Genieten van Geschiedenis

De boeken waar ik het meest plezier aan beleefde waren
de boeken van Barbara Tuchman.
Als geen ander slaagde ze er in om grote thema’s duidelijk
te maken aan de hand van heel persoonlijke verhalen.
Daardoor kun je voor jezelf een beter beeld vormen
van de omstandigheden waarin mensen tot bepaalde acties komen.
Ik moet aan Barbara Tuchman denken als ik een boek lees
van William Dalrymple.

Nu heb ik net White Mughals gelezen, het verhaal van vooral
Britse onderdanen die in India verbleven, vaak om daar fortuin
te maken en die waardering kregen voor de gebruiken,
manier van leven, de kunst en cultuur aan de Indiase Mogol-hoven.
In het geval van White Mughals gaat het om James Kirkpatrick die
in 1798 resident wordt aan het hof van de Nizam van Hyderabad.

Lees het boek. Er gaat een fascinerende wereld voor je open.
Een wereld van ongekende pracht, praal en rijkdom maar ook van
een Brits bedrijf dat opereert als een staat.
De overeenkomsten met de VOC liggen voor het oprapen.

Nog even over de manier van schrijven.

Toevallig lees ik op dit moment ook het boek van Irene Vallejo:
Papyrus – Een geschiedenis van de wereld in boeken.
De Spaanse titel is beter: El infinito en un junco – Oneindigheid
in een riet (vertaling van Google translate).
Daarin beschrijft ze op Pagina 110, de rondreizende zanger
of bard, de cultuur van de orale traditie.

…., hij heeft hun namen en eigenaardigheden goed onthouden om ze een plek te geven in het epos waarin hij hen vertrouwelijk laat omgaan met de legendarische helden.
Hij weet altijd een episode in te lassen die ‘toevallig’ de streekgenoten van zijn broodheer van dat moment verheerlijkt.
Hij maakt het lied korter of langer, naargelang de sfeer in de zaal.
Als het publiek houdt van weelderige beschrijvingen dan smukt hij de wapenuitrusting van de krijger, het tuig van diens paarden en de sieraden van de prinsessen op – zoals gij pleegt te zeggen: die luxe hoeft hij niet uit eigen zak te betalen.
Hij verstaat de kunst van het laten vallen van pauzes en het opbouwen van spanning, en hij breekt het verhaal altijd af op een uitgekiend moment, zodat hij zal worden uitgenodigd om de volgende dag verder te gaan.

Daar geef ik graag een voorbeeld van.
Op 75% van het boek lees je het volgende:

Pagina 313.

And then, quite suddenly, nothing.
In a story powered by a succession of extraordinarily detailed and revealing sources – letters, diaries, reports, despatches – without warning the current that has supported this book suddenly flickers and fails.
There are no more letters.
The record goes dead, with James critically ill, delirious and feverish on the boat.
The lights go out and we are left in darkness.

WilliamDalrympleWhiteMughalsLoveAndBetrayalInEighteenthCenturyIndia

William Dalrymple, White Mughals, Love and betrayal in eighteenth-century India.


Koh-I-Noor: berg van licht

De afgelopen weken heb ik het boek Koh-I-Noor gelezen.
Een soort biografie van een diamant.
Want de Koh-I-Noor is een beroemde en beruchte diamant.
Menig Indiaas restaurant is er naar vernoemd.

De schrijvers van het boek zijn William Dalrymple en Anita Anand.
Mevrouw Anand ken ik niet, heb niet eerder van haar iets gelezen.
William Dalrymple, die ken ik wel.

Dalrymple heeft ouders van Engelse adel en schrijft regelmatig boeken
op het snijvlak van populaire en academische historische boeken.
Hij is een neef van Virginia Woolf.
De eerste keer dat ik iets van hem las ging het over Hyderabad
en de voormalige machthebbers daar (Nizam).
In dat artikel/boekfragment beschreef hij een bezoek van Jacky Kennedy
aan Hyderabad, op een tijd dat de macht van de Nizam verdwenen was
maar de familie nog wel de paleizen bewoonde.
Een ongelofelijk verhaal.
Wil je meer over deze man weten, lees dan het Engelstalig artikel
op Wikipedia over hem.

WilliamDaltympleAndAnitaAnandKoh-I-Noor

William Dalrymple en Anita Anand, Koh-I-Noor – de geschiedenis van ’s werelds bekendste diamant.


Ook de biografie van de Koh-I-Noor is een ongelofelijk verhaal.
Van een eerst onbekende maar grote diamant (in die tijd
de grootste of een van de grootste diamanten ter wereld),
die niet bijzonder hoog werd aangeslagen in India omdat
men de voorkeur gaf aan smaragden en robijnen.
Tot de grootste diamant in de Engelse kroonjuwelen.
Tussen die twee uitersten veel moorden, politiek, graaizucht
en ellende. Tot op de dag van vandaag.

Koh-I-Noor

Een van de kronen uit de brede collectie Britse kroonjuwelen. Midden voor de Koh-I-Noor.


Dat de Engelsen ‘onder verdachte omstandigheden’ aan de diamant
gekomen zijn is een understatement.
Net als in de Nederlandse koloniale geschiedenis
werd het mijn en dijn vaker door het recht van de sterkste
bepaald in plaats van door eigendomsbewijzen of het in
bezit hebben van roerende en onroerende goederen.

Het boek is doorspekt met vertalingen en/of toelichtingen
op oude Punjabse, Perzische en Indiase teksten.
Een boeiende reeks maharadja’s, krijgsheren en avonturiers
komen voorbij.
Maar ook een 10-jarige heerser over de Punjab die onder druk
de diamant ‘weggeeft’.

Aan anekdotes geen gebrek zoals dit verhaal uit 2010 (het boek
begint met een tekst uit de 10e eeuw voor onze jaartelling):

In 2010 bracht de Britse premier Cameron een officieel bezoek aan Punjab. De Indiase media legden hem toen voor dat de teruggave een eerste excuus zou zijn voor de uitbuiting van India tijdens de Raj. “Zodra je ja zegt tegen de een, realiseer je je dat het hele British Museum leeg zou raken,” antwoordde hij met mogelijkerwijze de ruzies over de Steen van Rosetta en de Elgin Marbles in het achterhoofd. “Ik vrees dat ik moet zeggen dat hij blijft waar hij is.”

Het boek leest als een detective en legt veel dilemma’s op
tafel die herkenbaar zijn met onze eigen koloniale geschiedenis
maar die daardoor niet eenvoudiger op te lossen zijn.

Even een zijstapje.
Couperus schreef een boek getiteld: De berg van licht.
Koh-I-Noor betekent ‘Berg van licht’.
Die twee dingen hebben misschien met elkaar te maken?

India 2016: Bhopal

In begin 2016 hebben we een reis gemaakt die eigenlijk
een vervolg was op een eerdere reis door India.
Eerder gingen we van Hyderabad naar Madhya Pradesh.
Nu gaan we van de hoofdstad van Madhya Pradesh, Bhopal,
naae Amritsar.
Twee ongelofelijke reizen.

We vlogen van Amsterdam via Delhi naar Bhopal.
In Bhopal verbleven we in een home stay: Lago Villa.
Een prachtig gelegden familiehuis waarvan de benedenverdieping
volledig is ingericht om gasten te ontvangen.
Lago Villa grenst met de achtertuin aan een wandelpad langs
een van de grote meren die centraal in Bhopal liggen.

Rond 15:oo arriveerden we in Bhopal.
We grepen de rest van de middag aan voor een verkennende wandeling.

DSC_8195HitlercollectionZozouIkMijnWinkelnietNoemen

Eerst richting het centrum van de stad. Hoewel ik niet precies weet wat het centrum van de stad is. De stad Bhopal ligt rond een paar enorme meren. Daardoor is de stad heel uitgestrekt en is het voor ons heel moeilijk om de structuur van de stad te ontdekken. Overigens leven er tussen de 1,7 en 2 miljoen mensen in Bhopal.
Toen we ergens door de straten dwaalden, de eerste hernieuwde kennismaking met India is iedere keer weer overweldigend, zagen we deze winkel. In West Europa zou je je winkel niet gauw Hitler Collection noemen.


Even verder kwamen we uit bij een soort buurtcentrum waar een
handicraft markt was (handenarbeid). De markt was niet voor
toeristen maar voor de lokale Indiase markt.
Er was een optreden waar veel interesse voor was.

DSC_8197DansVeelToeschouwers


DSC_8199MuzikantenEnDanseres


DSC_8201DanseresOpLokaleHandrcraftBeurs


DSC_8202MoskeeInBhopal

Een lokale moskee. Er is in Bhopal een beroemde moskee. De Taj-Ul-Masajid. Daarom waren we extra alert als het om moskeeen ging. Maar dit was een andere.


Na de drukte van de stad zijn we ook nog even langs het meer gelopen.

DSC_8204FonteinInGroteMeerBhopal


DSC_8205SculptuurAanHetMeer

Langs het meer zien we ook deze grote sculptuur.


DSC_8206DetailVanDeSculptuurVrachtwagenEnFabriek

Detail van de sculptuur met vrachtauto’s en een fabriek.


DSC_8207SculptuurLangsHetMeer


DSC_8208ReinigingsmachineVanHetGroteMeerInBhopal

De gemeente heeft een watervoertuig dat hele dagen bezig is het overschot aan planten, plastic en ander afval uit de meren te verwijderen.


India 2012 – 2013: aflevering 70

Op de valreep.
De laatste blog post uit een serie van 70 posts
over de vakantie die begon in december 2012 in Hyderabad
en die begin 2013 eindigde in Mumbai.

Mumbai is misschien niet de meest interessante stad van India
maar we hebben ons er prima vermaakt.
We vonden er een winkel met Indiase kunst. Werkelijk schitterend.
Niet goedkoop maar syuk voor stuk werken van museumkwaliteit.

Maar daar gaat deze blog post niet over.
Ik sta vooral stil bij een korte boottocht in de haven.

 photo DSC_1557GatewayToIndia.jpg

The Gateway to India. Koloniaal monument.


 photo DSC_1558TajMahalHotelInMumbai.jpg

The Gateway staat vlak bij het Taj Mahal Hotel. Een van de beste, zoniet het allerbeste hotel van India. Dit is van na de aanslag.


 photo DSC_1559KunstmarktInIndia.jpg

We bezochten er het Chhatrapati Shivaji Maharaj Vastu Sangrahalaya, het voormalige Prince of Wales Museum of Western India. Een geweldige collectie van Indiase kunst. Beeldhouwwerk en miniaturen. Buiten was er een kunstmarkt.


 photo DSC_1560KunstmarktInMumbai.jpg


 photo DSC_1561TheGatewayOfIndia.jpg

Maar nu de boottocht. We verlaten The Gateway to India.


 photo DSC_1562KorteBoottocht.jpg

Er liggen heel veel toeristenboten, heel kleurrijk.


 photo DSC_1563MumbaiIsHaven.jpg

Als je Mumbai zegt dan zeg je haven.


 photo DSC_1564MumbaiIsMarine.jpg

Dus grote schepen.


 photo DSC_1565Mumbai.jpg

Luchtvervuiling.


 photo DSC_1569NietIedereenInIndiaIsArm.jpg

Veel Indiase toerristen. Die zijn vaak niet arm.


 photo DSC_1571BinnenlandsToerismeBrengtToerismeIndustrieMetZichMee.jpg

En er ontstaat een hele markt om de toeristen heen die speciaal gericht is op de ‘domestic traveller’, de lokale toerist.


India was weer fantastisch, Hyderabad, Ellora, Ajanta en nog veel meer.
Ik heb de eindstreep gehaald van het vastleggen van deze vakantie!

Sultans of Deccan India / De Sultans van de Deccan in India

The Metropolitan Museum Of Art in New York
heeft een grote tentoonstelling op dit moment over India.
Meer precies over de Deccan.

Wikipedia:
De naam “Dekan” of “Deccan” komt van het Sanskriet woord “dakshina”, wat “het zuiden” betekent.

Het Hoogland van Dekan of Deccan is grofweg het midden en zuiden
van India. Lange tijd hebben de lokale sultans daar de macht gehad.
Hun kunst en cultuur werd beinvloed door Perzie en in de
tentoonstelling in New York wordt daar uitgebreid aandacht aan besteed.
Als je in de gelegenheid bent: GAAN!.

Onlangs kocht ik In de US de prachtige catalogus van de
tentoonstelling. Een indrukwekkend boek.

 photo DSC_7312SultansOfDeccanIndia1500-1700OpulenceAndFantasy.jpg

Sultans of Deccan India, 1500 – 1700: Opulence and fantasy. Vaste gasten van mijn weblog staan niet verbaasd over de keuze van dit boek. De laatste twee vakanties in India waren in dit gebied.


 photo DSC_7313SultansOfDeccanIndia.jpg

 photo DSC_7314GolGumbaz.jpg

Zo is hier de Gol Gumbaz te zien.

 photo DSC_0166GolGumbaz.jpg

Dit is mijn foto uit 2012 van dit grafmonument.


 photo DSC_7316 01.jpg

Een van de deuren van de Bibi-Ka-Maqbara in Aurangabad.

 photo DSC_7316 02.jpg

Detail.

 photo DSC_0405BibiKaMaqbara.jpg

En dit is mijn foto uit 2012 van misschien wel dezelfde deur.


Naar aanleiding van deze tentoonstelling
las ik vorige week een blog over gemarmerd papier en het gebruik
ervan in de Indiase miniaturen.
De voorbeelden die werden gegeven had ik nog nooit gezien.

Eerst de tekst:

http://www.metmuseum.org/about-the-museum/museum-departments/curatorial-departments/islamic-art/ruminations/2015/marbled-paper

Marbleized paper, known as ebru, which translates to “the art of clouds” (“cloud” is ebr in Turkish and abri in Persian), has a long tradition in Turkey and came to be much favored for calligraphic work. The marbling used for the outer borders throughout this album is stunning in its variety of shapes and magnificent display of both organic and inorganic colors and bold rhythms. The patterns are the result of color floated on the marble bath (a viscous solution of carrageenan moss/algae) and then carefully transferred to the surface of the paper. Delicious and intense pink, orange, yellow, blue, and orange hues swirl and flow into and around each other to create blossoming flowers, traditional combed peacocks and getgels (a series of combed parallel lines bisected by another series of combed parallel lines that run in the opposite direction), and sprinkled and speckled stone.

What is it about marbling that has such a universal appeal? Perhaps part of its mystique is related to the indispensable and elemental role that water plays in the process of its formation, and the rhythmic beauty of the fluid dynamics in which the artist both participates and yields to in its random outcome.

Ebru masters enjoyed celebrated stature within the hierarchical framework of artists and craftsmen. For many centuries, artists in Persia, particularly those involved in the production of books, had enjoyed official patronage. This tradition also became established in Turkey and India, where artists and craftspeople set themselves up under the authority of sultans who provided a brilliant court and active encouragement; calligraphers, illuminators, painters, bookbinders, and gilders all contributed to the decoration of books. In the fifteenth and sixteenth centuries, the cities of Herat (Afghanistan) and Shiraz (Persia) exported manuscripts to Turkey and even India, where their painted albums enjoyed great popularity in the seventeenth century.

Whether simple or sophisticated, marbled paper—named as such because of its imitation of the vein sequence found in colored marble—has always been the product of great imagination and skill on the part of the marbler. Marbled papers find their way into many facets of the book arts—from the paper onto which graceful calligraphy will be penned and incorporated into a decorative border or inlay, to endpapers, end leaves, and paste-downs in bound manuscripts.

Handmade marbled papers are made one sheet at a time in the following manner: a bath of gum (usually tragacanth) or algae (carrageenan moss) is prepared, the colors for the pattern are sprinkled and dropped upon this mucilaginous dense surface, and patterns are made by combing or some other means of regularizing the design. The paper is then let down carefully into the marbling bath and the design is transferred.

In the Deccan, a particularly original form of marbling developed: pictures composed of mixed media that incorporated marbling and ink drawing, highly skilled, technical masterpieces utilizing positive and negative stencil methods that left the viewer amazed by their precision and inventiveness. A very rare technique with few examples known to exist today, these artistic curiosities continue to fascinate and bedazzle viewers. Take advantage of the rare opportunity to feast your eyes on a number of marbled images in the gorgeous exhibition

En een aantal voorbeelden van de tentoonstelling met gemarmerd papier
toon ik hier. Ik heb dergelijke werken nog nooit in het echt gezien.

 photo AsceticRidingANagIllustratedAlbumLeafMid-17thCenturyIndiaDeccanBijapur.jpg

Ascetic riding a nag. Illustrated album leaf. Mid 17th century. India, Deccan, Bijapur. Het gemarmerd papier als achtergrond.


 photo DervishSeatedInContemplationFolioOfIllustratedManuscriptMid-17thCenturyIndiaBijapur.jpg

Dervish seated in contemplation. Folio of illustrated manuscript. Mid 17th century. India, Bijapur. Het gemarmerd papier als kleding.


 photo ElephantTramplingAHorseIllustratedAlbumleafMid17thCenturyIndiaDeccanBijapur.jpg

Elephant trampling a horse. Illustrated album leaf. Mid 17th century. India, Deccan, Bijapur.


 photo EmaciatedHorseAndRiderIllustratedSingleWorkCa1625IndiaDeccanBijapur.jpg

Emaciated horse and rider. Illustrated single work. Circa 1625. India, Deccan, Bijapur.


 photo LadyCarryingAPeacockIllustratedAlbumLeafLate17thEarly18thCenturyIndiaDeccanProbablyHyderabad.jpg

Misschien wel het best geslaagde voorbeeld: Lady carrying a peacock. Illustrated album leaf, late 17th – early 18th century. India, Deccan, probably Hyderabad. Zowel de rand van het blad als de kleding van de centrale figuur in hetzelfde gemarmerde papier.


Ajanta in India 2012 – 2013

Deel 31 van mijn reisverslag van onze reis van Hyderabad naar Mumbai.

 photo 20121220GoumlranSoumlderstroumlmShabashProLight.jpg


Cave 1 hebben we gezien in mijn vorig verhaal.
Nu gaan we verder en zien bijvoorbeeld cave 9.
Deze was onlangs in het nieuws omdat hij weer opengesteld is voor het publiek
na grondige restauraties.
Ik kan hier alleen maar laten zien hoe we de grotkloosters en -tempels
in 2012 aantroffen. Het was erg indrukwekkend!


 photo DSC_0676.jpg

In Ajanta zie je niet alleen muurschilderingen. Ook de architectuur en het beeldhouwwerk is beroemd. Leuk is ook dat er grotten zijn die nog niet af zijn. Ze vertellen de archeologen bijvoorbeeld hoe men te werk ging bij het aanleggen van de grotten.


 photo DSC_0678.jpg

Sommige ruimtes zijn enorm.


 photo DSC_0679.jpg

Grote oppervlaktes met grote beelden van voornamelijk Boeddha.


 photo DSC_0680.jpg


 photo DSC_0681.jpg


 photo DSC_0682JeKuntJeErLatenRonddragen.jpg

Als toerist kun je je ook laten dragen langs de kloosters en tempels. Rechts zie je een toerist die door 4 mannen van grot naar grot gedragen wordt. Onder een paraplu.


 photo DSC_0683OokDeDetailsVanHetBeeldhouwwerkIsFantastisch.jpg

De details van het beeldhouwwerk is prachtig.


 photo DSC_0685.jpg

 photo DSC_0685FocusOpHetBoeddhaBeeld.jpg

Met een focus op het Boeddhabeeld.


 photo DSC_0687.jpg

De schilderingen zijn soms goed en soms moeilijk te ‘lezen’. Op sommige plaatsen is er niet zo veel meer van over.


 photo DSC_0688NogEenHeleWand.jpg

Maar je ziet er hele wanden vol met Boeddha’s.


 photo DSC_0689.jpg

In alle formaten.

 photo DSC_0689WieVanDeDrie.jpg

Wie van de drie?


 photo DSC_0691Ajanta.jpg

De ligging van Ajanta is fenomenaal.


 photo DSC_0693.jpg


 photo DSC_0694.jpg

Je kijkt je ogen uit. De ene plek is al dramatischer dan de andere.


 photo DSC_0698EenHeleWandVol.jpg

Nog een hele wand met Boeddha’s.

 photo DSC_0698EenHeleWandVolMaarSteedsWeerAnders.jpg

Steeds weer in een andere houding.


 photo DSC_0699HeleBeeldengroep.jpg

Een hele beeldengroep rond het centrale beeld (van Boeddha?)


 photo DSC_0700MetBoeddhistischeMonnikenUitJapan.jpg

Er was een groep Beoddhistische monniken. Hier loopt er een voor mijn lens in een chaitya griha (gebedshal).


 photo DSC_0701GeschilderdeLotus.jpg

Een stel geschilderde lotussen.


 photo DSC_0702Buddha.jpg


 photo DSC_0703.jpg


 photo DSC_0704.jpg


 photo DSC_0705CaveNo9.jpg

Grot nummer 9.

Cave no. 9

This is the oldest chaityagriha belonging to Hinayana sect of Buddhism datable to 1st century BC, it is rectangular on plan, but the layout is apsidal. The chaitya (18.24 x 18.4 m) with its well-balanced façade is divided into a nave, an apse and aisles by a colonnade of twenty-three pillars. The vaulted ceiling of the nave and apse were originally braced with superfluous wooden beams and rafters. At the center of the apse stands a plain globular stupa om a high cylindrical base. The façade wall is decorated with a beautifull chaitya-window and figures of Lord Buddha. Inside the chaitya are seen two layers of paintings the earlier dating back to the second half of the 1st century BC, and the latter to 5th-6th century AD. The pillars and ceilings are decorated with paintings of Buddha and floral decorations while the walls are decorated with figures of Lord Buddha, groups of votaries, procession of devotees towards a stupa etc.

Verttaalhulp:
Nave; Koor of schip van een kerk
Apse: Priesterkoor, halfronde beuk in een kerk

Nederlandse samenvatting:
De tekst hierboven probeert de vorm van de chaitya griha te beschrijven.
De hal waar je in binnenloopt maakt een lange, diepe indruk.
Aan het eind van de hal staat een stupa.
In werkelijkheid is het complex bijna vierkant. Dat komt omdat de hal
waar je inloopt zowel links als rechts pilaren heeft.
Achter die pilaren zit natuurlijk nog een omgang.
In originele staat was het plafond voorzien van houten stutten
en balken. Dit om de natuurlijke vorm en natuurlijk uiterlijk
na te bootsen. Deze ruimtes werden gebruikt tijdens het moeson seizoen.
Hoog en droog in de heuvels.
De oudste schilderingen dateren uit ongeveer 50 voor Christus, de jongste
uit de tijd tussen de 5e en 6e eeuw na Christus.


 photo DSC_0706Buddha01.jpg

Op rechthoekige pilaren staan schilderingen van Boeddha.


 photo DSC_0706Buddha02.jpg


 photo DSC_0708.jpg

In Ajanta zijn meerdere chaitya griha’s.


 photo DSC_0709Buddha01.jpg


 photo DSC_0709Buddha02.jpg


 photo DSC_0709Buddha03.jpg


Het lettertype in de titel van 20 december 2012 is van Göran Söderström/Goran Soderstrom en heet Shabash Pro Light.

India 2012 – 2013: Salar Jung Museum

 photo 20121215JasonAnthonyWalcottIndiaInk.jpg


Dit museum bevindt zich in Hyderabad. Niet in Kolhapur.
Maar in kolhapur had ik wat tijd om een souvenier dat ik in
Hyderabad had gekocht alvast op de foto te zetten.
Dit enorme, prachtige museum, zowel gebouw als collectie,
is zeer de moeite waard.
Een klein deel van de collectie betreffen de miniaturen.
De documentatie van de collectie is beperkt.
En dan zeg ik het beleefd.
Ik kocht een serie afdrukken van de miniaturen en een toelichting.
 photo DSC_0342D.jpg
 photo DSC_0343D.jpg

Een voorbeeld van de tekst.

 photo DSC_0344D.jpg

Een voorbeeld van een miniatuur.

India 2012 – 2013: deel 16

 photo 20121215JasonAnthonyWalcottIndiaInk.jpgVrijdag 15 december

 photo DSC_0352.jpg

Parkeerplaats voor tweewielers.


We laten ons naar het ‘Old Palace’ rijden.
Aan het oude paleis is op zich niet zo veel te zien
maar het ligt naast de Mahal Laksmi-tempel.

 photo DSC_0355SporenVanEenVerEnGrootsVerleden.jpg

Old Palace, Kolhapur, sporen uit een ver en groots verleden.


 photo DSC_0356WaterspuwerOldPalace.jpg

Waterspuwer.


 photo DSC_0357MahalLaksmiTempelKolhapur.jpg

Kolhapur, Mahal Laksmi-tempel.


In de straten daarom heen, overal marktkramen
met kant-en-klare offerpakketten
in verschillende prijsklassen voor de pelgrims.
Het is er druk.
Al is dat op zichzelf een opmerking
zonder veel waarde in India (het is er bijna altijd, overal, druk).

 photo DSC_0360tempelIngang.jpg

Tempelingang.


 photo DSC_0361TempelingangVerbodenVoorWesterlingen.jpg

 photo DSC_0361TempelingangVerbodenVoorWesterlingenD.jpg

Vooral deze pilaren roepen vragen bij me op. Die heb ik in India niet eerder gezien.


We hebben vooral veel gewandeld.
We hebben de tempel bezocht maar mochten er als toerist
geen foto’s maken.
Er is in de jaren veel veranderd of misschien
hebben we te maken met lokale verschillen.
In eerdere jaren was naast het dragen van schoenen
ook het dragen van bijvoorbeeld een leren riem een probleem.
Nu nergens.
Nergens mag je eigenlijk nog met een rugzak naar binnen.
Dat is voor een westerse toerist knap lastig.
Er zijn natuurlijk altijd mensen die op je tas willen passen
maar hoe betrouwbaar zijn die?

 photo DSC_0362.jpg

 photo DSC_0362OfferSierraden.jpg

 photo DSC_0362VoorThuis.jpg

Offersierraden? Of voor de huistempel? Of gewoon voor jezelf?


 photo DSC_0363OfferandeBloemen.jpg

Prachtige bloemen om als offer te gebruiken.


 photo DSC_0364.jpg

De offerandes staan klaar in alle maten en soorten.


Ook hier vrouwen in burqa maar veel minder
dan in Hyderabad.

 photo DSC_0365.jpg

De politie was er actief met het verwijderen van bromfietsen /scooters die verkeerd geparkeerd stonden.


 photo DSC_0366.jpg

Overal is de voormalige koninklijke familie te zien.


 photo DSC_0367.jpg

Het stadhuis van Kolhapur. Ik neem aan het voormalige stadhuis. Maar ambtelijke activiteiten vinden er nog steeds plaats. Als wij er zijn is het gebouw dicht vanwege de middagpauze.


 photo DSC_0368D.jpg

De vijver met reiger (?).


 photo DSC_0370FromThisTown01.jpg

Dan plotseling een stukje koloniale geschiedenis die wat serieuzer is dan de bouwstijl van het stadhuis.

 photo DSC_0370FromThisTown409MenWentToTheGreatWar02.jpg

From this town 409 men went to the Great War 1914 – 1919. Of these some gave up their lives. Vanuit deze stad gingen 409 mannen naar de slagvelden van de Grote Oorlog (WOI). 1914 – 1919. Van hen verloren sommige hun leven.


In de middag kwamen we uitgelopen bij een park met een gebouw erin.
Het is het stadhuis (Townhall).
Een wat klein gebouw uit de Engelse tijd, voor een stad
met ruim 500.000 inwoners.

 photo DSC_0371.jpg

De toppen van de bomen waar we onder zaten in het park.


De toppen van de bomen in het park hangen vol
met grote vleermuizen die continue krijsen.

 photo DSC_0371D1.jpg

Vleerhonden of Vliegende honden.


 photo DSC_0371D2.jpg

Het was buiten het krijsen van de dieren, heerlijk zitten daar onder die bomen. Het duurde dan ook even voor we doorhadden wat de veroorzakers waren van het geluid.


 photo DSC_0371D3.jpg

Kolhapur centrum.


Het lettertype in de titel van 15 december 2012 is van Jason Anthony Walcott en heet India Ink.

India 2012 – 2013: deel 15a

 photo 20121210MarcusSterzDargeelingReganamentsWeb.jpg


Aanvulling op 10 december

In het Salar Jung Museum geweest.
Het museum heet een mooie collectie.
Heel erg de moeite waard.
Het vertelt net zoveel over de ontwikkeling van India,
Hyderabad in het bijzonder, als over de werken die er hangen.

Ik heb er een set afbeeldingen gekocht van miniaturen.
Jammer genoeg heeft het museum geen catalogus en
de overzichten van de miniaturen zijn erg beperkt.
Maar beter iets dan niets,
Hier volgt een korte indruk.

 photo DSC_0342D.jpg


 photo DSC_0343D.jpg


 photo DSC_0344D.jpg


Het lettertype in de titel van 10 december 2012 is van Marcus Sterz en heet Darjeeling Reganaments Web.

Cyanotypie

 photo DSC_1492FortWommelgem.jpg

Vorige week zondagmiddag heb ik, ondanks verkoudheid en griep,
een cursus Cyanotypie gevolg in het Belgische Wommelgem.
De cusrus werd gegeven in het jeugdhonk Wommelgem dat zich bevindt
in een fort dat aangelegd is ter verdediging van Antwerpen
in de Eeerste wereldoorlog.
De cursusleider is Paul Reul van http://www.alternative-process-prints.be.

Fotografie is eigenlijk een containerbegrip.
Het staat voor een hele verzameling analoge en digitale technieken.
Een van de analoge technieken is Cyanotypie.
Cyanotypie is een afdruktechniek waarbij chemicaliën worden gebruikt
die onder invloed van UV-licht veranderen, een afbeelding kunnen vasthouden
en zich permanent hechten aan een ondergrond.

 photo DSC_1502AurangabadBibiKaMaqbaraInkJetPrinterNegative.jpg

Paul had van twee foto’s van iedere cursist, negatieven gemaakt middels Photoshop en een inktjet printer. Hierboven zie je een negatief van een foto die ik gemaakt heb december vorig jaar in Aurangabad van Bibi Ka Maqbara. Een grafmonument in die stad.

 photo DSC_1498BibiOnderDeGezichtsbruiner.jpg

Als je papier insmeert met een paar druppels chemicaliën
die je vervolgens laat drogen, dan kun je even later het negatief
eroverheen plaatsen en het negatief blootstellen aan UV-licht.
Dat kan bijvoorbeeld door een oude gezichtsbruiner te gebruiken.

 photo DSC_1495ResultNa3MinutenUVLicht.jpg

Na een aantal minuten (bijvoorbeeld 3) kan dan het papier onder water gespoeld worden.
Langzaam komt de afbeelding dan te voorschijn.
Als het gespoelde papier vervolgens in een waterstof peroxide oplossing
wordt gedompeld, wordt de afbeelding nog duidelijker.

 photo DSC_1496ResultNaWaterstofPeroxide.jpg

 photo DSC_1503HyderabadGolkondaFortRoyalGravesInkJetPrinterNegative.jpg

Negatief van een foto van twee graven die onderdeel zijn van het complex met koninklijke graven in Golkonda in de buurt van Hyderabad.

 photo DSC_1504HyderabadGolkondaFortRoyalGraves.jpg

Een afdruk op een stuk papier waar maar heel weinig lichtgevoelige chemicaliën
op zijn aangebracht.

 photo DSC_1505AurangabadBibiKaMaqbara.jpg

Aurangabad, Bibi Ka Maqbara.

 photo DSC_1506.jpg

De hele opbrengst van de zondagmiddag. Linksonder een voorbeeld van de eigenlijke toepassing. Men werkte niet met negatieven maar plaatste originele voorwerpen, bijvoorbeeld bladeren, op het papier, waarna met zonlicht het papier belicht werd. De belichtingstijd kan dan oplopen tot een paar uur. Hier zijn stukjes tissuepapier op het ingesmeerde papier gelegd en dan belicht.

India 2012 – 2013: deel 9

 photo 20121211StephenWRappRaniscriptWeb.jpg


Dinsdag 11 december

Een hele dag met de auto,
van Hyderabad naar Bijapur.
Ons tweede ongeluk.
Dit keer met de auto.
Niet zo erg als het klinkt.
We reden al even maar waren de stad nog niet uit.
Plotseling remmen en een brommer raakte de linkerspiegel.
Die klapte meteen om en dus was er geen schade.
De wegen zijn goed.
Maar om door een stad heen te komen is toch veel tijd nodig.
De drukte is enorm.

 photo DSC_0161BoomOnderwegGezienBlijktLateropKasteelpleinookTeStaan.jpg

Onderweg had ik deze boom gefotografeerd.
Ik vond hem heel bijzonder.
Blijkt achteraf dat dezelfde bomen bij ons in de straat staan!
Natuurvandaal!


Het lettertype in de titel van Bijapur 11 december 2012 is van Stephen W. Rapp en heet Raniscript Web.

India 2012 – 2013: deel 8


 photo 20121210MarcusSterzDargeelingReganamentsWeb.jpg


Maandag 10 december (deel 2)

Het was warm vandaag en het wandelen langs de winkels
rond de Charminar viel niet mee.

 photo DSC_0158EtenKopenScherpeSchaduwRechtsVoormaligZiekenhuis.jpg

Eten en drinken, koopwaar, veel vrouwelijke koopjesjagers, harde schaduw door de felle zon, rechts het door de Engelsen gebouwd, voormalig ziekenhuis. In de verte de Charminar.


Als laatste bestemming nog naar het Jung Museum geweest.
Dhr. Jung was een rijke hoveling met een enorme collectie kunst.
Kunst zowel uit europa als uit India.
Je ziet er naast de kunst met de grote K (bijvoorbeeld
de fantastische collectie miniaturen),
dingen die ik bijna als kitch zou bestempelen, plus
bijvoorbeeld een hele verzameling tinnen soldaatjes.

 photo DSC_0159Charminar.jpg

De Charminar.

Met de riksja terug naar het hotel gegaan.
Onderweg hadden we nog een ongeluk(je).
De riksja werd in het drukke verkeer vanachter aangereden,
door een motor.
Achterlicht kapot.

in de avond gegeten bij de ‘Waterfront’.
Het tevergeefs zoeken, een dag eerder, werd alsnog beloond.

De Waterfront vind ik geen Lonely Planet eetgelegenheid.
De zaak is niet zo eenvoudig te bereiken, ver van de oude stad.
De prijzen liggen er 10-20% hoger dan bij andere goede gelegenheden.
Van de wijn (India is een wijnland in opkomst) is de prijs belachelijk.
Toegegeven, niet veel gelegenheden schenken wijn, maar 3000 roepies
voor een Sula en 4500 voor een buitenlandse wijn! 40 euro!

De ligging aan het water is mooi.
We zaten buiten.
Het water van het meer ‘ruikt’.
Muggen, heel veel.
De muggenbestrijding is er wel erg ingrijpend.
Tegen het uitroken aan.

 photo DSC_0160ZomaarEenWinkelBijDeCharminar.jpg

Zomaar een winkel bij de Charminar.


Het lettertype in de titel van Hyderabad 10 december 2012 is van Marcus Sterz en heet Darjeeling Regnaments Web.

Een verloren wereld / The lost world (deel 3)

William Dalrymple
The Guardian, Saturday 8 December 2007

Uiteindelijk in 1973 verhuisde Jah
naar een schapenboerderij in Perth, Australië.
Verbitterd door de aanklachten en familievetes.
Daar droeg hij blauwe overalls en bracht zijn dagen door
met het repareren van auto’s of bulldozers.
John Zubrzycki (zijn biograaf) schreef in het boek
The Last Nizam:
“Zijn grootvader schreef coupletten in het Perzisch
over onbeantwoorde liefde.
Maar bij Jah klonk het gedreun van een dieselmotor
als poëzie in zijn oren.”

Jah ontsloeg de meeste van de 14000 stafleden in India
en scheidde van zijn eerste vrouw (de Turkse prinses Esra
die geen reden zag om te verhuizen naar een Australische schaapsboerderij).
De twee decennia daarna trouwde hij nog eens vier keer.
Een van die vrouwen, Helen Simmons, een secretaresse,
overleed aan een AIDS-gerelateerde ziekte in 1989.
Wat er natuurlijk toe leidde dat de Australische tabloids
vol stonden met intieme details over dat huwelijk.
De vijf huwelijken voegde alleen maar meer rechtszaken toe
aan de al grote stapel en iedereen eiste enorme bedragen aan alimentatie.

De eigendommen van de familie, werden in afwezigheid van Jah,
geplunderd en raakten versplinterd door een reeks
van incompetente, oneerlijke en verdachte adviseurs.

Toen Jackie Kennedy een aantal jaren later op privé bezoek kwam
in Hyderabad, legde ze haar impressies van de ineenzakking
en het stuurloze overblijfsel van de erfenis,
vast in een brief aan een vriend:
“We hadden een avond met de oude hofadel…” zo schrijft ze.
“In het maanlicht speelde drie klassieke muzikanten
die de eeuwenoude Indiase muziek speelden.
De edelen spraken over hoe hun wereld verdween,
hoe de jongeren geen waardering meer hadden voor de gebruiken
van hun oude cultuur en hoe hun chefkoks verdwenen naar de Emiraten….
Het was een dieptrieste avond.
Mijn zoon John, vertelde me de volgende dag
dat de zonen van het huis hem meegenomen hadden
naar hun kamers omdat ze de klassieke muziek niet konden aanhoren
– ze boden hem grote glazen gevuld met whiskey aan
en zette een pornovideo aan terwijl de Rolling Stones speelde
op het cassettedeck.
Ze droegen kleding van Italiaanse makelij en hun hemden wijd open…

“Toen ik (William Dalrymple) in 1997 voor het eerst Hyderabad bezocht,
was de plundering van de bezittingen van de Nizam zo wat compleet.
Het gonsde in de stad nog van de verhalen over de onbetaalbare juwelen,
het Lodewijk XIV-meubilair en de kroonluchters van de Nizam-paleizen
die op de markt te koop werden aangeboden.
De paleizen zelf waren in verval – sommige waren verzegeld door de rechtbank,
andere waren verkocht en weer andere overwoekerd.

Tussen 1967 en 2001 kromp het Chowmahalla van 54 tot 12 hectare
omdat binnenplaats voor binnenplaats, danszalen en stallencomplexen
– zelfs de beroemde “mijl-lange” banketzaal –
werden aangekocht door projectontwikkelaars,
die de 18e eeuwse gebouwen sloopten en er betonnen appartementen
voor in de plaats zetten.
Ik bezocht het enorme Victoriaanse Falaknuma Paleis,
ten zuiden van de stad (het complex is nu een hotel.
Falak-numa betekent in Urdu “Zoals het hemelgewelf”
of “spiegel van de hemel”).
Het complex torent boven de stad uit op zijn eigen acropolis.
Het verviel tot een ruïne waarvan ieder raam en deur
verzegeld was met rode zegellak.
Als je de ramen schoonveegde zag je binnen de spinnewebben,
zo groot als beddelakens, in de hoeken van de kamers hangen.
De overblijfselen van Victoriaanse sofas en leunstoelen
lagen verspreid over de parketvloeren,
hun stoffering weggevreten door witte mieren.
De tuinen waren overwoekerd en de fonteinen stonden zonder water
terwijl de verf overal afbladderde.
Het was een melancholisch aangezicht,
een vervallen Ruritanië (fictief Centraal-Europees land
in de boeken van Anthony Hope
zoals bijvoorbeeld ‘The Prisoner of Zenda’. Zeg maar:
een paradijs in verval).

In 2001, tijdens een andere onderzoeksreis in Hyderabad,
werd ik gebeld door een vriend.
De eerste vrouw van de toenmalige Nizam, Prinses Esra
was onverwacht in de stad aangekomen
na dertig jaar afwezigheid.
Met haar kwam ook de gevierde Indiase advocaat Vijay Shankardass.
Prinses Esra had recent haar man gesproken op het huwelijk
van hun zoon Azmet in London.
Ze was geschokt door de stand van Jah’s zaken.
Hij was inmiddels gedwongen zijn schaapsboerderij te verkopen
en was op de vlucht van zijn schuldeisers.
Een gedeeltelijke hereniging was het gevolg
en Esra kreeg de bevoegdheid om zoveel mogelijk
van de erfenis te redden voor hun kinderen
voordat de laatste restanten in Hyderabad ook zouden zijn verdwenen.
Ze wilde de vele lopende rechtzaken afhandelen,
de paleizen openen en het Falaknuma verhuren aan een hotelketen.
Het Chowmahalla moest een museum worden.

Vijay Shankardass is een gevierd Indiase advocaat
die klanten had zoals de Nizam van Hyderabad,
schrijver Salman Rushdie, acteur Michael Douglas,
Amnesty International, Taj Hotels Resorts and Palaces,
Penguin Books en Virgin Group.
Hij was getrouwd met Rani Dhavan Shankardass.
Kleinkind van Shanti Swaroop Dhavan,
gouverneur van West Bengalen en ambassadeur
voor het Verenigd Koninkrijk.
Ze was achterkleinkind van Rai Bahadur (Prins)
Bali Ram Dhavan van de voormalige Indiase
North West Frontier Province (nu onderdeel van Pakistan).

The lost world van William Dalrymple (deel 2)

William Dalrymple
The Guardian, Saturday 8 December 2007

Toch realiseerden zich sommige, eind jaren 30,
dat de wereld van de Nizam niet kon blijven bestaan.
Zo zegt Iris Portal, de zuster van de Britse politicus Rab Butler,
“Hij was zo gek als een deur en zijn eerste vrouw was geschift.”
Iris Portal werkte in Hyderabad voor de onafhankelijkheid van India:
“Het was als leven in Frankrijk op de vooravond voor de revolutie.
Al de macht was in handen van de Moslim adel.
Ze gaven geld uit als water, en waren verschrikkelijk
onverantwoordelijke, landeigenaren.
Maar konden tegelijkertijd ook charmant en geraffineerd zijn.
Ze spraken over jachtpartijen en over hun trips naar Engeland,
of naar Cannes en Parijs, terwijl op allerlei gebied
Hyderabad nog met een been in de Middeleeuwen stond
en de dorpen die we passeerden verschrikkelijk arm waren.
Het gevoel dat deze hele groteske barokstructuur
elk moment in elkaar kon zaken, was onvermijdelijk.”

Portal raakte bevriend met Prinses Niloufer,
de schoondochter van de Nizam en het nichtje van de kalief.
Op een dag nam de prinses haar mee om naar een van de schatten
van de Nizam te gaan kijken, een schat verborgen in een van de paleizen.
Ze daalden af via trappen, langs Bedouin wachtposten
en kwamen zo bij een enorme ondergrondse kluis,
die vol stond met trucks en aanhangwagens.
De vrachtwagens waren verwaarloosd
en stonden onder een dikke laag stof,
hun banden leeg, maar toen de vrouwen een dekzeil opzij trokken,
zagen ze dat de wagens vol edelstenen, parels en gouden munten zaten.
De Nizam had plannen gemaakt om in geval van een revolutie
of een overname door India, een deel van zijn rijkdom
in veiligheid te kunnen brengen buiten India.
Om een of andere reden had hij dat idee laten varen
en de auto’s stonden weg te roesten.

Het uiteenvallen van de staat en de versnippering
van de rijkdom van de Nizam, de zevende in de dynastieke stamboom,
is een van de meest dramatische wendingen
van het lot in de twintigste eeuw.
Na maanden van mislukte onderhandelingen, viel India in 1948
Hyderabad binnen en verving het autoritaire regime van de Nizam
door een parlementaire democratie.
Zesentwintig jaar later, in 1974, schaft India de titel van Nizam af,
alsook die van de andere prinsen in India,
stopten hun staatspensioenen en onderwierp hen aan nieuwe belastingen
en verlammende landwetten.
Hierdoor gedwongen moesten de meeste voormalige staatshoofden
en hun adel, al hun land en andere bezittingen verkopen.

Toen in 1967 de zevende Nizam overleed,
raakte zijn kleinzoon en opvolger Mukarram Jah,
snel diep in de schulden en financiële chaos.
Hij had een erfenis met een belachelijk aantal bedienden:
14.718 stafmedewerkers om precies te zijn
en daarnaast 42 concubines en meer dan 100 kinderen.
Alleen het belangrijkste paleis, het Chowmahalla,
had al 6000 werknemers.
Er waren 3000 Arabische lijfwachten, 28 mensen wiens werk het was
drinkwater te halen en 38 om de kroonluchters af te stoffen.
Zo waren er ook mensen die er voor moesten zorgen dat de walnoten
voor de Nizam werden gemalen.
Alles was ongeregeld geraakt: de garages van de Nizam kostten
alleen al 45.000 Pond aan benzine en reserveonderdelen
voor de 60 auto’s waarvan er slechts 4 werkelijk konden rijden.
De limousine die de Nizam naar zijn kroning moest brengen kreeg onderweg pech.

Het meest slopend waren alle juridische stappen die ondernomen werden
door de duizenden afstammelingen van de verschillende Nizams.
De meeste claimden een deel van de erfenis.
De vader van Jah die werd overgeslagen in het testament van de zevende Nizam,
en een tante leidden de juridische strijd tegen hem.
Het was haast onmogelijk voor de nieuwe Nizam om geld
voor zijn eigen onderhoud vrij te krijgen.
Het enorme fortuin zat vast in 54 fondsen waarvan de controle
werd aangevochten.
Er zat niets anders op dan constant juwelen en erfstukken
te verkopen om rond te komen.

Interessant verhaal over Hyderabad en de Nizam

Omdat ik nog steeds druk bezig ben met mijn reisverslag
over India 2012 – 2013, lees je zo af en toe een erg interessant artikel.
Ditmaal een Engelstalig artikel van de hand van William Dalrymple.
Het artikel gaat over de dynastie die heerste over Hyderabad
en in het bijzonder over de laatste Nizam die in Hyderabad
hoofd van de koninklijke familie was.

Ik ga het lange artikel proberen te vertalen in
een paar grotere stukken.
De naam van het artikel is: ‘The lost world’.

Een verloren wereld

De machthebbers van Hyderabad,
eens de rijkste mensen van de wereld,
werden geruïneerd door politiek gekrakeel
en familieruzies.
Nu is hun culturele erfenis gerestaureerd.

Geschreven door William Dalrymple

William Dalrymple
The Guardian, zaterdag 8 december 2007.

Zestig jaar geleden,
vier maanden nadat de Britse overheersing van India eindigde,
weigerde de Nizam (titel van het staatshoofd van Hyderabad),
de dan rijkste mens op de wereld,
deel uit te maken van het nieuwe verenigde India.
Sir Osman Ali Khan zag geen reden waarom Hyderabad
gedwongen werd deel te worden van India of Pakistan.
Zijn staat, die semi-onafhankelijk was gebleven ten tijde
van de Britse overheersing (Raj),
had een economie zo groot als Belgie
en zijn persoonlijk vermogen was
volgens een schatting van een tijdgenoot,
ten minste 100 miljoen Britse Ponden in goud en zilver
en 400 miljoen in edelstenen.
De meeste edelstenen kwamen van zijn eigen mijnen,
de mijnen waar de Koh-i-Noor en de Great Mogul diamond,
dan de grootste diamand ooit gevonden,
gedolven waren.
Hij bezat een van de grootste kunstcollecties in de Islamitische wereld,
bibliotheken vol met onbetaalbare Indiase miniaturen
(Mughal en van de Deccan), geïllustreerde Korans,
en de meest zeldzame en esoterische Indo-Islamitische manuscripten.

Deels vanwege deze buitengewone rijkdom,
werd de Nizam door de Britse overheersers
altijd ontvangen als de belangrijkste vorst van India
en werd aan hem de voorkeur gegeven boven zijn rivalen.
Meer dan drie eeuwen regeerden zijn voorouders
als absolute monarchen over een land net zo groot als Italië,
waarbij ze, zeker als het om interne aangelegenheden ging,
aan niemand anders dan zichzelf verantwoording aflegden.
Terwijl 15 miljoen onderdanen trouw waren aan hen.

In de jaren voor de Tweede wereldoorlog werd de Nizam
door vele beschouwd als het gezicht van de Moslim wereld.
In 1921 werden zijn beide zoons naar Nice gestuurd
waar ze trouwden met de dochter en het nichtje van
Abdul Majid II, de laatste Kalief van Turkije.
De kalief was recent het Topkapi paleis uitgestuurd door Atatürk,
en hij leefde daarom in ballingschap in Nice.
Onderdeel van de huwelijkse voorwaarden was
dat de zoon van de Nizam de erfgenaam van het Kalifaat werd.
Hiermee werd de hoogste geestelijk leider van de Moslim wereld
met de grootste concentratie van rijkdom gecombineerd.
De dynastie leek onaantastbaar.

 photo NawabMirOsmanAliKhanBahadur.jpg

Nizam, Nawab Mir Osman Ali Khan Bahadur.

Einde van het eerste deel van de vertaling.

India 2012 – 2013: deel 7


 photo 20121210MarcusSterzDargeelingReganamentsWeb.jpg


Maandag 10 december

We gaan naar de oude stad.
Een dagje rondlopen en genieten van de winkeltjes en de mensen.
Rond 10 uur de auto gevraagd.

Gisteravond nog zitten nakletsen over de kleding van de vrouwen.
Je ziet hier veel vrouwen in zwarte, volledig bedekkende kleding.
Inclusief gezicht.
Daarnaast vrouwen in de typisch Indiase stijl (al dan niet gemoderniseerd):
veelkleurig, rijk versierd, vrolijk aandoend.
Ik kan me echt niet voorstellen dat die zwarte kledij plezierig is.

 photo DSC_0119MusiRiver.jpg

Brug over de Musi-rivier.

 photo DSC_0120BrugOverDeMusiRiver.jpg

We gaan met de auto naar het busstation noordelijk van de Musi-rivier.
Vandaar over de brug, via de High Court van Andra Pradesh gelopen.
Het is een gebouw, gebouwd door de Engelsen in Indiase stijl.
Achter het gebouw (dus niet aan de kant van de rivier) stonden bij
een paar restaurants de juristen in toga een koffie of thee te drinken.
Allemaal in een zwart pak met daarover hub zwarte toga.

 photo DSC_0121NogVroegOpDeMarkt.jpg

Het is nog vroeg op de markt.

 photo DSC_0122GelukkigNietAlleenelectriciteitsdraden.jpg

Gelukkig zijn dit niet alleen electriciteitsdraden.

Vervolgens naar het Chowmahalla paleis gelopen en daar de collectie bekeken.
De lokale koninklijke familie is tot in de vorige eeuw aan de macht geweest.
Deze superrijke maharadja’s leefde in enorme weelde.
Dat is vandaag de dag nogf te zien.
De familie leeft nu in London.

 photo DSC_0123StoffenverkoperEnKlant.jpg

De stoffenverkoper en een klant (boven) en een verkoper van kop en schotels (beneden).

 photo DSC_0124KopjesVerkoper.jpg

Het paleizencomplex heeft nog van alles:
een zaal met servies, tuinen, een zaal met schilderijen, met auto’s,
met motoren, koetsen, een toren met een uurwerk.
Een hele mooie presentatie van kleding.
Het is een hele stadswijk.
De grote moskee verbleekt qua oppervlakte.

 photo DSC_0125.jpg

Boven de gebouwen en onder het eerste binnenhof.

 photo DSC_0126.jpg


 photo DSC_0128.jpg

Nu volgt een serie foto’s gemaakt en en rond het Chowmahalla paleis.

 photo DSC_0129MapShowingTheOldRoutesAtMeccaAndMedinaHandPaintedLate18thCenturyTheChowmahallaPalaceCollection.jpg

Kaart die de oude wegen toont in Medina en Mekka. Handgeschilderd eind 18e eeuw.
The Chowmahalla Palace Collection.

 photo DSC_0129MapShowingTheOldRoutesAtMeccaAndMedinaHandPaintedLate18thCenturyTheChowmahallaPalaceCollectionKaAba.jpg

Vermoedelijk de Ka’aba in Mekka.

 photo DSC_0129MapShowingTheOldRoutesAtMeccaAndMedinaHandPaintedLate18thCenturyTheChowmahallaPalaceCollectionMedina.jpg

Detail van de kaart van Medina.


 photo DSC_0131Troonzaal.jpg

De troonzaal.


 photo DSC_0132Plafond.jpg

 photo DSC_0132PlafondDetail.jpg

Het plafond.


 photo DSC_0133.jpg

Een kroonluchter.


 photo DSC_0134TroonInDeTroonzaal.jpg

De troon, van een beetje dichterbij (boven) en een detail van een staande lamp (beneden).

 photo DSC_0134TroonInDeTroonzaalDetailVanStaandeLamp.jpg


 photo DSC_0135NietAltijdMooiWelBijzonder.jpg

Niet alles is er mooi. Maar wel erg bijzonder.


 photo DSC_0136MarmerenTroon.jpg

De marmeren troon van bovenaf gezien.


 photo DSC_0137Kroonluchter.jpg


 photo DSC_0138SocieteCeramiqueMaestricht.jpg

Nog een Nederlands tintje: Societe Ceramique Maestricht.


 photo DSC_0139SchaalMetWeerspiegelingPlafondTroonzaal.jpg

Schaal met weerspiegeling van het plafond van de troonzaal.


 photo DSC_0141.jpg


 photo DSC_0142Speelgoed.jpg

Speelgoed en kinderkleding.


 photo DSC_0143DoosMetDoosjes.jpg

Doos met doosjes.


 photo DSC_0146howdah.jpg

Heel luxe olifantenzadel of howdah.


 photo DSC_0147BellTower.jpg

Decoratie aan de buitenkant van de gebouwen.


 photo DSC_0148.jpg

Poort van het ene hof naar het andere.

 photo DSC_0149.jpg


Afdeling kleding:

 photo DSC_0150.jpg

 photo DSC_0151FantastischEnNtuurlijkeOpstellingKleding.jpg

De opstelling was fantastisch!

 photo DSC_0152.jpg


 photo DSC_0153.jpg

Een van de vele auto’s in de collectie.


 photo DSC_0154.jpg

Volgens mij doen de Oranjes toch iets verkeerd.


 photo DSC_0155.jpg

Ik weet niet of dit een werkpaleis of een woonpaleis was. Maar hier een inkijkje in een deel dat meer prive oogt.


 photo DSC_0156.jpg

We gaan het paleis verlaten. Nog even in de paleistuin liggen, wat eten……

 photo DSC_0157.jpg


Het lettertype in de titel van Hyderabad 10 december 2012 is van Marcus Sterz en heet Darjeeling Regnaments Web.

India 2012 – 2013: deel 6



Op 9 december waren we in Hyderabad.
Hyderabad is een grote stad in centraal India.
De stad heeft een rijke geschiedenis en daarvan
bezochten we drie plaatsen:
de oude binnenstad, het Golconda fort en
de koninklijke graven.

Het is deze necropolis die het onderwerp is van deze blog.

Het was eigenlijk al te laat.
De zon ging al onder.
De grafmonumenten liggen verspreid in een soort park.
Heel af en toe staan er borden die vertellen wie er begraven ligt.
Maar meestal staat er niets bij.

 photo DSC_0092.jpg

 photo DSC_0093.jpg

Het graf van Fatima Sultana. Op de voorgrond, rechts van de traptreden is een tekst te zien. Die kan men ook hieronder lezen.

Tomb of Fatima Sultana

The tomb on the left side of the gateway is popularly known as Tomb of Fatima Sultana, daughter of prince Mohammed Amin and sister of Mohammed Qutb shah (1612 – 1626).
It contains two graves.
One grave contains an inscribed sarcophagus which gives the name of Fatima Sultana besides verses from Holy Quran. The other grave devoid of any name.
It is a small tomb square on plan built over a platform. A shapely dome is built over a square hall.
Two entrance ways are provided for entry into the hall from southern and eastern sides.
Exterior walls of the tomb are decorated with three recessed arches on each side and decorated with creepers and medallions.
Parapet is built over the roof having minarets at the corners.

 photo DSC_0095.jpg

 photo DSC_0096.jpg

 photo DSC_0097.jpg

Qutb Shahi Tombs / de graven van de Qutb Shahi dynastie

Hieronder de tekst over deze graven zoals die
op de Engelstalige Wikipedia site te vinden is.
Gevolgd door een korte Nederlandse vertaling/samenvatting.

The tombs of the Qutb Shahi sultans lie about one kilometer north of Golkonda’s outer wall. These structures are made of beautifully carved stonework, and surrounded by landscaped gardens. All except the last of the Qutb Shahi sultans lie buried here. The galleries of the smaller tombs are of a single storey while the larger ones are two storied. In the centre of each tomb is a sarcophagus which overlies the actual burial vault in a crypt below. The domes were originally overlaid with blue and green tiles, of which only a few pieces now remain. The tombs form a large cluster and stand on a raised platform. The tombs are domed structures built on a square base surrounded by pointed arches, a distinctive style that blends Persian, Pashtun and Hindu forms. The tombs are structures with intricately carved stonework and are surrounded by landscaped gardens.

The tombs were once furnished with carpets, chandeliers and velvet canopies on silver poles. Copies of the Quran were kept on pedestals and readers recited verses from the holy book at regular intervals. Golden spires were fitted over the tombs of the sultans to distinguish their tombs from those of other members of the royal family. Sultan Quli Qutub ul Mulk’s tomb, the style of which sets the example for the tombs of his descendants, is on an elevated terrace measuring 30 meters in each direction. The tomb chamber proper is octagonal, with each side measuring around 10 meters. The entire structure is crowned by a circular dome. There are three graves in this tomb chamber and twenty-one laid out on the surrounding terrace, all of which lack inscription except for the main tomb. The inscription on Sultan Quli’s tomb is in three bands, in the Naskh and Tauq scripts. The inscription refers to Sultan Quli as Bade Malik (Great Master) — the endearing term by which all people of the Deccan used for him. The tomb was built in 1543 A.D. by the Sultan, during his lifetime, as was the custom.

Near the tomb of Sultan Quli is that of his son, Jamsheed, the second in the line of Qutub Shahi sultans. Built in 1550 A.D., this is the only Qutub Shahi tomb which has not been fashioned from shining black basalt. Its appearance, too, is quite unlike the other tombs in the garden — it rises gracefully in two stories, unlike the squat tombs of the other kings. Jamsheed and his son, Subhan’s tomb also does not have any inscriptions. Subhan Quli Qutub Shah ruled for a short time. Subhan’s tomb stands mid-way between the tombs of his father and grandfather. Sultan Ibrahim Quli Qutub Shah’s tomb, built in 1580, after his death, is slightly larger than Sultan Quli’s tomb. Traces of the enameled tiles, which once adorned this mausoleum, can still be seen on the southern wall. The tomb has two graves in the main chamber and 16 on the terrace; some of them probably are those of his six sons and three daughters. There are inscriptions in the Thulth script on all faces of the sarcophagus. The three famous calligraphists — Isphalan, Ismail and Taqiuddin Muhammad Salih — who left a store of Naskh, Tulth and Nastaliq inscriptions on the many Qutub Shahi edifices in the city, were contemporaries of Ibrahim Shah.

Sultan Muhammed Quli Qutub Shah’s mausoleum is considered the grandest of the Qutub Shahi tombs. Built in 1602 A.D., the tomb is on a terrace of 65m square and 4m high. A flight of steps leads to the mausoleum proper, which is 22 m square on the outside and 11 m square on the inside. There are entrances on the southern and eastern sides. The tomb is in a vault below the terrace. Inscriptions in Persian and the Naskh scripts decorate it.

Another grand mausoleum is that of the sixth sultan, Muhammed Qutub Shah. The facade of this tomb was once decorated with enameled tiles; only traces are now evident. There are six graves with inscriptions in Tulth and Naskh. The mausoleum was built in 1626. Sultan Abdullah Qutub Shah’s tomb is the last of the royal tombs, as Abul Hasan Qutub Shah (Tana Shah), the last Qutub Shahi Sultan, was a prisoner in the fortress of Daulatabad, near Aurangabad, where he died.

While the tombs of those who ruled dominate the area, interspersed are many other monuments, most of them tombs of other members of the royal family. The tomb of Fatima Sultan, with its bulbous dome, is near the entrance to the tomb-garden. Fatima was the sister of Muhammed Qutub Shah. Her tomb houses several graves, two with inscriptions. The mausoleum which Abdul Hasan, the last Qutub Shahi Sultan, began building for himself, actually houses the grave of Mir Ahmed, the son of Sultan Abdullah’s son-in-law and the sister of Abbas II Safair, the Shah of Persia. The tomb of Fadma Khanum, one of Sultan Abdullah’s daughters, stands near the mausoleum of her husband, Mir Ahmed. Hers is the only Qutub Shahi tomb not surmounted by a dome.

To the west of the tombs lies the dargah of Hazrat Hussain Shah Wali, the revered Sufi saint. He is most affectionately remembered by people as the builder of Hussain Sagar in 1562. Among other monuments in the garden that are not tombs, the most important are the mortuary bath and the Masjid of Hayat Bakshi Begum.

The mortuary bath, which stands opposite the tomb of Muhammad Quli, was built by Sultan Quli to facilitate the ritual washing of the bodies of the dead kings and others of the royal family before they were carried to their final resting place. The bath is one of the finest existing specimens of ancient Persian or Turkish baths. The Qutub Shahis built a number of masjids all over Golkonda and Hyderabad, and almost every tomb has a masjid adjacent. The biggest and the grandest such masjid is by the mausoleum of Hayat Bakshi Begum. Popularly known as the great masjid of the Golkonda tombs, it was built in 1666 A.D. Fifteen cupolas decorate the roof and the prayer-hall is flanked by two lofty minarets. The impression, as a whole, is one of majesty and splendour. The inscriptions in the masjid are in calligraphic art. The tomb-garden of the sultans of Golkonda was known as Lagar-e-Faiz Athar (a place for bountiful entertainment) in the days of the Qutub Shahi rulers.

Nederlandse samenvatting:
De grafmonumenten van de Qutb Shahi sultans liggen op ongeveer een kilometer van de noordelijke buitenmuur van het Golkonda fort. De Qutb Shahi sultans regeerde een gebied in centraal India van 1518 – 1689. Hun thuisbasis was Golkonda en Hyderabad.

De zeven sultans waren:
Sultan Quli Qutb-ul-Mulk (1518–1543)
Jamsheed Quli Qutb Shah (1543–1550)
Subhan Quli Qutb Shah (1550)
Ibrahim Quli Qutb Shah (1550–1580)
Muhammad Quli Qutb Shah (1580–1612)
Sultan Muhammad Qutb Shah (1612–1626)
Abdullah Qutb Shah (1626–1672)
Abul Hasan Qutb Shah (1672–1689)

Alle sultans liggen hier begraven behalve de laatste. Die stierf in gevangenschap in het Daulatabad fort.
Kleine grafmonumenten bestaan uit een enkele verdieping terwijl de grote grafmonumenten uit twee verdiepingen bestaan met daarboven een grote koepel. De monumenten staan op een platform. De gebouwen zijn soms rijk versierd en bevatten puntige boogconstructies waarin Perzische, Pashtun en Hindoe-invloeden te herkennen zijn. In het midden van het monument staat een sarcofaag die boven de werkelijke begraafplaats staat. De werkelijke begraafplaats is in de crypte onder het gebouw.
De koepels waren origineel bedekt met groen en blauw geglazuurde tegels.

In de tijd dat de monumenten werden aangelegd waren de monumenten voorzien van tapijten, kroonluchters en fluwelen luifels op zilveren tentstokken. Kopieën van de Koran werden er bewaard op sokkels en lezers lazen er verzen uit voor op gezette tijden. Gouden torens werden aangebracht op de graven van de sultans om hun graven te onderscheiden van die van andere leden van de koninklijke familie.

Het monument voor Sultan Quli Qutub ul Mulk is het voorbeeld voor de monumenten die daarna gebouwd worden. De inscriptie op het graf van Sultan Quli is in drie delen, in de Naskh en Tauq taal/schrift. De inscriptie verwijst naar Sultan Quli als Bade Malik (Grote Meester) – de vertederende aanspreektitel voor alle inwoners van de Deccan. Het graf werd gebouwd in 1543 AD door de sultan, tijdens zijn leven, zoals de gewoonte was.

Sultan Muhammed Quli Qutub Sjah’s mausoleum wordt beschouwd als de grootste van de Qutub Shahi grafmonumenten. Het is gebouwd in 1602 na Christus. Het grafmonument is gebouwd op een terras van 65m vierkante meter dat 4 meter hoog is. Een trap leidt naar het mausoleum. Het feitelijke graf is in een kluis onder het terras.

Het mortuarium bad, dat staat tegenover het graf van Mohammed Quli, werd gebouwd door Sultan Quli om het ritueel wassen van de lichamen van de doden koningen en anderen van de koninklijke familie te vergemakkelijken voordat ze werden meegenomen naar hun laatste rustplaats. Het bad is een van de mooiste, nog bestaande exemplaren van oude Perzische en Turkse baden.

 photo DSC_0098.jpg

Big Well (Badi Bowti)

This well is altogether remarkable structure amnd has the usual slpings platform for the traffic of bull oks when drawing water on which there are number of stone pillars over which grapevines were trained making a cover to the platform.
The well is built in square shape with steps leading down to a corridor extending all around the well about 30 feet from the top of the wall. Below this again, there is a another flight of steps leading down to a bathing stage.
The depth of water in the well is about 100 feet.
During Qutb Shahi and Asaf Jahi period water was supplied to the adjacent garden through open channels and cisterns located in the corner of the chaman and lawns. There are 5 wells in total are existing in the premises:
1. Nawab Bowli
2. Doodh Bowli
3. Idgah Bowli
4. Kunwan Bowli
5. Badi Bowli (Bigg well)
The source of permanent water supply to this historical garden, located in Jubilee Hills known as “Durg Tank” through open channel 7 km in length. The water was supplied to these wells and distributed through small channels in the garden by gravity.

 photo DSC_0100.jpg

Vrij vertaald: Verboden te zwemmen in de bron. Het is er erg gevaarlijk en diep.

 photo DSC_0101.jpg

 photo DSC_0102.jpg

 photo DSC_0103.jpg

 photo DSC_0104.jpg

 photo DSC_0105.jpg

 photo DSC_0106.jpg

 photo DSC_0107.jpg

 photo DSC_0108.jpg

 photo DSC_0109.jpg

 photo DSC_0111.jpg

 photo DSC_0112.jpg

 photo DSC_0113.jpg

The Great Mosque

This splendid mosque was built by Hayat Baksh Begum in 1077 A.H. (1666 AD) during the reign of Abdoullah Qutb Shah.
The prayer hall (76 Ft x 51 Ft.) is three bays deep and has a five arched façade flanked by two tall minars the shapely pointed arches with the ogle point placed on substantial columns, the shapely minarets and restrained stucco decoration are chief architectural features.
The inscription in the prayer niche is carved in the best thulth (? Wikipedia: Thuluth is a script variety of Islamic calligraphy invented by the Persian Ibn Muqlah Shirazi, which made its first appearance in the 11th century CE) and tauqi style.
Translation of two inscription on facade hasten to say our prayers:

Lest ye miss them and hasten to repent
Lest ye perish

Dept. of Archaeology and museums, Govt of A.P.

 photo DSC_0114SyedAliAsgarBilgramiLandmarksOfTheDeccanAComprehensiveGuideToTheArchaeologicalRemainsOfTheCityAndSuburbsOfHyderabad.jpg

Fragment, hetzelfde als beschreven in bovenstaande Engelse tekst,
uit een boek van Syed Ali Asgar Bilgrami:
Landmarks of the Deccan, a comprehensive guide to the archaeological remains
of the city and suburbs of Hyderabad.

 photo DSC_0115.jpg

De gebouwen zijn prachtig.
Zeker met het zacht zonlicht met rood/oranje tonen.
We zullen in deze vakantie nog meer grafmonumenten zien.
Mij is de ontwikkeling in die gebouwen nog niet helemaal duidelijk.
Wel is het zo dat de leden van de koniklijke familie
al tijdens hun leven begonnen aan de bouw en aanleg van de graven
en de moskee die daarbij hoorde.
Bijzonder was hier voor mij een gebouw dat bedoeld was als wasruimte.
Wasruimte voor het dode lichaam.
Water is iets dat veel moeite kost om aan te komen, vandaar
het systeem van kanalen om water vanuit de bergen naar
de bronnen hier bij het fort en de begraafplaats te brengen.

 photo DSC_0116.jpg

 photo DSC_0117.jpg

 photo DSC_0118.jpg

India 2012 – 2013: deel 5



De dag begon in de oude binnenstad van Hyderabad
en ging daarna naar Golconda Fort.
Daar maakte ik de volgende foto’s.

Bij de ingang.


Typische stijl.

Het fort is een enorm complext.
Allerlei soorten gebouwen: paleizen, arsenalen, moskeeen enz.
Als die gebouwen worden omringd door verdedigingsmuren.
Niet een muur, maar vele,
De buitenste muur is kilometers lang.
De resten van de gebouwen in het complex zijn in
heel verschillende staat.
Soms een enkele muur, dan weer volledig gerestaureerd,
dan alleen nog maar sporen van muren.
De beroemdste en machtigste bewoners waren de Qutub Shahi koningen.
Hun tombes liggen niet ver van de ingang van het fort.
Hun regeerperiodes waren van 1518 – 1689.


Detail van vorige foto.



Detail van vorige foto.


Detail van vorige foto.


Een berg van door mensen gemaakte of gevormde steen.


Met soms alleen nog maar een muur.


Mooi aangelegd.


Vol geheimzinnige gangen.


Prachtige moskeeen.




Het fort is meer een vestingsstad dan een fort.



Uitzicht van het Golconda Fort met een globale aanwijzing waar de buitense ring met verdedigingsmuren zich bevindt.



Torens zoals die er vele zijn.




Rotsen zoals je die ook bij Hampi ziet.


In de verte de volgende bestemming: de tombes van de Qutub Shahi dynastie.


In de verte de hoge nieuwbouw van modern Cyberabad en de historie op de voorgrond.




India 2012 – 2013: deel 04



Zondag.

Vanacht heb ik mijn telefoon opgeladen
en vanochtend ontdekte ‘hij’ dat we in een andere tijdzone zijn.
In een donker restaurant ontbijten we (warmte buiten houden).
De douche was een avontuur op zich maar we zijn schoon,
uitgeslapen en klaar voor het avontuur van vandaag.

Vanochtend de Charminar bezocht.
Een groot moslim bouwsel in de oude stad van Hyderabad.
Het is een soort hoge, vierkante, poort met vier minaretten.
Het deel onderaan de minaretten kun je bezoeken via een smalle trap.


Hyderabad, Charminar.

Vanuit dat hoge deel heb je een mooi uitzicht op de marktstraten
rond dit gebouw (en de andere grote gebouwen in de buurt).
Het is er druk, niet superdruk, als we aankomen.
Al snel wordt het drukker.


Hyderabad, de grote moskee of Jama Mashid.

Ik heb de grote moskee bezocht.
Groot is de belangrijkste eigenschap, dan pas mooi.
L. mag er niet in zonder sjaal (die ze niet bij zich had)
en mijn kleine rugzak moet ik afgeven.
Niet gedaan dus.
L. heeft buiten gewacht met mijn rugzak.


Hyderabad, Charminar.

Rondgelopen, gezetten.
Hyderabad is een erg levendige stad.
Veel verkeer, veel luchtvervuiling,
weinig Westerse toeristen.

Hyderabad is een moslimstad. Er lopen veel vrouwen met een chador.



Een Hindoe-tempel vlak bij de Charminar. Lijkt misschien pittoresk, maar kijk maar eens goed.



De blauwe ijzeren hekken zijn van de oproerpolitie en ze omringen de tempel. Het ijzerwerk in de tempel is iets dat je vaker ziet in India maar hier dient het in ieder geval twee doelen.


De oude stad heeft een aantal toegangspporten. Centraal daarbinnen liggen een aantal belangrijke gebouwen waaronder de Charminar, de Jama Mashid en het Chowmahalla paleis.


In mijn geheugen zijn de kleuren heel anders in India dan wat je hier op de foto’s ziet. Dat komt door de felle zon. Zie maar eens hoe groen de letters in de schaduw zijn: ADARSHAN. De tekst er pal boven is niet te lezen vanwege het felle zonlicht dat er op schijnt. Mooie ramen en houtsnijwerk.



Onderste deel van de Charminar.



Ja, er volgen er nog een paar.


Foto gemaakt terwijl ik onder de Charminar sta.





Veel toegepaste manier van zon-regen-wind-wering in ramen.




Een stadspoort vanuit de Charminar.





Heel veel versieringen tref je niet aan in Moslim bouwwerken. Maar de gestilleerde vormen, met al dan niet kalligrafie, is vaak prachtig.



Taxistandplaats annex groente en fruitstalletjes.


Het voorhof en het hoofdgebouw van de Jama Mashid moskee vanaf de Charminar.


Hij heeft natuurlijk 4 kanten.



In een winkelstraat, in een oude poort. Mooie ramen boven, beneden de diverse winkeltjes. Sommige nog gesloten.


Het maken van bladgoud en bladzilver is een ambacht wat je hier nog ziet. Vervolgens wordt het bladgoud en bladzilver verwerkt op prachtige kistjes.


Niet alles is van edelmetaal wat schittert en schijnt.



Sugar cane juice for 5 roepies.


De ingang van de Jama Mashid. Een grote poort maar heel erg uitnodigend was hij niet.


Detectiepoortjes.



Graven van de moslimheiligen in de Jama Mashid.


Rand aan de basis van de grafmonumenten.


Een deel van de moskee stond in de steigers. Hele stukken werden heel intensief schoongemaakt.




Het deel van de moskee waar de meeste mensen normaal gesproken zullen gaan bidden was afgesloten met een groot hekwerk.


Deel van een marmeren hekwerk.


Ik wil iedere keer zeggen dat ik steeds meer onder de indruk kom van hoe de Efteling gebouwen uit 1001-nacht afbeeldt. Maar tot dit Engels ziekenhuis heb ik me ingehouden. Maar de kolonisator bouwde in deze stijl, dus…..




Deuren en poorten. Ze scoren altijd hoog bij mij. In India zie je ze overal en in alle kleuren.


De klink.


Gewilde artikelen op de koopzondag.



Het Engels ziekenhuis gereflecteerd in een ‘glazen’ gevel.


Mooi groen is niet lelijk.




We hebben gegeten bij Hotel Shezan.
Er is een gedeelte aan de straat waar je kunt eten
maar ook een deel voor families.
In dat donkere deel van het gebouw is het koel en het eten is er prima.
Biryani is wat ons aangeraden wordt
We kregen een spinazie saus met kip en roti.
Niet heet maar met een prettig scherp gevoel rond je lippen na het eten.
Goed drinken dus.

India 2012 – 2013: deel 03



Contactgegevens van onze chauffeur:
driver; mr. Idris
Mobile no; +91(0)98492…..

Te veel om op te noemen:
= de vluchten via Dubai (de luchthaven viel niet mee);
= het hotel (prima);
= Hyderabad zelf (druk en groot maar welvarend);
= Restaurant ‘Waterfront'(dat we niet konden vinden);
= Restaurant ‘Urvasi'(heel goed, 65,Alexander Road,
Beside Yashoda Hospital,, Secunderabad, Hyderabad, India);
= de riksjaritten (altijd een belevenis, zeker ’s avonds);
= een gebouw in de vorm van een vis (helaas geen foto);


Maar wel een plaatje van het internet, National Fisheries Development Board (Nationale Raad voor Visserij Ontwikkeling)

= een 11 kilometer lange snelweg van de luchthaven naar de stad,
zonder riksja’s in het verkeer!
= niet geslapen hebben en jetlag;
= je eerste geld pinnen (wat is het eigenlijk waard?)

Het aantal foto’s was deze eerste halve dag nog schaars:


Hyderabad is een welvarende stad met veel billboards en erg veel verkeer. Hier een fly-over in de stad over het verkeer op de begane grond.



Na het eten zijn we op een plaats aan de kant van de weg gaan zitten op een muurtje. Er was nog veel verkeer. Aan de overkant van de weg was een ‘SIRE’-reclame: Your family needs you….. (Je gezin heeft je nodig) Do not drink and drive (Als je drinkt dan geen auto rijden). De tekst is nog mild maar de afbeelding laat niets aan duidelijkheid te wensen over. India komt aan je voorbij.



Detail van de slachtoffers in de auto.


Een beeld van het verkeer.