Breda, Grote Kerk (alweer? ja alweer).
De panden aan de Grote Markt (west) staan al deels in de zon en weerspiegelen in de ramen van het Stadhuis.
Vanochtend heb ik toch een korte wandeling gemaakt
in het centrum van Breda.
Dan zie je met de sneeuw toch weer andere dingen
dan dat je ziet zonder sneeuw en ijs.
Het leek vanochtend vrij licht maar als ik de foto’s zie viel dat best mee. Het was nog grijs. Later zou er toch nog meer sneeuw vallen.
De Grote Markt, zonder terrassen, dan wordt het met de sneeuw een kale vlakte.
Decoratie van het bordes van het Stadhuis op de Grote Markt.
Met rechts de leeuw met het stadswapen van Breda.
Links toont de leeuw een selfie aan ons.
Het lijkt alsof er geen sneeuw ligt op de Grote Kerk. Maar voor een deel komt dat door de kleur van de stenen waaruit de kerk is opgebouwd. Als je dichter bij kijkt zie je hier en daar wel degelijk sneeuw liggen.
Stadhouder Willem III in de sneeuw op het Kasteelplein.
IJspegels, ergens in een tuin.
Vanmorgen rond 09:00 uur was het nog rustig in het centrum van Breda.
Vanmiddag veel groepen, veel gasten uit België.
En de coronacijfers gaan weer omhoog.
De herfsttooi van het Valkenberg is al bijna weg. Nog even en de bomen zullen volledig kaal zijn. Nu kun je hier en daar nog nagenieten van de herfstkleuren.
Valkenberg en een klein stukje van het Kasteel van Breda.
Op het Kasteelplein staat zoals altijd Stadhouder Willem III.
Het zou een sombere dag worden.
De Grote Markt nagenoeg leeg.
Zicht op een leeg Kerkplein en Torenstraat.
Vanaf het bordes van het Stadhuis.
De Veemarktstraat.
Afgelopen vrijdagochtend ging ik naar de weekmarkt om
tot de ontdekking te komen dat er iemand veel gele verf over had.
Ik vermoed dat de terreinknecht van NAC (clubkleuren geel en zwart)
gevraagd is om ook een rondje door de stad te gaan.
Zo gevraagd, zo gedaan.
Dit is de Reigerstraat in Breda. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat dit weer een nieuwe coronamaatregel is?
Na al die zonnige dagen was het vrijdag nog niet heel licht. Een enkele kraam was dan ook verlicht. Zeker bij de kramen op de Grote Markt Zuid onder de bomen.
De meeste kramen en hun marktlui waren weer terug van vakantie.
Kramen in opbouw vanaf het bordes van het Stadhuis.
De grote gele streep in de richting van de Catharinastraat.
Vandaag is dan het hoogtepunt van de herdenkingsmaand voor 75 jaar vrijheid.
De herdenking van de bevrijding van Breda door de Polen in 1944.
Al vroeg loop ik de Grote Markt op, hier links het bordes van het Stadhuis, en het is al druk.
Als ik terugkijk zie ik het podium. Installaties en instrumenten staan gereed.
Van achter de rijen, die er dan al staan, een blik op het stadhuis. Ik ga nog even terug naar huis want ondanks de zon is het al koud.
Dit is zeker één uur later. Nog drukker. De Grote Markt aan de kant van de Reigerstraat is al afgesloten.
We lopen de stoet met historische voertuigen tegemoet. Hier van de Grote Markt de Ridderstraat in.
Terugkijkend naar de Grote Markt.
Hoek Ridderstraat – Eindstraat.
Eindstraat.
Daar staat de Poolse kapel al die we ook afgelopen zaterdag zagen.
Deze heren zagen we ook al eerder.
In de Ginnekenstraat staan militaire voertuigen opgesteld.
Met gasten.
Grote Markt Zuid.
De Grote Kerk staat nog wel een beetje in de zon.
Het is druk in de Ridderstraat maar nog geen beweging.
De band zorgt voor de muziek.
Burgemeester Paul Depla op het bordes voor het Stadhuis.
Aan de Grote Markt Zuid beginnen de voertuigen langs te komen. Soms met grommende motoren en blauwe wolken uitlaatgassen.
Die film wil ik wel eens zien!
Mevrouw Duda, de Poolse President Andrzej Duda en Koning Willem-Alexander op het bordes van het Stadhuis.
In december 2018 gingen we op vakantie in Guatemala en klein stukje Honduras.
Je kunt niet rechtstreeks vliegen vanaf Amsterdam.
De vlucht gaat via Panama City.
Tegen de tijd dat we er in ons hotel aankomen is het al avond.
Snel eten en dan slapen.
De reisorganisaties raden Guatemala City niet aan als vakantieplaats.
Je blijft er typisch een nacht na aankomst en misschien nog
een keer voor vertrek. Maar de stad zelf verlaat men het liefst
zo snel mogelijk.
Tijdens de burgeroorlog in de jaren 80 was het centrum van de
stad oorlogsgebied en de binnenstad is daarvan nog niet helemaal hersteld.
Maar de verzameling Maya-kunst in Guatemala City is dan weer wel bijzonder.
De Maya-plaatsen in het land stellen je in staat om gebouwen te bezoeken
maar vaak zijn de voorwerpen die men er gevonden heeft, op die
plaatsen niet te zien. Vaak bevinden die zich in de musea of in
privé-collecties.
Zo bezocht ik ooit de tentoonstelling: ‘Meesters van de precolumbiaanse kunst.
De verzameling van Dora en Paul Janssen’. Een ongelofelijke verzameling
die getoond werd in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis,
Brussel 15 september 2006 – 29 april 2007.
Dus we besloten een rondleiding te boeken met als eindpunt het Museo
Nacional de Arqueología y Etnología.
De rondleiding ging eerst over Avenida Las Americas. Een lange weg in
de stad die veel monumenten bevat van allerlei landen waarmee Guatemala
relaties onderhoud of onderhield.
Aan het eind van een lang stuk van deze weg ligt Plaza Berlin.
Daar heb je een schitterend uitzicht over een deel van de stad en op
een van de vulkanen die zich in het land bevinden.
De ochtendnevel hangt nog in het dal tussen het centrum van de stad en de vulkanen.
De rondleiding gaat van hier naar het centrum van de stad.
Daar bezoeken we wat gebouwen en dan keren we weer terug
om naar het museum te gaan.
Daarover later meer.
Maar onderweg naar het centrum bezoeken we nog een vreemde kerk.
Guatemala, Guatemala City, Iglesia Yurrita, 1929. Deze kerk is gebouwd door de familie Yurrita in een eigenzinnige stijl. Volgens sommige mensen doet het denken aan Gaudi maar ook zonder die verwijzing is het een bijzondere kerk.
Met hagedis en duif.
Met een soort van ijshoorntjes geplakt tegen een soort van stadhuis. Met balkons en veel tierlantijn.
Geen idee waar deze religieuze voorstelling betrekking op heeft. Een heilige klopt op een deur (met een kruis!).
Nou dat was een bijzondere kennismaking met Guatemala.
Dat het een prachtig land is zal de komende tijd hopelijk
duidelijk worden. Maar politiek is het instabiel en
daar kregen we toen ook al het een en ander van mee.
Beter dan eerdere jaren is er een sliert van kermisattracties aangelegd vanuit het Park Valkenberg via het Kasteelplein, langs de Grote Toren, het stadhuis tot midden op de Grote Markt ter hoogte van de Veemarktstraat.
Ter hoogte van de Veemarktstraat, op de Grote Markt in Breda.
Een soort kleine achtbaan vanaf het bordes van het stadhuis.
De achtbaan met op de achtergrond de Grote Toren.
Wat maakt de meeste indruk: de kermisattractie of de showroomopstelling van de auto’s ervoor?
Toen we de Grote Markt opgelopen kwamen rond 13:30 uur waren de meeste voertuigen al op de Grote Markt.
In de Reigerstraat stonden nog een aantal wagens te wachten om de markt op te kunnen rijden.
Klein maar bijzonder voertuig.
Open truck. De 40 voertuigen waren van verschillende pluimage.
Het inparkeren op de Grote Markt viel nog niet altijd mee.
Een ambulance.
Achteruit steken.
Jeeps mogen niet ontbreken.
Allerlei voertuigen in allerlei combinaties.
Zicht vanaf het bordes van het Stadhuis.
Veel toeschouwers.
Dodge.
Vanavond zag ik bij het weerbericht,
onderdeel van het 6 uur journaal,
een foto van de Grote Markt in Breda met marktkramen.
In de stralende zon.
Dat had ik vanochtend om half 8 niet kunnen vermoeden.
Toen ben ik namelijk foto’s gaan maken.
Van het opbouwen van de markt.
Mooi met het licht van de kramen,
de kleiren van het tentdoek en de reclame
en het donker(blauw) van de lucht.
Vis uitstallen.
Hier kunt U pinnen.
Nog even bijpraten voor de klanten komen.
Kaas.
Vrijdagmarkt in opbouw op de Grote Markt van Breda met de Antonius op de achtergrond.
Kleding.
Groente en fruit.
Vanaf de aanhanger.
Fleece.
Stoffen.
Veel stoffen.
Judith.
Brood. Het rook er heerlijk!
Een eerste klant voor kaas.
8 uur.
Vanaf de trappen van het stadhuis.
Zouden de voorbereidingen voor de Koningsboom
in het Valkenberg al begonnen zijn.
Een korte zoektocht leverde wel foto’s op
maar nog geen voorbereidingen.
Kasteel van Breda
Kasteel van Breda
Doordat de bomen in het Valkenberg nog maar weinig of geen blad hebben is de Grote Toren er goed te zien.
Op het Kasteelplein staat al een eerste Koninginnedag bouwsel. Geluidsapparatuur(?) met bewaking.
Breda’s stadhuis uitgedost met Nassau-vaandel.
Is de eerste Koninginnedag-gekte al gesignaleerd?
Kasteelplein in Breda.
Gisteren ben ik in het Princessehof in Leeuwarden geweest.
Daar heb ik de tentoonstelling ‘Ming’ bezocht.
Waarmee je een goed inkijkje krijgt in de bijzondere collectie
die dit keramiekmuseum heeft.
’t Gulden Paerdt.
Maar voordat ik aan de tentoonstelling toekwam heb ik
eerst een korte wandeling door de oude binnenstad gemaakt.
Gevelstenen, bovenlichten, grote panden, koningsbomen en een begijnhofje.
Nauta Buma Huijs
Ter Herinnering aan de troonbestijging
van H. M. Koningin Wilhelmina
Der Gemeente aangeboden door de Vereeniging
voor Vaderland en Oranje
31 augustus 1898
Stadhuis, vreemd weggeduwt tussen de andere gevels.
Eewal 55. Drukkerij ‘De Eendracht’
Op de oudste gedetailleerde plattegrond van de stad Leeuwarden uit 1603 van Johannes Sems ziet men op de plaats van de huidige drukkerij ‘De Eendracht’ een pand met een trapgevel en ten oosten hiervan een tuinmuur behorend bij het aangrenzende Huygenshuis. Later werd de muur vervangen door een nieuw woonhuis dat in de achttiende eeuw telkens in de belastingkohieren genoemd wordt.In 1716 was dominee Meinsma eigenaar van beide genoemde panden. Zijn dochter droeg omstreeks 1760 de twee woonhuizen aan dominee A. Passamier over. Hij en z’n kinderen bezaten de panden tot 1783. In dat jaar kocht de joodse koopman Nathan Salomons beide huizen. Diens twee zonen, Salomon en Jacob, deden in 1828 het bezit van de hand voor f 2.637,- aan de koopman Izaak Simons de Vries. Hij bezat een winkel in manufacturen aan de Nieuwestad 114. In de koopakte wordt de indeling van de beide huizen beschreven. Het westelijke pand was twee traveeën breed en bevatte op de begane grond een voor- en een achterkamer met schoorsteen en kast en een gang. Via een wenteltrap was de verdieping te bereiken waar eveneens een voor- en een achterkamer met bedstee, met daarboven een zolder, gesitueerd waren. Onder het huis bevond zich een ruime kelder met bedstee, schoorsteen en kast. De kelder liep onder de straat door en kwam aan de Ee uit, zoals bij de meeste panden aan de Eewal het geval was. Het pand aan de oostzijde was van vrijwel gelijke breedte en bevatte ongeveer dezelfde indeling. Na het overlijden van Izaak de Vries in 1875 erfde zoon Izaak het oostelijke en zoon Samuel het westelijke pand. Het eerste pand was in 1897 eigendom van M.L. Eldermans terwijl het andere toen nog bezit was van de weduwe van S. de Vries, Rachel Polak. In 1900 werd hier het telefoonkantoor gevestigd. Voorheen was dit op de zolder van de Hoofdwacht aan het Hofplein ondergebracht. In 1911 werden de bovengenoemde twee panden vrijwel afgebroken en verrees er met behoud van de oude westmuur een nieuw gebouw met een monumentale gevel. Architect Hero Feddema ontwierp het fraaie pand in de stijl van de Jugendstil of nieuwe stijl, die omstreeks de eeuwwisseling in zwang was. Tot op heden is een ontwerptekening van zijn hand bezwaard gebleven. Het is opgetrokken van oranje verblendsteen die afgewisseld wordt door groen verglaasde bakstenen gevelbanden en gebogen hanekammen boven de vensters. Op de begane grond bevinden zich boven de hardstenen plint drie grote segmentvormig afgesloten ramen en op de verdieping vijf recht. De drie middelste vensters zijn door middel van een doorlopende latei met elkaar verbonden. Boven deze ramen is een opvallende middenpartij opgemetseld die van een tentdak is voorzien, architectonisch gezien een opmerkelijke oplossing. De rest van de gevel wordt door een gepleisterd rondboogfries afgesloten. Behalve de nieuwe deur uit de jaren-zeventig is de gevel gaaf bewaard gebleven. Thans is hier drukkerij ‘De eendracht’ gevestigd. Wat het interieur betreft zijn de ijzeren kolommen in de drukkerijzaal, het houten plafond in de gang en de deur met geëtst glas, waarin de woorden ‘verboden toegang’ te lezen staan, het opmerken waard. De ruiten van het oude telefoonkantoor, zoals seinzaal, spreekcellen, ruimten voor de opslag van cokes en kabels etc. zijn slechts op de oude plattegrond van architect Feddema nog te zien.
Tekst: http://www.historischcentrumleeuwarden.nl/text/nl/1104/OMD-boekje_1991
Open Monumenten Dag 1991
Eewal 59. ‘De Leeuwarder Onderlinge’
Schildjes met de verstrengelde letters A en F hoog in de gevel van het monumentale pand Eewal 59 verraden de oorspronkelijke bestemming. Het zijn sporen van de opdrachtgever die het neorenaissance gebouw in 1895 heeft laten bouwen: de Algemeene Friesche Levensverzekering Maatschappij, een van de basismaatschappijen van de huidige Aegon. De Algemeene Friesche bouwde het allereerste echte kantoorgebouw van Leeuwarden. Vele kantoren, juist die voor bank- en verzekeringssector, zouden nog volgen tot en met de poen-paleizen van Avéro en Aegon in onze tijd toe. Toen de Algemeene Friesche in 1915 naar het Burmaniahuis aan de Nieuwestad verhuisde, trok in het prachtige neorenaissancistische pand aan de Eewal de in 1850 opgerichte Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij. Deze ‘Leeuwarder Onderlinge’ liet bij de verbouwing dan ook het grote tegelfries tussen de verdiepingen vervangen. de symboliek van de levensverzekering bleef: Johan de Witt, Christiaan Huygens, J.H. van Swinden en R. Lobatto gevat in kransen van laurier en eik doen nu wat mal aan in en gebouw van een brandverzekeraar. Merkwaardig zijn ook de pelikanen van zandsteen die de trapgevels bekronen. De pelikaan zichzelf bloed uit de borst pikkend om zijn jongen te voeden is een oud Christus-symbool dat de levensverzekeraars hebben ingepikt. De Algemeene Friesche, een van de vroege maatschappijen van het land, is in 1844 opgericht. Er is aanvankelijk kantoor gehouden aan huis van de directeur, maar het ging het bedrijf in de eerste halve eeuw zo goed dat er in 1895 op de fundamenten en overwelfde kelders van het vm. Huygenshuis een nieuw kantoor van allure kon worden gebouwd. Architect was Hendrik Kramer die toentertijd in de kenmerkende overdadige neorenaissance-stijl bouwde. Het ging hoog uitrijzen boven de omringende bebouwing en werd zo heel bewust het pièce-de-milieu van de Eewal.De overdaad van de neorenaissance begint meteen beneden. Achter een prachtig smeedijzeren hek (uitgevoerd door de befaamde Leeuwarder kunstsmid Jan Kroes, die ook het hekwerk voor het bovenlicht van de deurpartij maakte) en de hardstenen stoep, is voor het souterrain een plint van blokken hardsteen aangebracht. De onderste blokken hiervan zijn ruw behakt, zg. rustiek werk. Een fraaie trapstoep leidt naar de belétage met deurportiek. Boven het basement is het metselwerk bijzonder zorgvuldig uitgevoerd en voorzien van velerlei versieringen Van diverse soorten natuursteen zijn dorpelbanden, speklagen, negblokken naast en boven de ramen en boogtrommels in gevarieerde vorm uitgevoerd. De boogtrommels boven de verdiepingsvensters zijn het rijkst bedeeld met fraai rolwerk en mascarons en ook de geveltoppen zijn overdadig versierd. AL het beeldhouwwerk (inclusief de leeuwen, pelikanen en portretmedaillons) komt niet uit een gewoon nijverheidsatelier, maar uit de gespecialiseerde beeldhouwfabriek van Van den Bossche & Crevels te Amsterdam, het bedrijf dat onder andere ook het beeldhouwwerk leverde voor de Sint-Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station in de hoofdstad. Het oorspronkelijke tegelfries tussen de hoofdbouwlagen was geleverd door de fabriek van Jan van Hulst uit Harlingen, maar het werd in 1915 door de Onderlinge vervangen door een nieuw tableau. De fabriek van Van Hulst bestond niet meer en het nieuwe is in 1916 vervaardigd door de Delftse fabriek van Joost ’t Hooft & Labouchère, beter bekend als de Porceleyne Fles. Deze fabriek kreeg ook bijzonder werk te verrichten in het Burmaniahuis van de Algemene Friesche. In 1987 onderging het monumentale kantoorpand een zorgvuldige uitwendige restauratie.
Johan de Witt 1625 – 1672),
was in de Gouden Eeuw tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk
negentien jaar lang raadpensionaris van het graafschap Holland
en daarmee de belangrijkste politicus
van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Hij was tevens een begenadigd wiskundige die beschouwd wordt
als een van de grondleggers van de verzekeringswiskunde.
Johan werd met zijn broer Cornelis door Orangisten vermoord
en op gruwelijke wijze verminkt.
De moord behoort tot de meest gedenkwaardige in de vaderlandse geschiedenis.
(Wikipedia)
Christiaan Huygens 1629 – 1695
was een vooraanstaande Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige,
uitvinder en schrijver van vroege sciencefiction.
Hij was een van de leidende figuren van de zeventiende-eeuwse wetenschap.
In de wiskunde was hij een pionier van de kansrekening
en een wegbereider van de differentiaal- en integraalrekening,
hoewel zijn methoden strikt meetkundig bleven.
Aan de natuurkunde droeg hij op vele gebieden bij:
hij formuleerde als eerste correcte wetten voor de elastische botsing,
en uitdrukkingen voor de periode van de mathematische slinger
en de middelpuntvliedende kracht in de mechanica.
Tevens verklaarde hij in zijn Traité de la lumiere (1690)
als eerste licht als een golfverschijnsel
met het Principe van Huygens-Fresnel,
dat vanaf de negentiende eeuw
de algemeen aanvaarde optische theorie werd
en nu deel uitmaakt van het begrip van de dualiteit van golven en deeltjes.
Onderzoek naar de dubbele breking van licht in IJslands kristal
bracht Huygens tot het opstellen van een theorie
voor gepolariseerd licht.
Verder verklaarde hij geluidsverschijnselen met interferentie.
Omdat Huygens als eerste wiskundige formules gebruikte in de natuurkunde,
wordt hij gezien als de eerste theoretische natuurkundige.
In de sterrenkunde droeg Huygens bij door de telescoop
verder te ontwikkelen en het tot dan toe onbegrepen uiterlijk
van Saturnus te verklaren als een planeet met ringen.
Hij ontdekte de maan Titan bij deze planeet.
Als uitvinder heeft Huygens onder meer het slingeruurwerk,
het principe van de stoommachine en een buskruitmotor
op zijn naam staan.
Vanwege zijn speculaties over buitenaards leven
wordt Huygens wel gezien als vroege sciencefiction-auteur.
(Wikipedia)
Jean Henri van Swinden 1746 – 1823
was een Nederlandse wis- en natuurkundige
(Wikipedia)
Rehuel Lobatto 1797 – 1866
was een Nederlandse wiskundige.
(Wikipedia)
Tekst: http://www.historischcentrumleeuwarden.nl/text/nl/1104/OMD-boekje_1991
Open Monumenten Dag 1991
De jonge Sint Jacob (zie de schelp).
Beetje vreemde gevelsteen.
Eerste steen Sint Anthony Gasthuis.
Stads Weeshuis.
Deur Stads Weeshuis.
Koningsboom Juliana (?)
De horeca was allemaal nog gesloten in Leeuwarden,
dus een kp koffie zat er niet in.
Dan maar direct naar het museum.
Helaas heeft deze tentoonstelling geen catalogus.
Vandaar dat ik dus ook maar weinig afbeeldingen heb.
Grote kalebas-vaas.
De collectie is prachtig.
Grote en kleine stukken.
Aardewerk en porselein van over de hele wereld.
Ook de verzameling Islamitisch keramiek is bijzonder.
Een leuke opstelling waar de keramiek in lades ligt opgeslagen
die je als bezoeker zelf kunt openen.
Ode op de kom
Op de buitenkant van deze kom staat een verkorte versie
van het beroemde Chinese gedicht ‘Ode aan de Rode Klif’.
Su Shi (1037 – 1101) een van de grootste Chinese dichters,
schreef dit gedicht. Hij wordt ook Dong Po genoemd.
Het gaat over het boottochtje dat Su en zijn vrienden
in 1082 maakten naar de beroemde plek Rode Klif.
Kom, Jingdezhen
Late 16e eeuw
Tegendraads Kraakporselein
Kraakporselein heeft per definitie blauwe decoraties
onder glazuur op wit porselein.
Deze schotel is het enige gedocumenteerde niet blauwwitte kraak stuk ter wereld.
De decoratieve patronen zijn hetzelfde als bij het blauwwitte kraak.
Maar in dit geval zijn de decoraties met groene en rode kleuren geschilderd.
Schotel
Jingdezhen, Wanli periode 1573 – 1620.
De centrale afbeelding op de schaal.
Deel van de rand, in een kader.
Deel van de rand, in een kader. Granaatappels ?
Een speciaal soort keramiek heet Swatow.
Chinees export porselein bedoeld voor de Aziatische markt.
Daarnaast stond er een groep bijzondere , grote vazen:
Een martavaan.
Martavanen, magische potten
Martavanen zijn ontzagwekkend grote potten.
Wanneer men per schip op reis ging bewaarde men er water,
fruit of specerijen in.
Daarnaast hadden martavanen in Zuidoost-Azië een rituele functie.
Zo waren ze in gebruik bij geboortes, huwelijksceremonies en begrafenissen.
Volgens eeuwenoude volksverhalen waren het magische objecten
die bijvoorbeeld konden praten.
Nog steeds gebruikt men martavanen in Zuidoost-Azië.
Martavanen zijn vernoemd naar de havenstad Martaban
aan de westkust van het huidige Myanmar.
Deze stad was een belangrijk kruispunt in de porseleinhandel
tussen China en India.
Grote potten uit landen als Vietnam en Thailand
werden ook via Martaban verhandeld.
Het Princessehof heeft de belangrijkste verzameling
martavanen in de westerse wereld.
Er is in het museum ook modern keramiek.
Een kleine selectie:
Karel Appel, Tete, 1978.
Armando, Zonder titel, 2010.
Buiten staat er ook nog keramiek.
Het weer was niet geweldig maar toch een paar foto’s gemaakt.
Volgens mij zijn dit sterrenbeelden.
Hans van Bentem, E.V.E. (Erotic Venus Evil) 2003.
Hans van Bentem, detail met de slang.
Vandaag voor het eerst gaan stemmen in het stembureau
van stemdistrict 1 van Breda.
Dat is in het stadhuis aan de Grote Markt.
Beter gezegd in de trouwzaal.
Terwijl de stad al vollop in beweging is voor de op handen
zijnde activiteiten voor de studenten, een sloepenparade,
Breda Photo en nog een handvol evenementen.
Vanavond rond 19:00 uur was het behoorlijk druk.
Tenminste ik heb nog nooit in een rij voor het stembureau gestaan.
Vandaag wel!
Het merendeel van mijn medestemmers zijn jonge mensen.
voorsommige was het de eerste of tweede keer.
De meeste verhalen om me heen gingen over schoolavonturen.
Neemt niet weg dat de sfeer toch, ik zou bijna zeggen, plechtig was.
Men hield op een correcte manier afstand, volgde de gedragsregels
in het stembureau op en controleerde in de rij
of ze het stemproces nou goed begrepen hadden:
“xefk kan toch ook gewoon voor een partij kiezen?”
“nee, je moet op een persoon stemmen”
“gaat het hier nu electronisch, dat stemmen?”
‘nee, stemmen doe je nog steeds met een potlood,
dat met een computer is een paar jaar geleden weer afgeschaft”.
Nu is het verder aan de tellers en daarna aan de politici.
Om snel een kabinet samen te stellen
dat het eens langer volhoudt dat een paar maanden.
Misschien moeten ze wat meer tijd steken in het uitleggen van hun beleid,
dat, ja het kan niet anders, regelmatig pijnlijk zal zijn.
Dat in plaats van veel tijd te steken in proefbalonnen
(Teeven: strafrechtwijzigingsplannen voor adolescenten),
onzinnige wetgeving (Schultz: 130 km), onderling vliegen afvangen, enz.
Minder stokpaardjes, meer regeren.
Ik wens ons veel succes toe de komende tijd!
De reuzen op het Kasteelplein in Breda.
De verrassing achter het 5 mei-podium.
Zo tegen 10 uur in de ochtend is het Kasteelplein nog steeds vrij begaanbaar.
De gasten komen met hun auto’s binnen via de achterkant van de Grote Kerk en de iets minder hoge gasten komen te voet.
Wat zou je allemaal moeten doen voor zulke rijen blik?.
De plaats van de officiele ontvangst. Hoek Torenstraat / Reigerstraat / Havermarkt.
Een voor een komen de gasten over de Hoge Brug en overal politie.
Het stadserf is afgesloten.
De Torenstraat is afgesloten ter hoogte van het Kerkplein.
De Grote Markt, afgesloten ter hoogte van het Stadhuis.
De Udenhoutse Broeder.
In volle vrijheid.
De organisatiegraad neemt toe op het Kasteelplein.
Gisteravond was het al vroeg druk in Breda.
Om 18:00 uur was het al moeilijk om met de auto
door de Vismarktstraat te komen.
Muziek was er genoeg tot diep in de nacht.
Vandaag heb ik een eerste serie foto’s gemaakt.
De Vismarkt omgebouwd tot een Carnavalscentrum.
Het weer is niet fantastisch maar de carnavalsvierders komen langzaam de stad in.
Deze visionair is gelukkig onzichtbaar.
Elvis is in the building.
Bacchus
Dat heeft al heel wat tijd gekost.
Miller Time, als een Don Quichote in de Visserstraat.
De Troubadour heeft Ut licht gezien.
Het Stadhuis is gereed voor Prins Carnaval.
Wel een aantal heel vreemde zaken op de Grote Markt.
Mijn Hemel! (Cafe Zeezicht).
De Bommel ziet het sterrelicht.
Nu nog rustig.
Na Brugge bezochten we kort Lissewege en daarna
Ter Doest en Damme.
De Schuur in Ter Doest.
De schuur van Ter Doest
Deze schuur is het oudste nog bewaard gebleven gebouw van de voormalige cisterciënzerabdij van Ter Doest.
In 1174 start de cisterciënzerabdij officieel.
In de dertiende eeuw werd een ambitieus bouwschema uitgevoerd.
De schuur was een van de resultaten.
In 1624 houdt de abdij op te bestaan.
De schuur overleefde en dat is opmerkelijk.
Dergelijk goed bewaarde middeleeuwse schuren zijn zeer zeldzaam.
De omvang is indrukwekkend: 56 meter lang, 21 meter breed en 16,50 meter hoog.
De muren zijn van baksteen. Op dak liggen 32.500 dakpannen op een eikenhouten kap.
Bron: Infobord van de provincie West-Vlaanderen.
Bij de schuur staan nog een paar oudere gebouwen.
Daarin is onder andere een horeca gelegenheid gevestigd.
Alles bij elkaar een prachtige plaats om even langs te gaan.
Rondom de schuur was een beeldententoonstelling.
Daarvan ook wat foto’s.
Nu even de schuur aan de binnenkant.
Een enorme constructie.
De steunberen.
Schuur met omliggende gebouwen.
Inmiddels zijn we in Damme aangekomen.
Damme was vroeger lange tijd de overslaghaven van Brugge.
Schepen kwamen tot Damme waar de goederen werden overgeladen
op schepen die tot in Brugge konden komen.
Het stadje heeft een oude geschiedenis en de overblijfselen daarvan, die zijn zeer
de moeite waard om eens te bezoeken.
Stadhuis van Damme.
Bij het stadhuis aangekomen bleek dat de viering van 11 juni,
de Vlaamse feestdag, in voorbereiding was.
De politiek.
Het feestterrein.
Dirigent van de harmonie en de bloemenbezorgers.
De ceremonie vanaf het stadhuis.
Tijl Uilenspiegel denkt er het zijne van.
En nu iets heel anders: ’s avonds mosselen gegeten.
Een zware dag met veel activiteiten.