de Gezellen van het woord

Het boek dat ik net gelezen heb is:
Hella S. Haasse
De wegen der verbeelding

Een verhaal dat vrij onschuldig begint:
een man en vrouw ontmoeten elkaar,
krijgen eerder dan verwacht kinderen
waardoor hun rollen veranderen en ook
hun relatie tot elkaar.
Omstandigheden stellen hun in staat
op vakantie te gaan in Frankrijk.
Uiteindelijk blijken er parallellen
te lopen tussen hun leven en de literaire
ontmoetingen daarin aan de ene kant en
de Griekse mythologie.

Zij lazen ook veel, hun wereld bestond uit bedrukt papier, uit geschreven en gesproken meningen, beschouwingen, overwegingen.
In de literatuur van hun voorkeur speurden zijn naar het tegendeel van fictie.
‘Poëzie is de meest integere vorm van informatie,’ zie Klaas, die vond dat er niets ging boven hermetisch verborgen waarheid.
Maja geloofde dat ook op een minder verheven peil een weergave van werkelijkheid mogelijk was die het predicaat ‘waarachtig’ verdiende.
Zij hadden voor het paar dat zij samen vormden een naam bedacht: de Gezellen van het woord.
Klaas hoopte ooit een tijdschrift op te richten dat zo zou heten.

Pagina 16.

Dan maak ik een hele sprong in het boek.
Jullie moeten een reden houden om het boek zelf te gaan leven.
Klaas doet een literaire ontdekking.

In de eerste fasen overheersen associaties met kalme kleurharmonieën, blauw, groen, violet, en met aan wind en water verwante vloeiende bewegingen, later is alles rood, zwart. vurig: gloeiende lava, vuur onder as, smeulend gesteente, orkaan en cycloon, vloedgolf, een kosmisch geweld, dat echter in het morgenlicht na het ontwaken slechts verbeelding blijkt te zijn, evenals de transparante klaarte en koelte van het begin.

Pagina 82 – 83.

Dan lijkt het er op dat Haasse ons aanwijzingen geeft
hoe haar boek gelezen moet worden.
Of verbeeld ik me nu te veel?

Aantal en lengte van de versregels zijn uitermate gevarieerd, alle denkbare mogelijkheden van rijmschikking en strofebouw komen aan bod, en het resultaat is toverachtig caleidoscopisch.
De lezer ontdekt steeds nieuwe verbanden, zowel waar het de betekenis als de klankkleur en de visuele suggestie van de woorden betreft.
Ik wil gedicht na gedicht, strofe na strofe, aandachtig – letterlijk op de versvoet – volgen, trachten de ongehoorde rijkdom van deze poezie zoal niet bloot te leggen (ik durf niet te beweren dat ik die in heel haar gelaagdheid doorzie), dan toch te signaleren…’

HellaSHaasseDeWegenDerVerbeeldingRainbowPocket2010

Hella S. Haasse, De wegen der verbeelding.


Pagina 82.

Misschien wil ik er te veel in lezen, maar de tekst vind ik gewoon mooi.
Ook Maja komt met bijzondere verhalen in contact.

De herinnering aan die gewaarwordingen gaf nu kleur aan haar versie van Joops verhaal.
De eenzaamheid van de nachtelijke rit, met die twee passagiers, die zij zich gaandeweg was gaan voorstellen als een soort van grote insecten, wandelende takken, beklemde haar terwijl ze schreef.
Zij dacht te voelen wat Hoop volgens zijn zeggen gevoeld had: een zuigkracht vanuit de duisternis, een krankzinnige aandrang om zich tegen de bomen te platter te rijden.
‘Verbeelde hij het maar, of dreigde hij werkelijk de macht over het stuur te verliezen?

Pagina 89.

Een soort ‘Stille kracht’.
Op pagina 95 wordt het zo letterlijk genoemd:

Zij is er als een stille kracht, die rondwaart door huis en tuin, als iets dat in wezen vijandig is aan wat de dichter bezielt, iets dat hij tracht te bezweren, onschadelijk te maken, door de omgeving waarin zij dagelijks bezig is, de voorwerpen die zij hanteert, op zijn manier onder woorden te brengen , een andere functie te geven dan die welke haar aangaat.
Haar louter materiële wereld wordt zo zijn geestelijk voertuig.
Lege eierdoppen, aardappelschillen in de gootsteen, een weerbarstige plant in de serre, die dood wil gaan ondanks nooit aflatende aandacht (van haar kant), het spiegelbeeld van de kamer in de met bijenwas glanzend gewreven kastdeuren, een in haast gelezen, slordig “ontbladerde” en neergeworpen krant, stuk voor stuk tekens van een gekweld bestaan, dat moeizaam naar wedergeboorte, verlossing, toe groeit…’

Intussen verschijnt de ‘verbeelding’ op verschillende manieren in het boek.

In gedachten speelde zij een geliefkoosd spel: zij moest een huis inrichten, een ander, ruimer, huis dan haar landarbeiderwoninkje, en kon zich uit een welvoorziene spaarpot aanschaffen wat zij mooi vond.
Om de zitkamer van haar verbeelding, reeds ingericht met een blauw fluwelen sofa, empirestoelen, een wortelnoten commode met koperbeslag, te vervolmaken zocht zij naar passende wandversiering.
In een zaak ontdekte zij tussen gravures en aquarellen een paar iconen, in hun dofgouden Byzantijnse pracht als verdwaald te midden van victoriana.

Pagina 98.

Of zoals in het volgende manuscript:

De eerste “Morgenliederen voor Eva” heb ik in die jaren geschreven.
Het was mijn voorstelling, mijn verbeelding van de liefde tussen man en vrouw.

Pagina 137.

Of in het derde gedicht:

Soms voelde ik mezelf als een van de twee, nu eens de een, dan weer de ander.
Dan zag ik mijzelf zoals zij mij zagen.
Vaak leek het alsof ik meer was dan de som van ons drieën.
Dat zijn raadsels die niemand kan oplossen.
Ik geloof niet dat u de poezie kunt verklaren uit het leven van B. Mork.
Misschien zijn die verbeeldingen het eigenlijke leven geweest.

Pagina 138.

Dan volgt voor mij op pagina 139 tot 141 de sleutelpassage.
In dat stuk komt heel veel bij elkaar.
Daarom neem ik dat stuk tekst niet in zijn geheel op.

WP_20180517_19_49_13_ProHellaSHaasseDeWegenDerVerbeeldingPagina140-141

Hella S. Haasse, De wegen der verbeelding: pagina 140 – 141.


De volgende tekst van Wikipedia helpt misschien wel
om dit deel beter te begrijpen:

Aristaios is een figuur uit de Griekse mythologie.
Aristaios is een satyr en zoon van Apollo en de nimf Kyrene.

Zijn bekendste optreden is wellicht in de mythe van Orpheus, waarin hij de mooiste waternimf Eurydice belaagt en opjaagt, met als gevolg dat ze in haar vlucht op een slang trapt die haar een dodelijke beet toebrengt.
Hierop nemen de andere nimfen wraak.
Ze straffen Aristaios, die imker was, door al zijn bijen te doden.
Aristaios kon niet verklaren waarom zijn bijen plots stierven, en zijn moeder stelde voor bij Proteus te rade te gaan.
Hier komt Aristaios te weten dat het een straf is voor zijn poging tot aanranding van de nimf Eurydice.
Als boete zal hij vier koeien, vier stieren, een kalf en bloemen moeten offeren aan de goden.
Negen dagen na het offer groeiden uit de kadavers van die runderen nieuwe bijenzwermen.

Een mooie bespreking van het boek vond ik hier.
Deze bespreking geeft wel veel details weg.
Ik ben blij dat ik hem achteraf gelezen heb.

Soms kan Hella S. Hasse ook venijnig schrijven:

Het was alsof hij op een ijsschots dreef in die kamer met gebloemd behang, gebloemde gordijnen, gebloemde tapijtjes, vazen en andere ornamenten van gebloemd aardewerk, platen van bloemen aan de muur.
Echte bloemen stonden er niet.

Pagina 142.

Het einde van het boek is mooi.
Typisch Haasse:

In de groenblauwe hemel werd de sikkel van de wassende maan zichtbaar.
Op de snelweg, parallel aan de spoorbaan, had het verkeer de koplampen ontstoken.
Boven de personenauto’s, die als lage, gestroomlijnde, stalzoekende dieren langszoefden, torenden kalmer, maar onweerhoudbaar opstomend, de zware trucks-met-oplegger, gekroond, behangen met witte lichten voor en rode lampjes en reflectoren aan zij- en achterkant.
Die in de schemering grauwe gevaarten maakten niet de indruk huiswaarts te keren: vol bedwongen kracht bewogen zij zich voort, de ondergegane zon achterna, of – in groteren getale, zo leek het – naar het oosten, de nacht.

Pagina 149.

In het boek vond ik achterin de volgende titel over Haasse:

Lisa Kuitert & Mirjam Rotenstreich (red.),
Een doolhof van relaties (Oerboek, 2002).
Dat heb ik deze week gekocht en bespreek ik misschien binnenkort hier.

Vrijmarkt = boeken

Voor mij is dat in ieder geval zo.
Ieder jaar ga ik op de vrijmarkt op zoek naar boeken.
Boeken zijn er over het algemeen voldoende te koop.

Voor het tweede jaar op rij kon ik een boek kopen van Hella S. Haasse.

HellaSHaasseDeWegenDerVerbeeldingRainbowPocket2010

De 6,95 was de prijs voor het nieuwe exemplaar in 2010 in de winkel. Ik heb natuurlijk minder betaald voor Hella S. Haasse ‘De wegen der verbeelding’. Een Rainbow Pocket. Ik noem het hier als eerste maar het was het laatste boek dat ik kocht. ‘Heren van de thee’ had de verkoper ook maar dat boek heb ik al.


HetJaarInWoordEnBeeldWinklerPrinsJaarboek1973EenEncyclopischVerslagVanHetJaar1972Elsevier

Dit is het tweede boek dat ik kocht: ‘Het jaar in woord en beeld’. ‘Winkler Prins jaarboek 1973’. Logisch natuurlijk dat het boek over 1972 gaat: ‘Een encyclopedisch verslag van het jaar 1972’ uitgegeven door Elsevier. Gewoon leuk om eens door te bladeren. Dat vond ik bij een deel van een encyclopedie ook altijd al.


RolfDockerMariusLemniscaat1991-2eDruk

Voor kenners is het gelijk duidelijk waarom ik dit kocht: Rolf Döcker, Marius. Een uitgave van Lemniscaat uit 1991. De 2e druk.


WP_20180427_15_12_07_ProRolfDockerMariusAfgeschrevenOpenbareBibliotheekDussenHank

Toen ik het open deed zag ik meteen dat het een afgeschreven exemplaar van de Openbare Bibliotheek Dussen/Hank is. De jonge verkoper gaf aan dat het boek maar een keer gelezen was maar hij vertelde me maar wat.


WP_20180427_15_12_26_ProRolfDockerMariusSchijnbaarToevalligeWoordenZijnGemarkeerd

Schijnbaar willekeurig zijn er op de eerste vier pagina’s, met even zoveel kleuren, woorden gemarkeerd. Soms dezelfde woorden. Onduidelijk voor me waarom nou net die woorden: ontbijt, hutje, visser, maar, wandeling, hemel, oost, west, …..


WP_20180427_15_21_06_ProMetSchoonmaakazijnEnSpiritusSchoongemaakt

Met schoonmaakazijn en spiritus heb ik de band een stuk schoner kunnen maken. Ik heb een plannetje met het boek maar dat wordt misschien de komende tijd duidelijk.


Gargouilles – het woord kwam vaag bekend voor, nu de uitleg

WP_20180404_12_19_54_ProHellaSHaasseOgenblikkenInValois

Hella S. Haasse, Ogenblikken in Valois.


Dit jaar kwam er naast de herinneringen van Yvonne Keuls aan
Hella S. Haasse en herdruk uit van een boek van Hella S. Haasse.

Het boek ‘Ogenblikken in Valois’ wordt bijna aangekondigd in ‘Zoals ik jou ken, ken je mij’:

‘Ja, ja goed,’ zei Jan, ‘maar het zit erin dat ik de Haagse rechtbank ga verlaten, vervroegd dus, omdat ik me niet verenigen kan met… met wat ik dus niet mag vertellen.’
Codetaal.
‘Ja, en daardoor komt iets anders voor ons dichterbij,’ zei Hella. ‘De streek boven Parijs, de Valois, dat gebied tussen de rivieren Oise, Aisne en Ourcq… We reizen er altijd doorheen als we naar het zuiden gaan, en we hebben er ons hart aan verpand.’ Het woud der verwachting speelt zich in die streek af, legde ze uit, de Franse koningen bezaten er uitgestrekte domeinen. Daar waren de bossen van Compiegne, waar de edelen gingen jagen, Charles van Orléans trad in het huwelijk in Compiegne in 1406.

Yvonne Keuls, Zoals ik jou ken, ken je mij, pagina 166.

Eerder verwees ik al eens naar de recensie in de Volkskrant.
Bo van Houwelingen schreef die op 2 maart 2018 en zat er voor mij flink naast.

Lukraak slingeren we via nodeloos lange en complexe zinnen van de Keltische tijd naar de middeleeuwen,
van de Gallo-Romeinse tijd naar de Eerste Wereldoorlog,
van adellieden naar koningen,
van riviertje zus naar vallei zo,
van ruïne hier naar uitkijktoren daar,
ondertussen bedolven rakend onder een stortvloed van historische weetjes die je direct weer vergeet.

Het is verleidelijk om beide boeken in een recensie op te nemen.
De boeken zijn ongeveer tegelijkertijd uitgekomen, ter gelegenheid van
de 100ste geboortedag van de schrijfster (2 februari 1918)
die een van de boeken zelf schreef en van het andere boek het onderwerp is.

Maar het zijn wel twee verschillende boeken, elk met zijn eigen doel.
Niet twee boeken over Hella S. Haasse. Althans niet in de zin van een biografie.

Daar waar het boek van Yvonne Keuls (zoals ik jou ken, ken je mij) gaat
over de gezamenlijke avonturen van Haasse/Keuls en dus een kijkje geeft
op de persoon Hella S. Haasse, is Ogenblikken in Valois dat helemaal niet.
Het gaat over het beeld dat Valois bij Hella S. Haasse heeft opgeroepen.
Dat dit een beeld is waarin de historie een belangrijke rol speelt,
mag niet verrassen.

ik heb een paar stukjes uit het boek overgenomen.
Oordeel zelf.

Pagina 75 – 76: Mooi en belezen.

Feeën zijn bij uitstek Keltische toverwezens.
Van feeënbronnen, feeënrotsen, feeënweiden en -wouden wemelt het in de Franse folklore.
Ze heten altijd ‘Dames’, goede vrouwen, witte vrouwen of groende vrouwen.
Ze horen bij beken en meren, bij grote stenen, zij wonen in bomen in de wouden, bij voorkeur in beuken.
Niemand ziet hen ooit meer.
Er zijn alleen lange lage nevels, dunne mistslierten boven het water of tussen de stammen van het bos;
de boomstronken die de boeren hier en daar laten staan in hun akkers of aan de rand van een plek kreupelhout
lijken vaak op grillige gestalten met bezwerend geheven armen, als het ware in een danspas verstard.

Het is duidelijk dat hier iemand aan het werk is die zowel
een boodschap wil overbrengen als mooie Nederlandse taal schrijft.
Om zo’n stukje te schrijven moet je allereerst veel lezen.
anders kun je moeilijk beweringen doen over Franse folklore.
Daarnaast is het gewoon hard werk om de zinnen te maken zoals
je hier kunt lezen.

Haasse zegt het zelf als volgt in Zoals ik jou ken, ken je mij:

Hella reageerde afwijzend op Solzjenitsyns woorden en het feit dat Jan daarmee instemde. ‘Als je schrijft gaat het in de eerste plaats om je woordkeuze, om verbeelding, stijl, poëzie, fantasie, ritme, de emotie die je kunt overbrengen. Je onderwerp is daaraan ondergeschikt,’ zei ze.’ Als je als schrijver toevallig ook nog signaleert is dat meegenomen.’

Of ik het met haar eens ben is niet zo belangrijk.
Het is wel haar visie op schrijven.

Pagina 100: één lange zin.

De fraai gelegen schietbaan in Valois is in het oudste hooggelegen stadsdeel van La Ferté-Milon,
op de top van de heuvel, vlak onder de enige nog overeind staande, massieve, met boompjes en struiken begroeide, door duiven omfladderde frontale muur van de burcht
(omstreeks 1400 op last van Louis d’Orléans gebouwd),
die Henri IV liet ontmantelen,
omdat hij dat geducht sterke kasteel
– als het ooit in handen van zijn tegenstanders zou vallen –
een bedreiging achtte voor zijn koningschap.

Ook de lezer zal moeten werken bij Haasse.
Hierin lijkt Haasse totaal anders dan Yvonne Keuls die in korte zinnen schrijft
die minder werkt lijken te vragen.

Pagina 140: gargouilles – het woord kwam vaag bekend voor, nu de uitleg.

…..tot de klauwen van de waterspuwers, de gargouilles.
Het woord ‘gargouilles’ komt voor het eerst voor in een manuscript uit de veertiende eeuw.
Het was de naam van een bloeddorstige gevleugelde draak die, volgens de legende,
in een woud aan de oevers van de Seine huisde.
Omstreeks het jaar 700 zou het monster onschadelijk gemaakt zijn door de bisschop van Rouen, die zich,
bij gebrek aan andere vrijwilligers, op deze expeditie liet vergezellen door twee uit de kerker gerekruteerde misdadigers, een dief en een moordenaar.
Alleen de laatste had de moed de gargouille te lijf te gaan.
Oorsprong van dit verhaal is, meent men, het historische feit van het terugdringen van de buiten haar oevers getreden kronkelige ‘slang’ Seine,
en het droogleggen van het land rondom Rouen, dat bij iedere hoge waterstand tot een onafzienbaar moeras werd.

Pagina 173: Prachtig.

Eens, op een vroege ochtend in de herfst, zag ik bij Chantilly, tegen de achtergrond van het woud, uit de nevel een ruiter en zijn ros opdoemen:
het mooiste paard van de wereld, een schimmel met wuivende staart en manen, die op ranke benen met edel genegen hoofd licht dansend naderbij kwam door het lange gras.’

Als je zoals de schrijver van de recensie in de Volkskrant
meer van Haasse wilt te weten komen, dan kan dat wel in Ogenblikken in Valois.
De inleiding op bovenstaande tekst van Aleid Truijens
is volgens mij correct en geeft dat inzicht:

Voor Haasse is dat rijke verleden hier voelbaar,
het is de motor voor haar verbeelding.
Met gemak verplaatst ze zich naar vroeger tijden.

WP_20180404_12_21_45_ProHellaSHaasseOgenblikkenInValois

Het boek ligt wat ver weg op de foto. Dat is ook een beetje het perspectief dat Haasse geeft in het boek van Valois. Van heel dichtbij tot ver in het verleden.


Gelezen. Yvonne Keuls; Zoals ik jou ken, ken je mij

Natuurlijk kende ik Yvonne Keuls van naam.
Ook ‘Jan Rap en zijn maat’ is een boektitel die ik ken.
Maar gelezen, nee ik had nog nooit iets van haar gelezen.
Ik wist dus ook niet dat ze een koloniaal, Indonesische achtergrond heeft.
Dat ze Hella S. Haasse kende was me helemaal onbekend.

Ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van Hella S. Haasse
zijn er twee boeken verschenen:
Yvonne Keuls; Zoals ik jou ken, ken je mij
Hella S. Haasse; Ogenblikken in Valois.
Beide boeken ben ik aan het lezen.
Het een lees ik thuis, het andere in de trein.

WP_20180321_09_26_48_ProYvonneKeulsZoalsIkJouKenKenJijMij

Yvonne Keuls, Zoals ik jou ken, ken je mij.


Het is fantastisch dat Yvonne Keuls dit boek heeft geschreven.
Het zijn haar herinneringen van de ontmoetingen en gesprekken
met Hella S. Haasse. Eerst vanuit het perpectief van een fan.
Later als een vriendin of zelfs nog meer:

Dat ‘zustergevoel’ werd versterkt gedurende het jaar dat ik in het opvanghuis werkte. Hella herinnerde me er later aan dat ik in die periode tegen haar gezegd heb: ‘Greetje is mijn enige echte, verloren zuster. Maar jij, Hella, jij bent bijna onmerkbaar voor haar in de plaats gekomen.’

Yvonne Keuls, ‘Zoals ik jou ken, ken je mij’, pagina 125.

Het beeld dat de meeste mensen van Hella S. Haasse hebben,
(ik heb zo’n beeld in ieder geval, van een rustige,
wat teruggetrokken, ambachtelijke schrijfster)
verbind je niet gauw met drugs, kindermishandeling,
kraakpanden, kindermisbruik, criminaliteit of theatervernieuwing.
Maar door Yvonne Keuls kun je nu die relaties wel leggen.

De man van Hella S. Haasse, Jan van Lelyveld, was een rechter die
vervroegd met pensioen zou gaan vanwege het feit dat er op de
rechtbank Den Haag dingen gebeurde die hij niet met zijn gevoel
van recht kon verenigen.
Daar waar Jan geruchten hoorde over collega-rechters. sprak
Yvonne Keuls met jongeren die misbruikt werden:

Bij justitie sloeg de paniek toe. Men begon daar meteen te ontkennen toen de kranten om een reactie vroegen. Woordvoerder mr. J.J.H. Suyver, voormalig officier van justitie in Den Haag, verklaarde niets te weten over een pedofiele kinderrechter. ‘Of het zou de pedofiele kinderrechter uit de zaak-Koos H. moeten zijn.’ Aha, er zijn er dus twee, dacht ik, en ik maakte meteen een aantekening. Mr. Suyver werd teruggefloten, hij had kennelijk te veel gezegd, en er kwam een andere woordvoerder, officier van justitie mr. De Wit. (Suyver en De Wit, de namen alleen al, twee heren die justitie schoon moesten poetsen.) Mr. De Wit moest de volgende dag toegeven dat er wel degelijk een kinderrechter was die pedofiele contacten onderhield met jonge delinquenten.

Yvonne Keuls, ‘Zoals ik jou ken, ken je mij’, pagina 222-223.

Het boek is erg prettig om te lezen: korte hoofdstukken, vlotte stijl
en een mengsel van avontuur, televisie, mannenwereld-vrouwenwereld,
drama, Indie, familie en haar liefdevolle beschrijving van Hella S. Haasse.

Grappig is ook dat het andere boek (Hella S. Haasse; Ogenblikken in Valois.)
kort genoemd wordt.
Maar daar kom ik nog wel op terug als er een blogje volgt over dat boek.

Er wordt nog een theorie over een boek van Haasse verteld:

Het was het moment -zo in het halfdonker- om Hella’s nieuwe roman De wegen der verbeelding met elkaar te bespreken. ….. Maja, de hoofdpersoon krijgt een lift van vrachtwagenchauffeur Joop, de man ‘met verbeelding’ Hij inspireert haar door haar verhalen te vertellen die zij opschrijft en vervolgens weer doorgeeft aan haar man die schrijver is, en die op zijn beurt weer in een andere vorm opschrijft… Het eeuwig doorgeven van verhalen, zoals ik dat ook kende. Mijn moeder die de verhalen van haar familie, haar volk aan me vertelde, ik die ze opschreef en doorgaf. De een die de ander nodig heeft om het systeem in stand te houden, maar vooral om te gedijen. een symbiose, een soort zwanger zijn van elkaar.

Yvonne Keuls, ‘Zoals ik jou ken, ken je mij’, pagina 206-207.

Dan voor de liefhebbers.
Op pagina 129 wordt geschreven over thee.
Thee en Indonesie, heel belangrijk.
Hella koopt thee voor de moeder van Yvonne Keuls.
Dat doet ze bij een winkel in den Haag en die blijkt nog steeds te bestaan.
Melatithee, Improc op de Denneweg.

WP_20180321_10_06_36_ProYvonneKeulsZoalsIkJouKenKenJijMijHellaSHaasseOgenblikkenInValois

Hella S. Haasse, ‘Ogenblikken in Valois’ en ‘Zoals ik jou ken, ken je mij’ van Yvonne Keuls.


Bredase vlaggenparade

 photo DSC_2106AlWatMeerOranje.jpg

Al wat meer oranje dan gister eind van de middag op het Kasteelplein.


 photo DSC_2107DeMarktOpHetKasteelplein.jpg

De markt op het Kasteelplein.


 photo DSC_2109.jpg


 photo DSC_2110.jpg

De vrijmarkt in het Valkenberg is nog rustig.


 photo DSC_2113KasteelEnBezoekers.jpg

Intussen op het kasteel.


 photo DSC_2116HierMoetHetGebeuren.jpg

Het centrum van de aandacht.


 photo DSC_2117KasteelEnGroteKerk.jpg


 photo DSC_2119MuziekEnCadettenTredenAan.jpg

Een deel van de muziek en de cadetten treden aan.


 photo DSC_2121.jpg


 photo DSC_2123.jpg

Genodigden.


 photo DSC_2124.jpg


 photo DSC_2125DeSprekers.jpg

Gevolgd door de sprekers.


 photo DSC_2128NederlandseVlag.jpg

De Nederlandse Vlag.


 photo DSC_2130BredaseVlag.jpg

De Bredase Vlag.


 photo DSC_2131BredaseVlag.jpg


 photo DSC_2132WatTeDenkenVanHetWeer.jpg

Wat te denken van het weer?


 photo DSC_2133Publiek.jpg


 photo DSC_2140BurgemeesterPaulDepla.jpg

Burgemeester Paul Depla.


 photo DSC_2144.jpg


 photo DSC_2147.jpg

Een cadet werd onwel. Ik kan me niet voorstellen dat het van de zon of de temperatuur was. Met moeite was het 10 graden.


 photo DSC_2148ErwerdErMaarEenOnwel.jpg


Na de toespraken ben ik naar het Valkenberg gegaan.
Even kijken hoe het is op de vrijmarkt.
Ik heb er een boek gekocht.
Ik zag een boek met essays leggen van Hella S. Haasse.
De verkoopster wilde 1 euro.
Maar ik heb niet meer zoveel klein geld bij me.
Het meeste dat je betaalt, betaal je electronisch.
Met veel moeite kreeg ik 80 cent bij elkaar.
Dat was ook goed.

 photo WP_20170427_002HellaSHaasseLezenAchterDeLetters.jpg

Hella S. Haasse, Lezen achter de letters.


Infinit is gereed

 photo DSC_6298Geopend.jpg

Hier ligt mijn boek, opengeslagen, in de zon.


 photo DSC_6299Geopend.jpg

De deksel doet ook dienst als standaard voor de tekst.


 photo DSC_6300Uitgepakt.jpg

In de doos zitten naar Infinit met de tekst nog een voorwerp en een koordje.


 photo DSC_6301MetBok.jpg

Het voorwerp en het koordje vormen samen een soort bok zodat de tekst mooi rechtop blijft staan. Het chassis is de lessenaar.


 photo DSC_6302Infinit.jpg

Zo staat dan het boek en kan het gelezen worden.


De tekst bestaat uit 8 delen maar de delen vormen samen 1 tekst.
Om de leesvolgorde te ondersteunen begint ieder tekstdeel
met het paginanummer.

 photo DSC_6303EenTwee.jpg

Deel een en twee.


Tekst 1:

Een boek, voor mij, is een beschermings-mechanisme voor tekst, die het tegelijkertijd mogelijk maakt om van die tekst kennis te nemen.
B E S C H E R M I N G E N L E Z E N
Dat is nu een probleem met hoe het boekje Infinit wordt gepresenteerd. Infinit/infinite staat voor oneindig. Het is dan ook een presentatievorm van tekst die je ‘oneindig’ kunt omvouwen. Steeds kun je vanuit de binnenkant de volgende teksten openen. Om het lezen aangenaam en begrijpelijk te maken, kun je het boekje Infinit op verschillende manieren benaderen. Daarvoor heb ik een oplossing bedacht.
Dat voor wat betreft het lezen. Maar het element bescherming ontbreekt. Daarom heb ik een plat doosje gemaakt dat het boekje beschermt en tegelijk een presentatieplatform biedt.

Tekst 2:

Twee manieren, of misschien nog meer, zijn er om de pagina’s ‘om te slaan’. De doorlopende tekst wordt door die verschillende manieren van bladeren niet altijd goed leesbaar. Daarom begint iedere pagina van deze tekst met zijn paginanummer.
De bescherming van een tekst tegen vocht, licht, stof en gebruik, gebeurt vaak door een kaft. Maar soms is een doosje ook heel geschikt. Dit doosje heeft echter nog een functie.
P R E S E N T A T I E
Iedere keer als je een volgende tekst van het boekje wilt lezen, open je de pagina’s van de binnenzijde naar buiten, en draai je het boekje een kwartslag naar rechts. De opstaande zijkanten passen precies in de twee gleuven in de bodem van de doos. Zo kan de volgende tekst gelezen worden.

 photo DSC_6304DrieVier.jpg

Deel drie en vier.


Tekst 3:

Drie functies kan ik bedenken die een reden zijn om een boek te maken, naast de functies die al genoemd zijn: plezier, verspreiding en het bewaren van de tekst en/of afbeeldingen.
V R I J H E I D
Uiteindelijk zijn de ideeën die tot tekst gevormd zijn het belangrijkst. Die tekst mag vernieuwend, controversieel, wervend of uitdagend zijn. Dat hoeft natuurlijk niet. De vrijheid om dat wat je bezig houdt op ‘papier’ te zetten en het te verspreiden, is een fundamenteel recht. Dat kan schuren, wringen en weerstand oproepen, maar dat mag/moet dan ook. Iets anders is het als mensen het recht om te beledigen opeisen. Dan lijkt het niet meer om de zaak te gaan maar om de actie op zich. Duidelijk is dat die grens erg gevoelsmatig en grijs is. Beter van afblijven dus.

Tekst 4:

Vier dat recht op persvrijheid en vrije meningsuiting. Schrijf, spreek, blog, presenteer, schets, teken, maak foto’s, zing en maak games (volgens literatuurwetenschapper F.W. Korsten zijn games de toekomst van de literatuur. Arnon Grunberg sluit daar op aan met ‘Ook taal is een simulatie van de werkelijkheid. Een game.’ Volkskrant 21/02/2015)
H O R I Z O N T A A L
Lees in dit boek bij voorkeur de horizontaal liggende tekst. ‘Liggende’ is hier letterlijk bedoeld. Lees vervolgens de tekst van links naar rechts.
Je kunt de teksten op de opstaande randen ook zien en misschien met wat moeite ook lezen, maar als je steeds de horizontaal liggende paren tekst leest, weet je zeker dat na de teksten een en twee, drie en vier, tekst

 photo DSC_6305VijfZes.jpg

Deel vijf en zes.

Tekst 5:

Vijf komt, samen met zes, gevolgd door zeven en acht.
Teksten en tekeningen (of iedere andere vorm van afbeeldingen) zijn twee verschillende technieken om ideeën over te brengen. In die zin zijn ze voor mij hetzelfde en hebben ze, in relatie tot een boek, dezelfde functie. Maar ze zijn anders, ze kunnen elkaar versterken en sommige lezers beleven meer plezier aan een tekening dan aan een tekst en andersom. Met beide kun je een verhaal vertellen.
Het maken van een goed verhaal is een vak of kunst op zich.
V E R H A A L
Het is duidelijk dat schrijven niet een kunst is waar ik in uitblink. Deze tekst is dan ook een middel voor mij om het boekje Infinit te kunnen maken.

Tekst 6:

Zes dagen heeft het mij op zijn minst gekost om deze tekst te maken. De combinatie van het onderwerp en de eis, die ik mezelf had opgelegd, om iedere tekst met het paginanummer te laten beginnen, was veel gevraagd.
S C H R I F T
Maar het is gelukt en daarmee kunnen we nog even stilstaan bij de geschiedenis van het boek. Want al voel ik me soms een monnik, de geschiedenis van het boek is veel ouder dan dat van de Middeleeuwse monniken.
Al bij de oudste beschavingen (Soemerië, China, Egypte en de Indus-vallei) ontstonden verschillende vormen van het schrift (spijkerschrift, hiërogliefen, alfabet) en manieren om geschreven teksten te bewaren (klei, papyrus).


 photo DSC_6306ZevenAcht.jpg

Deel zeven en acht.


Tekst 7:

Zeven jaar duurt een bepaalde opleiding tot boekbinder. Dat is niet te combineren met mijn werk en privéleven. Het moet wel een hobby blijven. Bovendien zit de lol er voor mij niet in om voor andere mensen boeken te maken.
B O E K
Zusterboeken. Dat is het grote thema waarin een aantal van de toekomstige projecten zullen komen te staan. Zusterboeken zijn boeken waarvan/waarover ik meer dan 1 exemplaar heb of gemaakt heb. Een tijd terug kocht ik bijvoorbeeld een zesde druk van Hella S. Haasse ‘Het woud der verwachting’, 1962. Toen kreeg ik een paar weken geleden nog een versie van dit boek van mijn moeder. Een negenentwintigste druk uit 2011. Deze boeken zijn zusterboeken en die horen bij elkaar te blijven. Daar ga ik voor zorgen.

Tekst 8:

Acht pagina’s over wat ik denk dat een boek is. Maar wat denken anderen? Ik zocht en vond bijvoorbeeld de volgende vertaalde definitie van Philip Smith (boekbinder uit Engeland)
Een boek is de verpakking van meerdere oppervlaktes die samengehouden worden in een vaste of variabele volgorde door een scharniermechanisme, enige vorm van ondersteuning of een container, met daaraan verbonden zichtbaar of gesproken inhoud die we een tekst noemen.
SAMENGEHOUDEN DRAGER VAN TEKST
Volgens de auteur sluit deze definitie tekstdragers als kleitabletten en rollen uit, zo ook enkelvoudige oppervlaktes waarop een tekst is aangebracht (een tekst op een folder is geen boek).
Volgens deze definitie kan een CD een boek zijn.

Spiegelbeeld en schaduwspel

Citaten van pagina 174, 175 en 177.

Het is, zoals we al eerder zagen, een sleutelbegrip bij Haasse, het besef dat de mens als individu (en trouwens ook de maatschappij als geheel) een vorige fase achter zich laat en begint aan een nieuwe. Ze schrijft: ‘Als een volwassene erkennen dat de levensvormen van een rijpingsproces, de jeugd, plaatsgemaakt hebben voor die van een ander. Als gemeenschapswezen in zichzelf het begin beleven van de grote verandering van alleen maar westerse mens naar wereldmens.’ De mens groeit met andere woorden, hij gaat van de ene geestelijke toestand over in de andere, hij laat als een slang zijn oude huid achter zich en neemt een nieuwe aan. Het beeld van gestage, geleidelijke groei, van metamorfose, vind je terug in oude beschavingen en vele religies. Neem bijvoorbeeld de trappen van het boeddhisme, onder andere weergegeven in de terrassenopbouw van de Boroboedoer, de tempel op Java. De onderste terrassen symboliseren de gewone mens, die (nog) begeerten en ambities kent. De hoogste, het nirvana, wordt slechts bereikt door degene die totaal onthecht in de wereld staat.

 

Die overgang van de ene naar de andere fase gaat gepaard met crises in het leven van het individu, zoals de overgang van een weersgesteldheid van het ene type naar het andere gepaard gaat met storm en regen. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingen in de samenleving. Dat moeizame proces, ‘de lange zwerftocht nodig om tot de inwijding te geraken’, schrijft Haasse, wordt symbolisch uitgedrukt ‘in meander- en spiraalvormen, in labyrinten’. Het dolen door een labyrint is dus een fase in een proces van bewustwording, een fase die aan verandering vooraf gaat. Het is ‘een afdaling in het eigen innerlijk voor het herboren worden in de nieuwe werkelijkheid.

 

Haasse: ‘Ik vermoed dat dat alles gebouwd was om mensen te verbazen en te ontregelen. Je moest je je verwonderen als je daar binnenkwam. Denk aan De verwondering van Hugo Claus uit 1962, ook een labyrintisch verhaal, waarin verwondering dezelfde betekenis heeft. In het Engelse amazement (verwondering) zit maze, wat doolhof betekent.

Margot Dijkgraaf over en met Hella S. Haasse in Spiegelbeeld en schaduwspel.

Spiegelbeeld en Schaduwspel

Citaat van pagina 151:

Waarom was geschiedenis voor Haasse als romanschrijfster zo belangrijk? ‘Als je je daarin verdiept, kun je een enorme ruimte bestrijken. De cultuur van het geschreven woord zal nooit verloren gaan. Iets bestaat pas als je er zelf een betekenis aan toekent, als je in woord interpreteert wat je ziet’. Sommige romans uit de wereldliteratuur (Madame Bovary van Flaubert, romans van Stendhal, Colette) herlas ze steeds weer, sommige had ze wel twintig keer gelezen. Het verveelde haar nooit. ‘Herlezen is alleen maar vervelend als je louter het verhaaltje wilt lezen en als je je niet voor mensen interesseert, of voor vormgeving in taal. De geschiedenis, de cultuurgeschiedenis is zo rijk – hoe kun je ooit het idee hebben dat je het allemaal gezien hebt? Je eigen veronderstellingen over wat er in het heden aan de hand is, kun je koppelen aan de gegevens die je uit vroeger tijden worden aangereikt. Daarom begrijp ik ook absoluut niet dat er mensen zijn die zich niet voor het verleden interesseren.

Margot Dijkgraaf over en met Hella S. Haasse.

Rustig

Het is een beetje rustig op mijn blog.
Dat is niet omdat ik niets doe, maar omdat de dingen
waar ik nu aan werk zoveel tijd in beslag nemen.
Een paar maanden geleden ben ik van baan veranderd
en kreeg bij mijn afscheid van mijn collega’s
een aantal cadeaubonnen.

Daar heb ik 4 boeken voor gekocht:

Els Snick,
Waar het me slecht gaat is mijn vaderland
Joseph Roth in Nederland en Belgie

Joseph Roth,
Job

Margot Dijkgraaf,
Spiegelbeeld en schaduwspel
Het oeuvre van Hella S. Haasse

Kristofer Schipper,
Confusius De gesprekken
Vertaald en toegelicht

Daar ben ik druk mee bezig.
Allereerst om de boeken te lezen.
Ik ben aan alle 4 begonnen maar eigenlijk is het boek
over Confusius het enige waar ik nog niet echt aan begonnen ben.
Dat komt omdat ik iemand ken in China waar ik regelmatig
contact mee heb en met wie ik over dit boek van gedachten wil wisselen.
Maar eerst wil ik hem deelgenoot maken van de publiciteit
rond het boek. Daarvoor moet ik de Nederlandse artikelen
wel eerst in het Engels vertalen.
Zijn Nederlands is niet zo goed.
Dat is een werk waar ik nog niet aan begonnen ben.
Ik wil eerst een van de artikelen leesbaar maken
zodat ik het kan opnemen op mijn blog.
Dat gaat over de boekbespreking/het interview dat in
de Volkskrant verscheen.
Nadeel van een krantenartikel is dat de leesbaarheid soms slecht is
door het slechte drukwerk.

 photo DSC_3991.jpg

Dit is het artikel uit de Volkskrant van 14 juni 2014: ‘Prettiger gesprekken’ door Wilma de Rek.


 photo DSC_3989Kolom02Detail.jpg

Dit is een voorbeeld van het druk werk na mijn bewerking (eerste vier regels) en voor mijn bewerking (rest van de tekst). Detail van kolom 2 van het artikel ‘Prettiger gesprekken’ .


Waarschijnlijk zal er eerst een reactie van me verschijnen op het boek
over het oeuvre van Hella Haasse.

Heren van de thee

Het is deze week Boekenweek, dus een korte ‘boekbespreking’ is op zijn plaats.
Na het overlijden van Hella Haase besloot ik haar ‘grote roman’ te lezen.
Wat me meteen opviel was dat het boek en de titel op gespannen voet leven.
De titel creerde bij mij een beeld van een soort heldhaftige avonturenroman.
Maar ‘Heren van de thee’ is een soort familieroman waar de traditionele rollen
van man en vrouw aan de orde worden gesteld.
De roman speelt in Indonesie en gaat over een oer-Nederlandse familie
met ambities. Koloniale ambities.
Handelsgeest gaan hierin samen met gedreven inzet, traditionele rollen, liefde
en geld, uiteindelijk veel geld.
Het taalgebruik van Hella Hasse is mooi.
Prachtig zijn de landschapsbeschrijvingen.
Het vertelt de geschiedenis van ons koloniaal verleden vanuit het perspectief
van de hardwerkende koloniaal. Niet vanuit een ambtenaar bijvoorbeeld.
De vorm van de roman, met name in het tweede deel is mooi.
Afwisselend lange hoofdstukken en korte briefjes, gedachten, verslagen
van gebeurtenissen.
Geen grote roman in de zin van Mulisch met complexe structuren, driedubbele bodems
en literaire verwijzingen (Hoewel Multatuli een bijrol heeft).
Maar een meeslepende roman van gewone mensen in bijzondere omstandigheden
met oer-Hollandse conventies die een gevangenis blijken te kunnen worden.