De lobby van menig hotel is een schat voor de zoeker naar de ‘Foto van de dag’. Geen idee wat het is. Natuurlijk het hoofd van Boeddha, met een rij spoegeltjes op de schouder (op de foto niet zichtbaar). Maar verder? Zou je er water langs kunnen laten lopen? Hotel Dazzling in Agra.
Tagarchief: hotelkunst
Foto van de dag
Foto’s van de dag
Vandaag een (korte) reisdag waardoor de regie voor de middag
volledig in mijn handen lag.
Hotelkunst, als je weet wat dit voorstelt hoor ik het graag! (Openers van sardienblikjes voor een sterrenhemel?)
#notalion
Even rusten.
Er zijn nog landen in de wereld waar je veilig naar de ‘West Bank’ kunt lopen, fietsen of rijden.
Omdat foto’s van dieren blijkbaar leuk gevonden worden.
Foto van de dag (nagekomen inzending)
Foto van de dag
Argus in China
Er was al hotelkunst te zien in een eerder bericht over Shanghai.
Maar op de laatste ochtend van het eerste bezoek (ik zou later
vanuit Shanghai terugvliegen naar Nederland) bij het ontbijt,
ontdekte ik nog iets.
Een beetje achter het ontbijtbuffet hing dit werk. Dit heb ik eerder gezien. Dat klopt natuurlijk. Ik zag het de laatste keer nog op de grote Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum. Daar maakte ik de volgende foto.
Rijksmuseum, Johannes Vermeer, Gezicht op Delft, 1660 – 1661, olieverf op doek. Normaal hangt het in het Mauritshuis in Den Haag.
De vogende berichten bevatten foto’s die ik maakte in Jingde Zhen
of Jingdezhen.
Het is in deze plaats dat de keizerlijke porceleinfabriek stond.
Dat wordt prachtig beschreven door Edmund de Waal in zijn
boek uit 2015: De Witte Weg – Verslag van een obsessie.
Hij beschrijft zijn eigen obsessie met het materiaal waarmee
hij zijn keramieke kunstwerken maakt maar ook de obsessie van
liefhebbers van keramiek door de eeuwen heen.
Het boek leest als een avonturenroman en brengt Edmund (een
Engelsman) en de lezers in onder andere China (Jingdezhen),
Duitsland (Meissen) en Engeland (Wedgewood).
Argus in China
Op mijn vakantie in China ben ik met de hogesnelheidstrein
van Dunhuang naar Lanzhou gereisd.
Lanzhou is niet persé een toeristische bestemming maar ik ben
er twee nachten gebleven omdat de vervolg treinreis,
weer een lange zit zou zijn. Daarnaast wil ik niet alleen
toeristische hoogtepunten meemaken.
Hotelkunst.
Het hotel was prima. Op de kaartjes had ik bekeken dat ik naar
de Gele rivier zou kunnen wandelen. Daar zou ik ruim een uur over doen.
In de ochtend was het nog droog maar vanaf de middag ging het regenen
en dat zou zo blijven tot in Xi’an.
Ik liep in de richting van de rivier. Je kunt met een taxi gaan,
er is ook een metro. Maar in een taxi zie je minder en niet digitaal
betalen kan wel in China maar is minder makkelijk. Dus lopen.
Ik liep al een half uur toen ik iemand hoorde roepen. Eerst
reageerde ik niet omdat ik niet wist waar het vandaan kwam en voor wie
het bedoeld was. Bij aanhouden draaide ik me om en het bleek dat
een bewaker van een openbaar gebouw iets naar me riep. Hij wees
naar mijn rugzak. Ik kijken: de rits stond open.
Ik sloot mijn rugzak, bedankte de man en liep verder.
Aangekomen bij een groot plein ging ik op zoek naar het kaartje
dat in mijn rugzak moest zitten. Maar het was er niet.
Een ‘verkeerde’ straat nemen betekent niet meteen verdwalen maar
wel dat je misschien ‘verkeerd’ loopt.
Ik besloot terug te lopen naar mijn hotel want het kaartje had
ik die ochtend nog bekeken en misschien was ik het vergeten.
Dus een uur na mijn vertrek was ik terug in mijn hotel en het kaartje
lag op bed. Ik was die ochtend vertrokken zonder mijn rugzak
te controleren. Wijze les.
Op de eerste verdieping van het hotel zijn commerciele ruimtes en
ook een koffietent voor de gasten en mensen die in het hotel
voor zaken zijn (er werden ook ruimtes verhuurd voor conferenties ed).
Dus ik gunde me koffie.
Het zal rond 11 uur zijn geweest toen ik de wandeling opnieuw
begon en rond half een was ik bij de Yellow River.
Aan de Gele Rivier (die niet meer geel is) liggen boten met restaurants of voor riviercruises (of beide).
Zoals heel veel dingen in China is de boulevard heel ruim opgezet.
De metalen brug is de Zhongshan Bridge. Aan de andere oever, boven op de heuvel zie je een klein puntje uitsteken. Dat is de White Pagode. Het doel van mijn wandeling.
Het plenst inmiddels. Deze dames, een klein deel van een grote groep, repeteren voor een show en willen zo droog mogelijk blijven.
Schuin tegenover de brug en de boulevard ligt een tempel. Daar ga ik eerst maar eens kijken. Het is de White Pagode Temple of de Baiyun Taoist Temple. Meerdere gebouwen staan op een relatief kleine oppervlakte dus één gebouw op de foto zetten beteket vaak dat je meer ziet dan voor de foto ideaal zou zijn.
Eerlijk gezegd ben ik niet zo thuis in de verschillende religies: zeker Taoïsme en Confusianisme blijven een moeilijke beeldtaal voor mij. Wat is het dat ik zie? Maar dat neemt niet weg dat je het wel interessant en (soms) mooi kunt vinden. Wat de achterliggende filosofie dan is blijft nog veel meer een raadsel.
Deze tempel is een soort van herbouw. De originele tempel, die volgens mij op een andere plaats stond, is tijdens de Culturele Revolutie met de grond gelijk gemaakt. Later is deze tempel gebouwd en hij wordt goed bezocht.
Een samenvatting van de geschiedenis van de White Pagode Temple of Baiyun Taoist Temple. De Hall of the numinous (Merriam Webster: supernatural, mysterious, filled with a sense of the presence of divinity, holy, appealing to the higher emotions or to the aesthetic sense, spiritual) officials. “The temple has been distroyed during the Chinese Great Revolution of Culture, including the Hall of the Numinous Officials. All the activities of religion was banned at that time. The paining history passed and later the Hall of the Numinous Officials was rebuilt in 2011 year by the temple supervisor, named Chen Li-fu, and other Reverend Daoist.”
De ingang.
De tempel verscholen tussen de bomen.
In het volgende bericht gaat we wandeling verder.
China – Hotelkunst
De afgelopen drie weken was ik op vakantie.
Dit jaar ging de vakantie naar China met als thema:
de zijderoute.
Maar de komende tijd ga ik eerst verder met het afmaken
van de serie over de vakantie van vorig jaar: Florence.
Als lokkertje een bericht over hotelkunst:
De vakantie begon in Dunhuang, een plaats in het westen van China. Reizigers op de zijderoute wisten dat bij de posten in de buurt van Dunhuang een andere wereld begon. Een wereld waar de invloed van het westen langzaam voelbaar werd. De zijderoute gaat niet alleen over producten als zijde maar ook over ideeen en religies. In de buurt van Dunhuang zijn de Mogao caves, grotten met Boeddhistische schilderingen. Het Boeddhisme dat via een tak van de zijderoute van India naar China kwam. Dunhuang hotel & restaurant, 18 Mingshan Road.
Lanzhou, Hualian Hotel, 1-9 Tianshui South Road. Als je diagonalen trekt door China dan ligt bij het kruispunt Lanzhou. Voor mij vooral een extra nacht om bij te komen van de lange reistijd met een High Speed Train.
Xi’an, de oude hoofdstad van China. De plaats van het Terracotta Army. Het leger van aardenwerk beelden van soldaten, boogschutters, paareden, strijdwagens en generaals, die de eerste keizer van China, Qin Shi Huang moesten begeleiden in het leven na zijn leven op aarde. Jiahe Hotel, 6 Jiefang Market. Het begin- of eindpunt van de zijderoute in China.
Shanghai, Central International Hotel, 800 FuPing Road. Shanghai, de moderne handelshoofdstad van China.
Ook in Jing De Zhen verbleef ik.
Maar het hotel had geen kunst op de kamers hangen.
Jingdezhen is de plaats waar de keizerlijke porceleinfabriek stond.
Het was dit porcelein waar we in Nederland gingen ‘namaken’ in Delft.
Dit was de kunst in het futuristische hotel in Hangzhou, vlak naast gebouwen van Alibaba, de grote Chinesche online retailer: FlyZoo Hotel, Ali Mall, No.8 Buidling. In de lobby was een robot aanwezig die de gasten aansprak, kinderen vermaakte met muziek of de gasten voorging richting hun kamers. De andere robots waren er om bestellingen aan te nemen en af te leveren bij de betreffende kamer. Daarbij was de lift voor hen totaal geen hindernis.
Hotelkunst
De dingen die aan de muur hangen in een hotelkamer
trekken altijd mijn aandacht.
Soms wordt je verrast met lokale kunst, heel vaak door kitsch.
Deze keer, in een hotel in São Filipe op Fogo leek het op kitsch
maar blijkt het om kunst met een grote ‘K’ re gaan.
Dit was het hotel in São Filipe, op Fogo. Geen idee wat de naam van het hotel was. Zoals je ziet was het hoteldeel achter het voorhuis smal om ruimte te maken voor het zwembad.
Dit landschap blijkt een schilderij te zijn van de Engelse schilder John Constable, de titel is Flatford Mill, ‘Scene on a Navigable River’, 1816 -1817.
Het schilderij is eigendom van Tate Britain, op hun website
vond ik de volgende tekst:
Constable began this picture, his largest exhibition canvas to be painted mainly outdoors, a few months before his marriage to Maria Bicknell.
He wrote to Maria from Bergholt on 12 September 1816: ‘I am now in the midst of a large picture here which I had contemplated for the next exhibition – it would have made my mind easy had it been forwarder – I cannot help it – we must not expect to have all our wishes complete’.
Prior to 1814, the artist produced his exhibition pictures in the studio, working from oil sketches and drawings, but in that year he declared his intention to make finished paintings from nature.
The summers of 1816 and 1817 were the last occasions upon which Constable spent any length of time at East Bergholt, and the last in which the artist painted directly from the scenery of his Suffolk childhood.Constable frequently depicted the scenes of his ‘careless boyhood’ which, he wrote to his friend Archdeacon Fisher, he associated with ‘all that lies on the banks of the Stour.
They made me a painter (& I am gratefull)’.
The Constable family business was at Flatford, about a mile from East Bergholt.
The family had a watermill on the Stour for grinding corn, and a dry dock for building the barges to transport grain to Mistley for shipment to London, as well as a watermill upstream at Dedham.
The passage up and down the river required the use of horse-drawn barges; the ropes had to be disconnected in order to allow the barges to be poled under Flatford bridge.
In this picture, a boy is disconnecting a rope and another sits astride a tow-horse.
Constable painted the inscription to appear as if it had been scratched in the earth with a stick.
Hotelkunst op Cabo Verde
India in 2013
Er is een vakantie waarvan ik ooit de hoogtepunten al eens had
laten zien maar waar ik nooit uitgebreid bij stil heb gestaan.
Tenminste niet op internet.
In 2013 (november) gingen we naar de Pushkar Fair.
Jaarlijks komen in Rajasthan, bij het plaatsje Pushkar,
de handelaren in kamelen bij elkaar.
Het evenement is een combinatie van een beurs voor zakenmensen
en een religieus festival.
Eerst een aantal dagen met de kuddes kamelen en dan gaat het
aan het eind van de week over in een religieus festival.
Pushkar is een kleine stad die rond een meer ligt.
Het terrein van de Pushkar Fair ligt buiten de stad.
De handelaren brengen hun eigen tenten mee.
De reis er naar toe was heftig (voor ons).
Eerst de vlucht naar New Delhi, dan kort slapen (paar uur),
dan met de auto naar Jaipur. Daar bleven we een dag en nacht
en dan door naar Pushkar.
Op de terugweg brengen we meer tijd in Jaipur en New Delhi door.
In 1995 waren we al eens in New Delhi en Jaipur geweest.
De wegen in Jaipur waren toen nog niet verhard.
Dat was nu wel.
Het hotel waar we deze keer verbleven was een voormalig stadspaleis.
Een koninklijke familie van buiten Pushkar had een eigen
paleis in de stad Jaipur om de invloedrijke maharadja
van Jaipur te bezoeken.
Het paleis wordt deels door de nazaten van de familie zelf gebruikt
en deels als hotel.
Let the magic begin.
Zo keken we vanaf het brede balkon van de kamer naar de omgeving, overdag.
Aan het begin van de avond verschijnt dan het buitenrestaurant.
Met het licht aan wordt alles een sprookje.
De entree van de hotelkamer.
Hotelkunst. Het bovenraam van een van de deuren. Tijd om te gaan slapen en morgen naar Pushkar.
RefugiArte
Op het moment dat we op vakantie in Guatemala en Honduras waren
zat een groot deel van de wereld in een andere crises:
de vluchtelingencrises.
We vlogen van Flores naar Guatemala City en op de
luchthaven van Flores zagen we een expositie met cartoons.
Ondersteund door UNHCR, was er een verzameling cartoons te zien
over de vluchtelingencrises door kunstenaars uit de regio
Zuid- en Midden-Amerika.
Die crises is er natuurlijk nog steeds alleen hebben we onze
aandacht op dit moment bij een ander probleem.
Een paar voorbeelden.
Angel Boligán, Cuba.
Flio (?), Territorio Hostil.
Ricardo Clement, Alecus, Mexico.
Luis Demetrio Calvo Solís, Mecho, Costa Rica.
Aangekomen in Guatemala City restte ons nog één nacht in
een hotel voordat we terug naar Amsterdam vlogen.
Dus nog één voorbeeld van hotelkunst:
Guatemala, Lake Petén Itzá, Flores
Flores is een soort van eiland in een meer in Guatemala.
Het eiland (Lake Petén Itzá) is met een brug/landtong verbonden met de
oever van het meer.
Het eiland is leuk maar niet heel spectaculair.
Dat wordt aangevuld met een interessant meer en de
nabijheid van Tikal.
Op deze dag reizen we van Rio Dulce naar Flores en
kijken daar nog even rond.
Daar zijn de foto’s van.
De volgende dag gaan we naar Tikal. die foto’s
volgen binnenkort.
Waar Copán vooral bijzonder is vanwege de beelden,
daar is de acropolis van Tikal sensationeel.
Maar laat ik beginnen met de hotelkunst.
Flores is een soort van cirkelvormig eiland in een meer. Aan de buitenkant loopt rondom een weg maar als wij er zijn staat een deel van die weg onder water.
De lantaarnpalen geven een idee van de weg.
Beeldrijm.
Daar waar een soort van brug op het eilandje uitkomt is een kleine open ruimte. Bij dit plein staat de naam van de provincie waarin Flores ligt. Het plein is de verzamelplaats van bussen en busjes waar toeristen worden opgehaald om bijvoorbeeld naar Tikal te gaan.
Het centrale plein van Flores ligt zo’n 20 meter hoger (misschien meer) dan de ondergelopen randweg.
Terug op de hotelkamer staart dit wezen ons aan.
Rio Dulce
Één januari 2019 is natuurlijk ook in Midden-Amerika een
speciale dag. We gingen met een taxi van Copán in Honduras
naar Rio Dulce in Guatemala.
Terug naar Guatemala dus.
Copán was een bewuste uitstap naar Honduras omdat we dan
toch ‘in de buurt’ waren. Nou heel erg de moeite waard.
Eerder had ik me dat niet gerealiseerd maar als je de landsgrenzen wegdenkt dan is het logisch dat het gebied wat nu Yucatan (in Mexico), Honduras, Belize en Guatemala heet, het gebied was waar de Maya’s leefden. Die rechte landsgrenzen tonen alleen maar aan dat die grenzen ‘onnatuurlijk’ zijn. Daarom is de interne migratie die in deze landen plaatsvindt ook logisch (een Engelssprekende man die in Honduras werkte, vertelde ons over die migratie).
Guatemala heeft in het oosten maar een kleine kuststrook. Het is de Caribische zijde van Guatemala. Rio Dulce is onder andere de naam van een rivier van het grote Lago de Izabal naar Livingston. Op het punt waar de rivier begint ligt een kleine plaats met een aantal hotels: San Felipe de Lara. Daar is ook een kasteel. Tegen het eind van de middag komen we bij het hotel aan en gaan nog even lopen. Deze hond wachtte ons op.
Maar eerst mijn verzameling hotelkunst uitbreiden. Het hotel bestond uit een paar centrale gebouwen en veel losstaande huisjes. In ons huisje hing dit tegen de muur.
Onderweg naar het kasteel kwamen we bij de toegangspoort. Daar kon je een kaartje kopen. Bij die poort veel winkeltjes en restaurants en een soort Piraten- en spookhuis. Daar hing deze lamp buiten.
Langs de weg naar het kasteel lagen deze graven.
Het was er druk. Veel barbecues, veel eten, veel drinken. Heel gezellig. Het weer was wat minder. Het was een beetje bewolkt aan het worden.
Het kasteel ligt op een kleine landtong. Ideaal voor allerlei vormen van vermaak.
Castillo de San Felipe Del Golfo, 1651.
Dit was de keuken en de eetkamer van het kasteel.
Hééél bijzonder is het kasteel niet. Het is uitgebreid en regelmatig verbouwd maar het was er gewoon gezellig. Heel leuk met voornamelijk lokale toeristen en dagjesmensen.
Het viel niet mee, ook zo aan het eind van de dag, om een foto te maken zonder mensen.
Hier krijg je een beetje een idee van de strategische ligging van het kasteel.
Castillo de San Felipe Del Golfo.
Overzicht van het kasteel.
Bijkeuken.
De jetski’s lagen natuurlijk buiten het kasteel.
Het werd langzaam rustiger in het Castillo de San Felipe Del Golfo en in San Felipe de Lara.



















































































