Bindend verleden: een boekbindproject rond Hugo de Groot

In een serie berichten neem ik je mee op mijn boekbindavontuur.
Daarbij volg ik de Stichting Handboekbinden die het initiatief nam voor
een bijzonder boekbindtraject. Alle leden en belangstellenden kunnen meedoen.
Natuurlijk kozen ze er voor een boek in losse katernen beschikbaar
te maken rond een belangrijk historisch boek dat vandaag nog
steeds actueel is. Het project zal worden afgerond met een tentoonstelling
van alle handgebonden boeken in Rijksmuseum Slot Loevestein.

Het boek verschijnt ter gelegenheid van het feit dat in 2025 het
400 jaar geleden is dat het boek ‘de iure belli ac pacis’ van
Hugo de Groot verscheen.
Deze Nederlandse denker, over onder andere recht, schreef dit boek en
vanwege de grote invloed van het boek op ons denken over de
juridische kant van oorlog en vrede, werd dit in 1991 als deel 8 opgenomen
in de serie ‘Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland’.
De uitgave die ik wil gaan inbinden en die in losse katernen te koop is
bij de Stichting Handboekbinden, is verzorgd door en voorzien van
inleiding en annotaties door A.C. Eyffinger en B.P. Vermeulen.

Dus een dik en groot boek met een belangrijke inhoud.
Ik koos er voor om als bindwijze de ‘Spitselband’ te gebruiken.
Deze bindwijze was populair in oa Nederland in de 16e en
17e eeuw.

Omdat ik deze manier van binden niet eerder heb toegepast besloot ik
eerst een dummy te maken. De katernen zijn daarvoor gereed.
De spitsels en de ‘achtersteeksels’ zijn uit perkament gesneden en
de eerste katernen zijn al ingebonden met kettingsteek en rondslag.

Tijd om deze eerste stap in het inbinden af te ronden.
Het meest interessante deel voor mij was het laatste katern. In
dit geval is dat een schutbladkatern.
Bij beide schutbladkaternen wordt de rondslag iets anders uitgevoerd.
Deze keer ga ik niet zomaar rond de perkamenten spitsel maar begin je
door met de naald midden door achtersteeksel en spitsel te gaan.
Het geeft je de kans om de dikte van het boekblok vast te zetten
en om op een stevige manier het inbinden af te ronden.

Het afronden van deze eerste stap, zag er in foto’s als volgt uit:

IMG_7295DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7296DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7297DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7298DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSpitselVoorprikkenIMG_7299DenkenOverOorlogEnVredeInbindenStapEenGereed

Bij het laatste katern ging het helaas mis. Ik trok te hard en op de verkeerde manier aan het garen, met als gevolg dat de draad het katern een stuk inscheurt. Dat ziet er niet mooi uit en je verliest ook een beetje stevigheid. Maar het zorgt er niet voor dat ik niet verder kan. Dus op naar de volgende stap.


Aan mij de taak om het artikel van Karin Cox weer te vervolgen
en de inhoud ervan te vergelijken met het hoofdstuk van Peter Goddijn.
Zij zijn de twee bronnen waar ik me op baseer.
Natuurlijk lees je daar binnenkort weer over hier op mijn blog waarbij
ik de vergelijking tussen beide bronnen uitdiep.

De eerste naald gaat erin…

De vorige keer ik schreef over mijn ‘Ode aan boekbinden’,
de dummy voor ‘Denken over oorlog en vrede‘, het boek dat
de beroemde tekst ‘de iure belli ac pacis‘ van Hugo de Groot
in beeld brengt. Toen ging het vooral over de laatste voorbereidingen.

Gisteren ben ik werkelijk begonnen met het naaien van het
boekblok. Stap voor stap neem ik je mee in deze avontuurlijke reis.
Nooit eerder maakte ik een spitselband dus veel is nieuw.

Voor mijn stappenplan gebruik ik de twee artikelen van Karin Cox
en het betreffende hoofdstuk van Peter Goddijn.
In eerdere berichten heb ik deze bronnen al besproken,
waaronder hun werkwijze en verschillen..

Het wordt het spannendst voor mij als mijn bronnen elkaar tegen
spreken en ik een keuze moet maken.
Dat was gisteren ook weer het geval.
Karin Cox geeft aan dat je de spitselband-methode uitvoert zonder
naaibankje.
Dat ziet er dan ongeveer zo uit:

IMG_7256DenkenOverOorlogEnVredeInbindenCoxGeenNaaibankGoddijnWegwerpNaaibank

Hier zijn de spitsels en achtersteeksels onder het eerste katern gestoken dat ik ga inbinden. Dat is het laatste, achterste katern. Een van de twee schutbladkaternen.

IMG_7257DenkenOverOorlogEnVredeInbindenAchtersteekselEnSpitselVoorVoorgespriktBoekblok

De spitsels positioneren zich tussen de voorgeprikte gaten in de katernen.

IMG_7258DenkenOverOorlogEnVredeInbindenVoorgepriktAchtersteekselEnSpitsel

Achtersteeksel en spitsel zijn ook voorgeprikt.

IMG_7259DenkenOverOorlogEnVredeInbindenNaaldEnDraad

De draad zit in de naald: (aantal katernen x lengte van kettingsteek tot kettingsteek) + extra lengte.


Peter Goddijn bespreekt een soort van eenmalige naaibank.
Een die je maakt specifiek op het boek dat je gaat binden.
Bij een boekbinderij kan dat dan gaan om een reeks van exemplaren
van dezelfde titel.
De constructie is goed bedacht en kan volgens mij best goed werken.

Maar tegendraads als ik ben besluit ik om toch mijn naaibankje
te gebruiken. Ik zie een aantal voordelen van het gebruik
van mijn naaibankje::
1. voor het eerste katern wil ik spitsel en achtersteeksel toch
even vastzetten. Ik doe dat met schilders tape. Dat vastzetten
kan makkelijk op de tafel van mijn naaibankje;
2. mijn naaibankje kan eenvoudig het katern open houden. Als je dat
niet zo doet heb je veel minder bewegingsvrijheid en anders
ga je steeds op zoek naar het midden van een katern;
3. als het werk op mijn naaibank ligt kan ik die oppakken en
verplaatsen als ik dat graag wil;
4. het naaibankje helpt me de ruggen van de katernen gelijk te
houden en datzelfde gebeurt met kop en staart van het boekblok.
Vooral vanwege het gemak dus…..

IMG_7260DenkenOverOorlogEnVredeInbindenTochNaaibankjeEnTochVastzettenIMG_7261DenkenOverOorlogEnVredeInbindenRedenenNaaibankGemakOpenKaternVerplaatsbaarRechtLeggen


Bij het binden wordt gebruik gemaakt van twee steken:
de kettingsteek en de rondslag. Deze combinatie van steken zie
je heel vaak bij middeleeuwse en handgebonden boeken. Het zijn
niet meteen siersteken (al kunnen ze best mooi zijn) maar vooral
degelijke steken die hun werk goed doen.

De kettingsteek is de steek aan de kop en aan de staart van
het boekblok en is gericht op het verbinden van de katernen
aan elkaar doordat de steken een ketting vormen van katern naar katern.

De rondslag is er vooral op gericht om de bladen die samen een katern
vormen met elkaar te verbinden aan een (hennep)touw of een band
van textiel, leer of zoals in dit geval een strook perkament.
De strook staat haaks op de katernen.
Dus met de katernen, de steken en bandmateriaal weef je als het
ware het verband in de rug van een boekblok om daarna de verbinding
aan te gaan met de boekband.

Omdat ik de kettingsteek vaak gebruik maar nog wel eens wilde zien
hoe die precies moet worden uitgevoerd. Te vaak kwam ik op websites
die de kettingsteek als siersteek gebruiken bij borduren of
boekbinden. En hoewel dat heel mooi kan zijn zocht ik toch verder.

Ik kwam uit bij een boek dat ik lang geleden al eens kocht als
onderdeel van een grotere partij boeken:
Edith Diehl, Bookbinding, It’s background and technique – Two volumes
bound as one.

Het boek leest moeizaam. Niet omdat het moeilijk is maar omdat het
alle handelingen heel precies beschrijft. Waarschijnlijk werd dat
erg gewaardeerd in de tijd dat het origineel van dit boek verscheen (1946).
Wij zijn zoveel visueler ingesteld door foto’s en video.

When beginning the sewing operation, the worker takes the top section off the book with the left hand and turns it over so that the fold faces her and is brought forward onto the bed of the frame. The section is grasped with the right hand at the fold as shown in Fig. 68, and with the left hand half the pages are counted off until the middle of the section is reached. The left forefinger is held in the middle of the section, and the section is knocked up at the head. It is placed against the sewing cords, with the head to the right and with the marks on the back of it adjusted to the position of the cords. Holding it in this position, the sewer is ready to begin sewing the section around the cords (see Fig. 70).

Dit is een vertaling van de tekst:

Bij het begin van het naaiwerk pakt de medewerker het bovenste katern van het boek met de linkerhand en draait het om, zodat de vouw naar haar toe wijst en op het framebed gelegd wordt. Met de rechterhand wordt het katern bij de vouw vastgepakt (zoals te zien is in figuur 68), en met de linkerhand telt ze de helft van de bladzijden af tot ze het midden bereikt. De linkerwijsvinger wordt in het midden gehouden, en het katern wordt aan de bovenkant rechtgetikt. Vervolgens wordt het tegen de naaikoorden geplaatst, met de bovenkant naar rechts en de markeringen op de rug uitgelijnd met de koorden. Zodra het katern op zijn plek zit, is de naaister klaar om te beginnen met het naaien rondom de koorden (zie figuur 70).

Zo heurt het.

IMG_7263DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOneZoHeurtHet


Dat mensen ook linkshandig kunnen zijn, daar werd in de tekst geen
rekening mee gehouden. Daarom dat de afbeeldingen en instructies
bij mij vaak vragen oproepen.
Als je goed naar de foto’s van mijn avonturen kijkt dan zul je daar
ook wel het een en ander van zien.

Bij een kettingsteek grijp je steeds terug op wat er al gebeurt is bij
eerdere katernen.
Maar als je aan het eerste katern begint, zijn er nog geen eerdere
katernen. Bij katern twee is er nog te weinig geschiedenis dus de
kettingsteekhandelingen beginnen bij katern drie.

IMG_7264DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOneKettingsteek


Op de foto van figuur 71 heb ik wat tekst geschreven.
Dit figuur gaat er van uit dat de naairichting van rechts naar links is.
De tekening toont het moment waarop je aan het eind van katern drie
uit het katern komt (START).
Je steekt dan de naald tussen katern 1 en 2 van rechts naar links, dus
in de naairichting (1). De draad die de naald volgt zal dus achter de draad
komen die van katern 1 naar katern 2 loopt. Die draad is een resultaat
van eerdere handelingen.
Vervolgens steek je de naald voor langs de draad die uit katern drie
komt (2, de naald zijn eigen draad) om naar katern 4 te gaan.

IMG_7265DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOne


De rondslag geeft eigenlijk al aan wat die steek van plan is te doen.
Er stonden hele duidelijke tekeningen bij het artikel van Karin Cox.
Ik gebruik hier de eerste tekening en heb nog wat tekst toegevoegd:

IMG_7266DenkenOverOorlogEnVredeInbindenRondslag


Het betreft de rondslag voor de schutbladkaternen.
Eerst steek je van binnen in het katern (START) door het papier en
door het midden van het achtersteeksel en de spitsel (1).
Je vervolgt rechts van de spitsel (2) en je steekt door het papier.
In het katern ga je naar het voorgeprikte gat aan de linkerkant van
de spitsel (3).
Als laatste stap steek je de naald door het middel van de spitsel, het
achtersteeksel en het papier om binnen in het katern je weg te vervolgen
naar de volgende positie.

Op de volgende foto’s zie je mij dezelfde handelingen uitvoeren.

IMG_7267DenkenOverOorlogEnVredeInbindenViaKettingsteekpositieNaarBinnen

Je begint met door het eerste gat naar de binnenkant van het katern te gaan. Dit is de plaats van de eerste kettingsteek.

IMG_7269DenkenOverOorlogEnVredeInbindenMiddenDoorAchtersteekselEnSpitselNaarBuiten

Je gaat midden op de spitsel en het achtersteeksel naar buiten. Bij volgende katernen die je dit niet.

IMG_7270DenkenOverOorlogEnVredeInbindenBeginVanDeDraadZitVastAanNaaibank

Regelmatig de draad strak trekken. Op mijn naaibankje kan ik het eind van het garen tijdelijk vastzetten.

IMG_7272RechtsVanSpitselEnAchtersteekselNaarBinnen

Na het midden ga je rechts van de spitsel weer het katern in.

IMG_7273DenkenOverOorlogEnVredeInbindenLinksVanAchtersteekselEnSpitselNaarBuiten

Om er links van het spitsel weer uit te komen.

IMG_7274DenkenOverOorlogEnVredeInbindenDoorSpitselEnAchtersteekselNaarBinnen

Voor een laatste keer ga je door het midden het katern weer in.


Als je het eerste katern gedaan hebt dan ziet het er aan de binnenkant
van het katern uit zoals op de volgende foto.
Omdat ik met perkament werk gebruik ik makkelijk te veel kracht en
de schutbladkaternen bestaan hier maar uit twee bladen.
Let dan op als je aan het garen trekt, en dat is geregeld nodig om
een goede spanning op de draad te houden, dat je trekt in de richting
van het naaien. Dus niet naar je toe.
Bij mij is op één plaats het garen door het papier gegaan. Niet erg,
maar minder mooi. Als het vaak voorkomt wordt je binding een rommeltje.

IMG_7275DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEersteSchutbladkaternGereed

Na twee posities met de kettingsteek en drie met de rondslagsteek is het eerste katern gereed.

IMG_7276DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEersteNietSchutblad


Na katern 2, dat je afsluit door het stukje begingaren te knopen aan
het garen dat uit de laatste kettingsteek komt, heb ik dit eerste
resultaat los gemaakt van het bed van mijn naaibank.
Ik kan mijn werk nog een keer controleren en straks door met katern 3.

IMG_7277DenkenOverOorlogEnVredeInbindenDeEersteTweeKaternen

Tot nu toe gaat dat binden eigenlijk goed.
Het kost me veel tijd door het tussentijds opzoeken van aanvullende
informatie, het maken van de foto’s en het maken van de blogberichten.
Maar dat zijn allemaal leuke activiteiten.
Tijd om verder te gaan met de volgende katernen — ik ben benieuwd
waar het vervolg van mijn boekbindavontuur mij brengt.

Denken over oorlog en vrede: wel/geen naaibank

In een paar berichten probeer ik te doorgronden hoe ik het
boek ‘Denken over oorlog en vrede’ het best kan gaan inbinden.
Daarbij lees ik het artikel van Karin Cox in het magazine
van de Stichting Handboekbinden over de spitselband.
Daarnaast lees ik de beschrijving van deze band in het boek
van Peter Goddijn ‘Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden’.

Eén zin in het artikel van Karin Cox sprong mij in het oog:

‘Het boekblok wordt zonder naaibank met een rondslag op de perkamenten bindingen genaaid met bij het eerste en laatste (schutblad)katern een extra naaisteekje door de binding heen’.

Een lange zin met erg veel informatie.
Eerst viel me de opmerking over het naaibankje niet op.
Mijn oog viel vooral op ‘rondslag’, ‘perkament’ en
‘extra naaisteekje door de binding heen’.

Rondslag (en de varianten er op) staan gelukkig correct beschreven
als een naaisteek in ‘Kneep en binding’, pagina 38 en verder.
Daar is sprake van ‘enkele rondslag’, ‘dubbele rondslag’ en
bijvoorbeeld ‘spaarslag’.
Dit boek is als lid van Stichting Handboekbinden te raadplegen op hun website.

KneepEnBindingRondslagPagina38

Kneep en binding, pagina 38. Hier zie je het begin van de toelichting van het begrip ‘Rondslag’. De afbeelding legt goed uit wat er met rondslag bedoeld wordt, denk ik.


Als ik een bandzetter ga maken dan is het naaien van de katernen
eigenlijk het stevig aan elkaar rijgen met naaigaren,
van de verschillende bladen papier en de katernen aan elkaar.
Bij de rondslag verbind je de bladen papier en katernene ook
nog eens aan stroken perkament door de draad rond de strook
perkament te slaan. Zie afbeelding hierboven.

Perkament, voor alle duidelijkheid, volgens Co-Pilot maak je het zo:

Perkament maken begint met het schoonmaken van een dierlijke huid, gevolgd door ontharen, weken in kalkwater, schrapen, strekken, drogen op een raamwerk en polijsten tot een glad oppervlak. Handmatig vakmanschap!

Dus perkament is een dierenhuid, een soort van broertje van leer.

Extra naaisteekje.
Bij het artikel van Karin Cox staat een foto waarop goed te zien is
wat dat extra naaisteekje betekent.
In het midden van de perkamenten strook waarop de katernen genaaid zijn
zie je het extra gat. Bij het eerste en laatste katern zie je midden
van de strook nog een gat waar daar de draad door gaat.
Er staat in het artikel ook een schema waarop te zien is hoe
een rondslag wordt gemaakt en hoe een rondslag met een extra naaisteekje werkt.

MagazineStichtingHandboekbindenExtraNaaisteekjeFoto

Een van de mooie foto’s bij het artikel in het magazine van Stichting Handboekbinden. De foto’s in het artikel (en dus ook deze) zijn van Marijke Bell-van Eerd.

Dus het extra naaisteekje is nog een extra element bij het
aan elkaar verbinden van bladen papier, de katernen en de stroken perkament.
Je maakt hierbij, speciaal voor dit exemplaar van het boek,
als het ware een stramien tegen/met de rug.
Dat stramien gaat stevigheid geven aan het boekblok en
gaat helpen om het boekblok aan de boekband vast te maken.

Maar het leukste vond ik de opmerking ‘Het boekblok wordt zonder naaibank’.
Zonder naaibank, waarom?
Het boek van Peter Goddijn geeft daar een antwoord op,
misschien niet ‘het’ antwoord, maar wel een hele nieuwe blik
op boekbinden voor mij.
Op pagina 155 van het boek ‘Westerse boekbindtechnieken….’ staat:

‘Het boek wordt genaaid volgens een methode zoals deze vanaf de 17e tot de 19e eeuw werd toegepast. Er werd niet met een naaibank gewerkt.’

Die manier beschrijft vervolgens Godd\dijn en, in mijn woorden,
is een methode waarbij je als boekbinder een soort van naaibank zelf maakt.
Een plank met gaatjes (4 gaten voor het model dat Peter Goddijn beschrijft,
op juiste afstand). In die gaatjes plaats je 4 stukken ijzerdraad
(een lange spijker kan ook).
Tegen die stevige ijzerdraad plaats je later de katernen met hun rug
om de katernen te naaien.
De eenvoudige naaiplank schetst Peter Goddijn in zijn boek.
Dat ziet er dan als volgt uit:

IMG_6813PeterGoddijnWesterseBoekbindtechniekenPagina155

Peter Goddijn, Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden, pagina 155. Op de tekening lijkt hij lange spijkers te rekenen, daartegen de stroken perkament waar het laatste katern op ligt. Bij het binden van een boek begin je bij het laatste katern en werk je vervolgens naar het eerste katern toe.


Maar waarom?
Op pagina 168 geeft Peter Goddijn de reden:

‘De katernen werden niet met behulp van een naaibank genaaid. Het opspannen nam teveel tijd in beslag en was daarom te duur voor deze goedkope bindmethode ‘.

Goedkoop, een heel Hollandse reden dus.

Eerlijk gezegd denk ik dat ik toch mijn naaibankje ga gebruiken.
De methode die Peter Goddijn beschrijft is sympathiek maar
ik vrees dat dit avontuur voor mij al ingewikkeld genoeg is.
Maar ik ben nog niet begonnen, dus wie weet….

Ook bij deze tekst heeft Co-Pilot geholpen.
Als ik een tekst helemaal over neem van Co-Pilot (zoals bij het
maken van perkament) dan staat dat er bij. Ik gebruik Co-Pilot
vooral om de structuur van het bericht te verbeteren.

Dubbele wikkelnaaiing, rondslag en kettingsteek

Weer even stilstaan bij het inbinden van ‘The Art of Bookbinding’.
De tweede dummy voor het inbinden van ‘Van den vos Reynaerde’.

IMG_1734EvenPassen

De leren riempjes waarop het boekblok straks moet worden genaaid, zijn bevestigd aan het voorplat. Even passen of dit dadelijk allemaal goed gaat werken.


IMG_1736InPlaatsVanGaatjeBoren

In plaats van een gaatje boren van de hoek aan de rugzijde van beide houten platten om straks het basiskapitaal aan te bevestigen, maak ik een insnijding. Dat werkt beter bij dit materiaal. Al bij beperkte druk loop ik het risico dat er stukken van de platten afbreken.


IMG_1737RuimteVoor2CmRiemGemaakt

In het voorplat is ook een stuk uit het voorplat gehaald waar straks de sluitriem bevestigd zal worden.


IMG_1738RiempjesIngesneden

De leren riempjes zijn ingesneden. Bij de vorige dummy had ik de tekening in het boek van Goddijn verkeerd geïnterpreteerd en het insnijden gedaan terwijl de voorplat al op het naaibankje lag. Dat is een stuk eenvoudiger als je het wat eerder doet.


IMG_1740MijnBelangrijksteStukGereedschap

Door het materiaal van de platten, dat geen massief hout is, is dit mijn beste stuk gereedschap: een guts.


IMG_1741TweeStrokenPerkamentWekenInWater

De kern van het kapitaal (Goddijn noemt het ‘het basiskapitaal’) is van perkament. Hier zie je twee stroken perkament in het water liggen weken om er dadelijk strengels van te maken.


IMG_1742TweeStrengelsPerkamentTeDrogen

Omdat ik zo zuinig mogelijk ben met het perkament en omdat de instructies van Goddijn niet altijd heel helder zijn, zijn de stroken ongelijk van lengte. Ik weet namelijk niet precies welke lengte ik had moeten nemen. Goddijn zegt: ‘die zo lang zijn als driemaal de dikte van het boekblok’. Maar is dat exclusief of inclusief de platten? In mijn geval is het boek 2 cm dik, zijn de platten ieder 1 cm dik. Moet je dan 3 maal 2 of 3 maal 4 nemen? Volgens mij heb ik ongeveer 11 cm nodig. Dus de rekensom is volgens mij inclusief de dikte van de platten (3×4=12). Maar altijd zelf passen en meten!


IMG_1744NietMooisteStrengelsTerWereldMaarLangsteWaarschijnlijkTeLang

De strengels zijn niet moeders mooiste maar ik denk dat het er mee door kan. Het lijkt me in ieder geval geen slecht idee om het perkament in een stukje papier te rollen.


IMG_1746PerkamentOmwikkeldMetStrookjePapier

Dan ziet dat er zo uit.


IMG_1747KernBasiskapitaalLijmenMetKlem

Na het perkament ingelijmd te hebben zet ik het nog even vast met een tang. Daarmee kan ik het perkament ook goed in de sleuf stoppen en wordt het heel plat.


IMG_1748KernBasiskapitaalAanVoorplatBevestigd

Dit is dan het resultaat.


IMG_1749VoorplatMetKernKapitaalEnLerenBindingdriempjesGereed

Hier zie je dat de voorplat gereed is om het boekblok te gaan naaien: het basiskapitaal en de leren bindingen zitten aan het voorplat vast.


IMG_1750TheArtOfBookbinding

‘The art of Bookbinding’ van Joseph Zaehnsdorf in een uitgave van Atelier de Ganzenweide.


IMG_1751NaaibankInStelling

Hier ligt het voorplat met het eerste katern op het naaibankje.


IMG_1752TekeningUitBoekGoddijn

Dit is de tekening in het boek van Goddijn (pagina 27). In de tekst staat dan het volgende: ‘De katernen worden aan de ingesneden bindingen vastgemaakt met een dubbele wikkelnaaiing. Aan kop en staart worden ook de kapitaalkernen mee genaaid met een rondslag via het gat voor de kettingsteek’. Dat is prima maar dan moet je natuurlijk wel weten/begrijpen wat een dubbele wikkelnaaiing, een rondslag en een kettingsteek zijn. Het boek van Goddijn is vooral goed voor mensen die de kunst van het boekbinden al onder de knie hebben. Het is geen stap-voor-stap instructieboek.


IMG_1753EersteKaternMetPerkamentenOmslagIngenaaid

Het eerste katern is genaaid en met het tweede is een begin gemaakt. Gelukkig zijn het niet zo veel katernen.


Maar die overige katernen volgen volgende keer.