




Anton Heyboer, Documenta III, 1963, ets. Deze afbeelding wordt gevormd door twee grote bladen, twee grote etsen.
De tentoonstelling die ik afgelopen vrijdagmiddag
in het Gemeente Museum in Den Haag zag
van het werk van Anton Heyboer is zonder twijfel,
een van de moeilijkste tentoonstellingen die ik dit jaar heb gezien.
Misschien wel van de afgelopen jaren.
Ook ik ken de filmpjes van die rare man met vijf vrouwen
die in heel primitieve omstandigheden woont.
Die zich er niet voor schaamt, nee,
die met zijn manier van leven te koop loopt.
Die de kunstwereld te kijk wil zetten als een vreemde
wereld, maar die zelf heel, heel vreemd overkomt.
Dan nu, serieus naar zijn werk gaan kijken.
Vooroordelen proberen los te laten
(ze zitten al heel lang in dat hoofd).
Moeilijk.
Het interview door Netty Rosenfeld (1921 – 2001),
‘Een mens is ook maar een mens’ uit 1969,
in zwart-wit, helpt.
Je ziet daarin een man die weet wat er in de wereld gebeurd
maar die bewust zijn eigen keuzes maakt.
Niet meegaat in wat algemeen geaccepteerd is maar
eigen regels opstelt en die naleeft.
Regels opstellen is tot daar aan toe, maar naleven,
daar is durf en doorzettingsvermogen voor nodig.
De keuzes die hij maakt zijn alles behalve eenvoudig.
Dit is geen dwaas.

Foto’s maken met je telefoon was moeilijk. Het licht is waarschijnlijk prima voor de werken op papier maar voor de camera minder geschikt. Anton Heyboer, Het goede moment, 1963, ets. Je kunt zeggen wat je wil van Heyboer maar dit is niet zomaar in elkaar geflanst. Dit zijn 27 grote etsen die samen 1 afbeelding vormen. 5 Meter breed, ruim 3 meter hoog. Je hoeft het niet mooi te vinden of te begrijpen maar dit maak je niet even op een achternamiddag zonder na te denken.

Dat dit ontwerp in een eenvoudige multomap zit vind ik mooi.

Nog twee ontwerpen, overdenkingen. Op briefpapier van J.H. Piers, plastisch chirurg in Amsterdam.

De haast obsessieve manier waarop Anton Heyboer duidelijk wil maken dat een werk van hem is, doet me denken aan de rode stempels op Chinese kunstwerken. Daar zie je vaak zo’n afdruk van een stempel voorzien van tekst die er met de hand bijgeschreven is. Hier zie je ook die rode kleur, tekst en oets dat op vingerafdrukken lijkt. Op de tentoonstelling zie je steeds andere manieren om duidelijk te maken door wie het werk gemaakt is, om echtheid vast te stellen. Dit is van lang voor de opname met Andre van Duin in 1996.

Op de foto’s die op de tentoonstelling hangen zie je dit merkteken. Heyboer Goats milk & cheese, Den Ilp, Noord Holland.

Anton Heyboer, Parapsychologie, 3de schilderij, 1962, zink en teer op hout.

Een voorbeeld van de foto’s die of Anton Heyboer zelf maakte of een van de vrouwen. Vervolgens beschildert Anton Heyboer de foto met ‘het systeem’.

Anton Heyboer, Zonder titel, 1975, olieverf en lakverf op doek. Op veel van zijn werk zie he dingen terug van zijn systeem. Nummers, cirkels, elkaar kruisende lijnen en eenvoudige mensverbeeldingen.

Teksten, heel veel teksten. Daar zit ook wel een probleem. Niet dat Anton Heyboer teksten gebruikt op zijn werk maar de interpretatie ervan is een probleem. Vaak is de naam van het werk een van de teksten. Zoals hier. Anton Heyboer, World, 1976, olieverf op doek. Maar die teksten zijn niet eenduidig. Wat is de belangrijkste tekst. Wat wordt er bedoeld.

Anton Heyboer, Me is to exist I is creation, 1974, olieverf op doek.


Anton Heyboer, Zonder titel, 1975, olieverf op doek.

Anton Heyboer, To fall is reason to life, 1974, olieverf op doek.

Op hetzelfde doek staat: Life and living is the moving of excistence, Anton Heyboer, 197x (datering mij onduidelijk).

Anton Heyboer, To fall is reason to life, 1974, olieverf op doek. Detail.

Ondertekening van: Anton Heyboer, Mens zonder illusies, 1966, ets.

Anton Heyboer, Mens zonder illusies, 1966, ets.

Een voorbeeld van hoe Anton Heyboer bezig was de echtheid van zijn werk duidelijk te maken. Op een van de eerste etsen zijn later stukken papier toegevoegd. Door Anton zelf. Dat wil zijn handtekening in ieder geval bewijzen. Anton Heyboer, Man ziet naar zijn bloed, 1970, ets en collage op papier.

De handtekening is over de toevoegingen en het eerste werk aangebracht.

Het systeem van Anton Heyboer. In de catalogus is de tekst uit 1976 van Hans Locher opgenomen waarin hij probeert het systeem van Anton Heyboer en de ontwikkelingen daarin te volgen.

Anton Heyboer, Etsplaat van het systeem.

Een van de vijf panelen van het werk met de titel Vrij lijden van Anton Heyboer uit 1967, ets.

Anton Heyboer, Vrij lijden, 1967, ets.

De ondertekening van Anton Heyboer met de aantekening: Eigen druk.

Bij de tentoonstelling verscheen ook een mooie catalogus met veel stof tot nadenken.
Velen zien Anton Heyboer (1924 / 2005) als de belangrijkste volkskunstenaar van Nederland.
Hij is niet alleen beroemd door zijn werk, maar vooral ook om zijn leven.
Desondanks is het veertig jaar geleden dat in een groot Nederlands museum een tentoonstelling van zijn werk te zien was.
Heyboer staat vooral bekend als die dwaas met vijf vrouwen, zijn persiflage van het kunstenaarsgenie en om zijn handelsmerk: de kip.
Maar wie weet nog dat zijn werk in de jaren zestig wordt aangekocht door het Museum of Modern Art in New York?
Dat hij in 1964 op Documenta III exposeert en dat hij met Francis Bacon (1909 – 1992), David Hockney (geb. 1937) en Jean Dubuffet (1901 – 1985) in 1975 in het Los Angeles County Museum of Art wordt gepresenteerd als een van de belangrijkste Europese schilders van dat moment?
En dat zijn werk tot halverwege de jaren zeventig actief wordt aangekocht en geëxposeerd door het Gemeentemuseum Den Haag en Stedelijk Museum Amsterdam?
Save
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...