Al lang geleden had ik gelezen over het boek ‘Oog in oog met de goden’
van Alexander Reeuwijk. Dat leek me het ideale boek om mee te nemen
op mijn reis naar India.
Alexander Reeuwijk, Oog in oog met de goden – Een zoektocht naar Indiase bronzen en hun makers, Querido, 2023.
Ik ging dan wel niet naar Zuid-India maar ik ben op een vergelijkbare
manier als Alexander Reeuwijk, getroffen door de Nataraja van het Rijksmuseum.
Het gaat om dit beeld: Rijksmuseum, Aziatisch Brons, Shiva Nataraja, Tamil Nadu, India, circa 12de eeuw, brons.
Reeuwijk beschrijft zijn ervaring als een soort van inleiding op het boek.
Hij beschrijft een bezoek aan het Rijksmuseum nadat het museum
10 jaar gesloten is geweest voor renovatie:
Pag 13 (eerste pagina van de tekst):
Het was vroeg in de ochtend toen ik als enige bezoeker de zaal binnenstapte. De zon viel door het raam de ruimte binnen en trok een streep over de houten vloer tot aan de lakenwitte muur aan de overzijde. Op de witte sokkels langs de wanden stonden stenen en bronzen hindoeïstische en boeddhistische sculpturen uit India en Zuidoost-Azië; aan de muren hingen stenen ornamenten, friezen en reliëfs, Al moet ik bekennen dat ik al die objecten pas later zag. Want zodra ik vanuit de gang de zaal in kwam, keek ik recht in de ogen van de Nataraja, de dansende Shiva, een grote bronzen sculptuur die op een sokkel midden in de zaal stond opgesteld. Ik kon er letterlijk en figuurlijk niet omheen en werd gevangen in zijn blik.
Als ik het Rijksmuseum bezoek dan zijn er 2 ruimtes waar ik
altijd naar toe ga: de eregallerij en het Aziatisch paviljoen.
Voor het ‘Joodse bruidje’ en de dansende Shiva.
Oog in oog met de goden – Een zoektocht naar Indiase bronzen en hun makers, pagina 13.
De eerste pagina’s heb ik nog in Nederland gelezen. De rest van het
boek heb ik in India gelezen. Het boek heeft in India een paar weken
‘stil gelegen’ maar uiteindelijk las ik het toch uit.
Dat lag niet aan het boek maar aan mij. Als ik een goed, interessant,
mooi of aantrekkelijk boek lees, dan wil ik het niet uitlezen. Om het
gevoel van het boek vast te houden.
Dat lukt overigens nooit want als ik het boek dan later toch weer oppak
is vaak de ervaring toch weer anders.
Één boek voor 10 weken is wat weinig maar je kunt maar zoveel meenemen.
Daarom nam ik me voor het boek gewoon nog een keer te lezen.
Ik ben intussen thuis en het boek voor de tweede keer aan het lezen.
Het boek beschrijft een ‘methode’ die we allemaal en voor all kunstwerken
kunnen gebruiken om meer gevoel bij het werk te krijgen. Op het eerste
gezicht een eenvoudige methode….
Pag 14:
Ik realiseerde me dat ik weliswaar eerder een Nataraja had gezien, maar nog nooit aandachtig had bekeken. Ik herkende de vorm, maar de details kende ik niet, laat staan dat ik wist wat het beeld betekende, wat het wil zeggen. Daarbij vroeg ik me af hoe ik zo’n beeld, dat niet uit mijn eigen cultuur stamt, eigenlijk moest benaderen.
Toen ik er recht voor stond, op ongeveer een meter, besloot het beeld tot in detail voor mezelf te beschrijven, zonder oordeel of interpretatie.
Volgens mij is wat Alexander Reeuwijk hierboven beschrijft voor ieder
kunstwerk een goede aanpak.
Onlangs heb ik het geprobeerd te doen met de informatie van
pagina 14 en 15 waar hij het beeld beschrijft in mijn achterhoofd.
Ik deed dat met mijn camera en toonde de foto’s hier.
Deel van pagina 14.
Hieronder een lijst in steno met details die Alexander Reeuwijk opsomt:
– Shiva op één been
– de cirkel
– vijftongige vlam
– twee monsterachtige koppen
– haren wijd gespreid
– haren reiken tot halo
– versierd met bloemetjes
– pijpenkrullen
– halvemaan
– schedel
– cobra
– kleine meerminachtige figuur
– vier armen
– rechts: splitsen bij de elleboog
– hand met trommel
– hand met vuurtje
– onderste rechterhand: toont handpalm
– onderste linkerhand wijst naar opgetrokken voet
– verentooi loopt uit op een monstertronie-verbinding
– alle vingers en tenen zijn geringd
– draagt oorbel
– draagt arm- en enkelbanden
– bovenarmen: ornamenten
– aan middel: ceintuur met sluiting met twee drakenbekken
– om de hals drie kettingen
– aan linkerschouder koord
– kantachtige lendendoek
– één voet op de rug van een dwerg met geloken ogen en een pruillip
– nog een cobra met opgezette nekribben
– dwerg wijst naar slang
= dwerg draagt versierde lendendoek, oorbellen, arm- en enkelbanden
– opengewerkte lotus
– gezicht is rond en vol
– Shiva draagt een versierde haarband
– Shiva heeft een volle mond
– Shiva heeft sierlijke, scherp belijnde lippen die licht krullen aan de uiteinden
– regelmatige neus en goed geportioneerd
– grote amandelvormige ogen met een derde oog op het voorhoofd
Alexander Reeuwijk, Oog in oog met de goden – Een zoektocht naar Indiase bronzen en hun makers, Querido, 2023, pagina 15. Waarschuwing: mijn stenolijst is niet compleet.
Om tot zo’n lijst te komen moet je aandachtig waarnemen en het is
erg waarschijnlijk dat je deze oefening meerdere malen moet doen
om tot een complete en correct samengestelde lijst te komen.
Goede methode, lijkt me.
Museum Rietberg (Zürich) wordt in het boek genoemd als een
van de musea met een goede Aziatische collectie.
Ik heb hun website bezocht (die veelbelovend is) waar
het Museum Rietberg ‘hun’ Nataraja als volgt beschrijft:
Shiva Nataraja: The Heavenly Dancer
As king of the dance, Shiva possesses immeasurable
energies with the help of which he determines the
becoming, existence and extinction of all creation. Shiva
creates the world but then allows it to disappear again.
In his auspicious cosmic dance (anandatandava) he
expresses five actions. Shiva shows himself as creator
whereby the creation is happening to the sound of the
drum. Shiva is the preserver of the cosmos as he shows
with his raised hand which grants protection. The flame
on his left hand symbolises destruction. With his foot
which subjugates the demon, Shiva banishes ignorance.
His downturned hand stands for spiritual liberation.
The polar opposition of man and woman is alluded to by
the female and male forms of ears. In his tangled hair,
Shiva catches the river goddess Ganga so that earth does
not shatter at her impact. The waves of energy which he
sends into the cosmos are symbolised by the flaming
circle. Though his figure seems to vibrate with energy, his
face appears in unchanging serenity, above the affairs
of the world
Van het boek wil ik verder niet te veel verraden. Maar het
gaat over de avonturen en het onderzoek van Alexander Reeuwijk.
Niet in de laatste plaats in India.
Dat doet hij op een enerverende manier met een scherpe
waarneming als basis (pagina 382):
Het zijn de laatste dagen van augustus. De moesson heeft zich vannact aangekondigd met een scheurend onweer, waarbij flits en donder precies samenvielen. Of nee, eigenlijk werd de verandering van het seizoen al een paar dagen geleden ingeluid door de vliegende termieten. Zodra de lucht vochtiger wordt en de eerste buien zijn gevallen, komen ze uit de grond en zwermen omhoog in de richting van het licht, op zoek naar een geschikte partner. Als ze die eenmaal hebben gevonden, storten ze zich op icarische wijze terug op aarde, werpen hun vleugels af en verdwijnen in de grond om een nieuwe kolonie te starten.
De titel van het boek ‘Oog in oog met de goden’ heeft een diepe
betekenis. Vooral voor de Hindoes die dit soort beelden aanschaffen
en aanbidden. Voor hen zijn de beelden geen decoratie of gedachtensteun.
Eenmaal met het juiste ritueel in de tempel geplaatst zijn het
de goden en staat men bij het bezoek aan de tempel dus
‘Oog in oog met de goden’.


















































































































































































































