





Ik ga een deel van dit dikke boek opnemen op mijn weblog
als een soort inleiding op mijn verhaal en foto’s die ik gemaakt heb
in het 18 september museum in Shenyang.
Hierbij het eerste deel.

Jonathan Spence
Op zoek naar het moderne China 1600 xe2x80x93 1989
xc2xa9 1990 xc2xa9 1991 voor de Nederlandse taal.

Pagina 387
China en Japan

Het Japanse beleid ten aanzien van China had sedert het begin
van de Eerste Wereldoorlog verscheidene koerswijzigingen doorgemaakt.
Nadat Japan zich in 1914 en 1915 met zijn greep
naar de Duitse concessies in Shandong
en het dictaat van de Eenentwintig Eisen
van zijn onverbiddelijkste kant had laten zien,
stelde het zich ten tijde van de Conferentie van Washington
(1921 xe2x80x93 1922) veel inschikkelijker op:
het trok de meest vergaande eisen in
en gaf de voormalige Duitse bezittingen en spoorwegen aan China terug.
In de jaren 1927- 1928 kreeg de harde lijn weer de overhand,
ten dele op grond van de overtuiging dat de alliantie
van de Guomindang met de communisten
een nieuwe periode van vijandschap jegens het buitenland zou inluiden,
die de bevoorrechte handelspositie van Japan in Midden-China
en zijn nadrukkelijke militaire aanwezigheid
in Zuidelijk Mantsjoerije zou kunnen schaden.
Het bloedige treffen met het Nationale Revolutionaire Leger bij Jinan
in mei 1928 en de moord op maarschalk Zhang Zuolin in juni van dat jaar
getuigden volop van deze nieuwe houding.

Wikipedia

De Kwomintang (KMT) of Guomindang (GMD) is een Chinese politieke partij. De volledige naam van de partij luidt Chinese Nationale Volkspartij. De partij werd in 1911 opgericht en kwam voort uit de Revolutionaire Liga van dr. Sun Yat-sen. De KMT is gebaseerd op de door hem geformuleerde Drie principes van het volk, namelijk democratie, volkswelvaart en nationalisme.

Sun Zhongshan of Sun Yixian/Sun Yat-sen (Cuiheng, 12 november 1866 xe2x80x93 Peking, 22 februari 1925) was de grondlegger van het republikeinse China en initiator van de eraan voorafgaande Xinhai-revolutie. De oude Nederlandse naam is Soen Jat-sen. Sun Zhongshan wordt in China als standaardnaam gezien.

Zhang Zuolin (ook wel Chang Tso Lin) (1873-1928) was een van de krijgsheren die China aan het begin van de twintigste eeuw onder zich hadden verdeeld.

De moord op Zhang Zuolin
De basis van de China politiek van Japan was het contact met de Mantsjoe krijgsheer Zhang Zuolin. Deze werd op 4 juni 1928 vermoord (zijn trein werd opgeblazen) door Japanse militairen van het Kanto legeronderdeel onder leiding van kolonel Komoto Daisaku.
Hirohito was razend omdat de moord zonder zijn toestemming was uitgevoerd. Hij eiste van minister-president Tanaka van de Seiyukai partij dat hij de schuldigen zou straffen. Tanaka vertelde Saionji en de keizer in december 1928,dat hij de daders had gevonden en streng zou straffen maar hij werd onder druk gezet door legerminister Shirakawa Yoshinori en Spoorwegminister Ogawa. Volgens hun zou het straffen van de militairen de relatie met China verslechteren. Uiteindelijk bereikte Tanaka een compromis. Generaal Muraoka Chotaro van het Kanto-leger werd met pensioen gestuurd en Komoto werd geschorst. Ondertussen had Makino al contact gezocht met legerminister Shirakawa Yoshinori. Hirohito en Makino gingen akkoord met het idee van Shirakawa Yoshinori dat het straffen van de militairen de Japans reputatie zou schaden, daarom zou het publiek een gecensureerde versie van het incident krijgen en zouden de schuldigen discreet gestraft worden. Toen Tanaka Hirohito inlichtte over zijn compromis stelde Hirohito dat Tanaka laf optrad tegen de militairen en dat het misschien beter voor hem was om ontslag te nemen. Tanaka nam daarop ook ontslag. Tanakaxe2x80x99s opvolger Osachi Hamaguchi hield de keizer over elke handeling van het kabinet op de hoogte, exact zoals Hirohito dat wilde







Shenyang, de karakteristieke gevel in de vorm van een soort boek van het 18 september museum.