Dit zijn de ingredienten: paprika, tomaat, ui, bouillonblokjes en een magisch kruidenzakje van de grootgrutter. Groente is wel aangevuld met exemplaren uit eigen voorraad. Geen vlees of vis.
Het resultaat.
Het zijn drie cultuurvarianten die voorkomen in de nachtschade-familie.
Een andere variant van deze familie komt in dit stukje aan de orde.
We waren druk bezit met de Flora Batava en Linnaeus en toen kwam
een deel van de Flora Batava op tafel dat nog volledige uit losse
delen bestaat.
Dit is het voorblad van de stapel die in een daarvoor bestemde map zit die met lintjes kan worden afgesloten. Het betreft deel 6. De plant die hieronder te zien is kwam voor in aflevering 78. Zoek maar eens op op internet.
Ieder deel (ten minste dit deel) begint met onder andere een lijst met platen. Door de jaren heen wijkt dat een beetje af (vorm, lettertype), maar in grote lijnen is dat wel het geval. De plant die hier volgt heet nu ‘Bitterzoet’, maar toen ‘Klimmende Nachtschade’ of ‘Solanum Dulcamara’.
Plaat met beschrijving.
Dit is een voorbeeld van een eerdere reeks waar uitgever Sepp ervaring mee had: ‘Beschouwing der wonderen Gods in de minstgeachte schepzelen of Nederlandsche insecten’.
De hele ‘titel’ heeft nogal wat voeten in de aarde:
Beschouwing der wonderen Gods in de minstgeachte schepzelen of Nederlandsche insecten
naar hunne aanmerkelyke huishouding, verwonderlyke gedaantewisseling en andere wetenswaardige byzonderheden,
volgens eigen ondervinding beschreven, naar ’t leven naauwkeurig getekent,
in ’t koper gebracht en gekleurd
door
Jan Christiaan Sepp
Dus de platen werden eerst in koper gesneden (kopergravure)
en daarna met de hand ingekleurd. Dat was bij de Flora Batava ook.
Later zal de kleurenlithografie worden ingezet om het kleuren,
of ten minste de basis, te drukken.
Alles afhankelijk van de prijs.
De prijs per aflevering bepaalde de grootte en uitvoeringskwaliteit.
Het is dit weekend een tomaten/prei-soep. Die prei zie je hier nog niet want die zat niet in het recept van de grootgrutter. Ik vind dit bouwsel een beetje lijken op het gebouw op wielen in het boek van Daniel Mögling, Speculum saphicum rhodo stauroticum. Of slaat mijn fantasie nu op hol?
Dit is de verspilprei. Die is pas aan de soep toegevoegd na het mixen van de soep.
Hij smaakt uitstekend (geen rundvleesballetjes deze keer).
Volgens Jeroen Meus is ‘WUPS’ het ezelsbruggetje van klassieke
koks voor het maken van een basis groentebouillon:
Wortel
Ui
Prei
Selderie
Voor de soep van deze week breidde ik die wups een beetje uit
met knoflook, rozemarijn, tijm en bladselderij.
De soep is deze week samengesteld op basis van een soeppakket,
een verspilzakje (ui, tomaat) en eigen aankoop.
WUPS met knoflook en de selderie is hier bleekselderie.
Dit is de extended versie met links bladselderij en rechts rozemarijn en tijm.
Dit is dezelfde extended wups maar dan gesneden. Gereed om in een beetje olie een paar minuten te bakken. In het pakket zaten ook laurierbladen. Die heb ik hier nog niet bijgedaan omdat ik deze groentemassa dadelijk met water en de bouillonblokjes wil mixen. Pas daarna voeg ik de garnering toe: laurierblad (die er voor het eten weer uit gaat), de paprika, de tomaten en de soepballetjes. Oh, ja, en een venkel.
Dit is het resultaat. De soep is heerlijk en al bijna op. Op het brood selleriesalade (puur toeval).
Zo zou Jeroen Meus het noemen: ambetant.
Irritant, naar, onhebbelijk, vervelend.
Dan doelt hij op het gegeven dat sommige mensen
moeite hebben met het verteren van de schil van
een paprika.
Die schil is zeker hard en dat blijft hij ook als
de groente gaar is.
Maar gelukkig heb ik daar geen last van.
Dit zijn de belangrijkste ingrediënten van de soep van deze week. Paprika’s: blok, snack of punt. Ik heb ze bereid volgens eigen recept: pak in de keuken wat je voorhanden hebt en combineer dat tot een smakelijk gerecht. Dat betekende voor mij: een paar gegrilde tomaten zonder vel uit zonnebloemolie met daar bij kappertjes en knoflook, twee uien, 10 paprika’s uit een verspilzakje, sambal en een pakje groentesoep van een bekend merk.
Met anderhalve liter water en wat opstaan zag dat er dan zo uit in de pan.
Zo in de soepkom met brood.
De Coeur de Boeuf is een tomaat met niet alleen een bijzonder uiterlijk
maar ook een bijzondere smaak.
Bij deze tomaat begint het rijpingsproces van binnen uit naar buiten.
De vrucht is dan rijp en smaakvol ook al is hij nog wat groen.
Deze tomaat is sterk geribbeld, heeft aflopende zijkanten
en is licht van kleur.
De Coeur de Boeuf is niet alleen bijzonder vanwege de smaak,
ook het hartvormige, lichtkleurende,
uiterlijk is kenmerkend en onderscheidt zich door het volle vruchtvlees
en het matige sap- en zuurgehalte.
Anders dan bij traditionele tomaten is de vrucht optimaal van smaak
als de schil nog groen is.
De Coeur de Boeuf heeft een vruchtgewicht van 180 tot 200 gram.
Deze tomaat is voor veel gebruiksmogelijkheden geschikt.
Bron: artikel op smulweb
Als ik de beschrijving mag geloven is mijn tomaat al te rijp.
Zo heb ik dat niet ervaren.
Hij smaakt prima op een boterham met kaas.
Beetje zout en peper.
Heerlijk.
En hij ziet er prachtig uit.