De muurschildering is gereed. Het fleurt de blinde muur op met veel vrolijkheid, muziek en met het raam opent de bibliotheek een hele wereld voor de toeschouwer.
Nog even wachten op het naambordje. Dat zal wel snel volgen.
Leeszaal van de Artis Bibliotheek in Amsterdam.
In augustus bezocht ik twee workshops in de Artis Bibliotheek.
Ze werden georganiseerd door het Allard Pierson Museum.
De eerste van de twee workshops had als titel:
‘Monsters en meerminnen in natuurhistorische werken uit de vroegmoderne tijd’.
De workshop werd gegeven door Sophia Hendrikx.
Het was een indrukwekkende middag waarvan ik een paar foto’s heb.
Van een zeemonnik had ik nog nooit gehoord maar dit is een afbeelding van dit fenomeen. In latijn: Monstrum Marinum Effigie Monachi. Helaas waren de titels van de auteurs en boeken niet zo vanzelfsprekend voor mij. Dus die kan ik niet met zekerheid vaststellen. Ik weet zeker dat we die middag ‘Ulisse Aldrovandi, De piscibus libri V et de cetis liber I, 1640 en verzorgd door Johannes Cornelius Uiterweer’ en ‘Conrad Gessner, Historia Piscium, 1620’ zagen.
Bij gebrek aan een betere naam, dit is een zeeaap (Simia Marina).
Van sommige van de zeedieren werd verteld dat ze zo groot waren dat ze een boot konden aanvallen.
Monstra Niliaca Parei.
Op twee van deze boeken lag een briefje met de naam van het boek. Vandaar dat ik eerder twee makers en titels kon geven.
Het gaat nog beter worden.
Ja, dat klopt.
Vandaag kocht ik twee overhemden en daar kreeg ik een boekenlegger
bij elk hemd cadeau.
Reclame maak ik liever niet vandaar dat ik ze anoniem gemaakt heb.
Dit boek heb ik eerder nog niet op mijn blog genoemd. Maar de boekenleggers heb ik er meteen op geprobeerd. Het boek heet ‘Boekbanden – Bij het afscheid van Rens Top als conservator boekbanden van de KB’. Heel leuk boek trouwens.
Toen ik de boekenlegger zo uit het boek zal steken en voelde dat het
dikker is dan de gemiddelde boekenlegger
moest ik terugdenken aan wat waarschijnlijk mijn eerste bezoek
aan een bibliotheek was.
Ik ging met mijn vader.
De bibliotheek in Breda was toen aan het Van Coothplein.
Nu zit in dat gebouw een restaurant.
In die tijd mocht je als bezoeker van een bibliotheek niet
zelf in de buurt van de boeken komen.
Boeken zocht je op aan de hand van de titel of schrijver in
kaartenbakjes die op tafels stonden opgesteld.
Had je het kaartje gevonden dan liep je daar mee naar een
toonbank waarachter de bibliothecarissen waren.
Die namen je kaartje (kaartjes?) mee en haalde het boek op.
Op de plaats van het boek staken ze een houten plankje.
Dan gaf de medewerker van de bibliotheek je het boek zodat je
kon zien of het boek ook inderdaad het boek was dat
je zocht. Was dat niet het geval dan ging het boek
weer terug op zijn plaats.
Verdere stappen van het proces ken ik niet maar er
zal toch iets met het kaartje moeten gebeuren.
Het boek werd gestempeld op een ingeplakt blaadje als
je het mee wilde nemen. Op dat blaadje stond de uiterste
inleverdatum.
Dit soort dingen weet ik niet precies meer maar ik
moest aan het houten plankje denken toen ik de dikke
boekenlegger voelde.
Vorige week kocht ik een boek bij de Valkhof Pers.
Het is een bloemlezing met artikelen geschreven door
Otto S. Lankhorst. Die ken ik niet, ik kan me niet herinneren
ooit iets van hem gelezen te hebben.
Maar een twitterbericht trok mijn aandacht en ik kocht het boek.
Het bericht was van Reinder Storm:
“Dit boek bevat artikelen van bibliograaf, (boek)wetenschapper en collectiebeheerder dr Otto S. Lankhorst. Hij onderzocht Nederlandse collecties in het buitenland, de geschiedenis van de katholieke pers, het Franse en Nederlandse boekbedrijf en nog zo wat”
Op de omslag staat de ondertitel:
‘Bijdragen over de wereld van boeken en bibliotheken,
kloosters en kloosterlingen’.
Het gevaar bestaat dat lezers nu afhaken.
Misschien was de titel al genoeg om niet verder te lezen.
Dat is erg jammer, want het is een leuk en interessant boek.
Het boek bestaat uit artikelen van de hand van historicus en
bibliograaf Otto S. Lankhorst, uitgegeven bij de gelegenheid van
zijn pensionering.
Geen suffe, saaie teksten, maar interessante verhalen over boeken.
De artikelen worden afgewisseld met ‘Intermezzo’.
Een van die intermezzo sloeg ik als eerste pagina open en
ik begon te lezen over het systeem van cataloguskaartjes
van de bibliotheek van de paters kapucijnen.
Goed, kort verhaal (2 pagina’s) dat me deed
terugdenken aan een rondleiding die ik ooit heb gehad
van een kennis die kapucijn was en me het klooster liet zien
waar hij woonde:
het kapucijnenklooster aan de Schorsmolenstraat in Breda.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik verbluft was
door de grote bibliotheek.
Nooit had ik stilgestaan bij de logische combinatie van boeken
en kloosters: door de rol van kloosters in het overdragen van
kennis en cultuur (om te beginnen met het werk van de
kloosters in hun scriptoria) en dat gebouw, zo wat om de hoek
van waar ik toen woonde.
Dat Bredase klooster heeft intussen een andere functie maar
de traditie van zorg voor boeken bestaat nog steeds.
Het boek van Lankhorst geeft daar inzage in.
Intussen heb ik al wat meer in het boek gelezen en ben
heel benieuwd naar de avonturen van Lankhorst in St. Petersburg
en juweeltjes die er zeker nog in dit boek staan maar waar
ik nog niet aan toe gekomen ben.
Alles bij elkaar een echt boekenavontuur!
Otto S. Lankhorst, Nieuwsgierigheid is mijn bedrijf – Bijdragen over de wereld van boeken en bibliotheken, kloosters en kloosterlingen.
Het begint in de Cingelstraat. Met een verkapte selfie.
Even verderop heb je een mooi zicht op een deel van het KMA-terrein.
Rechts de bibliotheek van de KMA en het begin van het Huis van Brecht.
De Schoolstraat. Het is rond 08:00 uur en erg rustig in de stad.
De Kraanstraat met uitzicht op de Nieuwe Prinsenkade.
De Kraanstraat en Haven.
De Nieuwe Prinsenkade en het Spanjaardsgat (rechts).
De Vishal.
De Vismarktstraat.
De Grote Toren in het raam van Restaurant Taj Mahal.
De Haagdijk. Met nog een selfie.
Markendaalseweg en Nieuwe Mark.
Galerie Ecker.
De Nieuwe Mark.
IJsfabriek de Noordpool.
Snellenshof.
Snellenshof.
Markendaalseweg.
Waterstraat:O.L. Vrouwe- of Waterstraatse kerk. Nu horeca.
Karrestraat.
Eindstraat.
Deze gevel, op de hoek van de Ridderstraat/Karrestraat was me eerder niet opgevallen: London Bazar.
Bakkerskraam op de vrijdag weekmarkt. Met corona-afzetting met gekleurde lampenkappen.
Kaaskraam met afstand houden in de vorm van een middenstip.
De wandeling waarvan ik gisteren een eerste deel liet zien
ging ook langs een boekwinkel.
Nou ja winkel, je kon er volgens mij boeken kopen,
ruilen of brengen.
Wat mij zo opviel waren de kleurige illustraties op de muur.
Met kinderen die boeken lezen maar ook verhalen lezen op een laptop of tablet. Heel kleurtijk en een heel inspirerende omgeving. Een soort kinderboekenweek.
Maar in een soort van kooropstelling ook een groep dieren.
We hebben het al een aantal keren besproken.
Al ruim voor mijn vakantie.
Mijn moeder heeft een deel van een erfenis van mijn tante
altijd bewaard. Mijn tante overleed in 1990.
Maar ze is zelf niet zo’n borduurster.
Ik zelf ook niet maar ik heb wel een andere toepassing.
De ‘erfenis’ zit in dit koffertje.
Dit zie je dan allemaal als je het koffertje opent. Blijkbaar kocht mijn tante materiaal bij ‘Riet Thielen Mode Stoffen’ in Breda.
Dit is duidelijk een proeflap. Je ziet dat verschillende steken worden gedemonstreerd. Je zien ook hoe je een sluiting kunt maken met een knoopje en met een haakje. Dit maakten vroeger veel vrouwen op school. Intrigerend zijn de vermoedelijke initialen ‘PK’. Die zijn in ieder geval niet van mijn tante. Of ze deze lap als voorbeeld er bij hield of wat voor ander doel het had weet ik niet.
Er zitten ook een aantal borduurwerken in die al helemaal of ver gereed zijn. Zoals dit grasveldje met allerlei bloemen.
Hier is wel een begin gemaakt maar is het werk nooit afgekomen.
De naam van de plant staat bij het borduurwerk: Malva Moschata of Muskuskaasjeskruid.
Solanum Dulcamara of Bitterzoet.
Nu ben ik niet van plan om nog te leren borduren.
Maar de borduurwerken die je hier zit kan ik wel
verwerken in boekbanden.
Mijn tante werkte in de bibliotheek.
Met enige regelmaat kreeg ik boeken die afgeschreven waren in de bib.
Ik heb ze nog: een hele reeks van de Rechter Tie-serie.
Waarschijnlijk zou ze het wel kunnen waarderen als haar werk wordt gebruikt
om boeken mee te maken.
Deze koperen pot met bloemen is eigenlijk nog niet af. Bij de pot ontbreekt nog de schenktuit. Pot is dan ook niet het beste woord. Beter is misschien ‘ketel’.
Vervolgens zitten er in het koffertje een hele reeks enveloppen. De enveloppen zijn genummerd.
Iedere envelop bevat een streng garen van een bepaalde kleur.
De nummertjes komen overeen met de kleurnamen die in drie talen op dit overzicht staan.
Soms zit het garen niet meer in de originele hulsjes maar is het op een stuk karton gedraaid.
Het garen is allemaal katoen.
Ik wil het gebruiken om zelf het kapitaalbandje te maken voor boeken.
Dat heb ik nog nooit gedaan maar ik heb op zondag een paar
video’s bekeken van de website ‘Bookbinder’s Chronicle‘.
Een prachtige site met een paar hele mooie en goede video’s.
De mevrouw die de video’s maakt begrijpt heel goed hoe je zo’n video
moet maken en hoe je schijnbaar moeilijke dingen moet uitleggen
zodat ze begrijpelijk worden.
Van de video’s werd ik enthousiast en tegelijk een beetje depri,
omdat ik me dan ook realiseer wat ik allemaal nog niet zo goed kan als zij.
Het leer heb ik uitgesneden voor mijn boek en daar zoek ik even twee kleuren bij om een kapitaalband te kunnen maken.
Met deze kleuren splijtgarens ga ik nu eerst een klein proefje maken.
Ik zie heel goed dat ik een paar fouten heb gemaakt en dat iets strakker de kleuren afwisselen het resultaat nog gaat verbeteren. Maar al bij al viel het niet tegen.
Nu is voor het boek dat ik aan het maken ben, het eigenlijk de bedoeling
om het kapitaalband integraal mee te naaien bij het naaien van het boekblok.
Maar daarvoor had ik wat dingen moeten doen die ik overgeslagen heb.
Dat kan ik nu niet meer corrigeren.
Daar moet ik een creatieve oplossing voor bedenken.
Komt goed!
Om te kunnen experimenteren in Inkscape heb ik een Argusvlinder opgezocht en gevonden. Ik hoop dit te kunnen graveren met een lasersnijder in een boekenlegger.
Truc is dat een boekenlegger niet dik moet zijn.
Dan past dat niet lekker in je boek.
Ook voor een boekband is het al snel te dik.
Normaal gesproken gebruik ik grijsbord van 2,5 millimeter.
Vanavond nog even naar de bibliotheek geweest en de voorbeeldkaarten
nog even doorgenomen:
Zwart papier, 0,4 mm
MDF, enkelzijdig gecoat, 3mm.
Bruin golfkarton, 1,5 mm. 40×70 cm.
Leer, geeft mooi resultaat, 2,5 mm.
Multiplex (Berken), 3 mm. 74×46 cm.
Multiplex (Populier), 4 mm. 40×60 cm.
Effencraft, 1 mm.
Op pagina 68/69 van het werk Charlotte van David Foenkinos
staat de volgende opmerkelijke tekst:
Voordat ik Charlotte leerde kennen, was ik in de ban geraakt van Aby Warburg.
….(iemand) had het over een mytische bibliotheek.
Het woord bibliotheek trok mijn aandacht.
Ik ben op zoek naar een mytische bibliotheek, een idee dat me nooit heeft losgelaten.
Het droombeeld van een kind, tot obsessie geworden.
Afkomstig uit een vorig leven?
……
Als oudste zoon was hij erfgenaam van het familievermogen, dat hij schenkt aan zijn broers.
Met als enige voorwaarde dat zij alle boeken voor hem zouden kopen die hij hebben wil.
Zo wordt Aby Warburg de grondlegger van een bibliotheekcollectie die haar weerga niet kent.
Hij houdt er theorieen op na over de ordening van boeken.
In het bijzonder de theorie van de juiste nabuurschap.
Het boek dat je zoekt, is niet noodzakelijkerwijs het boek dat je moet lezen.
Je moet kijken naar het boek dat ernaast staat.
……
Na zijn dood, in 1929, leeft zijn werk voort dankzij zijn leerlingen.
……
Omdat ze het gevaar voelen aankomen, besluiten ze de bibliotheek te redden.
Die ze in 1933 overbrengen naar Londen (boeken op de vlucht voor het nazisme).
Zet daar het beleid van de huidige bibliotheken eens tegenover.