Adembenemend: Sieboldhuis, Japan Museum, Wabi sabi, Albarrán Cabrera, Nyx #23, 2014, platina palladium print op gampi papier over bladgoud.
Albarrán Cabrera, The mouth of Krishna, #338, 2014, platina palladium print.
In Laos, niet ver van Vientiane ligt een Boeddha-park.
Een park met beelden van Boeddha in allerlei verschijningsvormen.
Eerlijk gezegd weet ik niet of het allemaal Boeddha’s zijn.
Waarschijnlijk zien we leerlingen, incarnaties en deelnemers
aan verhalen van of over Boeddha.
Een beetje zoals een middeleeuwse kathedraal vol kan staan met
afbeeldingen uit de bijbel en uit heiligenlevens.
Ik ben er niet zo in thuis maar kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit een afbeelding is van Krishna (Hindoe god). Wikipedia geeft ook aan dat er zowel Boeddhistische als Hindoe-beelden te zien zijn.
Een soort gigantische sprinkhaan (zonder hoofd).
Op een paar plaatsen kun je via een (steile) trap naar een verhoog.
De achterkant van een complex beeld.
Een deel van hetzelfde beeld maar nu de voorkant. Half tegen de zon in gefotografeerd.
De ‘Liggende Boeddha’ of ‘Reclining Buddha’.
Alles bij elkaar een enorme belevenis.
Terwijl je rondloopt op een soort diepe richel tegen de berg aan, is er van alles te zien maar kom je uiteindelijk toch weer bij de hoofdtempel uit. Daar maak ik nog wat foto’s en beginnen dan de weg terug naar beneden.
Die hoofdtempel is dit gebouw. De naam is Wat Phou (of welke variant van de spelling je ook kiest).
Waarom twee keer dezelfde foto? Ik experimenteer hier met het licht. De zon is in de ochtend al meteen heel hard. Deze foto is sneller gemaakt dan de vorige. Daarom is die wat donkerder. Ziet het er toch weer anders uit.
Zoals de meeste opgravingen is het hier ook een soort driedimensionale puzzel. We kijken naar verschillende lagen uit verschillende tijden, al dan niet aangevuld met restauraties in verschillende kwaliteiten, en ook al lijkt het nu één gebouw, we kijken naar een mix van stenen die over honderden jaren is ontstaan. Dat maakt het zo ingewikkeld.
Tel daar nog eens bij de voor ons op het eerste gezicht vreemde godsdiensten en de verwarring is compleet. Maar dat maakt het allemaal niet minder mooi. Volgens de catalogus is dit: De moord op Kamsa door Krishna.
Ongeveer halverwege naar beneden zitten mensen offers te maken. Slimme bloemstukjes die ze verkopen om bij de vele tempeltjes te plaatsen.
Dit is echt creatief met palmblad.
Een bloem van de Frangipani.
Ergens op een van de terrassen zie ik dit torso. Een gehurkte (?) stenen figuur.
Zomaar wat schaduwen onderweg naar beneden.
We zijn beneden bij de daltempels aangekomen. Die gaan we nog eens goed bekijken. Daarover meer in een volgende blog post.
…komt de hoofdtempel van Wat Phou (Vat Phou) in zicht.
Daar pak ik de draad weer op.
Een eerste blik op de hoofdtempel van Vat Phu in Champasak in Laos. Door kenners van het Khmer-rijk of Angkor-rijk wordt dit als de plaats aangewezen waar het Khmer-rijk begon.
Wikipedia zegt het zo:
Het tempelcomplex is gesticht in de 9e eeuw door Jayavarman II en was kortstondig de hoofdstad van het Khmer-rijk. Het hindoeïstische aspect van Wat Phou is ongewoon in het Angkoriaanse Rijk.
Dit is de volledige deurpost/dorpel waarvan de vorige foto een detail is. Volgens de catalogus van het museum is dit: Krishna trekt de naga/slang Kâliya uit elkaar. Eerste helft 11e eeuw.
De wandeling/klim naar boven was meer dan de moeite waard.
Vishnu op Garuda.
Indra op Airâvata.
Het dak van het gebouw vertoond heel wat gaten maar dat stopt de mensen niet er toch een tempel van te maken.
Met beelden, groot en klein, rustiek of druk, van een kleur of heel bont.
Rond de hoofdtempel is nog van alles te zien. Zo zijn onder/tegen de schuine kanten van de grote keien waaruit de berg bestaat ook plaatsen waar men goden kan vereren.
Tussen de benen van een groot grijs beeld staan dan weer een hele reeks heel kleurrijke beeldjes.
De wandeling gaat nog verder, om dan weer even
terug te komen bij de hoofdtempel.
Maar daar meer over in mijn volgende blogpost.
Vanuit Lucknow gaan we naar Haridwar. Gelegen aan de Ganges is dit een van de zeven plaatsen in India die de Sapta Puri worden genoemd. De heiligste plaatsen voor de Hindoes. Maar eerst moeten we er met de trein zien te komen. Het wordt veel wachten. We zijn niet de enige die naar deze bedevaartsplaats toe willen (of er weer vertrekken).
Wikipedia (vertaald):
De Sapta Puri zijn zeven heilige pelgrimsplaatsen in India. De tirthas (bedevaartsplaatsen) zijn: Ayodhya (Rama), Mathura (Krishna), Haridwar (Vishnu), Varanasi (Shiva), Kanchipuram (Parvati), Ujjain (Shiva) en Dwarka (Krishna).
Een andere trein.
Soms moet je gewoon wachten.
Het woord ‘graffiti’ gebruik ik hier heel erg ruim.
Ik bedoel dat ik een heleboel verschillende zaken die te maken hebben
met kleur, letters of tekeningen, onderbreng in een blog.
In het verleden is er denk ik een wedstrijd geweest met allerlei
schilders die de muren aan de Ganges mochten beschilderen.
Waarschijnlijk zijn er ook veel mensen die zo hun eigen plan
getrokken hebben en zelf met de kwast aan de slag zijn gegaan.
Het resultaat:
Een Hindoeheilige: Hanoeman.
Krishna is de blauwe Hindoe heilige.
Aan de Ganges is het ook de plaats om te wassen. Waar gewassen wordt moet je drogen. Kunstwerk of niet.
Dit was natuurlijk geen onderdeel van een wedstrijd.
Time Will Reflect, artist: Sangram Soni: Swami Vivekananda
Wikipedia:
Swami Vivekananda (Calcutta, 12 januari 1863 – Haora, 4 juli 1902) wordt beschouwd als een van de belangrijkste recente vertegenwoordigers van de vedanta, de filosofie van het hindoeïsme. Hij was de voornaamste discipel van Sri Ramakrishna (Kamarpukur, 18 februari 1836 – Calcutta, 16 augustus 1886), de grote hindoe-mysticus.
Artist: Jonny Popovich (USA). Musician: Anshuman Maharaj (India).
Volgens mij was dit een soort fake reclame om mensen naar een hotel te lokken.
Volgens mij zijn dit de attributen van Krishna.
Redt de Ganges.
Het maken van tekeningen voor de ingang van een huis is een normale activiteit in India. Vrouwen zijn hier vooral heel bedreven in.
Wat hier staat weet ik niet maar ik vind die lettertekens zo mooi.
We waren laat aangekomen in Orchha
dus de volgende morgen gingen we gelijk op pad
om het kantoor te zoeken waar kaartjes verkocht worden.
Een combi-ricket voor zowat alle bezienswaardigheden.
Echt een plan hadden we niet maar we begonnen
na het vinden van de kaartverkoop aan de Raja Mahal.
Raja Mahal
The construction of the Raja Mahal was started in 1531 AD by Raja Pudra Patrap (1503 – 1531 AD) and was completed by the year 1539 in the reign of Bharti Chandra (1531 – 1554 AD) later on, his successor Madhukar Shah (1554 – 1592 AD) made some alteration and additions giving it a final shape, designed on a aquare plan, the palace is devided into two wings, with five storeys on three sides and four storeys on one side. The Darbar-I-Am and Darbar-I-Khas are quite imposing. The subjects if the paintings are mainly the life and deeds of Lord Rama and Krishna. The incarnations of the god Vishnu have also been painted. Nayak / Nayikas, Rag- Raginies, wrestling folk, hunting and vignettes and royal amusement have also found place in the depictions.
Korte samenvatting/vertaling:
De bouw van de Raja Mahal begon in 1531 door Raja Pudra Patrap.
Zijn opvolgers zullen het werk afmaken en hier en daar nog
wijzigingen aanbrengen.
Basisvorm voor het paleis is het vierkant.
Het paleis heeft twee vleugels met aan drie kanten vijf
verdiepingen en aan een kant vier verdiepingen.
De Darbar-I-Am en Darbar-I-Khas zijn indrukwekkend.
Deze zalen worden ook wel durbar genoemd en zijn de officiele
zalen voor de heersers.
De schilderingen hebben Lord Rama en Krishna als onderwerp en
de verschijningsvormen van Vishnu zijn er ook geschilderd.
Allerlei activiteiten zoals andere goden uit het Hindoeisme,
de jacht, worstelaars en koninklijk
amusement zijn te vinden in de schilderijen.
Op zoek naar de kaartverkoop koem we bij een van de grote poorten van de Orchha citadel.
Vooral in de Raja Mahal zien we veel schilderingen. De staat waarin ze verkeren verschilt nogal.
Hier een detail van een plafond met een vogel.
Nog meer vogels en planten in een hoek van een plafond.
Dit is het plafond waarvan de vorige twee foto’s details zijn.
Het complex is indrukwekkend met vele mooie doorkijkjes. In de ochtend, gelijk na ons ontbijt zijn er nog maar weinig toeristen. Die zullen later op de dag wel komen als het warm wordt.
Je ziet goed dat de zon al fel is en dat het een beetje nevelig is. Dat komt waarschijnlijk ook omdat we dicht bij de rivier zijn.
Altijd mooi.
De binnenplaats van Raha Mahal. Op de foto’s van de binnenplaatsen is te zien dat het van buiten zo imposante gebouw in werkelijkheid aan twee zijdes vooral een brede muur is.
Je moet natuurlijk wel een groot balkon hebben om het volk toe te spreken.
Alles is prachtig versierd. Beschilderd of zoals hier met mooi stucwerk. Veel bloemmotieven als decoratie.
Dit is de beschildering van de onderkant van de dakgoot.
Nu volgen een serie plafondschilderingen. Vaak een ruim beeld van het plafond gecombineerd met een detail.
Bloemen en een jacht (?) of zijn het strijders?
Elke ruimte lijkt wel een eigen patroon te hebben op het plafond.
Heel vaak mag je in India alle verdiepingen en alle ruimtes bezoeken, behalve als de voormalige koninklijke familie er nog woont.
Uitzicht van de Raja Mahal naar de Ram Raja tempel.
Dit is de beschildering met bloemen van de boog op de volgende foto.
Hier zie je een deel van de verdedigingswerken van de citadel, de gracht er om heen, de vaste brug naar het poortgebouw van de citadel en het dorp.
Dat is nog eens architectuur. We zullen nog veel bijzondere architectuur zien in deze vakantie.
Deze tekst en zijn samenvatting waren aan het begin van deze blog post al te lezen. Wat een ervaring!
Voor mensen die niet van Aziatische kunst houden
is mijn weblog de laatste tijd niet aangenaam.
Ik realiseer me dat al de namen in het Hindoeisme en Boeddhisme
niet eenvoudig zijn en ingewikkeld te plaatsen
in de godenwerelden van beide religies.
Zelf kan ik dat ook allemaal maar moeilijk een plaats geven
maar dat neemt niet weg dat de beelden en andere kunstwerken
een hoge kunst en kunsthistorische waarde hebben
waar ik van kan genieten.
De tweede en voorlaatste reeks van het Bhopal State Museum
omvat weer een serie beelden.
Gajasur Vadh (een verschijningsvorm van Shiva, 10th century AD, Pipaldhar.
Jain Padpeth, 13th century AD, Indore.
Het interieur van het museum.
Sadhu, 18th century AD, Tewar.
Een dergelijke afbeelding had ik eerder nooit gezien.
Dit is een vergelijkbare afbeelding als het vorige beeld. Hiervan weet ik wel de naam en de datering: Nag couple, 11th century, Unknown.
Sadashiva, 11th century AD, Gyaraspur.
Padmini, 11th century AD, Suhaniya.
Birth of Krishna, 11th century AD, Hinglajgarh.
Er was een hele gallerij met beelden die rivieren verbeelden. Hier: Yamuna, 7th – 8th century AD, Keldhar.
Ganga (of Ganges), 10th century AD, Rewa.
Vaishnavi & Kaumari, 10th century, Mandsaur.
Panchmukhi Ganesa, 9th century AD, Unknown. Zo had ik een Ganesha nog nooit gezien.
Ganesa, Kalchuri period (Kalachuri dynasty, 6th – 7th century), Jabalpur. In deze verschijningsvorm heb ik Ganesha eerder gezien. Vaak zelfs.
Pedestal, 12th – 13th century AD, Shivpuri. Dit is waarschijnlijk een dorpel van een deur of raam. Het is werkelijk schitterend.
Dit is het middendeel met waarschijnlijk Boeddha.
Dit is een van de afschrikwekkende fantasiedieren. Heel mooi gemaakt.
Zo had men er nog een: Pedestal, 12th – 13th century AD, Shivpuri. Door dat ik experimenteerde met de belichting zie je soms een natuurlijkere belichting dan in andere gevallen.
Het Bhopal State Museum is een museum met een fantastische collectie.
Bezoek het museum als je in de buurt bent.
Ik bezocht het museum 25 februari 2016.
Ik vervolg mijn wandeling door Banteay Srei. Ik ben in het centrum van het heiligdom. Tussen de mooiste delen.
Dit is een detail van de vorige foto. Wat je goed ziet is dat iedere centimeter van de gebouwen bedekt zijn met prachtig beeldhouwwerk.
Voor sommige motieven zou je de site meerdere keren, op verschillende tijdstippen moeten bezoeken. Die tijd had ik niet. Veel zon is een zegen zullen we maar zeggen.
Is dit mooi of super mooi?
Dit is een ander ‘pediment’ (tableau) van de bibliotheek. De centrale voorstelling is Krishna die Kamsa doodt.
Dit is een ander belanngrijk tableau: het gevecht tussen Valin en Sugriva.Valin en Sugriva zijn twee apenbroers die om de kroon vechten.
De afbeeldingen vind ik zelf prachtig. Ik ben blij dat ik ze kan plaatsen op mijn blog maar tegelijkertijd weet ik: dit is de voorlaatste aflevering over Banteay Srei. De voeten van deze beelden vindt ik opmerkelijk.Ze zijn een stuk minder elegant dan de rest van de afbeelding. Toch weer een ander kapsel.
Waarschijnlijk is dit de afbeelding van Indra op de driekoppige witte olifant, Airavata.
Met deze korte serie foto’s ben ik weer terug bij
Banteay Srei, een van de vele tempels in Angkor.
Detail van Indra.
Airavata, de driekoppige olifant.
Dit fantastische waterballet maakt deel uit van dezelfde partij.
Deze grote afbeelding bevindt zich onder de vorige. Het is de bosbrand in het Khandava bos. Het waterballet eerder was een poging om regen te maken en de bosbrand te stoppen. De brand is aangestoken door de god Agni om de naga Taksaka te doden. Krishna en zijn broer Balarama stellen zich op aan weerszijde van het bos om de dieren tegen te houden zodat ze niet kunnen vluchten en om met hun pijlen de regen te stoppen.
De dieren en mensen die in het Khandava bos wonen.
Vogels schieten weg.
Een aapje en een van de boogschutters.
De ‘bibliotheek’ waarop deze afbeeldingen te zien zijn.
Via een Tweet van het Metropolitan Museum of Art,
een groot en belangrijk museum in New York,
kwam ik op de introductiepagina voor Hindoekunst van het museum.
De afbeeldingen die ik hier gebruik komen ook van die pagina.
De link naar die pagina is
http://www.metmuseum.org/toah/hd/hind/hd_hind.htm?utm_source=Twitter&utm_medium=tweet&content=20140828&utm_campaign=toah
De tekst is geschreven door Vidya Dehejia (professor op het gebied
van Indiase en Zuid Aziatische kunst aan de Universiteit van Columbia).
Over Hindoeïsme en Hindoekunst schreef ze het volgende (in Nederlandse
vertaling/samenvatting. De volledige tekst staat hieronder).
In de visie van de Hindoes heeft het leven op aarde vier doelen en ieder
mens zou die vier doelen moeten nastreven:
– dharma, oftewel een moreel leven;
– artha, oftewel materiële welvaart door het uitvoeren van een beroep;
– kama, oftewel menselijke en seksuele liefde;
– moksha, oftewel zelfverwezenlijking.
Deze allesomvattende visie komt ook terug in de
artistieke productie van India. Hoewel een Hindoetempel toegewijd is
aan de glorie van een godheid en er op is gericht om de gelovige
te helpen om moksha te bereiken, is het toegestaan dat de muren beeldhouwwerken
bevatten die zich richten op de verwezenlijking van de drie andere doelen.
In die lijn moeten we de sensuele en schijnbaar seculiere thema’s plaatsen
die de muren van Indiase tempels versieren.
Loving couple (Mithuna), Eastern Ganga Dynasty, 13th century, Orissa, India, ferruginous stone.
Het Hindoeïsme is een geloofsovertuiging zonder een enkelvoudige stichter,
er is niet een (1) woordvoerder, geen enige profeet. Het ontstaan
van het Hindoeïsme komt voort uit meerdere bronnen en is complex.
Een bron voert terug op op de heilige literatuur van de Aryans,
geschreven in Sanskriet, en bekend onder de naam de Veda’s.
De verhalen bevatten lofzangen op heiligen die vaak
verpersoonlijkingen zijn van natuurelementen.
Een andere bron wordt gevormd door de dominante overtuigingen
van inheemse volkeren, met name het geloof in de krach van moedergod
en de werkzaamheid van vruchtbaarheidssymbolen.
Het Hindoeïsme zoals we dat vandaag kennen,
met de nadruk op de god Vishnu, Shiva en Shakti,
is gevormd tegelijkertijd met het begin van het Christendom.
Dat het Hindoeïsme zo veel gezichten heeft en meer goden kent, is vaak
verwarrend voor niet-Hindoes. In het Hindoeïsme wordt het Oneindige
gezien als een diamant met meerdere facetten.
Een individuele gelovige kan zich als magnetisch aangetrokken voelen
tot een van die facetten, zoals Rama, Krishna, of Ganesha.
Door een (1) individueel facet te aanbidden, ontkent de gelovige niet
het bestaan van de vele facetten van het Oneindige of de vele wegen
naar het ultieme doel.
Shiva as Lord of Dance (Nataraja), Chola period (circa 860 – 1279), circa 11th century, copper alloy.
Goden worden vaak afgebeeld met meerdere armen, zeker als
ze betrokken zijn bij kosmische gevechten waarbij de machtige krachten
van het Kwaad moeten worden vernietigd.
De veelheid van armen benadrukt de enorme kracht van de god en haar
of zijn vermogen meerdere heldendaden tegelijkertijd te verrichten.
Voor een Indiase kunstenaar is dit een eenvoudige en effectieve manier
om de de alomtegenwoordigheid en de almacht van een godheid uit te drukken.
Het Kwaad (Duivels) wordt vaak met meerdere hoofden afgebeeld om
de bovenmenselijke kracht uit te beelden. Een enkele maal wordt ook een god
afgebeeld met meerdere hoofden. Dit komt voort uit de behoefte om meerdere
aspecten van het karakter van de god uit te beelden.
Zo wordt Shiva wel afgebeeld met drie hoofden. Het middelste hoofd
is zijn belangrijkste karakter terwijl de anderen de bedreigende
en de zalige kant van zijn karakter uitbeelden.
The goddess Durga killing the buffalo demon Mahisha (Mahishasuramardini) Pala period (circa 700 – 1200), 12th century, Bangladesh or India, argillite.
De Hindoetempel.
Architectuur en beeldhouwwerk zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden in India.
Als men spreekt over Indiase Architectuur dan geeft men een vervormd
en incompleet beeld als men niet tegelijkertijd ook aandacht besteed
aan de weelderige gebeeldhouwde versieringen van de monumenten.
In Hindoetempels tref je grote nissen aan in de drie buitenmuren
van het centrale heilige der heilige.
Die nissen zijn voorzien van afbeeldingen die de belangrijkste eigenschappen
van de heilige tonen aan wie de tempel is gewijd.
De afbeelding in het heilige der heilige verbeeld de essentie van de god.
Een tempel gewijd aan Vishnu zal bijvoorbeeld ook zijn incarnaties afbeelden.
Een tempel gewijd aan Shiva zal de vele heldendaden tonen
terwijl een Shakti-tempel haar strijd met de vele duivels zal verbeelden.
Regionale verschillen zijn er in overvloed.
Zo zal een Shiva-tempel in Orissa vaak afbeeldingen
van zijn familie/partner bevatten; Parvati en hun zoon Ganesha
(de god die hindernissen wegneemt) en de oorlogszuchtige Skanda.
Seated Ganesha, 14th – 15th century, India, Orissa.
De buitenkant van de hallen en veranda’s zijn overdekt met beelden
van allerlei figuren. Een serie nissen kan gebeurtenissen in de mythologie
van de god benadrukken en vaak is er dan ook nog plaats
voor een variëteit aan andere goden.
Daarnaast bevatten tempelmuren florale motieven, beelden van vrouwen en
liefdesparen die bekend staan als mithunas.
Zo worden de positieve elementen als groei, overvloed en welvaart uitgebeeld.
Originele Engeltalige tekst:
Hinduism and Hindu Art
According to the Hindu view, there are four goals of life on earth, and each human being should aspire to all four. Everyone should aim for dharma, or righteous living; artha, or wealth acquired through the pursuit of a profession; kama, or human and sexual love; and, finally, moksha, or spiritual salvation.
This holistic view is reflected as well as in the artistic production of India. Although a Hindu temple is dedicated to the glory of a deity and is aimed at helping the devotee toward moksha, its walls might justifiably contain sculptures that reflect the other three goals of life. It is in such a context that we may best understand the many sensuous and apparently secular themes that decorate the walls of Indian temples.
Hinduism is a religion that had no single founder, no single spokesman, no single prophet. Its origins are mixed and complex. One strand can be traced back to the sacred Sanskrit literature of the Aryans, the Vedas, which consist of hymns in praise of deities who were often personifications of the natural elements. Another strand drew on the beliefs prevalent among groups of indigenous peoples, especially the faith in the power of the mother goddess and in the efficacy of fertility symbols. Hinduism, in the form comparable to its present-day expression, emerged at about the start of the Christian era, with an emphasis on the supremacy of the god Vishnu, the god Shiva, and the goddess Shakti (literally, “Power”).
The pluralism evident in Hinduism, as well as its acceptance of the existence of several deities, is often puzzling to non-Hindus. Hindus suggest that one may view the Infinite as a diamond of innumerable facets. One or another facet—be it Rama, Krishna, or Ganesha—may beckon an individual believer with irresistible magnetism. By acknowledging the power of an individual facet and worshipping it, the believer does not thereby deny the existence of many aspects of the Infinite and of varied paths toward the ultimate goal.
Deities are frequently portrayed with multiple arms, especially when they are engaged in combative acts of cosmic consequence that involve destroying powerful forces of evil. The multiplicity of arms emphasizes the immense power of the deity and his or her ability to perform several feats at the same time. The Indian artist found this a simple and an effective means of expressing the omnipresence and omnipotence of a deity. Demons are frequently portrayed with multiple heads to indicate their superhuman power. The occasional depiction of a deity with more than one head is generally motivated by the desire to portray varying aspects of the character of that deity. Thus, when the god Shiva is portrayed with a triple head, the central face indicates his essential character and the flanking faces depict his fierce and blissful aspects.
The Hindu Temple
Architecture and sculpture are inextricably linked in India. Thus, if one speaks of Indian architecture without taking note of the lavish sculptured decoration with which monuments are covered, a partial and distorted picture is presented. In the Hindu temple, large niches in the three exterior walls of the sanctum house sculpted images that portray various aspects of the deity enshrined within. The sanctum image expresses the essence of the deity. For instance, the niches of a temple dedicated to a Vishnu may portray his incarnations; those of a temple to Shiva, his various combative feats; and those of a temple to the Great Goddess, her battles with various demons. Regional variations exist, too; in the eastern state of Orissa, for example, the niches of a temple to Shiva customarily contain images of his family-his consort, Parvati, and their sons, Ganesha, the god of overcoming obstacles, and warlike Skanda.
The exterior of the halls and porch are also covered with figural sculpture. A series of niches highlight events from the mythology of the enshrined deity, and frequently a place is set aside for a variety of other gods. In addition, temple walls feature repeated banks of scroll-like foliage, images of women, and loving couples known as mithunas. Signifying growth, abundance, and prosperity, they were considered auspicious motifs.
Vidya Dehejia
Department of Art History and Archaeology, Columbia University
Woensdag 19 december 2012
Vandaag een super dag gehad!
We hadden drie dingen op de agenda:
1) Ellora
2) een dorp met het graf van Aurangazeb
3) Daulatabad fort.
Ellora is prachting.
Het zijn zo’n 35 grottempels en kloosters.
Uitgehouwen in de berg.
Fantastisch.
Maar je kunt hier makkelijk 2 dagen doorbrengen.
We hebben zo’n 6 of 7 van de tempels gezien.
Aurangazeb was een Moslim keizer in India.
Zijn graf is erg bescheiden maar het dorp is prachtig.
Het fort is enorm groot.
We zijn er in gelopen maar hebben het niet tot de top gehaald.
Dat was later op de dag in de warmte niet meer te doen.
L. zit nu op de ‘lawn’ (in de tuin).
Die wordt door niemand in het hotel
behalve door de werkmensen en ons gebruikt.
Ze gebruiken dit grasveld alleen bij groter feesten en partijen
maar het is er rustig en er is schaduw.
Ik ga daar zometeen ook weer terug naar toe.
Morgen vertrekken we naar Ajanta.
Ajanta en Ellora zijn samen een World Heritage Site.
Genoeg voor vandaag.
Moet nog een en ander op het internet uitzoeken
voor de komende dagen.
Groeten,
De tekst die hierboven staat is uit een e-mail die ik 19 december 2012
verstuurde naar het thuisfront.
Drie onderwerpen waarvan twee met veel foto’s.
Alles bij elkaar 120 stuks alleen al voor Ellora.
Dat is een beetje te veel voor 1 blog.
Dus ga ik dat in kleinere groepen indelen.
Laat me beginnen met een eerste serie van het prachtige Ellora.
Cave 16, Kailasha, ligt in de verte aan de voet van de heuvel.
Even wat dichterbij gehaald.
Apen wachten ons op.
Cave 16, Kailasha.
Cave 16
Direct vertalen naar het Nederlands zou ‘grot 16’ opleveren.
Maar dat doet tekort aan deze rotstempels.
In plaats van tempels te bouwen van steen,
groef men tempels uit in de heuvels.
Bij Ellora zijn er 34 kloosters en tempels uit de rotsen gehouwen.
Ze zijn te vinden over een traject van meer dan 2 kilometer.
Er zijn Boeddhistische, Hindoe en Jain tempels
Tekst van de toelichting bij Cave 16:
The Kailasha is a great monolithic rock cut temple isolated from the surrounding rock and excavated from top to bottom and scooped out all through from outside to inside. It is said that ten generations worked for it and took more than 200 years for its completion. The temple was planned and begun under the Rastrakuta king Dantidurga (735-757 AD) and the major work went on in the reign of Krishna I (757-773 AD).
The artistic activities of Kailasha were carried out in several phases and spread over many reigns of the Rastakuta rulers. This cave is locally known as Kailasha, the abode of Siva the patron deity of the temple. Kailasha is a temple complex, with all essential elements of temple, including main shrine, Nandi shrine, gateway, surrounding cloisters and subsidiary shrines. The temple is richly carved with niches, pilasters, windows and corniches. The whole temple is decorated with gigantic images of deities, amorous couples, friezes of epic scenes alongwith faunal, floral and geometrical designs.
After completion of the temple there is evidence of renewed plaster and painting in about 9th – 11th centuries AD.
Various sculptures carved here in the temple are not there by accident but by deliberate design. Every sculpture has a meaning and a purpose. The two elephants and free standing Pillars of Victory in courtyard reflect Rashtrakuta’s supremacy and power. The figures of Sankha-Nidhi, Padma-Nidhi and the panel of Gajalaxmi in courtyard symbolize their prosperity. While the figures of river goddess Ganga, Yamuna, Saraswati, symbolize the Purity, Devotion and Knowledge respectively.
The enormous animals supporting the superstructure of Kailasha show the great importance given for the animal world in the Hindu mythology. The whole temple complex is surrounded by a raised pillar corridor decorated with huge panels of mythological stories.
The main temple is called as Rang-Mahal (Painted Palace) because after its completion, the temple was plastered and painted. Rang-Mahal is rectangular on plan. The 7 meter high plinth is decorated with life size elephants and mythical animals and friezes illustrating two great epics. Ramayana and Mahabharatha. The main temple has a Vadya Mandapa, Nandi Mandapa, a pillared hall, an antechamber and a small sanctum surrounded by five subsidiary shrines (Panchayatana). The ceilings of the sanctum, antechamber and the hall have pendentive rosettes, goddess Anna-Purna and Dancing Siva respectively. The whole temple is also decorated with beautiful paintings.
Lankeshvara temple carved on Northern corridor is dedicated to Lord Shiva. The temple consists a pillared hall, an antechamber sanctum and Nandi shrine. On the parapet wall outside is a frieze of amorous coup[les carved in bass relief. The pillars and walls are decorated with a number of interesting panels. The sanctum houses a linga and the back wall is carved with the Maheshmurthi in low relief.
Nederlandse samenvatting:
Kailasha is een tempel en kloostercomplex
dat in zijn geheel uit de rotswand is gehouwen
en vervolgens uitgehold, daar waar nodig.
Er zouden 10 generaties, meer dan 200 jaar aan hebben gewerkt.
Het werk is begonnen onder koning Dantidurga en Krishna.
Alle elementen van een tempelcomplex zijn aanwezig:
een hoofdheiligdom, een heiligdom voor Nandi, een poort,
omringende kloosters en bijbehorende heiligdommen.
Er zijn veel pilaren, doorgangen, nissen, balkons en ramen.
Allemaal rijk versierd met beeldhouwwerk.
Het geheel is versierd met goden, verliefde stellen,
tableau’s met heldenverhalen, ontwerpen
met dierlijke, plantaardige en geometrische vormen.
De beelden staan er niet bij toeval,
ze hebben een betekenis en samenhang.
De olifanten en de Overwinningspilaren
staan voor de macht van het Rashtrakuta koningshuis.
De figuren van Sankha-Nidhi, Padma-Nidhi
en het panel van Gajalaxmi staan voor welvaart.
De goden Ganga, Yamuna en Saraswati, symboliseren respectivelijk
Puurheid, Toewijding en Kennis.
De Rang-Mahal (Beschilderde Paleis) is de hoofdtempel en
heeft een rechthoekige fundering,
de 7 meter hoge muren zijn versierd
met olifanten, mythische dieren en verhalen uit de
Ramayana en de Mahabharatha.
Deze tempel heeft een Vadya Mandapa (een vrijstaande hal met pilaren,
vadya duidt in de richting van muziek),
Nandi Mandapa, een hal met pilaren, een antichambre
en een kleiner heiligdom omringd met 5 andere heiligdommen
(een Panchayatana is een Hindoe tempel met 5 heiligdommen,
typisch gewijd aan Shiva, Vishnu, Devi, Surya en Ganesha).
De plafonds van het heiligdom, de antichambre en de hal
hebben respectievelijk een grote rozett, een afbeeldingen
van de godin Anna-Purna en de dansende Shiva.
De hele tempel is versierd met schilderingen.
De Lankeshvara temple in het noorden is gewijd aan
Lord Shiva.
Deze tempel omvat een hal met pilaren, een antichambre
en een Nandi heiligdom. De tempel heeft een linga
en de achterwand heft een Maheshmurthi (een afbeelding
van Shiva die op zich zelf als heilig wordt beschouwd) in laag reliëf.
Al de foto’s in onderstaande blog komen van Cave 16.
Ik ken te weinig van de Hindoe iconografie om de afbeeldingen
te kunnen duiden.
Fotograferen is er moeilijk op een zonnige dag,
met veel aschaduw, in grotten met soms lange
belichtingstijden en geen statief.
Maar zie de reeks als het verslag van een ontdekkingsreis
waarbij de reis net zo belangrijk is als het doel.
Mahabharatha.
Soms komt er direct zonlicht binnen in de grot en op de foto levert dat deze blauwe verkleuring op.
Het steigerend paard is klein afgebeeld voor de strijdwagen met een godheid of held. Een boogschutter.
Ik zie foto’s op het web van mensen die de omringende heuvels belopen en een blik van boven op de tempel kunnen werpen. Wij waren waarschijnlijk zo onder de indruk dat we snel meerdere grotten wilden zien. Dit is de top van de tempel gezien vanaf de begane grond.
Nog een beeld van het enorme complex.
Een vervolg op de blog van gisteren over hetzelfde onderwerp.
Vasant Ragini, folio from a ragamala series (Garland of musical modes), early 17th century, Rajasthan, Amber.
De lente is hier verbeeld door een dansende adelijke persoon
die de rol speelt van Krishna die de komst van de lente verwelkomt.
Getuige de bloeiende planten op de voorgrond, de bloemen
op zijn hoofddeksel en de bloemen in de gouden vaas
die op zijn hand balanceerd.
Vasant (spring) is evoked here by the dancing nobleman
playing the role of Krishna in celebration
of the coming of spring, witnessed by the flowering plants
in the foreground, the flowers set in the nobleman’s headdress, and the golden vessel holding flowers
balanced on his raised hand.
Vilaval Ragini, folio from a ragamala series (Garland of musical modes), circa 1680, Rajasthan, Sirohi, ink and opaque watercolour on paper.
De Vilaval Raginidient in de ochtend te worden uitgevoerd.
Dat wordt hier verbeeld door de opkomende zon in een donkere lucht.
In poezie wordt deze compositie beschreven als een vrouw
die zich gereed maakt om haar minaar te ontmoeten.
Daarom kijkt ze hier in een spiegel terwijl ze haar oorbellen indoet.
Het gebouw is weergegeven zonder diepte.
The Vilaval ragaini is to be performed in the morning,
as suggested by the sun rising in a dark sky.
In poetry this raga is described as a lady preparing
to meet her lover, and here she is shown looking in a mirror
and fixing her earrings.
The pavilion is represented without depth
De Metropolitan (The Metropolitan Museum of Art, New York)
heeft op dit moment een tentoonstelling met de naam:
‘Ragamala: Picturing Sound’
Een Raga is een Indiaas muziekstuk.
De tentoonstelling toont miniaturen die ‘muziek maken’ verbeelden.
Hier een paar van de 20 voorbeelden die je op internet kunt bewonderen.
A Musician Charms a Mrig (Antelope), circa. 1825. Folio from a ragamala series (Garland of Musical Modes), India (Rajasthan, Kota).
Op de voorgrond zit een vrouw voor een jachttoren.
Ze speelt sitar terwijl een antiloop, gefixeerd door de muziek,
voor haar staat.
Bovenop de toren maakt Krishna een gebaar naar
een luipaard die in de verte verdwijnt.
Het typische Rajastaanse rotslandschap met onvolgroeide bomen
in een veelvoorkomende achtergrond voor miniaturen
die voor het hof van Kota werden gemaakt.
In the foreground, a female musician sits before a hunting tower playing a sitar,
while an antelope stands transfixed before her by the music.
From the turret of the tower, Krishna gestures toward a leopard retreating over the horizon.
The scene is in a typical Rajasthan rocky landscape
filled with stunted trees,
a favored setting for Kota court paintings.
Panchama Ragini, Folio from a ragamala series (Garland of musical modes), circa 1640, Rajasthan, Bikaner, ink, opaque watercolour and gold on paper.
Deze schildering verbeeld de populaire Panchama ragini composities.
Deze gaan over vermaak, geluk en liefde.
Hier is afgebeeld dat een heerser twee muzikanten wil betalen.
Zijn minaar wordt in een ragamala tekst als volgt beschreven:
“zo’n verrukkelijke schoonheid……dat ze zelfs de harten
van vrouwen raakt…en is ondergedompeld in de kleur
en de vreugde van muziek”
Veel kunstenaars uit Bikaner (Rajasthan, noord India, Hindoe)
werden getraind in de Moghul werkplaatsen (Zuid India, Moslim)
voordat ze aan de verschillende hoven in Rajasthan werk zochten.
Dat is te zien aan deze voorstelling maar de toespeling
op een stemming die veroorzaakt is door muziek
is typisch voor de smaak van de Rajput hoven (Rajasthan).
This painting gives visual form to the popular
Panchama ragini musical composition,
which expresses entertainment, happiness, and love.
Here, the ruler reaches out to pay the two musicians.
His lover is described in a later ragamala text as
“[s]o ravishingly beautiful . . . that she even carries the hearts of women . . . [and] is immersed in the color and joy of melodies.”
Many Bikaner artists of this period trained atMughal workshops
before seeking employment at the Rajput courts,
as witnessed in the figure types depicted here; however,
the allusion to a mood engendered by music
reflects the taste of the Rajput courts.
Krishna holds up Mount Govardhan to shelter the villagers ff Braj, folio from a Harivamsa (The legend of Hari Krishna), circa 1590 – 1595. Afkomstig uit hedendaags Pakistan, waarschijnlijk Lahore.
Dit is een van de grote klassieke teksten van de wereldliteratuur.
Hier een manuscript uit ongeveer 1590.
Het manuscript is onderdeel van de Metropolitan Museum collectie.
De afbeelding was al eens eerder hier op mijn blog te zien
maar een paar maanden geleden zag ik er ook een stuk tekst van.
Een geweldige inspiratie voor het Altered Book
over India dat ik aan het maken ben.
Zo mooi wordt mijn boek niet, maar het idee voor een tekst illustratie
zit nu in mijn achterhoofd. Ik ben benieuwd of en hoe het er weer
uit gaat komen.
Kijk maar eens naar die tekst:
En meer in het bijzonder de goudversiering tussen de tekstregels.
In New York was het onlangs ‘Asia week’.
Een combinatie van galleries en museums, samen met veilinghuizen,
concentreren zich dan op kunst, oud en mordern, afkostig uit Azie.
Vandaar vandaag veel werken uit Azie.
Daniel Bombardier, Canada, spray paint through cut stencil, acrylic and urethane on fir wood pane, 2013.
Fritz Bultman, Rosa Park, 1958, oil on canvas.
Gerhard Richter, Domplatz, Mailand, 1968, oil on canvas.
Gold wreath with oak leaves and flowers from the Greek settlements in Bactria, circa 2nd century BC.
Gouden lauwerkrans met eikeblad en bloemen, gevonden bij de Griekse nederzettingen in Bactria, uit ongeveer de 2e eeuw voor Christus.
Detail.
Ito Shinsui, Eyebrow pencil, 1928, woodblock print.
Kamoda Shoji, Large stoneware vessel with blue enamel glazed banding, 1976.
Koichiro Kurita, Boundary water, Minnesota, 2001, platinum palladium photograph.
Kokosori mask, Hopi, Arizona, circa 1920 – 1940, felt, wool, feathers and leather.
Masker van Hopi indianen.
Krishna watches Radha perform Linga Puja, Rajasthan, Kishangarh, India, circa 1760, ink, opaque watercolor and gold on paper.
Krishna kijkt toe vanuit een boom terwijl Radna een offer brengt.
Dit beeld van de offerande kun je nog dagelijks overal in India zien.
Detail.
Lucio Fontana, Concetto Spaziale, 1965 – 1966.
Tai Xiangzhou, Magnificence within seal, 1968, ink on silk.
Detail van het prachtige landschap.
Detail met links tekst.
Man Ray, Calla Lillies, 1931, photograph.
M.C. Escher, Eye, mezzotint, 1946, on Van Gelder Zonen laid paper
Persian quatrain signed by Mir Ali al-Harawi with royal mughal illumination, India, Mughal, 16th century.
Persisch gedicht, ondertekend door Mir Ali al-Harawi
Detail met bloemen.
Detail met de rechter onderhoek.
Sotheby’s maakt het erg moeilijk afbeeldingen te krijgen
van voorwerpen die ze veilen.
Daarom vallen de afbeeldingen niet helemaal uit zoals ik ze zou willen hebben.
Rene Boyvin, Enlightenment of Francois I, 1550 – 1555, engraving.
Suhas Bhujbal, A quiet town 124, 2012, oil on canvas.
Tina Modotti, Untitled (Texture and shadow), 1924 – 1926.
Met 77 jaar nog steeds jong: Prins Carnaval opent het carnavalsfeest in Breda.
Wie ik denk dat hij is, kan hem niet zijn, want volgens zijn ouders gaat hij dit jaar niet carnavallen.
Boer zoekt…..
What’s new, Pussycat?
Sommige foto’s hebben geen titel nodig. Bij andere mag ik er een verzinnen.
Badr Hari is de gebraoie haan.
Badr Hari Krishna, met leuke teksten op de achterkant van dit portret.
Ze zijn er nog: de echte boerenkiel.
Het Kielegat is vollop in bedrijf.
Het slavenkoor.
Eten, Foto’s en heel veel andere thema’s.
Twee maskers, geinspireerd op Afrika maar Herman Brood kijkt mee.
Veel afbeeldingen met twee figuren erop.
Antonio Berni, Manifestacion, 1934, oil on burlap.
Burlap= soort jute.
Calixte Dakpogan, La cuisine (The kitchen), 2007, iron, aluminum (forks), cotton, copper.
Mijn keuken ziet er anders uit. Maar zeker goed gezien.
Calixte Dakpogan, Papa Sodabi – The drunk, 2002, steel, metal, plastic, glass and other found materials.
Dimitri Kozyrev, Last one 8, 2010, acrylic on canvas.
Henry Moore, Two seated figures, 1941.
Illustration of the Gita Govinda, Krishna adorns his beloved Radha, India, Kangra or Guler, circa 1780.
Linda Fleming, Storm 2011, powder-coated steel.
Oskar Kokoschka, Two nudes (Lovers), 1913, oil on canvas.
Eduardo Barron, Nero and Seneca, 1904.
Frank Hulsbomer, Constructing meaning in 3 steps, 2010.
Guido Mocafico, Dendroaspis Jamesoni Jamesoni, 2003, chromogenic print.
Heinrich Kuhn, Violets, circa 1908, autochrome, Austria.
Otto Muehl, Untitled, 1961, wood, material, paint, cord on cardboard.
Shi Lu, Girl by a clear stream, hanging scroll, ink and color on paper, Collection Robert Ellsworth.
Tsongkhapa as itinerant teacher, temple restorer, Tibet, 18th -19th century, colors on cloth, silk, wood, metal.
Wayne Thiebaud, Four cupcakes, 1971, oil on canvas.
Wim T. Schippers, Peanut-butter platform, 1962, installation 2011, Museum Boijmans Van Beuningen.
Heerlijk, PINDAKAAS!
Wolfgang Ellenrieder, Feuer Reifen, 2008.
Gisteren was ik in Amsterdam, onder andere op de tentoonstelling
‘De 50 mooiste miniaturen van het Rijksmuseum’.
Ik was niet eerder op de etage van het Prentenkabinet
van het Van Gogh museum geweest.
Daar was nog een tentoonstelling.
‘Van Gogh en stillevens’.
Vandaar dat ik eerder de schoenen van Van Gogh liet zien.
Ik heb daar foto’s gemaakt maar de omgeving is er terrecht nogal donker.
De foto’s uit de catalogus zijn dan ook veel mooier.
Daarom tref je hier een combinatie aan.
Mijn foto’s samen met ingescande afbeeldingen uit de catalogus.
Ik had nog veel meer afbeeldingen kunnen opnemen.
Er waren geen lelijke afbeeldingen of prenten van slechte kwaliteit.
Dit was super.
Ik heb in Mumbai een collectie miniaturen gezien
die was groter en misschien completer.
Maar zeker niet van een hogere kwaliteit.
Geweldig!
De toorn van Jarasandha bij Mathura, detail met Krishna.
De toorn van Jarasandha bij Mathura, detail.
De toorn van Jarasandha bij Mathura, Kangra, tweede helft 19e eeuw.
Het boek van de Indiase cultuur is de Mahabharata.
In dit boek staan heel veel verhalen.
Een van die verhalen vertelt over een koning die geen mannelijke nakomelingen had.
In de hoop dat zijn dochters wel zonen zouden krijgen werden ze uitgehuwelijkt.
De kroonprins van Mathura en een van zijn schoonzoons
vermoorde echter zijn vader en als straf werd hij door Krishna gedood.
Jarasandha, de zoonloze koning, probeert vervolgens Krishna te doden.
Deze gouache beeldt de veldslag die volgt af.
Het temmen van een wilde olifant, 1730-1740.
Het temmen van een wilde olifant, 1730-1740.
Dezelfde afbeelding maar nu van de web site.
Krishna doodt de demon Srigala, detail, circa 1590.
Srigala komt ook voor in de Mahabharata.
Krishna doodt de demon Srigala, ongeveer 1590.
Dit is de hele afbeelding.
Krishna doodt de demon Srigala, detail.
En er rolt een hoofd.
Krishna doodt de demon Srigala, detail.
Maar dezelfde afbeelding geeft op zicht op de stad,
de verdedigingswerken, huizen en soldaten,
Meisje met een reekalfje, 1e helft 18de eeuw.
Meisje met een reekalfje, mogelijk afkomstig uit Bidar.
Nomaals de hele afbeelding.
Meisje met een reekalfje, detail.
Meisje met een reekalfje, detail.
Portret Sukhjivan Khan, ongeveer 1765.
Portret Sukhjivan Khan, ongeveer 1765.
Nogmaals de hele afbeelding.
Dit is de gouverneur van Kashmir in de jaren 50 van de 18e eeuw.
Een prachtig streng portret.
Portret Sukhjivan Khan, detail.
Een portret dat plotseling heel levendig wordt door de dienaar
die nieuwe kooltjes in de waterpijp stopt.
Rama en Lakshmana strijden tegen de demonen Maricha en Suvahu, Chamba, ca 1750-1775.
De Ramayana is een Hindoestaanse tekst.
Het is een verzameling legendes en verhalen over Rama.
Lakshama is de broer van Rama.
Rama en Lakshmana strijden tegen de demonen Maricha en Suvahu, detail.
Na afloop van het gevecht liggen de demonen,
verslagen en gedood, links onder aan de afbeelding.
Rama en Lakshmana strijden tegen de demonen Maricha en Suvahu.
De hele afbeelding.
Ruknuddin, Sultan Ali Adil Shah II van Bijapur.
Lid van een machtige koningsfamilie in Zuid India.
Bijapur was een grote stad met heel veel monumenten.
Sommige bestaan nog steeds.
Dit is een van de weinige werken waarvan de kunstanaar bekend is: Ruknuddin.
Ruknuddin, Sultan Ali Adil Shah II van Bijapur, 1687-1688.
Ruknuddin, Sultan Ali Adil Shah II van Bijapur, detail.
Vechtende dromedarissen, einde 17e eeuw.
Vechtende kamelen eind 17e eeuw.
Volgens mij spreekt de catalogus ten onrechte van kamelen.
Het zijn dromedarissen.
Het kaartje naast de miniatuur op de tentoonstelling zegt het ook.
Een Prins in een tuin, Jaipur (wellicht), eind 18e eeuw.
Een Prins in een tuin, detail.
De prins zit in een huisje met daaroverheen een tent.
Het terras is van marmer.
Er wordt water over het huisje gegoten om verfrissing te brengen.
Een Prins in een tuin, detail.
Een tuin met bloemen, een fontein waarin vogels zich baden
en ook vissen te zien zijn.