Eerst grondverf.
Dan de herfstkleuren.
Te beginnen met een proef.
Tijd om het boekblok in de omslag vast te zetten.
Op naar het volgende.
De vormen uit de natuur komen prachtig over met de spattechniek. Ze lijken zachter te worden.
Achteraf kan ik de conclusie trekken dat dit de beste compositie is.
Een andere conclusie is dat meerdere lagen in de afbeelding minder geslaagd zijn. Hier begin ik met een kring van bladeren. Dat gaat nog prima.
Dan wil ik daar boven op nog een afbeelding met één groot blad.
Maar het resultaat is dan verwarrend.
Zo maak ik dan de omslag. Drie maal de breedte van het boekblok.
Decoratie ook met bladeren maar met een andere techniek: arceren met kleurpotlood.
Ik ga proberen daar nog een titel bij te plaatsen.
Vandaag de intussen gedroogde bladen gevouwen tot een katern, dat in de omslag gelegd. Om een eerste beeld te geven van het bladerboek.
Lopend naar de bakker, gistermorgen, zag ik al die
herfstbladeren liggen. Nu is de ideale tijd om daar
iets mee te doen.
Er vallen veel bladeren af en de meeste zijn nog
intact. Als ze groen zijn kun je ze ook nog mooi plat
leggen. Als ze helemaal dood zijn dan staan sommige bol
of zijn er stukjes af of uit. Nu is die kans kleiner.
In het park was het ook ‘feest’, dus nam ik er daar
ook nog een paar mee. In verschillende maten.
Spatten is een eenvoudige techniek waardoor je
al je aandacht kunt richten op de compositie.
Gisteren een begin gemaakt met een bladerboek.
Het is al weer even geleden dus er even inkomen. Spatraam en tandenborstel uitproberen.
Dit grote eikenblad is zo alleen misschien niet zo’n typische vorm. Eens zien hoe dat uitvalt.
Ik zou nog een paar lichte kleuren ecoline willen hebben maar de donkere tinten passen misschien beter bij de herfst.
Vandaag ga ik nog een paar bladen maken.
De glazen kralen die ik besteld heb zijn er nog niet
en ik was er nog niet helemaal uit hoe ik in het perkament
en het leer de gaten ga prikken om de katernen
met strengels te gaan inbinden.
Bovendien was het gisteren in de werkplaats erg warm.
Tijd voor wat afleiding en dus heb ik twee vellen
zwaarder papier omgewerkt naar schutbladen.
Het papier is 235 gram, met de computer en printer
heb ik de pagina’s voorzien (aan beide kanten)
van een bedrukking. Daarbij heb ik geput uit de
illustraties die straks ook in het boek te zien zijn.
(Afkomstig uit ‘Kriezels, aubergines en takkenbossen’)
Omdat tekst en afbeeldingen in het boek straks allemaal zwart/wit zijn, wil ik de gebruiker van het boek oproepen toch vooral veel kleur te gebruiken.
Maar dat doe je denk ik toch het beste met kleur. Dus met kwast en ecoline nog meer kleur toegevoegd.
Een vel wit papier zijn 4 bladzijdes. Eén bladzijde zal volledig tegen de perkamenten omslagband worden geplakt. Die heb ik dus niet bedrukt of van kleur voorzien maar de andere bladzijdes dus wel. Een kant door te spatten met ecoline.
Het mag wel carnaval zijn maar er is natuurlijk ook tijd
om nog even aan boekbinden te denken.
In een poging beter te begrijpen wat de (on)mogelijkheden
zijn met de materialen die ik gebruik heb ik
een stuk zwart boekbindlinnen genomen.
Zo’n 22 x 14 centimeter.
Daar ga ik een boekje mee maken.
Dat boekje gaat passen in een jute zakje dat we overgehouden
hebben van een kerstpakket.
Ik wil eerst zien wat er gebeurt als ik ga spatten met ecoline
en misschien daarna wat de mogelijkheden zijn met een
gel plate.
Eerst heb ik het boekbindlinnen afgeplakt. Zo wil ik een rechthoekige vorm krijgen op de boekband waarin gespat kan worden.
Maar behalve wat vlekken (die misschien nog opdrogen) levert het spatten niet veel op. Ik heb twee kleuren geprobeerd: geel en oranje/rood. Geen effect.
Een gel-plate is een hulpmiddel om verf aan te kunnen brengen. Het is gemaakt van gelatine en blijft flexibel. Je kunt de gel plate inrollen met meerdere kleuren maar ik heb deze keer een kwast gebruikt om de verf op de gel plate te zetten. Ik wil een soort plantaardige vorm krijgen. Door de gel plate op het boekbindlinnen te drukken gaat dikker aangebrachte acrylverf zich breder op het linnen zetten en/of mengen met andere kleuren en eerder aangebrachte verf. Ook de droogte van de verf speelt een rol. Drogere vererf laat zich minder snel afzetten op het linnen maar door een oververving gaat die verf dan een volgende keer misschien wel mee. Een grote rol voor toeval dus.
Door de kleine hel plate meerdere keren in te verven en opnieuw af te drukken waarbij ik de gel plate steeds naast de vorige afdruk en de onderkant een halve cirkel laat vormen, ontstaat dit effect. Grote vraag is wat er straks gebeurt als de verf droog is en het linnen in de juiste vorm gevouwen moet worden. Ik gebruik geel, groen en bruine acryl.
Vervolgens heb ik er met de kwast nog een paar andere kleuren op gezet. Vooral blauw en wit. Het linnen gaat door het vocht van de verf bol staan. Ik laat het nu drogen onder een glasplaat en bakpapier. Als het droog is ga ik het denk ik nog afwerken met vernis. Maar eerst eens zien hoe het droogt.
Het is een heel avontuur geweest maar nu is het dan zo ver.
Het boek is gereed en ik ben tevreden.
Een volgende keer kan het nog beter, dat zie je zo dadelijk.
Maar ik ben er blij mee.
Mijn dada-boek, boek met dadadichten. Begonnen met een instructie op een kaart van een collegadrukker die ik zag op internet. Nu ben ik een dummy en een boek verder. Heb weer veel geleerd.
Veel heb ik nagedacht over hoe ik de aansluiting tussen de band en het boekblok mooi kon krijgen. Dat is goed gelukt.
Het gebruik van het spinnenwebpapier, moeilijk, is uiteindelijk goed gekomen. De kleuren van het spatwerk met ecoline zijn mooi. Ook de stukken handgeschept papier doen het mooi in dit boek.
Ik begon heel trouw volgens de instructie van Tristan Tzara (Sami Rosenstock) maar moest dat wel loslaten. Dat leidde tot mooie pagina’s.
De stappen die genomen zijn om tot de afbeeldingen in dit boek te komen, staan toegelicht in een klein boekje dat op de achterste plat bevestigd is. Een late vondst. Echt dadaïstisch: het was toeval. Ik was vergeten de tekst in het boekblok op te nemen dus ik moest op het laatste moment iets anders bedenken.
Het boek is pas een paar keer geopend. Misschien kan het nog wat mooier komen te liggen door het nog een paar keer te openen.
Als je de constructie van de dummy (onder) vergelijkt met het eindresultaat dan zie je zo de verbetering die heeft plaatsgevonden. Maar een volgende keer kan het nog beter.
Het is niet altijd wat het lijkt.
Het doorzichtige papier is volgens veel sites helemaal geen papier.
Vaak wordt het aangeduid met spinnenwebpapier.
zo staat er op de volgende website Online hobby shop:
Spinnenwebpapier is eigenlijk niet echt papier. Het is een dun, geweven stukje stof dat doorzichtig is.
Het probleem met dit papier is dat het zich niet zo eenvoudig laat snijden. Vooral de niet gladde kant gaat makkelijk onder je mes stroppen. In had een groot vel en wil daar A4-tjes uit snijden om het verf- en inktwerk dat onder of tussen de Dadagedichten zit te beschermen. Zoals hierboven op een teststuk te zien is kun je er met ecoline best goed op spatten. Nu ligt het papier onder bezwaar want door het vocht gaat het bollen.
Ik ben bezig een dummy te maken van een nieuw idee van mij. Waarschijnlijk is het helemaal geen nieuw idee maar wel voor mij. Door de diktes die ontstaan door het aanbrengen van papier en dan vooral het handgeschepte papier kreeg ik in het verleden steeds problemen met het op maat snijden en vervolgens mooi inbinden van een boek. Door de enkele katernen (soms met een extra vel spinnenwebpapier) te naaien op een stevige karton zoals bijvoorbeeld Zaansch bord, hoop ik het probleem van het ontbreken van dikte in de rug te voorkomen.
‘spinnenweb’, vast vanwege een nieuwe regel.
Maar een web wordt toch door 1 spin gemaakt.
Je spreekt het niet uit, het is niet nodig om het woord goed te kunnen lezen,
het is niet nodig om het woord te begrijpen.
‘spinnenweb’ is dan toch volledig onzinnig?
Onnodige regelgeving. Geen blijvertje.
Een volgend dada-gedicht is van het type ‘Elfje’.
Ik had tot voor kort nog nooit van die vorm gehoord.
Maar er is een website waar een aantal dichtvormen
genoemd worden.
Mijn eerste vorm had ik zelf bedacht: 7 regels met
op elke regel 7 woorden.
Het ‘Elfje’ heeft in totaal 11 woorden:
regel 1: 1 woord
regel 2: 2 woorden
regel 3: 3 woorden
regel 4: 4 woorden
regel 5: 1 woord.
Het woord op regel 5 moet een soort samenvatting zijn.
Zelf heb ik een ‘Elfje’ gemaakt maar ik begin met
een echt Dada-elfje.
Maar nog daarvoor ga ik het gedicht dat ik vorige
week gezet en gedrukt heb, voorzien van een ‘dada’ (=stokpaardje).
Dus begin ik met het aanbrengen van de sjablonen op de definitieve gedrukte tekst. De pagina die in mijn dadadichtbundel komt.
Dan is dit het resultaat.
Dit is mijn dada-elfje. Nog steeds woorden uit het artikel uit Argus, uit de serie Verweesde boeken. De schrijver van het artikel is Theo Dersjant.
achterneef
verscheen doorgegaan
nooit van huis
misschien kieviet schools zoektocht
wellicht
Met de spattechniek, een tandenborstel, spatraam en ecoline, ga ik mijn versie van een elfje op de pagina spatten.
Reeds gespatte delen worden afgedekt met de uitgesneden vormen.
Langzaam verschijnt mijn engelachtig elfje.
De volgende stap ik om het dada-elfje te zetten met de hand en
het te drukken en zo ook mijn eigen gedicht.
Daarbij ben ik uitgegaan van de volgende definitie
van http://www.poezieverrijkt.nl:
Een elfje of elf is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels. De eerste regel heeft 1 woord, de tweede regel heeft 2 woorden enz. De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
letters
gebeeldhouwd begrip
lijnen in orde
gebogen inkt, strepen, tekens
woorden
Maar dat is voor morgen.
Vandaag heb ik eerst met de hand de tekst van mijn eerste dada(ge)dicht gezet. Zeven regels van elk zeven woorden.
De eerste proefdruk gaf aan dat er wat correcties nodig waren. Die heb ik in de tekst aangebracht.
Vervolgens nog een paar proefdrukken gemaakt om te zien of de correcties goed zijn aangebracht en om te zien hoe ik het best de druk kan verhogen tijdens het drukken.
Vervolgens heb ik een sjabloon gesneden van een stokpaardje (=dada) en het sjabloon dan gebruikt om de vorm te spatten over de tekst heen. Deze tekst (proefdruk) was niet heel donker maar de tekst blijft prima leesbaar. Misschien iets minder spatten. Maar dat is erg afhankelijk van de kleur ecoline die ik gebruik. Heel leuk vind ik de grotere en kleinere spatten.
Sjabloon van een stokpaardje.
Misschien hier beter te zien op een witte achtergrond. Komende week het stokpaardje spatten op de definitieve tekst.
Ben vandaag natuurlijk nog even bezig geweest.
Met de schutbladen van mijn ideeënboek.
Dat is nu gereed en inmiddels zijn de katernen ingenaaid
en liggen die met de schutbladen te drogen
in de boekenpers.
Nu moet ik de kaft nog maken (met pc en printer deze keer)
en dan kan ik de band gaan maken.
Vandaag begon met een opgeprikt idee.
Alle zes de kanten zijn voorzien van het woord idee. In drie kleuren dat wil zeggen iedere zijde een andere kleur. Kant vier wordt vastgeplakt op de band.
De ecoline lekt makkelijk door het papier door. Bij de papiersoort van het boekblok had ik daar geen problemen mee. Daarom zijn de spatpartijen minder kleurrijk als anders. Is ook leuk.
Vandaag begonnen aan de schutbladen.
Eerst heb ik de bladen op maat gesneden.
Vervolgens ga ik 6 van de 8 zijdes bespatten
met een heel eenvoudig ontwerp:
het woord ‘Idee’.
Het begint er mee een sjabloon te maken door de tekst uit te snijden.
Dit is het idee.
Hier ligt het al in het spatraam. Het papier is lichtblauw. De eerste kleur is geel.
Dit is het resultaat. De overige 5 zijdes volgen later deze week.
Voor de laatste pagina van het ideeënboek val ik terug op het uit de krant gescheurde woord ‘idee’ en drie stroken afvalpapier. Uiteindelijk met drie kleuren gespat.
Alle pagina’s liggen gevouwen in katernen van 2 bladen in de boekenpers. Dan kunnen ze bijvoorbeeld morgen ingebonden worden. Dan kan ik morgen ook aan de schutbladen beginnen.
Gistermiddag een beetje tijd gehad om aan mijn
ideeënboek te werken. Weer twee pagina’s toegevoegd:
= de eerste pagina van gistermiddag is een ideeënboom.
Ik had een stuk papier gebruikt bij het afschermen van een pagina
tijdens het spatten. Logisch dat er dan verschillende kleuren
ecoline bij elkaar komen. De kleuren pasten mooi.
Uit dit stukje restpapier heb ik een boom gesneden:
een ideeënboom;
= voor de tweede pagina heb ik het woord ‘Idee’ gescheurd
uit een krant. Toevallig sloeg ik een krant open bij
een stukje van Arnon Grunberg: Voetnoot.
Dit is de boom zoals ik die uit het restpapier gesneden heb.
Zo is de ideeënboom compleet; opgeplakt op een pagina van mijn nog in te binden ideeënboek.
Dit is de Voetnoot van Arnon Grunberg waarop ik een schets heb gemaakt om de tekst te kunnen scheuren.
Eenmaal uitgescheurd heb ik de tekst ‘idee’ vastgepind op de pagina in het spatraam. Nu nog spatten.
Het spatten met ecoline is gereed. Nu nog even de spelden weghalen en de pagina uit het spatraam halen.
Ik moet bekennen dat de open ruimtes in de ‘d’ en de twee ‘e’-s er met het mes uitgesneden zijn. Dat durfde ik niet te scheuren.
Dit waren de resultaten.
Ik vermoed dat ik nog zo tussen de 10 en 15 pagina’s moet
voorzien van spatwerk. Daar zitten 2 keer drie pagina’s bij
van het schutblad. Maar daar moet ik nog papier voor uitzoeken.
Zo kun je ook aan de slag met gelinieerd. Zo’n grote druppel die zo uitvloeit vind ik ook erg mooi. Misschien moet ik daar nog eens wat meer mee experimenteren.
Hier heb ik het sjabloon een paar millimeter van het papier af gehouden. De contouren van het gespat worden daardoor minder scherp. Ze zijn bijna nat op nat gespat en dna zie je dat de ecoline ook hier de neiging heeft om uit te lopen en te mengen.
De resultaten van de middag.
Het idee is om een ‘gelinieerde’ pagina te spatten. Dan ga ik niet de lijntjes spatten. Dat is te veel gepriegel maar de vakjes. Dit is het sjabloon.
Hier zie je het sjabloon voor het spatten met ecoline.
Als je dat dan met twee kleuren doet, dan is dit het resultaat.
Gecombineerd met het lampje van het idee.
Hier twee kleuren per lijn gespat, bij de tweede lijn de kleuren andersom gebruikt. Dan in het midden de uitroeptekens nog eens gespat met geel.
Met de tekst ‘Eureka’ heb ik nog niet zo veel gedaan. Dus nog eens een ander idee uitwerken.
Vandaag ben ik nog even verder gegaan
met mijn ideeënboek.
Deze keer met een lampje als symbool voor een idee.
bij deze versie wil ik het idee van lichtstralen maken door enkele zones met geel aan te zetten. Hier zie je de sjablonen op het werk liggen. Nu nog spatten.
Het resultaat. Drie of meer kleuren.
Hier heb ik de sjabloon bewust buiten het frame gelegd. Het levert een positieve lamp op.
Dan het negatieve sjabloon er een beetje naast de eerste afbeelding over gelegd en dan nog een keer spatten. Maar dan met een tweede kleur. Hier nog in mijn spatraam.
Hier het resultaat zonder spatraam.
Ook eens een eenvoudige positieve afbeelding met een kleur.
In mijn vorige blog had ik het over een soort Moiré-effect. Nou hier zie je hopelijk dat hoe dun de draden van het net ook waren, je daar toch iets van ziet.
De oogst van deze middag.
Eureka.
Een van de projecten waar ik aan werk is een ideeënboek.
Een boek waar ik mijn boekbind-ideeën in kan opschrijven.
Ieder blad wil ik voorzien van een spatwerk met een verwijzing
naar ideeën.
Dus na de uitroeptekens nu het woord ‘Eureka’.
Het spatwerk moet niet te donker worden of te dicht gespat. Dan kun je er moeilijk op schrijven denk ik. Hier ben ik nog geholpen met een herfstblad.
Vorige keer was de EU van ‘Eureka’ al te zien. Vandaag de ‘RE’.
Dit is een netje van iets. Ik weet niet meer waarvan. Van sinaasappelen zal het wel niet geweest zijn. Eens kijken of dat iets dat met het spatwerk. Kans is groot de dat druppels te klein zijn waardoor het net geen sporen achterlaat.We gaan het proberen.
Zo ziet het er uit voor het net eraf gaat. Een foto van het eindresultaat heb ik niet maar het spatwerk krijgt een soort Moiré-effect. Maar heel erg veel zie je er niet van. Ben benieuwd wat er van overblijft als de ecoline droog is.
Wikipedia:
Moirépatronen kunnen ontstaan als meerdere gelijksoortige patronen op elkaar geprojecteerd worden, bijvoorbeeld als twee dunne stoffen, zoals zijde of vitrage, die over elkaar heen worden gelegd, maar ook als een reeds gerasterde (kranten)foto nogmaals afgedrukt wordt en daarmee nogmaals gerasterd wordt, of als lijnen op papier of op een computerscherm worden getekend. Doordat de lijnen of punten van de twee rasters op sommige plaatsen naast elkaar staan, op andere plaatsen over elkaar heen vallen, ontstaat een patroon van lichte en donkere banden, die boven op de onderliggende lijnen geprojecteerd lijken. Complexere moirépatronen ontstaan als de lijnen gebogen zijn, of niet volledig parallel. Van moirépatronen wordt gebruikgemaakt in de popart.
Bij het spatten gaat ook wel eens iets mis. Ik had een paar druppels ecoline gemorst op een onderliggende krant. Nu zag ik die vlekken en vond ze mooi kleuren. Nog wat kleuren toegevoegd en nu lijkt het een beetje op een vaas met bloemen. Die ga ik op een van de pagina’s gebruiken.
Tijd om een paar drukken te maken met ‘positieve’ letters.
De dingen die ik onderhanden heb zijn nu zo weggezet
in mijn werkplaats in de FutureDome dat het lijkt op een etalage.
Links en rechts spatwerk.
In het midden op het boek ‘Het ideale boek’ het boek dat ik
gisteren uit de boekenpers heb gehaald: Kaas van Willem Elsschot.
Ingebonden in geel kunstleer, gespat met gele ecoline.
Op de achtergrond de doos met ‘Maak je eigen boek’.
Gisteren had ik het gevoel dat ik het wel aandurfde om
de boeksnede van Kaas van Willem Elsschot te spatten.
Het boek krijgt een gele band en de snede wordt geel gespat met
een wit leeslint en witte kapitaalbandjes.
Dan begin je dus met het boek goed af te plakken en af te dekken
zodat niet alles geel wordt.
Zoals de vorige keer bij het oefenen is het een hele stellage.
De kop gespat. Je ziet dat ik de hoeken van het boek ook afgeplakt heb. Om er voor te zorgen dat elleen de snede geel wordt en niet de rug of het schutblad.
Zo zie je het verschil tussen onbespat en bespat heel goed.
Dan de laatste lange kant. De ecoline droogt snel en de pagina’s plakken niet aan elkaar.
Helemaal gespat.
Dan is het nu tijd voor het leeslint.
Ik heb daarvoor het midden van het boek gezocht: 6 katernen.
Het uiteinde van het leeslint heb ik een beetje ingelijmd en daarna schuin afgesneden. Hiermee hoop ik het rafelen van het leeslint tegen te gaan.
Dit is de kop. Nu kan het kapitaalband er op gelijmd worden.
Kopse kant met kapitaalband.
Vandaag nog twee experimenten
om het spatten een beetje onder de knie te krijgen.
Deze keer rond het thema ‘ogen’.
Begonnen met het uit papier snijden van een stel ogen.
Twee ondergronden voorbereid. De bovenste is hetzelfde papier als de onderste alleen is die bewerkt met iets dat een moderne variant is op schoensmeer. Twee kleuren.
De ogen gepositioneerd op het vel.
Handschoenen aan. Gisteren zaten mijn handen onder de ecoline. Dat viel nog niet mee om het er af te halen. Van deze handschoenen gaat het er zo af.
Dan: spatten maar.
Het eerste resultaat.
De tweede ondergrond. Gewoon blanco papier.
Ook hier spatten.
Het resultaat.
Volgens mij ben ik gereed om de snede van een boek te gaan spatten.