De Buddha van Monte Verità

DossierRestitutieReflectief

De complexiteit van roofkunst en restitutie

De reden om naar Zürich te gaan was duidelijk: de Nataraj.
Het Hindoe-beeld van de dansende Shiva.
Gemaakt in Zuid India, 14e eeuw. Beweging gegoten in brons.

Maar onder de oppervlakte speelde ook iets anders:

IMG_8007KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearch

Informatieblad van Kunstmuseum Basel met als titel: ‘Unanswered questions – On the history of drawings from the Department of Prints and Drawings. The Julius SchottLänder and Julius Freund collections’


Er was de verwachting dat in Kunsthaus Zürich een tentoonstelling
was over hoe men om gaat met kunst waar
de lijn van eigenaarschap
doorkruist is met roof of afpersing door de nazi’s.
Over de methode die men daar hanteert schreef ik al eens.

In Basel zal ik werk zien van Käthe Kollwitz.

De prenten- en tekeningenafdeling van Kunstmuseum Basel bevat werken
uit de verzamelingen van Julius Schottländer en Julius Freund.

Schottländer was metaalhandelaar en verzamelde moderne kunst.
Tijdens de pogroms van november 1938 werd zijn verzameling geplunderd:
er werd binnengevallen, kunstwerken werden beschadigd.
Hij verkocht zijn bezittingen waarbij afpersing plaatsvond.
Hij vluchtte naar Zwitserland.
Vanaf 1940 had hij geen toegang meer tot zijn Duitse bankrekeningen
en moest hij werken uit zijn collectie verkopen, onder andere
aan Kunstmuseum Basel.

IMG_8008KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJuliusSchottländer


Freund, een textielproducent, verzamelde meer dan 700 schilderijen
en werken op papier.
Realisme en Duitse romantiek.
Honderden werken werden na 1933 ondergebracht bij Kunstmuseum Basel.
De familie vluchtte naar Londen en Parijs (1933, 1934 en 1939).
Nog later naar Buenos Aires.
Ze zijn gedwongen om kunst te verkopen om in hun onderhoud
te kunnen voorzien.
De werken van Käthe Kollwitz zijn onderdeel van dit verhaal.

IMG_8009KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJuliusFreund


Dan is er de rol van
Eduard Freiherr von der Heydt (1882–1964).
Hij is een van de oprichters van Museum Rietberg.

Tijdslijn van Eduard von der Heydt

1882
Geboren op 26 september in Elberfeld, Duitsland.
1902
Dient als eenjarig vrijwilliger bij het 3e Garde-Ulanen-Regiment in Potsdam.
1905
Promoveert tot Dr. rer. pol. (economische en bedrijfskundige richting) met een proefschrift over Duitse aandelenmaatschappijen.
1906–1907
Werkt bij August Belmont & Co. in New York, vertegenwoordiger van Rothschild.
1909
Richt E. von der Heydt & Co. op in Londen, een private bank voor internationale cliënten.
1914–1915
Dient als rittmeister (Commandant van een cavalerie-eenheid, vergelijkbaar met kapitein) in WOI in Frankrijk; raakt ernstig gewond.
1915–1918
Diplomatieke dienst in Den Haag; betrokken bij geheime onderhandelingen tussen Duitsland en Engeland.
1917
Zijn Londense bank wordt door de Britse staat geconfisqueerd als “vijandelijk bezit”.
1919
Huwelijk met Vera von Schwabach
1920
Richt Von der Heydt-Kersten’s Bank op in Amsterdam, vertegenwoordigt o.a. S. Bleichröder.
1927
Zijn Berlijnse bank komt in moeilijkheden; wordt overgenomen door de familie Thyssen en hernoemd tot August-Thyssen-Bank.
1933
Wordt lid van de NSDAP.
1937
Verkrijgt het Zwitserse staatsburgerschap.
1939
Verlaat de NSDAP.
1945
Schenkt zijn kunstcollectie aan de stad Zürich.
1946
Gearresteerd op verdenking van samenwerking met de Duitse Abwehr.
1948
Vrijgesproken van alle aanklachten.
1952
Museum Rietberg opent in Zürich met zijn collectie als basis.
1964
Overlijdt op 3 april in Ascona, Zwitserland.

Zijn levensloop doet denken aan een kruising tussen
Richard Branson (Virgin) en Larry Ellison (Oracle).
Internationaal actief in de wereld van het grote geld,
met interesse in cultuur, balancerend op
de randen het moreel toelaatbare.

BransonErrlison

Morele dilemma’s rond Von der Heydt:

NSDAP-verleden:
Zijn politieke keuzes blijven controversieel,
zeker in relatie tot zijn status als mecenas.

Kunst uit koloniale contexten:
Veel werken in zijn collectie zijn afkomstig uit regio’s
waar koloniale machtsverhoudingen speelden.

Restitutie en transparantie:
Musea zoals Rietberg werken aan herkomstonderzoek,
maar volledige transparantie is nog niet bereikt.

Het woord ‘roofkunst’ zegt dat het draait om kunst die gestolen is.
Maar de voorbeelden hierboven laten zien dat ‘stelen’
niet altijd zo eenduidig is.
Het is iets anders dan de diamantenroof vorige week
in het Louvre.
Om te bepalen of restitutie nodig is,
is herkomstonderzoek essentieel.

Von der Heydt had als bijnaam ‘Buddha of Monte Verità’.
Monte Verità is een plek in Zwitserland, nabij Ascona,
waar Von der Heydt een tijdlang een hotel bezat.
De plaats was een toevluchtsoord voor vrijdenkers,
kunstenaars en spirituele zoekers.

Voor mij belichaamt de bijnaam zijn paradoxale positie:
Een man met diepe interesse in culturen van over de hele wereld,
die tegelijkertijd geloofde in een groter Duitsland.
Een mecenas van niet-westerse kunst,
maar ook lid van een partij die diezelfde culturen als inferieur beschouwde.
Het doet denken aan die vrouw in een filmpje
— altijd oppassen met internet —
die haar vlees bij de Turkse slager haalde omdat het goedkoop was,
maar stemde op een partij die tegen Turken ageert.

Von der Heydt ís het vleesgeworden dilemma.
Een culturele bruggenbouwer én een ideologische grensbewaker.
Een gordiaanse knoop — net als Dossier Restitutie.

IMG_8010KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJustAndFairSolution


India 24/25: Delhi, dag 4 – Raj Ghat verbindt mijn stappen

Deze dag wilde ik zelf doen. Geen wielen.
Te voet. Alleen. Geen riksja. Geen groep.
Alleen lopen. Alleen kijken.

Vanaf Paharganj liep ik naar het Rode Fort.
Door de ontwakende stad
Een wandeling van al gauw drie kwartier.
De weg ken ik niet.
Google Maps dus, met regelmaat.
Bij eerdere reizen gebruikte ik nog een stadskaart.
Maar nu niet meer.
Ik neem een viaduct om de sporen over te steken en
zie dan de drukte bij New Delhi Railway Station
van boven af.

IMG_3398IndiaNewDelhiVerkeerBijEenVanDeIngangenVanStationNewDelhi

Kijkend over de schouder van een duif: New Delhi Railway Station.


Het is nog vroeg.
Ik loop door Old Delhi. Het doel: het Rode Fort.
Die foto’s zag je al eerder.

IMG_3402IndiaNewDelhiOldDelhi


Delhi is een bijzondere plek.

Old Delhi. Smalle straten. Drukte.
Mensen te voet. Naar de tempel. Naar de markt. Naar elkaar.
Alsof je een kleine stad of dorp bezoekt in India.

New Delhi. Auto’s. Motoren. Ze zoeven.
Zoals in elke Aziatische stad.
Daar staan de grote glazen gebouwen. De koloniale villa’s.
Zijn de straten breed en de rotondes talrijk.

Smalle straten. Drukte. Verbaasde gezichten. Geïnteresseerde mensen.
Mensen die meelopen. Handelaren. Eetgelegenheden. Buurtbewoners met dieren.
Kleurrijk. Geurend. Duwend. Toeterend.
Dat is India. Dat bezoek ik graag.

November. Vroeg in de ochtend.
Het plein voor de Lahore Gate is leeg.
De crowd control is enorm verbeterd sinds de eerste keer dat
ik hier was. De ‘verkopers’ en de bedelaars worden
dicht bij het fort niet meer toegelaten.

IMG_3405IndiaNewDelhiRedFortComplexGracht

De gracht rond het Rode Fort.

IMG_3404IndiaNewDelhiRedFortComplexPleinVoorLahoriGate


Er is in het fort een eetgelegenheid in een van de gerenoveerde barakken.
Modern. Smoothies en sandwich in plastic.
Er is ook een kantine waar je buiten kunt gaan zitten.
Ondanks de luchtvervuiling heb ik toch daar gegeten.

IMG_3406IndiaNewDelhiRedFortComplexLunchDSC01157IndiaNewDelhiRedFortComplexMumtazMahalChhotaRangMahal

Red Fort Complex, Mumtaz Mahal of Chhota Rang Mahal.

DSC01158IndiaNewDelhiRedFortComplexMumtazMahalChhotaRangMahalDSC01159IndiaNewDelhiRedFortComplexMumtazMahalChhotaRangMahalDSC01160IndiaNewDelhiRedFortComplexMumtazMahalChhotaRangMahalTxtDSC01161IndiaNewDelhiRedFortComplexMurenBinnenkantFort


Ik besloot die dag, naast het Rode Fort, ook het park te bezoeken
— de plek waar Mahatma Gandhi is gecremeerd

Een eindje lopen. Maar die dag: alles te voet.
Riksja’s zijn overal. Natuurlijk.
Maar lopend zie je meer.
Ik wil ook het India zien tussen de attracties.

IMG_3407IndiaNewDelhiRedFortComplexDelhiGate

Rode Fort, Delhi Gate van Buiten af gezien.

IMG_3408IndiaNewDelhiRedFortComplexDelhiGate


Vanaf Delhi Gate: eerst het Rode Fort.
Daarna: herinneringsparken.
Voor belangrijke personen in de Indiase geschiedenis vanaf
de onafhankelijkheid, zoals Jawaharlal Nehru en Indira Gandhi,
zijn na hun overlijden parken aangelegd.
Het park van Gandhi, Raj Ghat, is geopend voor publiek.

De parken liggen aan de rivier de Yamuna (al moet je dat ruim zien).

IMG_3409IndiaNewDelhiRajGhatMahatmaGandhiCremationSite

Bij de ingang van het park.

IMG_3410IndiaNewDelhiRajGhatMahatmaGandhiCremationSite


Het monument voor Gandhi is als een altaar van zwart marmer.
Het monument ligt haast verscholen binnen een cirkelvormige
verhoging in het landschap.
Trappen leiden naar het pad dat op de cirkel is aangelegd.
Eerst: van ver. Dan: zonder schoenen. Binnen de cirkel.
Dichtbij de steen.
Je loopt langs de eeuwige vlam die op de marmeren steen staat
en je ziet in Hindi zijn laatste woorden, als enige tekst
aan de voorkant van het zwarte marmer.
Een heel plechtige plaats.

IMG_3411IndiaNewDelhiRajGhatMahatmaGandhiCremationSiteDSC01162IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiIMG_3412IndiaNewDelhiRajGhatMahatmaGandhiCremationSiteDSC01163IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiDSC01164IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiDSC01165IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiDSC01166IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiDSC01167IndiaNewDelhiRajGathGandhiCremationSiteMahatmaGandhiIMG_3413IndiaNewDelhiRajGhatMahatmaGandhiCremationSiteSimplicityCannotBeAffectedIyShouldBeIngrainedInOnesNature

Raj Ghat, Mahatma Gandhi cremation site. Simplicity cannot be affected, it should be ingrained in one’s nature – Eenvoud laat zich niet aanleren, ze moet in je natuur besloten liggen.


Terug naar Paharganj. Nog één keer over de sporen.
Nu loopt iemand met me mee.
Ik begon alleen. Ik eindig met gezelschap.
Zijn ‘ik loop in diezelfde richting’
brengt me op plekken die ik niet zocht.
Maar wel vond.

IMG_3415IndiaNewDelhiG20-9En10September2023WasteToArtCity

In september 2023 was de G20-bijeenkomst in New Delhi. Ik zag daar nog een aantal van deze borden met steeds karakteristieke dansen afgebeeld. New Delhi presenteert zich hier ook als een Waste to Art-city.

IMG_3416IndiaNewDelhiIMG_3417IndiaNewDelhiFlyOversIMG_3418IndiaNewDelhiStandbeeldNetajiSubhasChandraBoseVroegerStondHierBeeldKoningGeorgeV

Sinds een paar jaar staat in de buurt van India Gate dit standbeeld van Netaji Subhas Chandra Bose – voormalig legeraanvoerder. Eerder stond hier een beeld van de Britse Koning George V.

IMG_3419IndiaNewDelhiIndiaGate

India Gate. Hier worden de gevallenen herdacht. “The India Gate (formerly known as All India War Memorial) is a war memorial located near the Rajpath (officially called Kartavya Path) on the eastern edge of the “ceremonial axis” of New Delhi.” Wikipedia.

IMG_3420IndiaNewDelhiIndiaGate


Een trosje avonturen

Misschien vind je het “flauw”.
Maar ik kan me nog herinneren dat we op de lagere school
de tekst
‘een trosje yoghurt’
erg leuk vonden. We lagen dubbel.

Deze tekst was het antwoord op een vraag
waarin kleur en plaats
een rol spelen.
Iets als:
het is wit
en het hangt in een boom.
Je weet het antwoord al, vermoed ik.

We vonden het erg leuk: het ding kan niet bestaan.
Yoghurt houdt zich niet op in trossen.
Maar in de taal kon het wel.

Daarom gebruik ik het heel soms als titel.
Misschien vind je het flauw.
Maar ik kan me nog herinneren dat we op de lagere school
de tekst ‘een trosje yoghurt’ erg leuk vonden.

Deze tekst was hetr antwoord op een vraag waarin kleur
en plaats een rol spelen.
Iets als: het is wit en het hangt in een boom.
Het antwoord ken je intussen al.

We vonden het erg leuk: het voorwerp kan niet bestaan.
Yoghurt houdt zich niet op in trossen.
Maar in de taal kon het wel.

Daarom gebruik ik het heel soms als titel.
Misschien vind je het flauw.
Maar ik kan me nog herinneren dat we op de lagere school
de tekst ‘een trosje yoghurt’ erg leuk vonden.

Deze tekst was hetr antwoord op een vraag waarin kleur
en plaats een rol spelen.
Iets als: het is wit en het hangt in een boom.
Het antwoord ken je intussen al.

We vonden het erg leuk: het voorwerp kan niet bestaan.
Yoghurt houdt zich niet op in trossen.
Maar in de taal kon het wel.

Daarom gebruik ik het heel soms als titel.
Wanneer de beelden zich niet laten vangen.

Afgelopen dagen maakte ik een paar foto’s die niets met elkaar
te maken hebben, behalve dan dat ik de maker ben.
Een trosje avonturen, dus.

IMG_7979PizzaTomaatBurrataChorizo

Pizza van de week: tomaat, burrata (achteraf pas toevoegen!) en chorizo.


IMG_7980BredaNieuwewegMarkendaalseweg

Deze bloeiende plant zet stug door. Hij staat in een perk aan de Nieuweweg of Markendaalseweg (zo je wilt) in Breda.


IMG_7985BredaNietEerderGezien

Er is een boom afgezaagd aan de Nieuwe Prinsenkade. Met een schroef is er een kaartje op bevestigd met een QR-code voor extra info. Dit zag ik niet eerder. Leuke service van de Gemeente Breda.


IMG_7986BredaWachtOpFeestdagen

Breda kijkt uit naar de feestdagen. De Haven van Breda.


Drie verdwijnende landschappen volgens Vincent

Waarin La Maison du Père Pilon een naam draagt zonder biografie,
Chaumières à Chaponval het verdwijnende strodak verbeeldt, en
Le Cyprès et l’Arbre en fleurs een landschap toont dat net niet echt is.

Toen ik in Zürich was zag ik in Kunsthaus Zürich drie schilderijen
van Vincent van Gogh die geen deel uitmaakten van de grote
collecties die het museum toont.
Zomaar 3 werken, en er waren er nog een of twee in de grote collecties,
in één museum is niet niks.

Wij zijn in Nederland enorm verwend met het Van Gogh museum in Amsterdam.
Toen Vincent zijn werk maakte waren er veel mensen die zijn beeldtaal
niet begrepen en konden waarderen.
Dankzij zijn familie is dat intussen heel anders. Bijna iedereen
kan het werk waarderen en wij kunnen er heel veel van zien in
Amsterdam. Maar dan plots drie bij elkaar….

DSC05306KunsthausZürichVincentVanGoghLeCypresEtLArbeEnFleurs1899ÖlAufLeinwand

Kunsthaus Zürich, Vincent van Gogh, Le cypres et l’arbe en fleurs, 1899, öl auf leinwand.


Als je het landschap ziet, weet je wie het gemaakt heeft.
Je ziet de schilder in een romantisch beeld door de velden lopen.
Strohoed op, kwasten en ezel in de hand, verfdoos op de rug.
Hij gaat zitten en schildert dan deze dynamische natuur terwijl
hij voor mij bijna een niet bestaand landschap is.

De schilder is met veel geestdrift in de weer terwijl het
mij juist een gevoel van rust geeft, als een ademhaling.

DSC05308KunsthausZürichVincentVanGoghChaumieresAChapoval1890ÖlAufLeinwand

Vincent van Gogh, Chaumieres a chapoval, 1890, öl auf leinwand.


In een van de brieven van mei 1890 schrijft Vincent over
het verdwijnen van de rietdaken in Frankrijk.
Graag wilde hij die schilderen.

Waarom weet ik niet, misschien bewonderde hij de rietdekkers,
zoals degene die op dit schilderij aan het werk is.
Maar ik denk dat hij van die daken hield omdat ze je zo
doen denken aan velden met goudgele gewassen.

Die kleur,
die losse bundels rietstengels
die van een afstand één vlak gaan vormen.
Dat is wat ik in ieder geval zo mooi vind aan dat soort daken.

DSC05310KunsthausZürichVincentVanGoghLaMaisonDuPerePilon1890ÖlAufLeinwand

Vincent van Gogh, La maison du Père Pilon, 1890, öl auf leinwand.


Een fantastisch schildrij van Van Gogh.
De donkere strepen die we wolken vormen.
In groen vormen ze de bomen en het gras langs de kant van de weg.

De strepen creëren wel een soort van zenuwachtigheid bij mij.
Bewegen de lucht en de grote boom?
Of is het mijn oog dat beweegt tussen hun strepen?

Zijn het scheuren in de muur,
die grijsgroene kriebels tegen het gebouwtje
dat goed een schuurtje of varkensstal kan zijn.
Of kijken we door het struikgewas naar de muur….

Om welk huis gaat het eigenlijk
en is ieder gebouw een huis?
Ik vermoed dat het om het huis gaat
dat half verscholen achter de boom ligt.

Wie is Père Pilon?
Dat weten we eigenlijk niet.

Heeft de naam een rijm in zich (maison-pilon)?
Dat is afhankelijk van de taal van de titel
en de uitspraak van Pilon.
Mijn Frans is niet bestaand dus waag ik me daar maar verder niet aan.

Op internet stuit ik op allerlei websites
maar vooral Booking.com
waar huizen worden verhuurd met deze naam.
Huizen in Auvers sur Oise en andere plaatsen.
Ook zoeken op Père Pilon levert niets op.
Ik geef het zoeken op
want ik zoek geen hotel.

Kunst met kleur gemarkeerd

DossierRestitutieDocumenterend

Herkomstonderzoek als archiefproces tussen restitutie en onzekerheid

Een van de tentoonstellingen die ik wilde zien in
Kunsthaus Zürich had als onderwerp ‘roofkunst’.
Mijn voorkennis vóór mijn reis naar Zwitserland was beperkt.
Maar het onderwerp Restitutie heeft me altijd al geïnteresseerd.
Of het nu ging om de discussies rond de Elgin Marbles,
de recente teruggave van Bild mit Häusern door
het Stedelijk Museum aan de erven Lewenstein (van de naaimachines),
of de Benin Bronzes—het onderwerp blijft me fascineren.

In het museum bleek dat er geen aparte tentoonstelling was
over dit onderwerp. In plaats daarvan geeft men bij
werken uit de eigen collectie (en die oud genoeg zijn)
met kleurindicaties aan wat bekend is over de herkomst (provenance),
en welke conclusies het museum daaraan verbindt.”

Dus lopend door het museum kwam ik een zaaltekst tegen waarop het
systeem wordt uitgelegd dat Kunsthaus Zürich hanteert.

DSC05314KunsthausZürichStateOfProvenance

De informatie maakt in korte tijd veel duidelijk:

= Het betreft een classificatiesysteem dat specifiek gericht is
op mogelijk door de nazi’s gestolen kunst.

= men toont in het museum werken met 4 categorieën:
groen= niet gestolen,
groen/geel= geen indicatie van diefstal,
geel/rood= aanwijzingen van diefstal
rood= het betreft een gestolen werk.

= de grondslag is niet bedacht in Zürich maar in Bern

Achteraf bleek dat er een reden was waarom Bern het systeem
heeft uitgedacht.

Website Kunstmuseum Bern

The acceptance of the Cornelius Gurlitt Estate in November 2014 marked a change of perspective. Based on the 1998 “Washington Principles on Nazi-Confiscated Art“, the 2009 “Terezín Declaration”, and the “ICOM – Code of Ethics”, the Kunstmuseum Bern accepted long-term responsibility for provenance research, as well as transparency in dealing with research-findings.

There is no question about the return of artworks and artifacts for which historical property-change constitutes Nazi-looted art. For less obvious cases, the Kunstmuseum Bern strives to find a fair and just solution for the claimants and the institution that takes ethical and moral sensibilities of both sides into account.

Samengevat:
Samengevat: in 2014 accepteerde het museum een kunstverzameling
— een nalatenschap – waarvan men wist dat sommige werken
via roof of afpersing waren verkregen.
Om daarmee om te gaan heeft men toen een systeem bedacht.

KunstmmuseumBernProvenanceCategories

Hoe ziet dat er in de praktijk uit:

DSC05312KunsthausZürichClaudeMonetLeParlementCoucherDeSoleil1904ÖlOnLeinwand

Kunsthaus Zürich, Claude Monet, Le Parlement coucher de soleil, 1904, öl auf leinwand.

DSC05313KunsthausZürichClaudeMonetLeParlementCoucherDeSoleil1904ÖlOnLeinwandZaaltekst

Natuurlijk heb ik de QR-code gevolgd.
Daar vond ik onder andere dit:

Provenienz:

1. Claude Monet (*1840 Paris, +1926 Giverny) (Künstler/-in)
2. 10.1905 – 12.1905, Paul Durand-Ruel (*1831 Paris, +1922 Paris) (Kunsthändler/in), Kauf
Wildenstein 1996 IV.714.1607.
3. 12.1905 – höchstens bis 1917, Charles Harrison Tweed (*1844, +1917) (Sammler/in), New York, Kauf
Wie oben Fussnote 2.
4. spätestens ab 1917 – mindestens bis 1960, Nachlass Charles Harrison Tweed, Nachlass
Wie oben Fussnote 2; Ausstellungsetikette auf der Werkrückseite; Auktion Parke-Bernet Galleries New York (16.03.1960), S. 76, Lot 79: Es kann davon ausgegangen werden, dass sich das Werk mindestens bis zum 16. März 1960 im Besitz der Familie Tweed befand. Dies Annahme basiert auf zwei Fakten: Zum einen findet sich auf der Werkrückseite eine Ausstellungsetikette aus dem Jahr 1945, auf welcher ein «Mr. Harrison Tweed» als Einlieferer genannt wird. Dies belegt, dass sich das Werk mindestens bis 1945 im Besitz der Familie Tweed befand. Weiter lässt sich die Annahme anhand dem Auktionskatalog Parke-Bernet Galleries New York (16.03.1960) untermauern, in welchem jeweils nach der Werkbeschreibung des Loses der/die damalige, aktuelle Besitzer/-in in Klammern angegeben wird: in diesem Fall steht bei Los 79 «(Tweed)».
5. 16.3.1960, Parke Bernet (Auktion), New York, Lot 79
Wie oben Fussnote 4.
6. [Verbleib unbekannt?]
7. spätestens ab 6.7.1971, Louis Sachar (Sammler/-in), London/New York
Auktion Christie, Manson & Woods London (06.07.1971), S. 8-9, Lot 7.
8. [Verbleib unbekannt?]
9. 6.7.1971, Christie’s London (Auktion), London, Lot 7
Wie oben Fussnote 2 und 7.
10. 6.7.1971 – 10.5.1989, Hal B. Wallis (*1898 Chicago, IL, +1986 Rancho Mirage, CA) (Sammler/in), USA, Kauf
Wie oben Fussnote 2.
11. 10.5.1989, Christie’s New York (Auktion), New York, Lot 5, Versteigerung Sammlung Hal Wallis
Wie oben Fussnote 2.
12. 10.5.1989 – 1995, Walter Haefner (*1910, +2012 Zürich) (Sammler/-in), Kauf
Wie oben Fussnote 2.
13. 16.8.1989 – 1995, Zürcher Kunstgesellschaft | Kunsthaus Zürich (Museum), Zürich, Leihgabe
ZKG/KHZ Werkdossier; Kunsthaus Zürich 2007 (Sammlungskatalog), S. 239.
14. ab 31.5.1995, Zürcher Kunstgesellschaft | Kunsthaus Zürich (Museum), Zürich, Geschenk, anlässlich des 50-jährigen Jubiläums der AMAG, Zürich
ZKG/KHZ Inventarbuch Slg.; ZKG/KHZ Werkdossier; Wildenstein 1996 IV.714.1607; Kunsthaus Zürich 2007 (Sammlungskatalog), wie oben Fussnote 13.

Provenienzstatus:
grün keine NS-Raubkunst

Provenienzstatus (BAK):
A – Die Provenienz zwischen 1933 und 1945 ist rekonstruierbar und unbedenklich. Es kann mit grosser Wahrscheinlichkeit ausgeschlossen werden, dass es sich beim Objekt um NS-Raubkunst handelt.

Literatur (Provenienz):
– Kunsthaus Zürich. Gesamtkatalog der Gemälde und Skulpturen, hrsg. von Zürcher Kunstgesellschaft et al., Sammlungskatalog, Ostfildern: Hatje Cantz, 2007, S. 239.
– Daniel Wildenstein: Monet. Catalogue raisonné. Werkverzeichnis, Bd. 4: Volume IV. Nos. 1596-1983 et les grandes décorations, Köln: Taschen, 1996., S. 714, Kat.-Nr. 1607.
– Impressionist and modern drawings, paintings and sculpture, Christie, Manson & Wood, London, 06. Juli 1971., S. 8-9, Lot 7.
– Modern Paintings. Sculptures. Drawings. Collected by the late Baroness Gourgaud and by Harris Masterson, Philip J. Savage and other owners, Parke-Bernet Galleries Inc., Parke- Bernet Galleries, New York, 16. März 1960, Lot 79., S. 76, Lot 79.

Zur Provenienz:
Von 1905 bis 1960 befand sich dieses Gemälde von Claude Monet durchgängig im Besitz der in Bankkreisen angesehenen Familie Tweed in New York. Der Bankier Charles Harrison Tweed kaufte das Bild 1905 vom französischen Kunsthändler Durand-Ruel in Paris, welcher es zuvor direkt von Monet erworben hatte. Auf der Werkrückseite findet sich ein Ausstellungsetikett aus dem Jahr 1945, welches auf «Mr. Harrison Tweed» als Leihgeber verweist. Da Charles Harrison Tweed bereits 1917gestorben war, handelt es sich hierbei um dessen gleichnamigen Sohn. Bei einer Auktion 1960 in den Parke-Bernet Galleries in New York wurde das Gemälde, noch immer als Eigentum der Tweeds gekennzeichnet, versteigert und gelangte daraufhin in den Kunsthandel. 1989 erwarb der Schweizer Unternehmer und Sammler Walter Haefner den Monet auf einer Auktion in New York und übergab ihn dem Kunsthaus vorerst als Leihgabe und 1995 schlussendlich in Form einer Schenkung. Ein NS-verfolgungsbedingter Entzug kann ausgeschlossen werden.

Recherchestand 30.06.2023

Haben Sie Fragen, Kritik, Anregungen, weiterführende Informationen? Bitte richten Sie eine Nachricht an provenienzforschung(at)kunsthaus.ch.


Wat mij hier vooral trof was de ondoorzichtigheid van de
herkomstinformatie. Meer een academisch systeem dan
gericht op het grote publiek.
Daarnaast zie je de vele onzekerheden die er ook na onderzoek
nog steeds in de herkomstgeschiedenis laten zien.
Die kun je haast niet voorkomen.
De tekst was uitsluitend in het Duits, een keuze die de
toegankelijkheid beperkt en het academisch karakter versterkt.

DSC05315KunsthausZürichClaudeMonetWaterlooBridgeÖlOnLeinwand

Claude Monet, Waterloo Bridge, 1902, öl auf leinwand.

DSC05316KunsthausZürichClaudeMonetWaterlooBridgeÖlOnLeinwandZaaltekst2DSC05316KunsthausZürichClaudeMonetWaterlooBridgeÖlOnLeinwandZaaltekst1


DSC05363KunsthausZürichRembrandtHarmenszoonVanRijnApostleSimon1661ölAufLeinwand

Rembrandt Harmenszoon van Rijn, Apostle Simon, 1661, öl auf leinwand,

DSC05364KunsthausZürichRembrandtHarmenszoonVanRijnApostleSimon1661ölAufLeinwandZaaltekstDSC05365KunsthausZürichRembrandtHarmenszoonVanRijnApostleSimon1661ölAufLeinwandZaaltekst


DSC05366KunsthausZürichPhilipsWouwermanHaltZweierReiterUm1642ÖlAufEichenholz

Philips Wouwerman, Halt zweier reiter, um 1642, öl auf eichenholz.

DSC05367KunsthausZürichPhilipsWouwermanHaltZweierReiterUm1642ÖlAufEichenholzZaaltekst2DSC05367KunsthausZürichPhilipsWouwermanHaltZweierReiterUm1642ÖlAufEichenholzZaaltekst1


DSC05369KunsthausZürichFransHasBildnisEinesälterenDunkelhaarigenMannesUm1657ÖlAufEichenholz

Frans Hals, Bildnis eines älteren dunkelhaarigen mannes, um 1657, öl auf eichenholz.

DSC05368KunsthausZürichFransHasBildnisEinesälterenDunkelhaarigenMannesUm1657ÖlAufEichenholzZaaltekst2DSC05368KunsthausZürichFransHasBildnisEinesälterenDunkelhaarigenMannesUm1657ÖlAufEichenholzZaaltekst1


DSC05370KunsthausZürichJohanesCorneliszVespronckBildnisEierJungenFrau1647ÖlOnLeinwand

JohanesCornelisz Vespronck, Bildnis eier jungen frau, 1647, öl auf leinwand.

DSC05372KunsthausZürichJohanesCorneliszVespronckBildnisEierJungenFrau1647ÖlOnLeinwandZaaltekst1

De afbeelding is correct maar de tekst kon je eerder al lezen.

DSC05371KunsthausZürichJohanesCorneliszVespronckBildnisEierJungenFrau1647ÖlOnLeinwandDetailDSC05372KunsthausZürichJohanesCorneliszVespronckBildnisEierJungenFrau1647ÖlOnLeinwandZaaltekst2


Wat voor dit bericht resteert,
is niet alleen een kleurcode of een QR-link,
maar een veld vol ethische rafels.
Want zelfs bij groen blijft de vraag:
wie bepaalt de criteria,
wie draagt de last van bewijs, en
wie mag spreken?

Herkomstonderzoek is geen archief van afgeronde dossiers,
maar een proces van reconstructie, stiltes en
institutionele keuzes.
Taal, toegankelijkheid en de bereidheid tot restitutie
zijn geen neutrale parameters.

Juist daarom verdient dit systeem niet alleen verdere onderbouwing,
maar ook uitbreiding—naar andere tijdvakken, andere culturen,
andere vormen van onteigening.
Want wat vandaag als transparant wordt ervaren,
kan morgen als onvolledig worden gelezen.
En wat nu als uitzondering verschijnt, zou een universele afspraak
van verantwoording kunnen worden.

Rode linzensoep: past bij het weer

De soep van mijn week is de rode linzensoep.
IMG_7953RodeLinZenSoep

Laurierblad, garam masala, thym, knoflook, bleekselderie, winterwortel, rode ui, paprika, linzen, tomaat.

IMG_7965RodeLinzenSoep

Heerlijk!


Nagekomen bericht: Voorlinden

Eerder gebruikte ik de tekst van een reclamespot op de
radio van Museum Voorlinden (geniale brein van deze kunstenaar).
Dit weekend las ik de advertentiebijlage van Museum Voorlinden
bij de NRC van 9 oktober.
Daarin is men gelukkig terughoudender:

IMG_7966NRC20251009AdvertentiebijlageMuseumVoorlindenStapInHetBreinVanMarkManders

Het is deze keer niet het geniale brein van deze kunstenaar waar we in stappen maar ‘Stap in het brein van Mark Manders‘. Dat laat ruimte voor de bezoekers om zelf een mening te vormen over het aanbod en plaatst de kunstenaaar niet meteen op een voetstuk dat maar moeilijk vol te houden is.


With love, from an invader

Een ontmoeting met een boek dat wortel schiet.

Deze week ging ik brood halen, zoals altijd
liep ik langs de boekhandel.
Dat is altijd gevaarlijk.
Ze hebben er met regelmaat boeken die me meteen doen vergeten
wat ik al thuis heb liggen.
En al neem ik me iedere keer voor eerst de stapel boeken
maar eens te lezen die ik al in mijn kamer heb liggen,
tuin ik er toch ook nu weer in: ik ga naar binnen en
koop het boek dat me was opgevallen.
Het boek waar nu mijn oog op viel
was niet erg groot en zeker niet te duur.

Er lag namelijk een boek met een aparte vorm in de etalage.
Ik zag dat de breedte van het boekblok per hoofdstuk toenam.
De omslag was me onduidelijk. Er staat tekst op maar
wat is precies de titel?

IMG_7954YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMe

Yan Wang Preston, With love from an invader – rhododendrons, empire, China and me. Boekontwerp en uitgeverij: The Eriskay Connection.


Deze boekenwinkel verkoopt sinds enige tijd ook boeken van
The Eriskay Connection, een ontwerpstudio en uitgever van
kunstenaarsboeken die gevestigd is in Breda.

Op hun website stellen ze zich zo voor:

The Eriskay Connection is a Dutch studio for book design and an independent publisher. We focus on contemporary storytelling at the intersection of photography, research and writing. In close collaboration with authors we make books as autonomous bodies of work that provide us with new and necessary insights into the world around us. The key for us is to convey the essence of their work through high-quality editing, design, and production. Our editions are mainly offset printed and bound in the Netherlands and we strive to work with local producers and sustainable materials as much as possible.

In mijn Nederlandse hertaling:
The Eriskay Connection is een Nederlandse studio
voor boekontwerp en een uitgeverij.
We richten ons op hedendaagse vormen van vertellen,
op het snijvlak van fotografie, onderzoek en tekst.
In nauwe samenwerking met makers ontstaan boeken
die niet alleen documenteren,
maar ook nieuwe en noodzakelijke inzichten bieden
over de wereld om ons heen.
Wat voor ons telt, is de essentie van hun werk overbrengen
via zorgvuldige redactie, ontwerp en productie.
Onze uitgaven worden zoveel mogelijk gedrukt en gebonden in Nederland,
en we streven ernaar zoveel mogelijk samen te werken
met lokale producenten en duurzame materialen.

Toen ik de winkel inliep kon ik het boek niet zo snel vinden
en vroeg daarom aan de verkoper of ik het boek kon zien.
Maar hoe vraag je naar een boek die achter een kast in de etalage
ligt waarvan je de titel en schrijver niet weet?
We kwamen er achter en er bleek toch een exemplaar in de winkel te liggen.
Dat exemplaar kon ik in de hand nemen en doorbladeren.
De verkoper was erg behulpzaam toen bleek dat het exemplaar
in de etalage nog het enige in folie was.
Hij haalde het uit de etalage zodat het exemplaar in de folie
de versie is dat ik nu thuis heb.

Maar wat voor een boek is het?
Het is goed om te weten: het boek is in het Engels
Het boek heeft een lange titel waar heel veel informatie in staat:

With love, from an invader. – rhododendrons, empire, China and me

De maker is de Engelse Yan Wang Preston.

Ze is geboren in China waar ze haar opleiding anesthesie volgde.
Later is ze geëmigreerd naar Engeland waar ze verder studeerde
in fotografie en waar ze nu woont.

Haar persoonlijke geschiedenis geeft al hints naar de inhoud
van sommige woorden in de titel van haar boek:

Empire:
‘Empire’ is de term die in de UK gebruikt wordt om te verwijzen
naar het koloniale verleden.

China:
De verwijzing naar het geboorteland van de maker.

Me:
Yan Wang Preston, het is een persoonlijk verhaal maar ze is niet
de hoofdpersoon in het boek. Dat is de Rhododendron ponticum–struik.
Haar fysiek onderzoeksobject en, niet toevallig, ook afkomstig uit Azië.

Op de website van de uitgeverij staat een toelichting op het boek.
Weer in mijn hertaling:

Het boek is een verslag van een intensief veldonderzoek.
Gedurende een jaar bezocht Yan Wang Preston, om de dag
een specifieke Rhododendron ponticum–struik,
van bovenaf gezien een hartvormige struik.
Ze fotografeerde deze.
De regelmatige wandelingen boden haar tijd en ruimte
om het landschap op verschillende manieren te ervaren,
te observeren en te verkennen.
Ze keek, luisterde, raakte aan, bewoog en experimenteerde,
en gebruikte uiteenlopende methoden om de ‘onzichtbare’ aspecten
van het verder kale terrein zichtbaar te maken.
Haar infraroodcamera’s registreerden meer dan twintig diersoorten;
haar geluidsopnames vingen het gezang van meer dan vijfenveertig vogelsoorten.

IMG_7955YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMe

Naast het observeren en documenteren koos ze een tweede,
kleinere rhododendronstruik voor directe interactie.
In de herfst verzamelde ze alle gevallen bladeren,
in de winter de zaaddozen en afgevallen bloemknoppen,
in de lente en zomer de verwelkende bloemen.
Deze langdurige verzamelpraktijk leidde tot
een fysieke en intuïtieve verbondenheid
met het Britse landschap,
en vormde de basis voor een aanvullende serie:
Autumn Winter Spring Summer.

IMG_7956YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMeDeHoofdstukken

Het boek ligt al twee dagen in huis maar ik aarzel
om de folie van het boek te halen.
Er zit zoveel informatie aan het boek vast.
Zo heb ik al een paar keer geluisterd naar
de soundscape die Monty Adkins maakte en die
op YouTube te beluisteren is.

IMG_7957YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMeInhousopgave

Intussen is de folie van het boek en heb ik al wat kunnen
bladeren door het boek. Met mijn fotocamera bij de hand.
Alsof het boek zelf een landschap is dat ik mag betreden
en vastleggen. De foto’s zie je in dit bericht.

IMG_7958YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMeInhoudsopgave

Ik kijk in een boek altijd het eerst naar dingen als
het colofon en de inhoudsopgave.
Ik heb al geleerd dat het boek ook onderdeel kan zijn van
uitgebreidere edities. Deze bevatten ook fysieke artefacten,
zoals een knop in kunsthars gegoten.
Zulke elementen maken het boek tot een ritueel object:
een tastbare herinnering aan het veldwerk,
waarin aanraking, seizoen en plaats zijn opgeslagen.

IMG_7960YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMe

De Rhododendron ponticum–planten bevinden zich
aan de rand van Burnley, Lancashire.
Ze gedijen daar als nalatenschap van een jachtlandgoed
uit de 19e eeuw, waar ze dienden als schuilplaats en onderkomen
voor de dieren, en decor voor het jachtspel.
Alle Britse rhododendrons zijn geïntroduceerde soorten,
afkomstig uit Zuid-Europa en Oost-Azië, meegebracht
voor wetenschappelijke en tuinbouwkundige doeleinden.
In de Victoriaanse tijd waren ze het onderwerp
van een ware “rhodo-gekte”,
maar sinds halverwege de 20e eeuw
is hun reputatie drastisch veranderd.
Hoewel ze nog steeds veel voorkomen en geliefd zijn
in Britse tuinen, wordt een gekruiste rhododendron soort,
de ponticum-variant, in het natuurbeheer vaak bestempeld
als invasieve exoot, en met harde middelen bestreden.
Soms werden ‘kettingzagen, pesticiden en aanzienlijke mankracht
ingezet om deze ongewenste vreemdeling te verwijderen’.

IMG_7961YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMeHetProject

De Rhododendron ponticum is niet de enige soort
die op deze manier wordt behandeld.
De plant illustreert hoe de indeling ‘inheems’/‘niet-inheems’
niet neutraal is.
De vanzelfsprekende afwijzing van het niet-inheemse
baarde Wang Preston zorgen.
Net als miljoenen anderen is zij een migrant
in het Verenigd Koninkrijk.
Dat rhododendrons als ‘niet-inheems’ worden ingedeeld,
roept publieke verontwaardiging op.
Het maakt duidelijk dat politieke belangen meespelen
in wat als wetenschappelijke objectiviteit gepresenteerd wordt.
Maar wat is een ‘nationaal’ Brits landschap en
wat is de de bijbehorende ‘nationale ecologie’?
Wie bepaalt dat? En in wiens voordeel?

IMG_7962YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMe

Wang Preston probeerde zowel de rhododendrons
als haar eigen positie in dit land te begrijpen.
Wat ze ontdekte tijdens het maken van With Love. From an Invader.
en Autumn Winter Spring Summer,
is dat de rhododendrons in deze regio allerminst invasief zijn.
Integendeel, ze vormen een sleutelsoort die een centrale rol speelt
in de lokale ecologie.

IMG_7964YanWangPrestonWithLoveFromAnInvaderRhododendronsEmpireChinaAndMe

Het boek is een ode aan het leven en de veerkracht van de rhododendron.
Het leest als een liefdesbrief aan het Britse land,
geschreven door zijn niet-inheemse bewoners
(menselijk en plantaardig),
die het landschap opnieuw vormgeven als een thuis voor velen.

IMG_7963MontyAdkinsWithLoveFromAnInvader2001

Het project werd gerealiseerd in samenwerking met
de Royal Botanic Garden Edinburgh.

De eerste twee hoofdstukken heb ik vanmiddag al gelezen.
De hoofdtekst is in grote letters gedrukt en foto’s spelen
een belangrijke rol.
Hoe mooi het steeds breder wordende boek ook is,
het ritme ervan vraagt iets van de lezer.
Misschien had dat verloop niet over de volle hoogte
te worden doorgezet.
Het pakken van een pagina bij het omslaan lukt moeilijker
omdat pagina’s geregeld breder worden.
Ik verlegde de aanraking naar de boven- of onderkant
van het boek.
Misschien zou een vaste hoek onderaan het bladeren vergemakkelijken.
Maar misschien is het boek dan minder mooi.

Silk Roads: in Engeland en Ierland aangekomen

Met dit 22e bericht sluit ik mijn serie over de
Silk Roads-tentoonstelling in Londen (2024) af.
Mijn berichten toonden meer dan 250 foto’s, slechts een
deel van de tentoonstelling in het Britisch Museum.

De tentoonstelling toonde objecten uit een uitgestrekt
geografisch gebied: van Japan via China, het Midden-Oosten
en Centraal-Azië tot Noord-Afrika en West-Europa.

De tentoonstelling belichtte de intensieve interacties tussen
deze regio’s, waarin mensen elkaars smaak en esthetiek
voortdurend beïnvloeden.

Smaak in de letterlijke zin van eten, maar ook in mode,
religie, literatuur, wetenschap en esthetiek; wat we als kunst waarderen.
Het biedt een tegenwicht aan het simplistische cultuurbegrip
dat sommige extreem-rechtse politici hanteren
wanneer zij spreken over ‘onze Nederlandse cultuur’.

De tentoonstelling maakt zichtbaar hoe culturele uitwisseling
de normale manier is geweest voor mensen om met elkaar om te gaan.
En hoe extreem-rechtse politieke retoriek vaak berust op historische
onwetendheid en opzettelijke vereenvoudiging.

Geniet van de voorwerpen die ontstaan zijn
– en zullen blijven ontstaan –
wanneer mensen met aandacht naar elkaar kijken.

DSC00381LondenBritishMuseumSilkRoadsBritainAndIrelandAfterRomeTxtDSC00382LondenBritishMuseumSilkRoadsGoldClaspsTaplowBuckinghamshireEnglandLateAD500s-early600s

Londen, British Museum, Silk Roads, Gold clasps, Taplow, Buckinghamshire, England, late AD 500s – early 600s.

DSC00383LondenBritishMuseumSilkRoadsEasternStyleCoatsInWoolAndIronTXT


DSC00384LondenBritishMuseumSilkRoadsAldhelmManuscriptWithRiddles(AboutAD637-709)BookMadeAtChristChurchCanterburyKentEnglandLateAD900sEarly1000s

Aldhelm, manuscript with riddles (written about AD 637 – 709), this version of the book is made at Christ Church, Canterbury, Kent, England, late AD 900s – early 1000s.

DSC00385LondenBritishMuseumSilkRoadsAldhelmManuscriptWithRiddles(AboutAD637-709)BookMadeAtChristChurchCanterburyKentEnglandLateAD900sEarly1000sTxt


DSC00386LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLichfieldAngelLichfieldCathedralStaffordshireEnglandAboutAD800

The Lichfield Angel, Lichfield Cathedral, Staffordshire, England, about AD 800.

DSC00387LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLichfieldAngelLichfieldCathedralStaffordshireEnglandAboutAD800Txt


DSC00388LondenBritishMuseumSilkRoadsTheNetworksOfTheSilkRoadsTxt

Zoals te lezen bij de uitgang van de tentoonstelling:

THE NETWORKS OF THE SILK ROADS FORGED CROSS-CULTURAL CONNECTIONS.
THE WAYS PEOPLE INTERACT HAVE CHANGED, BUT THESE CONNECTIONS REMAIN.
THEY WILL CONTINUE TO SHAPE THE PRESENT AND FUTURE.

Of in het Nederlands:

De netwerken van de Zijderoutes smeedden verbindingen
tussen mensen met verschillende achtergronden.
De manieren waarop mensen met elkaar omgaan zijn veranderd
— door bijvoorbeeld vliegtuigen en internet —
maar deze verbindingen tussen mensen blijven bestaan.
Ze zullen het heden en de toekomst blijven vormgeven.

Dat is geen keuze, maar een historisch patroon dat zich blijft herhalen.


Suzanne Duchamp – Zonder lijst (Deel II)

Kijken naar haar werk, zonder keurmerk, zonder genie, zonder ruis.

Er speelt iets in de museale wereld dat me dwars zit.
Het speelt breder dan alleen in de museale wereld,
maar dáár is het voor mij het duidelijkst voelbaar.

Kunst onder de aandacht brengen van een breed publiek
is ingewikkeld, maar het is een kerntaak van musea.
Toch zie ik een ongewenste verschuiving:
van de rol van missionaris naar die van marketeer.

De taak om mensen inhoudelijk te informeren over kunst
verschuift steeds vaker naar het simpelweg binnenhalen
van bezoekersaantallen.

Laat ik eens twee voorbeelden nemen.

Voorbeeld 1

Op de website van H’art wordt een tentoonstelling van de
Roemeense beeldhouwer Brancusi als volgt geïntroduceerd:

Brancusi, The Birth of Modern Sculpture
H’ART Museum presenteert: Brancusi, The Birth of Modern Sculpture.
Voor het eerst komt een toonaangevende collectie kunstwerken van Constantin Brancusi (1876-1957) naar Amsterdam. De kunstenaar wordt wereldwijd beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst. De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou. Naast meer dan 31 meesterwerken, inclusief de originele sokkels die Brancusi zelf ontwierp, worden ook foto’s en films van zijn hand getoond.

Website geraadpleegd op 13/10/2025.

In bovenstaande tekst zitten tenminste drie problemen:

= ‘De kunstenaar wordt wereldwijd beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst.’

Dat is nogal een bewering.
De meeste Nederlanders kennen waarschijnlijk Constantin Brancusi
niet eens. Ik ken maar 1 werk van de man. De kans is aanwezig
dat dit meer van mij zegt dan van Brancusi maar ik durf dat
te betwijfelen.
De claim dat hij ‘wereldwijd’ als grondlegger wordt gezien,
dat vraagt om meer onderbouwing dan een one-liner.
Daar komt bij dat H’art een reputatie heeft van het maken
van goede tentoonstellingen op basis van de collectie van
het Russische Hermitage. Niet echt een museum voor moderne kunst.
Op basis van die reputatie, kan ik de ‘grondlegger’-uitspraak
niet klakkeloos aannemen.

= ‘Naast meer dan 31 meesterwerken’

Behalve misschien van Picasso zijn er in mijn ogen geen moderne
kunstenaars met meer dan 5 meesterwerken. Ik begrijp dat dit
heel subjectief is, maar mensen maken nu eenmaal geen meesterwerken
aan de lopende band. Kunstenaars maken een continue ontwikkeling
door waarbij er ook meesterwerken worden gemaakt.
Het is juist die ontwikkeling die zo interessant is.

Misschien maken de sokkels, foto’s en films deel uit
van Brancusi’s artistieke ontwikkeling.
Maar het kan evengoed een manier zijn om de tentoonstelling
visueel op te vullen—zeker gezien de hoge entreeprijs.

= ‘in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou’

Centre Pompidou sluit dit jaar zijn deuren voor een verbouwing
die gepland staat tot in 2030. Dat komt natuurlijk heel goed uit
voor H’art die zelf net de transitie moet maken van het Hermitage
naar andere bronnen. Dat doet niets af van de kunstwerken die
nu in de tentoonstelling te zien zijn. Maar je kunt wel de vraag
stellen: ‘Waarom dan Brancusi’? Daarnaast wordt Centre Pompidou
hier haast gebruikt als keurmerk: als het daar vandaan komt,
dan is het goed.

Voorbeeld 2

Op de radio hoorde ik een reclamespot voor een tentoonstelling
met werk van Mark Manders in Museum Voorlinden.

In 2021 zag ik werk van hem in het Noordbrabants Museum.
Op mijn weblog plaatste ik toen twee foto’s, naast werk van Marc Mulders.
Het werk dat ik toen zag was
Unfired Clay Torso (2014), gemaakt van brons, verf en hout.

De radiospot zit ongeveer als volgt in elkaar:
1: Introductie van Voorlinden en Mark Manders,
2: de slogan ‘Stap in het geniale brein van deze kunstenaar‘,
3: gaat weer over Voorlinden.

Voorlinden is een prachtig museum in een schitterende omgeving.
Ik kan het iedereen aanraden.

Maar in de slogan wordt de tentoonstelling meteen platgeslagen.
De kunstenaar is een genie.
Ja, dan ben je uitgepraat.
Als bezoeker valt daar niets tegen in te brengen.
Een genie maakt immers ook alleen geniale werken.
Dit is een overtreffende trap van ‘meesterwerk’.
Wat het werk betekent, wat het ons wil zeggen,
dat doet er niet meer toe. Het is geniaal! Punt.

Deze manier van mensen naar musea lokken leidt tot problemen.

Er wordt een loopje genomen met feitelijkheid.
Al zullen marketeers zeggen dat ze slechts ‘de grenzen opzoeken’.
Maar hun slogans vervangen de complexiteit van het werk
door een consumptief uitje.

Dit betekent voor de kunstenaar:
het werk wordt een decor voor de mythe, niet andersom.

Voor de bezoeker:
het bezoek wordt gestuurd, ingevuld, en ontdaan van eigen ervaring.

Voor de instellingen:
het is een economische strategie, vermomd als culturele verheffing.

Deze benadering zorgt ervoor dat de mogelijke meesterwerken van morgen
nauwelijks worden opgemerkt.

Ook de geschiedenis zelf heeft lang bepaald
wie of wat zichtbaar mocht zijn.
Niet alleen door keuzes van musea of professoren,
maar ook door familiale overtuigingen.
Abraham Mendelssohn had 4 kinderen. De oudste was zijn dochter Fanny.
Zoals we nu weten, was zij een begaafd pianist en componist,
net als een van haar jongere broers: Felix.
Maar Abraham Mendelssohn schreef ooit aan zijn dochter Fanny:

“Muziek wordt misschien Felix’ beroep, terwijl het voor jou
franje kan en moet zijn.”

Een zin die niet alleen haar talent marginaliseerde,
maar ook de publieke ruimte voor haar als vrouwelijke kunstenaar verkleinde.

Zulke opvattingen waren geen incidenten, maar patronen die zich
blijven herhalen. Ze werkten breed door in een maatschappij
waarin mannen bepaalden wat er gebeurde,
en vrouwen structureel buiten beeld bleven.

Daarom ben ik blij dat ik het werk van Suzanne Duchamp heb gezien.
Zonder lijst van meesterwerken,
zonder keurmerk,
zonder het genie van haar broers.
Zodat ik zelf kon kijken, vergelijken, ervaren.

DSC05337KunsthausZürichSuzanneDuchampUntitled(SelfPortraitInProfileWithCat)Ca1920InkAndPencilOnPaper

Kunsthaus Zürich, Suzanne Duchamp, Untitled (self-portrait in profile with cat). circa 1920, ink and pencil on paper.

DSC05336KunsthausZürichSuzanneDuchampDadaTxtDSC05339KunsthausZürichSuzanneDuchampDadaAndTabuTxtDSC05340KunsthausZürichSuzanneDuchampWorkshopOfJoy1920GouacheWatercolorPencilAndInkOnPaper

Suzanne Duchamp, Workshop of joy, 1920, gouache, watercolor, pencil and ink on paper.

DSC05342KunsthausZürichSuzanneDuchampMarcel'sUnhappyReadymade1920OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Marcel’s unhappy readymade, 1920, oil on canvas.

DSC05343KunsthausZürichSuzanneDuchampMarcel'sUnhappyReadymade1920OilOnCanvasTxtDSC05344KunsthausZürichSuzanneDuchampSolitude-Funnel1921OilEnamelCut-And-PastedPapersInkAndPencilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Solitude – Funnel, 1921, oil, enamel, cut-and-pasted papers, ink and pencil on canvas.

DSC05346KunsthausZürichSuzanneDuchampAnIndepedentArtistTxtDSC05347KunsthausZürichSuzanneDuchampOnTheBenchCa1923OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, On the bench, circa 1923, oil on canvas.

DSC05349KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortrait1922OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Self portrait, 1922, oil on canvas.

DSC05350KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortrait1922OilOnCanvasTxtDSC05351KunsthausZürichSuzanneDuchampManRaySuzanneDechampCa1925GelatinSilverPrint

Man Ray, Suzanne Dechamp, circa 1925, gelatin silver print.

DSC05353KunsthausZürichSuzanneDuchampLateWorksTxtDSC05354KunsthausZürichSuzanneDuchampTheUnderworld1961OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, The underworld, 1961, oil on canvas.

DSC05355KunsthausZürichSuzanneDuchampTheUnderworld1961OilOnCanvasTxt


Nieuwsgierig naar deze vrouwelijke Dadaïst en de ontwikkeling
die ze doormaakte?
De kans is er, en waarschijnlijk een stukje dichter bij huis dan Zürich.
In de SCHIRN Kunsthalle Frankfurt is van 10 oktober 2025 tot 11 januari 2026
de tentoonstelling ‘Suzanne Duchamp – Retrospectieve’ ook te zien.
Een zeldzame gelegenheid om haar werk opnieuw te ontmoeten,
dan compleet, in een andere stad, onder een ander licht.
Veel kijkplezier!


India 24/25: Delhi, dag 4 – het Rode Fort: vanwege geschiedenis

Delhi ligt ver van de kust.
Geen haven, geen schepen, geen zeehandel.
Toch staat hier, midden in het land, een fort dat eeuwenlang
het centrum van macht was.
Niet vanwege handel, maar vanwege geschiedenis.

Het Rode Fort was ooit het paleis van de Mughal-keizer.
Hier kwamen hofdienaren, dichters, generaals.
Hier klonken bevelen, werden allianties gesmeed
en werd pracht getoond als bewijs van gezag.
Toen de Britten India overnamen, kozen ze niet voor een havenstad
als hoofdstad — maar voor Delhi. Waarom?

Omdat Delhi iets uitstraalt wat je niet kunt verplaatsen:
een gevoel van centrum.
Van hart.
Van geschiedenis die zich niet laat wegduwen.

DSC01121IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahal

India, New Delhi, Red Fort Complex, Khas Mahal. De prive vertrekken van de keizer. De indeling bij heel veel militaire complexen van leiders volgen hetzelfde patroon van afnemende publieke toegangkelijkheid en toenemende privacy voor de heerser. Je ziet het terug in het Topkapi, in de Verboden stad en dus ook in het Rode Fort. De Khas Mahal was het centrum van het prive-complex waar de keizer zich kon vermaken, kon eten, drinken, baden, bidden en slapen.

DSC01120IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalTxt


Toen de Britten in 1911 besloten om Delhi tot hoofdstad te maken,
was dat geen keuze voor handel, maar voor symboliek.
Ze bouwden New Delhi naast Old Delhi, als een stad van marmer en orde,
maar het Rode Fort bleef als een echo van wat eraan voorafging.
Ze hielden er parades, plaatsten hun commissarissen in de buurt,
en lieten zien: wij zijn nu het middelpunt.

DSC01122IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalDSC01123IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahal

Maar Delhi was nooit van hen alleen.

DSC01124IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalDSC01125IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalDSC01126IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalDSC01127IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahalDetailPlafond

Detail van het plafond. Zoals je op eerdere foto’s kon zien staan al de gebouwen op een vlakke basis: de plint. Die kun je nu als toerist niet meer betreden. Dus je kunt nog alleen van buiten naar binnen kijken. Van sommige van de gebouwen zul je zien dat ze helemaal gesloten zijn.

DSC01128IndiaNewDelhiRedFortComplexKhasMahal

Op 15 augustus 1947, toen India onafhankelijk werd,
stond Jawaharlal Nehru op de wallen van het Rode Fort.
Hij hees de vlag van een vrije natie.
De muren die zoveel overheersing hadden gezien,
werden het decor van een nieuw begin.

DSC01129IndiaNewDelhiRedFortComplexHammam

Toegang tot het gesloten badhuis of Hammam.

DSC01130IndiaNewDelhiRedFortComplexHammam

Dat fort, dat na 1857 (de Sepoy Mutiny) door de Britten behoorlijk
werd vernield, bezocht ik vandaag.
De muren hadden de Britten onaangetast gelaten. Ze gebruikten
het fort om zichtzelf te verdedigen. De muren kwamen dus van pas.
Maar veel van de gebouwen in het fort, die ze als minder
belangrijk beschouwden, werden gesloopt:
de beroemde zenana of vrouwenverblijven,
de Baadshahi bagh (keizerlijke tuin) en
meerdere paviljoens.
Daarvoor in de plaats kwamen barakken.

DSC01131IndiaNewDelhiRedFortComplexMotiMasjidPearlMosque

Red Fort Complex, Moti Masjid of de Pearl Mosque. Bij deze prive-moskee van de keizer sta je letterlijk en figuurlijk voor een gesloten deur.

DSC01132IndiaNewDelhiRedFortComplexMotiMasjidPearlMosqueTxtDSC01133IndiaNewDelhiRedFortComplexCopperPlatedDoorOfTheMotiMasjidOrPearlMosqueDSC01133IndiaNewDelhiRedFortComplexCopperPlatedDoorOfTheMotiMasjidOrPearlMosqueTopGedeelteVanDeDeur

Top van de met koper beslagen deur van de moskee.


Dat neemt niet weg dat met een beetje fantasie nog wel een beeld
te krijgen is van hoe het leven er was voor 1857.
De belangrijkste gebouwen liggen ook vandaag nog op één lijn
die loopt van Diwan-i-Khas (keizerlijke troonzaal voor privé-audiënties)
via de overdekte bazaar (Chhatta Chowk),
de grote toegangspoort (Lahori Gate)
naar de straat in Old Delhi waar je de godshuizen van de
belangrijkste religies vindt.
Daarvan zag je foto’s al in mijn vorige bericht.
Ik dwaal nu nog wat verder.

DSC01134IndiaNewDelhiRedFortComplexHiraMahalPaviljoen

Red Fort Complex, Hira Mahal Paviljon. Vroeger onderdeel van de keizerlijke tuin.

DSC01135IndiaNewDelhiRedFortComplexHiraMahalPaviljoenDSC01136IndiaNewDelhiRedFortComplexShahBurjEmporersTowerWaterpartijenEnBarakken

De paviljoens waren, naast een fijne plaats om te vertoeven, ook knooppunten in de watervoorziening. Op deze foto zie je achter de bomen de barakken. Dus geen kleine houten gebouwtjes maar stenen hoogbouw met militaire functie. Deze zijn na 1857 door de Britten aangelegd. Je krijgt hier ook een gevoel voor de grootte van het Rode Fort.


DSC01137IndiaNewDelhiRedFortComplexShahBurjEmporersTower

Red Fort Complex, Shah Burj of Emporer’s Tower. De toren bestaat niet meer zoals je kunt zien. Ook hier voorzieningen om het water in de kanalen en vijvers in beweging te houden en om gebruik te maken van de spiegelende effecten van water bij kaarslicht.

DSC01138IndiaNewDelhiRedFortComplexShahBurjEmporersTowerDSC01139IndiaNewDelhiRedFortComplexShahBurjEmporersTowerDSC01140IndiaNewDelhiRedFortComplexShahBurjEmporersTowerDSC01142IndiaNewDelhiRedFortComplexParkietenDSC01143IndiaNewDelhiRedFortComplexSawanAndBhadonPaviljons

Red Fort Complex, Sawan and Bhadon Paviljons. Nog een tuinpaviljoen. Hier zie je kleine nissen in de plint van het gebouw dat uit rode steen bestaat. De nissen konden worden gebruikt om er verlichting in te plaatsen. Het water dat dan vanuit het paviljoen naar de vijver viel werd verlicht door de lampen.

DSC01144IndiaNewDelhiRedFortComplexSawanAndBhadonPaviljonsTxtDSC01145IndiaNewDelhiRedFortComplexOuterWallFromWithinTheComplex

De muur van het fort van binnenuit gezien.

DSC01147IndiaNewDelhiRedFortComplexStepwellBaoli

Net als het badhuis en de moskee is de stepwell niet toegankelijk. Het ligt er ook niet bij alsof het geen onderhoud nodig heeft. Red Fort Complex, Stepwell of Baoli.

DSC01146IndiaNewDelhiRedFortComplexStepwellBaoliTxtDSC01148IndiaNewDelhiRedFortComplexStepwellBaoliDSC01149IndiaNewDelhiRedFortComplexOuterWallFromWithinTheComplexDSC01151IndiaNewDelhiRedFortComplexDSC01154IndiaNewDelhiRedFortComplexMedebezoekerDSC01155IndiaNewDelhiRedFortComplexDelhiGate

Via deze poort ben ik het complex uitgewandeld: Delhi Gate.

DSC01156IndiaNewDelhiRedFortComplexDelhiGateBinnenzijde


Dynamiek in de stad….of overlast

Wonen in een stad heeft zo de klassieke afweging van
voor- en nadelen:
toegang tot voorzieningen als bus en trein, winkels,
theater, film, horeca en altijd wel activiteiten;
de voordelen.

Waar de nadelen dan beginnen is ingewikkeld.

Is Carnaval in een stad in het zuiden overlast?
Persoonlijk vind ik van niet. Dat hoort erbij.
Maar een filmpleg die een film gaat maken over
carnaval…..

Dat ligt anders. Is dan de geluids-, stank-,
verkeersoverlast en de vervuiling van de stad,
een gebeurtenis die iets toevoegt voor de bewoners
van een binnenstad?

IMG_7932BredaKasteelpleinOverlast

Het basekamp van de filmploeg op het Kasteelplein in Breda.

IMG_7933BredaSchoolstraatFilmlocatieZattegat

Filmlocatie Zattegat (de Schoolstraat).

IMG_7934BredaKasteelpleinBasecampIMG_7935BredaKasteelpleinBasecampIMG_7936BredaKasteelpleinGolfkar

De vorige film van deze filmploeg leverde heel veel geld op. Zou Breda een deel van de toekomstige recette ontvangen of betalen wij alleen de rekening?


Bliksoep en andere beproevingen van een heer

Al bij de inschrijving van het eerste Archiefstuk voor
het Bouillonistisch Archief kondigde ik, tussen de regels
door, het tweede Archiefstuk aan.
Tijd om daarvoor vandaag de officiële inschrijving
te voltrekken.

Het gaat om De avonturen van Olivier B. Bommel en zijn
jonge vriend Tom Poes.
Veel van die avonturen zijn doorspekt met eenvoudige
doch voedzame maaltijden, vaak bij de bezegeling van
het avontuur.

Met enige regelmaat verschijnt soep daarbij als onderdeel
van het verhaal of de epiloog..

IMG_7779PeterAbelBewogenAanhalingenEenOnthulendeLijstCiatenUitDeVerhalenVanMartenToonderUitgezochtEnVoorDagelijksGebruikGerangschiktDoorDeBezigeBij

Peter Abel, Bewogen Aanhalingen – Een onthulende lijst ciaten uit de verhalen van Marten Toonder. Uitgezocht en voor dagelijks gebruik gerangschikt door. De Bezige Bij.


Dankzij het werk van Peter Abel, die een inventarisatie
van Bewogen Aanhalingen in het werk van Marten Toonder
heeft gemaakt, kan ik vandaag een drietal soepsituaties,
elk een miniatuur van bouillonistische betekenis,
als Archiefstuk 002 opnemen:

8363
‘Ik heb mij verstout een eenvoudige Potage à la Conserve en enkele Saucisses Choucroutes voor te bereiden. Mag ik u voorgaan?’

6072
Een onverwachte wolkbreuk veranderde heer Bommels kampplaats in een modderpoel en verdunde zijn soep op onsmakelijke wijze.

4221
De bekwame bediende slaagde er in enkele blikjes te vinden, zodat hij binnen korte tijd een warm bord erwtensoep op tafel kon zetten. Daar hield heer Bommel toen een toespraak bij die het voedsel aanmerkelijk deed afkoelen.

De nummers verwijzen naar de tekeningen waar de tekst
bij hoort. In de boeken van Toonder worden de individuele
verhalen ook steeds begrensd met het begin- en eindnummer
van de tekeningen waarbinnen zich het verhaal afspeelt.
Als een verwijzing naar het recept.

In een eerste observatie op basis van deze drie fragmenten
kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het leven van
een heer zich zelden laat reduceren tot eenvoud.

In deze fragmenten wordt meermaals de maag bediend
met soep uit blik. Dat is niet per se slecht of zonder
smaak maar het getuigt ook niet een verfijnd verlangen
naar een vers bereide maaltijd.

Één van de teksten wekt de indruk dat het verdunnen
van soep tot een smakelijk resultaat leidt
terwijl een heer weet dat het verdunnen het tegenover
gestelde van verrijken is. Het verrijken van het leven
van andere is nu net een van de levenslessen van de
vader van Olie B. Bommel en van heren in het algemeen.

Gelukkig heeft de biograaf van de heer O.B. Bommel, de
heer Marten Toonder, ons vele bouillonistische kronieken
nagelaten waarin we kennis kunnen nemen van
de levensloop van een heer van stand.

Ook Godfried Bomans, in zijn hoedanigheid van
opvolger van burgemeester Dickerdack,
was zo goed om ons inzage te geven in het leven
van een heer. In zijn uitleiding van een van de
boeken introduceert hij Eduard Maurits Elias.

Deze nam zelf de pen ter hand en liet ons documentatie
na over zijn flaneuravonturen in Den Haag.
En hoewel Flaneur niet het centrale onderwerp vormt van
Archiefstuk 002, levert hij wel ondersteunende informatie
die een beeld geeft van het denkraam van een heer.

FlaneurHetVaderland19581017FlitsenVanFlaneur

FlaneurHetVaderland19580927FlaneurHetVaderland19580927HetAtomischEnSoepjaar

De pagina en de kolom waarin Eduard Elias ons laat proeven aan het leven van een heer in een “Het Atomische en Soepjaar”.


Flaneur, Het Vaderland, 27 september 1958:

Ik maak mij nu ten snelste los uit de ban van het jaar 1897, om mij met volle geestdrift terug te storten in de bewogenheid van het jaar 1958, dat door latere sociologen, naar ik vermoed, als het “Het Atomische en Soepjaar” zal worden gekenschetst, omdat het zowel de wonderen van het Atomium, als die van hart- en maag-verrukkende Soepen (met oogstverse groenten en lente-sappige stukjes vlees) bereikbaar maakte voor gans een volk.
Het is een goed ding dat gij, mijne wekelijkse leesklanten, wanneer gij, de begroting van hierboven met die van de here Hofstra vergelijkend, daarna wellicht een beetje mistroostig wordt, een mooi stuk blijdschap en lust in het leven kunt terugwinnen bij de gedachte aan de brede stromen soep, die door mensenminnende potagisten en consommenten over dit lage land, waar eens uw wiegje stond, worden uitgestort.

FlaneurHetVaderland19581017FlaneurHetVaderland19581017Soep03

‘als de soep maar op tafel en de jolijt op het televisievenster en het bioscoopscherm komt’, aldus Elias.


Flaneur, Het Vaderland, 17 oktober 1958:

Nog onlangs heeft de Utrechtse hoogleraar dr. Rümke een, in al zijn zakelijkheid, diep-aangrijpend vertoog gehouden over het feit zelfs de door van de mens ‘geleid’ wordt en dat het de mens niet meer vrij staat zijn eigen individuele dood te sterven. Alles wordt daarvoor in het ziekenhuis, naar de regelen der onpersoonlijke nuttigheid, in gereedheid gebracht.
Ik zal daar niet verder in treden. Ik zou te ver verwijderd geraken van de sfeer van deze zaterdagse kolommen.
Ik wilde eigenlijk alleen maar zeggen, dat de serie foto’s in onze krant voor de goede verstaander onthullend was. Hij wist het allemaal wel. Maar nu kon hij het duidelijk zien. Hoe ons leven door strepen en pijlen geleid wordt en hoe wij langs de kalklijnen, door de overheid getrokken, als onpersoonlijke kuddedieren onze weg moeten gaan.
Die plaatjes demonstreren dan nog maar alleen de mens-op-straat; de kudde in het verkeer. Maar de strepen en pijlen en de bordjes staan – zij het onzichtbaar voor het oog – overal. En de kalklijnen traceren ons gehele leven.
Wij laten ons maar doen.
De zwakke weerstand der individualisten wordt weggedrongen en overspoeld door de springvloeden van de steeds aangroeiende massa, die al best tevreden is als de soep maar op tafel en de jolijt op het televisievenster en het bioscoopscherm komt.

FlaneurHetVaderland19581129FlaneurHetVaderland19581129Soep

De echte cultivé parels.


Flaneur, Het Vaderland, 29 november 1958:

Mijn wandeling door het centrum bracht mij ook voor een juwelierszaak, waar ik in de etalage een bordje zag “Echte cultivé parels”.
Ik heb ze niet gekocht.
Ik ben een restaurant binnengelopen waar ik mij heb tegoed gedaan aan een kop echte mock turtle soep, gevolgd door wat gerookte zalm van echte gekleurde koolvis en een kreeftkokteel van veritabele krab.
Jammer dat ik een vlek maakte op mijn das van echte kunstzijde.

FlaneurHetVaderland19581017FlaneurOndertekening


Hieronder volgen nog foto’s over de boeken die ik van
Ollie B. Bommel heb. Daarin zal snel opvallen dat het
niet alleen de teksten over soep zijn die de garnering
van deze Nederlandstalige gerechten zo bijzonder maken.
Laten we niet vergeten hoe de humor, de prachtige
tekeningen, de karakters van de hoofdrolspelers,
het taalgebruik en de titels van de boeken en verhalen,
dit gerecht op de juist gebalanceerde
en delicate manier kruiden.
Ollie B. Bommel is hiermee gecanoniseerd als
Archiefstuk 002 in het Bouillonistisch Archief.

IMG_7783MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaas

Marten Toonder, Ollie B. Bommel en de beuhaas. Of en in welke vorm dit verhaal in de handelgeweest is geweest weet ik niet. Dit is een afgeschreven exemplaar uit de bibliotheek.

IMG_7784MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaasIMG_7785MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaasOpenbareBibliothekenBredaFiliaalDeVlierenDrStruijckenstr161-Tel44178AfdelingJeugdC5028-74Afgeschreven

Marten Toonder, Ollie B. Bommel en de beuhaas. Openbare Bibliotheken Breda – Filiaal De Vlieren, Dr. Struijckenstr 161 – Tel 44178 – Afdeling Jeugd. C – 5028:74. Afgeschreven.

IMG_7786MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster

Ook afgeschreven. Marten Toonder, Een heer moet alles alleen doen – de feunix, de toornviolen, de trullenhoedster.

IMG_7787 MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoen

Emoticons kende we toen ook al.

IMG_7789 MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenIMG_7790MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969

De tekstverwerker heette toen nog typemachine….

IMG_7791MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969Uitleiding

In dit voorbeeld worden de nummers van de verhalen niet vermeld. De ‘Uitleiding’ staat in deze inhoudsopgave wel genoemd. De uitleiding was een overweging, in dit geval geschreven door Jan Gerard Toonder (de broer van Marten), van zo’n 18 pagina’s.

IMG_7793MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969VoorbeeldEenvoudigeDochVoedzameMaaltijd

Marten Toonder, Een heer moet alles alleen doen, De feunix, de toornviolen, de trullenhoedster, 1969. Voorbeeld van een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Joost laat een schaal uit de handen vallen maar geeft te kennen nog meer voedsel in de keuken te hebben en de gevallen bloemkool wel zelf te nemen.

IMG_7798MartenToonderDaarZitIetsAchterDeWeetmutsHetVergeetboekje1980

In mijn verzameling zitten ook boeken die ik later zelf kocht zoals dit exemplaar van: Marten Toonder, Daar zit iets achter met de verhalen De weetmuts en Het vergeetboekje, 1980.

IMG_7862MartenToonderDeTitels

Overzicht van mijn beperkte verzameling met veel intrigerende titels.


Officiële Opname in het Bouillonistisch Archief

Stuk nr. 002:
Het oeuvre van Marten Toonder, specifiek Olivier B. Bommel en de soepfragmenten

Titel:
De avonturen van Olivier B. Bommel en zijn jonge vriend Tom Poes, met bijzondere aandacht voor drie soepsituaties

Auteur:
Marten Toonder (specifieke fragmenten benoemd)
Inventarisatie: Peter Abel
Documentatie & Canonisering: Argus
Datum van opname: 20 oktober 2025
Locatie: Breda, Nederland

Reden van opname:
Dit Archiefstuk documenteert drie soepsituaties waarin de soep niet slechts voedsel is, maar een semiotisch vehikel voor status, mislukking en ritueel herstel. De soep komt uit blik, wordt verdund door wolkbreuken, en koelt af onder het gewicht van een toespraak. Toch blijft zij aanwezig. Als dampende getuige van het herenleven. De typografie met tekeningen zijn dienstbaar, de humor is gelaagd, de canonisering is onvermijdelijk. De heer Bommel flaneert, struikelt, spreekt, en eet. De soep luistert.

Ceremonieel besluit:
Met dit document wordt het werk van Marten Toonder, in de vorm van drie geciteerde soepsituaties en omliggende reflectie, officieel opgenomen als Archiefstuk nr. 002 in het Bouillonistisch Archief. Het dient als bewijs van de waarde van soep in het literaire herenleven. Het mag herlezen worden bij elke blikopener. Het mag geciteerd worden bij elke verdunning. Het mag dampen naast de het wrk van Daniil Charms.

Ondertekend door:
– De curator (in flanerende tred)
– De zilveren blikopener
– De typografische schaduw van Peter Abel
– De wolkbreuk met canoniserende intenties
– De soepkom, licht verdund


Langs de randen van Michelangelo

Afgelopen vrijdag ging ik naar het Teylers Museum:

Glinsterende mineralen, fossielen uit de dinotijd, supersterke magneten, knetterende elektriciteit, kunst van beroemde kunstenaars en nog zoveel meer. In het oudste museum van Nederland val je van de ene verbazing in de andere. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de indrukwekkende Ovale Zaal. Het lijkt wel alsof je in een tijdmachine stapt! In Pieter Teylers Huis maak je kennis met de idealen van de Verlichting en met actief burgerschap van toen én nu.

Van de website van Teylers Museum.

In dit bericht ga ik nog niet te inhoudelijk in
op de tentoonstelling ‘De mannen van Michelangelo –
Het mannelijk lichaam in het werk en leven van Michelangelo’.

Ik wil stil staan bij wat randverschijnselen en het
deel van het museum waar je langs gaat lopen om
de tentoonstelling te bezoeken.
Teylers is het oudste museum van Nederland en het
interieur is schitterend.

De dag begon natuurlijk in Breda waar ik via het Valkenberg
naar het station liep. Tot mijn verrassing zag ik een enorme
paddenstoelenbank op de wortels van een van de bomen in het park.
De boom lijkt me dood en de paddenstoelen maken daar gebruik van.
De oranjebruine hoeden lagen als een tapijt over de wortels.
Wat een somber en mooi beeld in één.

IMG_7913BredaValkenbergDeBoomIsDoodOfBijna

Toen ik mijn kaartje kocht (2 september) had ik niet in de
gaten dat dit in de herfstvakantie was. Musea zouden er goed
aan doen potentiële kopers te waarschuwen als ze een datum kiezen.
In de herfstvakantie is het onevenredig druk, in het museum
maar ook in het openbaar vervoer.
Bovendien plant de NS in zo’n week groot onderhoud.
Dus Haarlem was slecht bereikbaar en terug naar Breda kon
alleen via een omweg.
Ik had liever een week later gegaan.

Terwijl ik op weg ging naar het station keek ik even in
de brievenbus. Daar lag het NRC en ik zag een van de
aankondigingen voor de tentoonstelling die ik ging bekijken.

IMG_7931NRCHaarlemTeylersMuseumMichelangeloVielNietOpMannenHijVielOpPubersVrijdag17Oktober2025

NRC, Michelangelo viel niet op mannen, hij viel op pubers, vrijdag 17 oktober 2025. Een kop die behoorlijk wringt met de werkelijkheid en heel sensationeel van toon is. Maar dat zie je helaas vaker.

IMG_7929NRCIedereSuccesvolleKunstenaarIsEenNetwerkkoning2Oktober2025IMG_7930NRCDesign2Oktober2025


Marketing en kunst: het is een moeizame relatie.
Binnenkort ga ik er nog eens dieper op in maar de sensatiebewuste
marketing bewijst de kunst geen dienst.
Het heeft de musea gestort in een soort wapenwedloop.
Ze vallen over elkaar heen met groteske slogans om
maar elkaar te overtreffen en de bezoekers binnen te krijgen.
Kunst is duur. Niet alleen om het te kopen maar ook om het
te gaan bekijken. Teylers doet er hard aan mee.

IMG_7925HaarlemTeylersMuseumMichelangeloWaandersDeHandVanEenGenieHannibalDeMannenVanMichelangeloHetMannelijkLichaamInHetWerkEnLevenVanMichelangelo

De twee catalogi die je hier ziet zijn van Teylers Museum. Links: Michelangelo, De hand van een genie, een uitgave van Waanders. Ik zou zeggen: klassiek van (inhoudelijke) opzet en uitvoering. Rechts zie je een uitgave van de Belgische uitgever Hannibal: De mannen van Michelangelo – Het mannelijk lichaam in het werk en leven van Michelangelo. De catalogus links is van de tentoonstelling in 2005, een initiatief van het British Museum waar Teylers en het Ashmolean meewerkten. Rechts de catalogus van 2025. Deze zou ik willen omschrijven als eigentijds maar schuwt de sensatie niet. In hoeverre dat ten koste van de kwaliteit gaat kan ik nog niet beoordelen.

IMG_7926HaarlemTeylersMuseumMichelangeloDeMannenVanMichelangeloDetail

Wat ik heel mooi vind aan de catalogus van 2025 is de omslag.
Je ziet twee afbeeldingen van Michelangelo over elkaar heen afgedrukt.
De groene afbeelding ligt werkelijk bovenop het boek.
Je kunt als het ware de afbeelding van Michelangelo voelen.
In de tentoonstelling probeert men bezoekers aan te zetten tot
het zelf ontdekken en ervaren van de tekeningen. Ze slagen
in de tentoonstelling niet om daar handen en voeten aan te geven
maar de voorkant van de catalogus doet dat wel.

IMG_7928HaarlemTeylersMuseumDeHandVanGod

Alles bij elkaar zal het een heel dure dag worden. Het kaartje
kost 27,50 euro en de catalogus 42,50. Tel daar de koffie met cake,
de NS en de maaltijden bij en de dah kost meer dan 150 euro.

IMG_7914HaarlemTeylersMuseum

De koffie heb ik niet gedronken in het museum. De catering in het
museum is heel beperkt, matig (ik druk me vriendelijk uit) en duur.

IMG_7915Haarlem

Maar het museum is geweldig. Het ademt helemaal de sfeer van de 18e eeuw:
prachtige museummeubels, oude informatiebordjes, stolpen,
originele ruimtes enzovoorts.

DSC05863HaarlemTeylersMuseumDSC05864HaarlemTeylersMuseumDSC05865HaarlemTeylersMuseumDSC05866HaarlemTeylersMuseumDSC05867HaarlemTeylersMuseumTweehoornigMonsterVanFayum

Haarlem, Teylers Museum, Tweehoornig monster van Fayum.

DSC05868HaarlemTeylersMuseumTweehoornigMonsterVanFayumDSC05869HaarlemTeylersMuseumMosasaurusHoffmanniStPietersberg

Mosasaurus Hoffmanni, St. Pietersberg.

DSC05870HaarlemTeylersMuseumMosasaurusHoffmanniStPietersbergDSC05871HaarlemTeylersMuseumDeGroeElektriseermachineVanMartinusVanMarumDoorJohnCuthbertson1784-1791

De grote elektriseermachine van Martinus van Marum, door John Cuthbertson, 1784 – 1791.

DSC05872HaarlemTeylersMuseumDeGroeElektriseermachineVanMartinusVanMarumDoorJohnCuthbertson1784-1791DSC05873HaarlemTeylersMuseumDSC05876HaarlemTeylersMuseumDeOvaleZaalDSC05875HaarlemTeylersMuseumDeOvaleZaalDSC05877HaarlemTeylersMuseumOvaleZaalDSC05874HaarlemTeylersMuseumDSC05878HaarlemTeylersMuseumDSC05879HaarlemTeylersMuseum

Er is ook een Munten en penningenkabinet.
Vooral het gedeelte met de moderne penningen vond ik heel aantrekkelijk.
Één penning wil ik even tonen. Ik maakte twee foto’s:
een met mijn camera en een met mijn telefoon.

DSC05880HaarlemTeylersMuseumAdriaanRolandHolstCharlotteVanPallandt1976

De dichter Adriaan Roland Holst door Charlotte van Pallandt, 1976.

IMG_7919HaarlemTeylersMuseumAdriaanRolandHolstCharlotteVanPallandt1976DSC05881HaarlemTeylersMuseum

De tentoonstelling kan beginnen.
Maar daarover later meer.

Soep van de week: tomatensoep

IMG_7924SoepVanDeWeek

Normaal gesproken maak ik mijn soep op vrijdag. Na een nacht in de koelkast eet ik er dan op zaterdag voor het eerst van. Maar soms lopen de dingen anders. Daarom kocht ik pas gisteravond mijn soeppakket en stond ik vanmorgen in de keuken. Tomatensoep. Winterwortel, knoflook, ui, tomaat, tomatenpuree, tijm, bouillonblokjes. Garnering: biologische kipblokjes, anderhalve paprika in stukjes en gesneden groene olijven.


IMG_7927SoepVanDeWeekTomatensoep


Gisterochtend

IMG_7904BredaKopVanDeHaagdijkVanuitDeBinnenstad

Breda, de kop van de Haagdijk vanuit het centrum. Met vuilniswagen.


IMG_7905BredaNieuwewegRaamInRaam

Nieuweweg, raam-in-raam.


IMG_7906Klaprozen

Klaprozen.


IMG_7907BredaNieuwewegIMG_7909BredaGinnekenstraat

Ginnekenstraat.


IMG_7910BredaVoormaligStadhuisNuBijkantoorVanStadskantoor

Voormalig Stadhuis.


De bibliofiele exorcist, corrector van de zetduivel

Bonaventura Kruitwagen verzamelde teksten over zetfouten, typografische missers en de beruchte ‘zetduivel’ — maar deed dat niet uit louter fascinatie. Hij had een uitgesproken afkeer van slordigheid in drukwerk. Zijn werk was ook een vorm van zuivering: het opsporen, benoemen en corrigeren van fouten als ritueel gebaar. Niet om te veroordelen, maar om het boek zijn waardigheid terug te geven.

De titel is gebaseerd op een zin van Ed Schilders op pagina 109 van het volgende boek.

IMG_7893StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagen

Stichting Desiderata, Ed Schilders, Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen.


Een paar keer per jaar ontvang ik een e-mail van de stichting Desiderata.
Ze brengen met regelmaat een boek uit over boeken of mensen
die in het verleden op bijzondere manier omgingen met boeken.
Het zijn steeds goed leesbare boeken (ik ben geen boekhistoricus)
in een heel mooie uitvoering.
Daarom lees ik de mail vluchtig en koop het boek.

IMG_7894StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenStofomslag

Het boek komt met een heel mooie stofomslag. Meester E.S., Duitse prentmaker, Detail van een ingekleurde gravure van St. Antonius de heremiet.

Daardoor was ik verrast een doos te ontvangen met een boek en een op naam
gestelde envelop. Wat is dit? Wat heeft die brief, in de envelop,
een soort van kopie uit een oud vloeistofkopieerapparaat,
precies met het boek te maken. En van wie is die handtekening op de achterkant?

IMG_7899BonaventuraKruitwagenEncycliekInDeEnvelop

Het duurde even voor ik door had wat ik in mijn handen had:
het boek van Ed Schilders over Bonaventura Kruitwagen met daarin
een aantal van de publicaties van deze boekhistoricus.

IMG_7895 01 StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenSchutbladZetduiveltjes

Het schutblad bestaat uit een verzameling zetduiveltjes.

De brief bij het boek is het eerste levensteken van Kruitwagen na het
bombardement van Rotterdam.
Het bombardement was 14 mei 1940. Het huis waarin hij woonde werd
volledig verwoest, met alles wat er in stond of lag.
Pas op 20 juni 1940 verstuurde Kruitwagen de versie waarvan ik nu
een kopie kreeg.
In de brief beschrijft hij, met een plattegrond, wat hij meemaakte,
waar de bommen vielen en hoe al zijn boeken verdwenen.

De intrigerende titel van het boek van Schilders is:
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen.

IMG_7895 02 StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenSchutbladZetduiveltjes

Detail van het schutblad.

Ik wil deze boekintroductie beginnen met te vertellen wie
Bonaventura Kruitwagen precies was:

Bonaventura Kruitwagen: boekhistoricus in de marge van het geheugen

Bonaventura Kruitwagen (1874–1954), geboren als Franciscus Josephus Kruitwagen, was een Nederlandse franciscaan en boekhistoricus die zich toelegde op de studie van oude drukken en religieuze teksten. Zijn aandacht ging uit naar incunabelen—boeken gedrukt vóór 1501, zoals vroege Latijnse missalen—en typografische curiosa: zetfouten, marginalia en eigenaardige lettervormen die hij niet als imperfecties zag, maar als sporen van menselijke aanwezigheid in het boek. Ook liturgische teksten, zoals handgeschreven gebedenboeken en gedrukt kerkelijk materiaal, vormden een belangrijk deel van zijn onderzoek.

Als lid van de kloosterorde der Minderbroeders in Wijchen, volgelingen van Franciscus van Assisi, en later werkzaam in Rotterdam, bouwde hij een bibliotheek van circa 9.000 boeken, voornamelijk religieuze drukken, liturgische handschriften, incunabelen en typografisch merkwaardige uitgaven. Deze verzameling weerspiegelde niet alleen zijn wetenschappelijke belangstelling, maar ook zijn rituele omgang met het boek als drager van menselijke sporen. De bibliotheek ging verloren bij het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940.

Kort daarna schreef hij een brief aan vrienden en kennissen, zijn zogenaamde ‘encycliek’, waarin hij verslag deed van zijn toestand en het verlies. Deze brief vormt het hart van Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, een postuum eerbetoon samengesteld door Ed Schilders en uitgegeven door Stichting Desiderata.

Kruitwagen was geen canonieke geleerde, maar een rituele lezer: iemand die boeken niet alleen bestudeerde om te bestuderen, maar bewoonde. Zijn nalatenschap leeft voort in de typografische sporen die hij achterliet, en in de reconstructie van zijn leespraktijk door latere boekenvrienden.

De titel ‘boekhistoricus in de marge van het geheugen’ vat zijn positie treffend samen. ‘In de marge’ verwijst naar zijn aandacht voor zowel de letterlijke boekmarge—zetfouten, colofons, typografische eigenaardigheden—als de figuurlijke: boeken en drukken die buiten de canon vallen. ‘Van het geheugen’ wijst op zijn omgang met wat dreigt vergeten te worden. Zijn leespraktijk was geen reconstructie van het verleden, maar een rituele herbeleving van wat nog net aanwezig is—een vorm van herinneren die zich nestelt in typografische sporen, in verloren bibliotheken, in de brief na het bombardement. Zo werd zijn bibliotheek een geheugenarchief, en zijn encycliek een performatief gebed voor wat niet vergeten mocht worden.

Het avontuur van Ed Schilders leidde uiteindelijk tot het boek waar
dit bericht over gaat.
Centraal daarin staat de tweede Cambell van Kruitwagen.

IMG_7897BonaventuraKruitwagenDeTweedeCambellAnnalesDeLaTypographieNéerlandaiseAuXVeSiècle1874

De tweede Cambell, Annales de la typographie Néerlandaise au XVe siècle, 1874.

De Campbell verwijst naar het bibliografische standaardwerk van Marijn Campbell,
getiteld Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle (1874).
Het is een overzicht van Nederlandse incunabelen—boeken gedrukt in de 15e eeuw,
vlak na de uitvinding van de boekdrukkunst.
Campbell was directeur van de Koninklijke Bibliotheek en zijn werk geldt
als een fundament voor de studie van wiegendrukken.

Kruitwagen bezat een handexemplaar van dit boek dat verloren ging
in het bombardement. Later verving hij het door een ander exemplaar.
Waarin hij aantekeningen maakte en correspondentie in bewaarde.
Dat exemplaar werd decennia later teruggevonden door Ed Schilders.

IMG_7896StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagen

Het boek is afwisselend van toon. Naast het bombardement komen er ook
luchtigere onderwerpen aan bod.
Zoals de zetduivel en de bijbehorende citaten.

IMG_7900BonaventuraKruitwagenEncycliekInDeEnvelop

Vandaag is de productie van een boek al een heel karwei.
Maar voor bijvoorbeeld Erasmus (geboren rond 1467 – 1536)
was het vaak nog veel ingewikkelder.
Het proces was veel gevoeliger voor fouten dan vandaag.

Als je een tekst schreef moest je er op vertrouwen dat de drukker goed werk
leverde. Natuurlijk, kon je je zelf actief bezighouden met bijvoorbeeld de
correctie van de drukproeven, maar reizen was in die tijd een hele onderneming.
De drukker zat meestal niet om de hoek.

Vaak was je dan dus afhankelijk van de zetter (de persoon die de loden letters,
een voor een, in de juiste volgorde moest zetten).
Dan had je een corrector nodig die de drukproef moest controleren. Die moest wel
de taal machtig zijn en het hielp als die de tekst ook begreep.

Vervolgens kostte al het werk natuurlijk geld en
de drukker wilde een snel resultaat.

IMG_7901BonaventuraKruitwagenVoorbeeldVanDeEncycliek

De encycliek.

Zetfouten (typo’s) zijn al aan de orde van de dag in mijn blog.
In boeken kwamen die natuurlijk dan ook voor.
Vaak werden de bekende zetfouten in een lijstje in het boek opgenomen.
Bij dat lijstje stond soms een inleiding met een verklaring voor de fouten.
De zetduivel, de (luie) drukker, de zetter en de corrector kregen met regelmaat de schuld.
Soms moest de lezer maar beter oppassen.

Kruitwagen verzamelde dit soort teksten en schreef er artikelen over.
In het boek zijn enkele van deze teksten opgenomen:

Zo beroept de Augustijn Matthijs Pauli (dat was een monnik, geen letterkorps) zich op zijn afwezigheid als hij zegt:
Goet-vvilligen Leser daer sijn door mijn af-vvesenin de tvveeden stuck ingedronghen sommighe Fouten die V.L. [Ulieden] aldus sal believen te verbeteren.

Pagina 95.

De tusschen-komende ziekte des Schryvers is oorzaak, dat de volgende en andere drukfouten die de goedgunstige lezer zal gelieven te verschoonen, zijn ingesloopen.

Pagina 97.

De Drukfouten, die door het uitlaaten of byvoegen van een n of e in den laatsen lettergreep, ook wel taalfouten kunnen maaken, zal men hier en elders mooglyk ook wel ontmoeten, alhoewel ons dus verre geene merkelyke fouten, die den zin veranderen, zyn voorgekoomen; doch Geleerde en Bescheide [= oordeelkundig] mannen, weetende, hoe gemeen dit gebrek is, en hoe bezwaarlyk het zy, een Werk zonder Drukfeilen in ’t licht te brengen, zullen de zelve met heusheid by zich selven gaarne verbeteren. Aan knibbelzuchtigen, die men nooit kan behaagen of voldoen, zullen wy ons niet kreunen.

Pagina 98-99.

….lezen we precies waarom Erasmus zijn lezers kon boeien: door zijn openhartigheid. Geen duiveltjes maar drukkertjes. Hij zei waarop het volgens hem stond, en schreef als een Rotterdammer:

De wet draagt er zorg voor dat niemand een schoen maakt of een kast vervaardigt die niet bevoegd verklaard is door het desbetreffende gilde. Maar de geschriften van zulke belangrijke auteurs, ten opzichte van welk een vrome eerbied op zijn plaats zou zijn, verspreiden ze terwijl ze zo ongeletterd zijn dat ze zelfs niet kunnen lezen, zo lui dat ze zelfs geen lust hebben om over te lezen wat gedrukt wordt[namelijk de proef corrigeren], en zo gierig dat ze liever dulden dar een goede tekst wemelt van fouten dan dat ze voor een paar goudstukken een corrector zouden huren. En juist de brutaalste tekstverknoeiers doen op hun titelpagina’s de schitterendste beloften.

Pagina 119.

Op pagina 109 noemt Ed Schilders Bonaventura Kruitwagen
“de bibliofiele excorsist, corrector van de zetduivel.”
Het is een rake typering, maar ook een ironische.
Want juist in dat citaat sluipt een zetfout binnen:
“excorsist” in plaats van “exorcist.”
Een slip van de pen?
Een echo van de zetduivel zelf?
Of een typografisch eerbetoon aan Kruitwagens obsessie met correctie en imperfectie?

Daarom sluit ik af met een foto van die pagina.
Niet als bewijs van slordigheid, maar als uitnodiging tot herlezing.
Want zelfs de corrector van de zetduivel ontkomt niet aan diens aanwezigheid.

IMG_7903StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenBibliofieleExorcistCorrectorVanDeZetduivel


Bloemen in oktober

Eerder deze maand was ik verrast mooie gele bloemen
te zien in het perk aan het einde van de Verlengde Mark,
aan de Nieuweweg.

IMG_7828InOktober

Toen was het mij niet duidelijk of de plant nog in bloei aan het komen was. Het leek er wel op. Een prachtig gezicht.

IMG_7891BredaMarkendaalsewegBloemenInOktober

Deze week was duidelijk te zien dat de plant inderdaad in bloei aan het komen was. Steeds meer mooie bloemen. Dat in oktober. Het weer is best zacht. Maar toch. Helaas zag ik vanmorgen dat de bloemen beschadigd zijn. Iets of iemand heeft een deel van de bloemen er af getrokken. De losse bloemen lagen nog in het perk.


Pizza van de week

Door omstandigheden heb ik een paar weken geen pizza kunnen eten.
Maar deze week weer wel.

IMG_7889Pizza

Kaas, tomaat (als saus en in partjes), chorizo en kappertjes. Voor de oven.

IMG_7890Pizza

Smullen maar!


Suzanne Duchamp – Deel I

Haar blik is gericht op ons—niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.

Zestien foto’s vormen het begin van deze reeks.
Drie daarvan tonen Suzanne Duchamp, niet als icoon, maar als maker.
Eén vergroot op de muur: Suzanne achter de camera, haar blik gericht op het moment van vastleggen. Geen pose, maar een daad.
Eén achter een kaptafel, haar blik recht op ons gericht, terwijl haar reflectie in het raam nieuwsgierig om de hoek lijkt te kijken.
Eén met dubbele belichting: Jean Crotti (echtgenoot) verschijnt achter haar, als een schaduw, als een echo. Geen romantiek, maar een visuele onderhandeling.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Niet omdat ze niets maakte, maar omdat ze maakte als vrouw.
Zuster van Marcel Duchamp,
de man van het urinoir als kunstwerk.
Vrouw van Jean Crotti,
een Dadaïst, maar geen naam die musea groot op gevels zetten.

Haar werk werd vaak benoemd via anderen, als bijschrift, als echo, als randverschijnsel.

De 3 portretten, deze rituelen van zichtbaarheid:
ze tonen een maker die zich niet wil laten reduceren tot relaties – en de curator van deze tentoonstelling in Kunsthaus Zürich begrijpt dat.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 02 Zelfportret

Uitvergroot zelfportret op de muur van het museum: Suzanne Duchamp aan het werk.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 01 TxtDSC05319 02 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOndertekeningDSC05317KunsthausZürichSuzanneDuchampAvantGardeBeginningsTxtDSC05319 01 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOilOnCanvas

Kunsthaus Zürich, Suzanne Duchamp, Potrait of Jacques Villon, oil on canvas.


DSC05321KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Young girl with dog, 1912, oil on canvas.

DSC05322KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvasTxt


DSC05323KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortaitSuzanneDuchampSeatedAtADressingTable1913Photograph

Zij zit. Centraal.
Op een eenvoudige stoel met rechte rug.
Een hoed, een geplooide jurk, een linkerarm die in rust hangt.
Haar blik is gericht op ons: niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.
Een dame, nieuwsgierig. Niet erotisch, maar onderzoekend.
Haar rechterbeen zichtbaar, onderbeen en enkel vrij, een schoen die zich toont als accent.
Links in beeld: een gordijn.
Daarachter, in het open raam, haar reflectie.
Die beweegt zich naar voren, lijkt om de hoek te kijken.
In de spiegeling draagt ze een sieraad, een halsketting die in het origineel verborgen blijft.
Twee houdingen, één aanwezigheid.
Suzanne Duchamp als dubbelganger van zichzelf.
Zittend en bewegend.
Rustig en nieuwsgierig.
Binnen en buiten.

DSC05325KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper

Eerlijk gezegd kan ik me niet meer herinneren of dit de juiste orientatie is op de poster te tonen. Gevoelsmatig zeg ik ‘Ja’ maar bij Dada weet je dat nooit. Marcel Duchamp, Dada 1916 – 1923, 1953. Exhibition ooster, letterpress in black and red ink on lightweight paper.

DSC05326KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper


DSC05328KunsthausZürichSuzanneDuchampDoubleExposureOfSuzanneDuchampAndJeanCrotti1918Photograph

Suzanne Duchamp, Double exposure of Suzanne Duchamp and Jean Crotti, 1918, photograph.

Zij zit. Frontaal.
Hoofd iets naar beneden, iets naar rechts.
Lang gezicht, gesloten ogen misschien. Of een blik die zich onttrekt.
Een jurk, een jas, een boord — niet duidelijk, maar aanwezig.
Voor haar: een tafel. Achter haar: een schaduw.
In die schaduw: Jean Crotti.
Niet naast haar, maar door haar heen.
Zijn hoofd zichtbaar in haar haar.
Zijn ogen misschien open.
De strepen van het gordijn lopen door hun gezichten.
Geen achtergrond, maar raster.
Geen dubbelganger, maar versmelting.
Een romantisch beeld, maar niet sentimenteel.
Een gedeeld portret.
Een gedeelde zichtbaarheid.

DSC05330KunsthausZürichSuzanneDuchampUntitled1916IndiaInkAndWatercolourOnPaper

Suzanne Duchamp, Untitled, 1916, india ink and watercolour on paper.


DSC05332KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvas

Suzanne Duchamp, Broken and restored multiplication, 1918 – 1919, oil and silver paper on canvas.


DSC05333KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvasTxt


DSC05334KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Radiation of two solitary separates apart, 1916 – 1920, oil, gold paint, string, wax, plastic, glass beads and tinfoil on canvas.

DSC05335KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvasTxt


We hebben stilgestaan bij drie foto’s van Suzanne Duchamp.
Portretten die haar tonen als maker, als aanwezigheid, als ritueel.
In de catalogus krijgen ze waarschijnlijk minder ruimte dan werken als Young Girl With Dog (1912) of Broken And Restored Multiplication (1918–1919).
Daar ligt de nadruk vaak op stijl, op experiment, op aansluiting bij stromingen.
Maar deze foto’s spreken een andere taal.
Een taal van positionering, van zichtbaarheid, van dubbelheid.
Ze tonen niet alleen wat ze maakte, maar hoe ze zich liet zien.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Of dat terecht is, laat ik aan de lezer.
De curator kiest er in ieder geval voor om haar in de spotlight te zetten.
Niet als icoon, maar als maker.
Niet als bijschrift, maar als begin.