Het dada gedicht ‘Uitgelicht’ op een stuk van een papieren zakje. Niet uitgesneden maar uitgescheurd.
Het vreemde aan het bezig zijn met dit experiment
is dat, al weet je dat natuurlijk wel, je hard geconfronteerd
wordt met het gegeven, dat naast de betekenis van het individuele woord,
de structuur waarin de woorden gepresenteerd worden, misschien wel
net zo belangrijk zijn als die woorden zelf.
De individuele woorden zijn ongewijzigd.
Het is alleen de structuur die nu anders is.
De structuur is nu eens niet door een schrijver of dichter aangebracht
maar is het gevolg van toeval.
Dan gebeurt er nog iets bijzonders.
Omdat de structuur van de schrijver ontbreekt, lijkt het wel
of sommige woorden ineens meer betekenis krijgen.
Dat is natuurlijk heel individueel. Bij mij zullen andere woorden
opvallen dan bij iemand anders.
Net als bij een regulier gedicht is het blijkbaar aan de lezer
om betekenis aan het gedicht te geven en daarom zal
dat voor lezer A anders zijn dan voor lezer B.
Het stokpaardje of dada.
Hetzelfde stokpaardje maar nu in de finale versie. Het papier zal nog wel kleiner moeten worden om in de bundel opgenomen te worden.
‘Klaar’
Als je met drukinkt bezig geweest bent dan zit er aan het eind van de ochtend altijd nog wat inkt op de glasplaat. Die kun je net zo goed even afdrukken op een stuk krantenpapier. Soms geeft dat heel verrassende resultaten. Toeval. Nu moet ik nog beslissen wat ik er mee ga doen. Het papier ligt hier op de foto op een stuk handgeschept papier (Marieke de Hoop) met daarin vilt en vezels van spijkergoed verwerkt.