Op zoek naar de perfecte kneep

Ik ga weer aan de slag met het inbinden van de dummy voor
mijn project ‘Denken over oorlog en vrede’.
Ik begin bij het artikel van Karin Cox (Handboekbinden nummer 3
– 2024, de uitgave van de Stichting Handboekbinden).

IMG_7407BoekblokOnderMetalenDriehoek

Intussen ligt mijn dummy te wachten op mijn werktafel.


Cox maakt een interessante opmerking over De Bray.
Hoewel die misschien complex klinkt,
laat ze juist de praktische kant van middeleeuws boekbinden zien.

Die opmerking is:

‘NB De Bray raadt voor dikke folianten alternerend naaien (naaiposities overslaan) aan…’

Dus: als het niet nodig is: niet doen.
Bij dikke boeken werd het naaien van de katernen soms eenvoudiger
gemaakt door meerdere katernen tegelijk te binden. Dat was sneller,
kostte minder materiaal en het resultaat was blijkbaar nog steeds goed.

De opmerking over De Bray geeft mij de kans om nog iets over hem te delen
met behulp van Copilot:

Dirck de Bray was een fascinerende figuur uit de Nederlandse Gouden Eeuw — een echte duizendpoot. Naast schilder, tekenaar en houtsnijder was hij ook boekbinder en prentkunstenaar. In 1658, toen hij nog leerjongen was, schreef hij een uniek handgeschreven en geïllustreerd boekje: Onderwijs van ’t boek-binden. Dit werk is bijzonder omdat het de enige volledige handleiding over boekbinden is van vóór de 18e eeuw.

Wat maakt het boekje zo speciaal?
Het bevat 56 bladen met 16 kleurrijke tekeningen, uitgevoerd met pen en waterverf.
De Bray beschrijft het standaard boekbinden, niet de luxe varianten.
Het manuscript wordt bewaard in het Noord-Hollands Archief in Haarlem.
In 1977 verscheen een facsimile met transcriptie en Engelse vertaling.
Later stopte De Bray met boekbinden en richtte hij zich op schilderkunst.
Rond 1680 trad hij zelfs toe tot een klooster in Brabant,
waar hij in 1694 overleed.

Het is de bedoeling om de rug rond te slaan.
Zowel Cox als Goddijn spreken over die stap.
Heel veel ruimte besteedt Cox niet aan de manier waarop je dat kunt doen.
Ik vermoed dat ze dat als bekend verondersteld.
De foto’s in het artikel tonen, naar mijn gevoel, op zijn best een
afronding van de hoeken van het boekblok:

AfgerondBoekblokHandboekbindenNummer3-2024Pag122-123Fig7

Afgerond boekblok, Handboekbinden, nummer 3 – 2024, pagina 122 – 123, fig 7.

AfgerondBoekblokHandboekbindenNummer3-2024Pag124-125Fig10

Afgerond (?) boekblok, Handboekbinden, nummer 3 – 2024, pagina 124 – 125, fig 10.


Goddijn beschrijft wel hoe je te werk kunt gaan.
Maar hij geeft aan (Pagina 156, 1e kolom, bovenaan):

“Ook moest de rug niet te rond worden geslagen.”

Een illustratie in het boek geeft dit beeld (ronder dan bij Cox):

IMG_7409PeterGoddijnPagina157

Peter Goddijn, pagina 157.


Beide doorspekken deze tekst met informatie over het lijmen
van de rug en de textiele en perkamenten stroken
die de rug gaan verstevigen.
Wat me opviel: de rug van een boekblok vertoont van nature
een neiging naar een kneep. Door het garen ontstaat in de vouw
van elk katern een verdikking — voelbaar als je het boekblok
tussen duim en vingers indrukt.

Het rondzetten is bedoeld om dit effect te versterken en
in goede banen te leiden.. Voel het maar eens, knijp
maar eens met je vingers in het katern.
Het rondzetten is een stap om naar een kneep toe te werken.

IMG_7408VoelGarenverdikkingInBoekblok

Voel de verdikking door het garen in de vouw van de ksternen.


Ik vond de teksten te veel ruimte voor interpretatie hebben om tot
een plan van aanpak te komen. Daarom nam ik er ook nog even het boek
van Edith Diehl bij (pagina 136, figuur 77c, d, e en f).

IMG_7410EdithDiehlPagina136Figuur77cdef

Edith Diehl, pagina 136, figuur 77-c, d, e en f.


De afbeeldingen tonen eigenlijk wat Goddijn beschrijft (pagina 156,
eerste kolom, net onder het midden:

“Leg het boek met de frontsnede naar de rand van de tafel sla met een brede hamer voorzichtig op de bovenliggende rand van de rug. Trek hierbij met de vingers van de vrije hand, die op het boek wordt geplaatst, het schutbladkatern (en daarmee de gehele bovenzijde van het boekblok) naar voren. De duim van dezelfde hand houdt tegelijkertijd de onderste helft van het boekblok tegen. Draai het boek om…….

Plan van aanpak (op basis van wat ik gelezen heb):

1. lijm de rug van het boekblok tussen de bindingen
als de bindingen niet verankerd waren op de
schutbladkaternen door de extra steken dwars door
de spitsels en achtersteeksels, dan had je die nog door
het garen van de binding kunnen bewegen
2. Laat de lijm drogen totdat hij plakkering is
of maak na het volledig drogen van de rug de lijm
een beetje vochtig
3. rond het boekblok aan beide schutbladkanten wat af
4. bepaal de grootte voor stroken perkament
die tussen de bindingen de rug gaan versterken.
Snij de stukken 3 cm breder dan de breedte van de rug
5. bepaal de grootte van de stroken shirting
die tussen buitenste binding en kop/staart komen.
Snij ze net zo breed als de perkamenten stroken
6. bevestig stroken perkament en shirting

De stap die hierna volgt is het maken van het kapitaalband.
Maar ik ga nu eerst de volgende zaken realiseren:

Vanmiddag heb ik een stuk beukenhout gehaald om kneepplanken
te maken. Ik kan geen winkel vinden die ze verkoopt.
De enkele keer dat oude kneepplanken worden aangeboden zijn ze bijna
onmiddellijk ook verkocht.

IMG_7413BeukenhoutVoorKneepplank

Beukenhout voor het zelf maken van boekenplanken of meubels. Een meter bij 20 cm breed en 1,8 centimeter dik.


Copilot maakte een schets voor de ideale kneepplank.
De maten moet ik nog wel eens langs mijn blokpers houden.
Want daarin ga ik ze gebruiken.

SchetsKneepplank Copilot_20250726_161850


Als de planken gereed zijn ga ik de stappen 1 tot en met 6
van hierboven uitvoeren.
Jullie zullen snel mijn avonturen met het maken van kneepplanken en
het rondzetten van mijn boekblok hier kunnen lezen.

Bindend verleden: een boekbindproject rond Hugo de Groot

In een serie berichten neem ik je mee op mijn boekbindavontuur.
Daarbij volg ik de Stichting Handboekbinden die het initiatief nam voor
een bijzonder boekbindtraject. Alle leden en belangstellenden kunnen meedoen.
Natuurlijk kozen ze er voor een boek in losse katernen beschikbaar
te maken rond een belangrijk historisch boek dat vandaag nog
steeds actueel is. Het project zal worden afgerond met een tentoonstelling
van alle handgebonden boeken in Rijksmuseum Slot Loevestein.

Het boek verschijnt ter gelegenheid van het feit dat in 2025 het
400 jaar geleden is dat het boek ‘de iure belli ac pacis’ van
Hugo de Groot verscheen.
Deze Nederlandse denker, over onder andere recht, schreef dit boek en
vanwege de grote invloed van het boek op ons denken over de
juridische kant van oorlog en vrede, werd dit in 1991 als deel 8 opgenomen
in de serie ‘Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland’.
De uitgave die ik wil gaan inbinden en die in losse katernen te koop is
bij de Stichting Handboekbinden, is verzorgd door en voorzien van
inleiding en annotaties door A.C. Eyffinger en B.P. Vermeulen.

Dus een dik en groot boek met een belangrijke inhoud.
Ik koos er voor om als bindwijze de ‘Spitselband’ te gebruiken.
Deze bindwijze was populair in oa Nederland in de 16e en
17e eeuw.

Omdat ik deze manier van binden niet eerder heb toegepast besloot ik
eerst een dummy te maken. De katernen zijn daarvoor gereed.
De spitsels en de ‘achtersteeksels’ zijn uit perkament gesneden en
de eerste katernen zijn al ingebonden met kettingsteek en rondslag.

Tijd om deze eerste stap in het inbinden af te ronden.
Het meest interessante deel voor mij was het laatste katern. In
dit geval is dat een schutbladkatern.
Bij beide schutbladkaternen wordt de rondslag iets anders uitgevoerd.
Deze keer ga ik niet zomaar rond de perkamenten spitsel maar begin je
door met de naald midden door achtersteeksel en spitsel te gaan.
Het geeft je de kans om de dikte van het boekblok vast te zetten
en om op een stevige manier het inbinden af te ronden.

Het afronden van deze eerste stap, zag er in foto’s als volgt uit:

IMG_7295DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7296DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7297DenkenOverOorlogEnVredeInbindenIMG_7298DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSpitselVoorprikkenIMG_7299DenkenOverOorlogEnVredeInbindenStapEenGereed

Bij het laatste katern ging het helaas mis. Ik trok te hard en op de verkeerde manier aan het garen, met als gevolg dat de draad het katern een stuk inscheurt. Dat ziet er niet mooi uit en je verliest ook een beetje stevigheid. Maar het zorgt er niet voor dat ik niet verder kan. Dus op naar de volgende stap.


Aan mij de taak om het artikel van Karin Cox weer te vervolgen
en de inhoud ervan te vergelijken met het hoofdstuk van Peter Goddijn.
Zij zijn de twee bronnen waar ik me op baseer.
Natuurlijk lees je daar binnenkort weer over hier op mijn blog waarbij
ik de vergelijking tussen beide bronnen uitdiep.

Korte update over binden

De lezer praat ik bij in de vorm van twee foto’s waarin te zien
is dat ik al verder ben met het inbinden van de katernen,
maar dat het werk nog niet af is.

IMG_7279DenkenOverOorlogEnVredeInbinden

De naaibank gebruik ik nog steeds dus dat bevalt.

IMG_7280DenkenOverOorlogEnVredeInbinden


De eerste naald gaat erin…

De vorige keer ik schreef over mijn ‘Ode aan boekbinden’,
de dummy voor ‘Denken over oorlog en vrede‘, het boek dat
de beroemde tekst ‘de iure belli ac pacis‘ van Hugo de Groot
in beeld brengt. Toen ging het vooral over de laatste voorbereidingen.

Gisteren ben ik werkelijk begonnen met het naaien van het
boekblok. Stap voor stap neem ik je mee in deze avontuurlijke reis.
Nooit eerder maakte ik een spitselband dus veel is nieuw.

Voor mijn stappenplan gebruik ik de twee artikelen van Karin Cox
en het betreffende hoofdstuk van Peter Goddijn.
In eerdere berichten heb ik deze bronnen al besproken,
waaronder hun werkwijze en verschillen..

Het wordt het spannendst voor mij als mijn bronnen elkaar tegen
spreken en ik een keuze moet maken.
Dat was gisteren ook weer het geval.
Karin Cox geeft aan dat je de spitselband-methode uitvoert zonder
naaibankje.
Dat ziet er dan ongeveer zo uit:

IMG_7256DenkenOverOorlogEnVredeInbindenCoxGeenNaaibankGoddijnWegwerpNaaibank

Hier zijn de spitsels en achtersteeksels onder het eerste katern gestoken dat ik ga inbinden. Dat is het laatste, achterste katern. Een van de twee schutbladkaternen.

IMG_7257DenkenOverOorlogEnVredeInbindenAchtersteekselEnSpitselVoorVoorgespriktBoekblok

De spitsels positioneren zich tussen de voorgeprikte gaten in de katernen.

IMG_7258DenkenOverOorlogEnVredeInbindenVoorgepriktAchtersteekselEnSpitsel

Achtersteeksel en spitsel zijn ook voorgeprikt.

IMG_7259DenkenOverOorlogEnVredeInbindenNaaldEnDraad

De draad zit in de naald: (aantal katernen x lengte van kettingsteek tot kettingsteek) + extra lengte.


Peter Goddijn bespreekt een soort van eenmalige naaibank.
Een die je maakt specifiek op het boek dat je gaat binden.
Bij een boekbinderij kan dat dan gaan om een reeks van exemplaren
van dezelfde titel.
De constructie is goed bedacht en kan volgens mij best goed werken.

Maar tegendraads als ik ben besluit ik om toch mijn naaibankje
te gebruiken. Ik zie een aantal voordelen van het gebruik
van mijn naaibankje::
1. voor het eerste katern wil ik spitsel en achtersteeksel toch
even vastzetten. Ik doe dat met schilders tape. Dat vastzetten
kan makkelijk op de tafel van mijn naaibankje;
2. mijn naaibankje kan eenvoudig het katern open houden. Als je dat
niet zo doet heb je veel minder bewegingsvrijheid en anders
ga je steeds op zoek naar het midden van een katern;
3. als het werk op mijn naaibank ligt kan ik die oppakken en
verplaatsen als ik dat graag wil;
4. het naaibankje helpt me de ruggen van de katernen gelijk te
houden en datzelfde gebeurt met kop en staart van het boekblok.
Vooral vanwege het gemak dus…..

IMG_7260DenkenOverOorlogEnVredeInbindenTochNaaibankjeEnTochVastzettenIMG_7261DenkenOverOorlogEnVredeInbindenRedenenNaaibankGemakOpenKaternVerplaatsbaarRechtLeggen


Bij het binden wordt gebruik gemaakt van twee steken:
de kettingsteek en de rondslag. Deze combinatie van steken zie
je heel vaak bij middeleeuwse en handgebonden boeken. Het zijn
niet meteen siersteken (al kunnen ze best mooi zijn) maar vooral
degelijke steken die hun werk goed doen.

De kettingsteek is de steek aan de kop en aan de staart van
het boekblok en is gericht op het verbinden van de katernen
aan elkaar doordat de steken een ketting vormen van katern naar katern.

De rondslag is er vooral op gericht om de bladen die samen een katern
vormen met elkaar te verbinden aan een (hennep)touw of een band
van textiel, leer of zoals in dit geval een strook perkament.
De strook staat haaks op de katernen.
Dus met de katernen, de steken en bandmateriaal weef je als het
ware het verband in de rug van een boekblok om daarna de verbinding
aan te gaan met de boekband.

Omdat ik de kettingsteek vaak gebruik maar nog wel eens wilde zien
hoe die precies moet worden uitgevoerd. Te vaak kwam ik op websites
die de kettingsteek als siersteek gebruiken bij borduren of
boekbinden. En hoewel dat heel mooi kan zijn zocht ik toch verder.

Ik kwam uit bij een boek dat ik lang geleden al eens kocht als
onderdeel van een grotere partij boeken:
Edith Diehl, Bookbinding, It’s background and technique – Two volumes
bound as one.

Het boek leest moeizaam. Niet omdat het moeilijk is maar omdat het
alle handelingen heel precies beschrijft. Waarschijnlijk werd dat
erg gewaardeerd in de tijd dat het origineel van dit boek verscheen (1946).
Wij zijn zoveel visueler ingesteld door foto’s en video.

When beginning the sewing operation, the worker takes the top section off the book with the left hand and turns it over so that the fold faces her and is brought forward onto the bed of the frame. The section is grasped with the right hand at the fold as shown in Fig. 68, and with the left hand half the pages are counted off until the middle of the section is reached. The left forefinger is held in the middle of the section, and the section is knocked up at the head. It is placed against the sewing cords, with the head to the right and with the marks on the back of it adjusted to the position of the cords. Holding it in this position, the sewer is ready to begin sewing the section around the cords (see Fig. 70).

Dit is een vertaling van de tekst:

Bij het begin van het naaiwerk pakt de medewerker het bovenste katern van het boek met de linkerhand en draait het om, zodat de vouw naar haar toe wijst en op het framebed gelegd wordt. Met de rechterhand wordt het katern bij de vouw vastgepakt (zoals te zien is in figuur 68), en met de linkerhand telt ze de helft van de bladzijden af tot ze het midden bereikt. De linkerwijsvinger wordt in het midden gehouden, en het katern wordt aan de bovenkant rechtgetikt. Vervolgens wordt het tegen de naaikoorden geplaatst, met de bovenkant naar rechts en de markeringen op de rug uitgelijnd met de koorden. Zodra het katern op zijn plek zit, is de naaister klaar om te beginnen met het naaien rondom de koorden (zie figuur 70).

Zo heurt het.

IMG_7263DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOneZoHeurtHet


Dat mensen ook linkshandig kunnen zijn, daar werd in de tekst geen
rekening mee gehouden. Daarom dat de afbeeldingen en instructies
bij mij vaak vragen oproepen.
Als je goed naar de foto’s van mijn avonturen kijkt dan zul je daar
ook wel het een en ander van zien.

Bij een kettingsteek grijp je steeds terug op wat er al gebeurt is bij
eerdere katernen.
Maar als je aan het eerste katern begint, zijn er nog geen eerdere
katernen. Bij katern twee is er nog te weinig geschiedenis dus de
kettingsteekhandelingen beginnen bij katern drie.

IMG_7264DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOneKettingsteek


Op de foto van figuur 71 heb ik wat tekst geschreven.
Dit figuur gaat er van uit dat de naairichting van rechts naar links is.
De tekening toont het moment waarop je aan het eind van katern drie
uit het katern komt (START).
Je steekt dan de naald tussen katern 1 en 2 van rechts naar links, dus
in de naairichting (1). De draad die de naald volgt zal dus achter de draad
komen die van katern 1 naar katern 2 loopt. Die draad is een resultaat
van eerdere handelingen.
Vervolgens steek je de naald voor langs de draad die uit katern drie
komt (2, de naald zijn eigen draad) om naar katern 4 te gaan.

IMG_7265DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEdithDiehlBookbindngItsBackgroundAndTechniqueTwoVolumesBoundAsOne


De rondslag geeft eigenlijk al aan wat die steek van plan is te doen.
Er stonden hele duidelijke tekeningen bij het artikel van Karin Cox.
Ik gebruik hier de eerste tekening en heb nog wat tekst toegevoegd:

IMG_7266DenkenOverOorlogEnVredeInbindenRondslag


Het betreft de rondslag voor de schutbladkaternen.
Eerst steek je van binnen in het katern (START) door het papier en
door het midden van het achtersteeksel en de spitsel (1).
Je vervolgt rechts van de spitsel (2) en je steekt door het papier.
In het katern ga je naar het voorgeprikte gat aan de linkerkant van
de spitsel (3).
Als laatste stap steek je de naald door het middel van de spitsel, het
achtersteeksel en het papier om binnen in het katern je weg te vervolgen
naar de volgende positie.

Op de volgende foto’s zie je mij dezelfde handelingen uitvoeren.

IMG_7267DenkenOverOorlogEnVredeInbindenViaKettingsteekpositieNaarBinnen

Je begint met door het eerste gat naar de binnenkant van het katern te gaan. Dit is de plaats van de eerste kettingsteek.

IMG_7269DenkenOverOorlogEnVredeInbindenMiddenDoorAchtersteekselEnSpitselNaarBuiten

Je gaat midden op de spitsel en het achtersteeksel naar buiten. Bij volgende katernen die je dit niet.

IMG_7270DenkenOverOorlogEnVredeInbindenBeginVanDeDraadZitVastAanNaaibank

Regelmatig de draad strak trekken. Op mijn naaibankje kan ik het eind van het garen tijdelijk vastzetten.

IMG_7272RechtsVanSpitselEnAchtersteekselNaarBinnen

Na het midden ga je rechts van de spitsel weer het katern in.

IMG_7273DenkenOverOorlogEnVredeInbindenLinksVanAchtersteekselEnSpitselNaarBuiten

Om er links van het spitsel weer uit te komen.

IMG_7274DenkenOverOorlogEnVredeInbindenDoorSpitselEnAchtersteekselNaarBinnen

Voor een laatste keer ga je door het midden het katern weer in.


Als je het eerste katern gedaan hebt dan ziet het er aan de binnenkant
van het katern uit zoals op de volgende foto.
Omdat ik met perkament werk gebruik ik makkelijk te veel kracht en
de schutbladkaternen bestaan hier maar uit twee bladen.
Let dan op als je aan het garen trekt, en dat is geregeld nodig om
een goede spanning op de draad te houden, dat je trekt in de richting
van het naaien. Dus niet naar je toe.
Bij mij is op één plaats het garen door het papier gegaan. Niet erg,
maar minder mooi. Als het vaak voorkomt wordt je binding een rommeltje.

IMG_7275DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEersteSchutbladkaternGereed

Na twee posities met de kettingsteek en drie met de rondslagsteek is het eerste katern gereed.

IMG_7276DenkenOverOorlogEnVredeInbindenEersteNietSchutblad


Na katern 2, dat je afsluit door het stukje begingaren te knopen aan
het garen dat uit de laatste kettingsteek komt, heb ik dit eerste
resultaat los gemaakt van het bed van mijn naaibank.
Ik kan mijn werk nog een keer controleren en straks door met katern 3.

IMG_7277DenkenOverOorlogEnVredeInbindenDeEersteTweeKaternen

Tot nu toe gaat dat binden eigenlijk goed.
Het kost me veel tijd door het tussentijds opzoeken van aanvullende
informatie, het maken van de foto’s en het maken van de blogberichten.
Maar dat zijn allemaal leuke activiteiten.
Tijd om verder te gaan met de volgende katernen — ik ben benieuwd
waar het vervolg van mijn boekbindavontuur mij brengt.

Illustraties gelijmd, tijd voor draad – Over het binden van een bijzonder boek, weer een paar stappen.

Vandaag weer een paar stappen gezet in het maken van mijn dummy
voor ‘Denken over oorlog en vrede’, een uitgave in losse katernen
van Stichting Handboekbinden.
De aanleiding van de uitgave van het boek is het feit dat het in 2025
400 jaar geleden is dat het boek ‘Iure belli ac pacis’ van
Hugo de Groot verscheen.
De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede)
is een boek van Hugo de Groot uit 1625. In dit boek wordt beschreven
wanneer een staat of soeverein vorst het recht heeft om een andere staat
of soeverein vorst aan te vallen,
en op welke manier dat dient te gebeuren.
De actualiteit – denk aan conflicten als die in Oekraïne, Gaza of
Irak – onderstreept de blijvende relevantie van het thema.

De uitgave van de Stichting Handboekbinden betreft deel 8 van de serie
‘Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland’.
Dit boek uit 1991 is verzorgd door en voorzien van een inleiding en
annotatie door A.C. Eyffinger en B.P. Vermeulen.

Om mijn versie in te binden wil ik gebruik maken van de boekbindtechniek
die Spitselband heet. Deze in de 17e eeuw populaire bindwijze
is mij onbekend en daarom probeer ik de aanwijzingen te volgen uit
het artikel van Karin Cox: ‘De spitselband’, deel 1 en 2 in het
magazine van de Stichting Handboekbinden.
En ook de aanwijzingen in de beschrijving van Peter Goddijn,
pagina 154 – 161 in het boek: ‘Westerse boekbindtechnieken van
de Middeleeuwen tot heden’.
Die aanwijzingen ga ik gebruiken om eerst de techniek uit te
proberen op een dummy: ‘Ode aan boekbinden’.

Een hele mond vol maar de afgelopen tijd ben ik bezig geweest
met het uitzoeken van het papier, het maken van de katernen, het
maken van een lino voor de bladwachters, het afdrukken daarvan en
schrijven van de inleiding die daarbij hoort.

Wat er nog moest gebeuren voor het boekblok gereed is,
was het inplakken van de illustraties.
Daar ben ik gisteren mee begonnen en heb ik vandaag afgerond.
Tijd om dan het inbinden voor te bereiden.

Eerst nog even over het inplakken van de illustraties.
Grofweg zijn die in twee formaten: de koepellino’s gaan
richting A5-formaat, de natuurdrukken richting A4.
Daarom begin ik met een soort van mal voor de koepellino’s.
De natuurdrukken worden op het oog min of meer in het
centrum van de pagina’s geplakt.

IMG_7203DenkenOverOorlogEnVredeIllustratiesMalIMG_7204DenkenOverOorlogEnVredeIllustratiesKoepellinoMetMal


De mal heb ik gemaakt uit een krantenmagazine die ik
had gebruikt bij het lijmen. Door die activiteiten
waren pagina’s aan elkaar gaan zitten. Daardoor ontstond
voldoende dikte om het als mal te gebruiken.

IMG_7205DenkenOverOorlogEnVredeIllustraties4TippenLijm

Steeds op vier plaatsen een beetje lijm.

IMG_7206DenkenOverOorlogEnVredeIllustraties4TippenLijm

Ook bij de natuurdruk. Een paar resultaten:

IMG_7207DenkenOverOorlogEnVredeIllustratiesNatuurdrukMetEcolineIMG_7208DenkenOverOorlogEnVredeIllustratiesIMG_7212DenkenOverOorlogEnVredeIllustratiesNatuurdrukIMG_7213DenkenOverOorlogEnVredeInbindenMeevallendeOpdikking


Het goede nieuws is dat de opdikking als gevolg van
het toevoegen van de afbeeldingen heel erg meevalt.

IMG_7214DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSnijafvalWordtPrikmal

Een strook afvalpapier gebruik ik om een prikmal te maken. De strook is hier net te lang.


De rug wil je in 4 gelijke delen verdelen zodat er drie plaatsen
ontstaan voor de spitsels.
Dat kan eenvoudig door de mal in de lengte dubbel te vouwen en
dat vervolgens nog eens te doen.
Dan vouw je de strook weer open en vouw je de strook nog eens
dubbel maar nu in de breedte.
Maar eerst snij ik de mal op de correcte grootte.

IMG_7215DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPapierenPrikMalIMG_7216DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPerkamentenSpitselsIMG_7218DenkenOverOorlogEnVredeInbindenMooieTekeningInHetPerkament

Tussendoor zoek ik naar de juiste plaatsen in de twee stukken perkament die ik in mijn vorraad heb, om de spitsels te snijden. Iedere keer kijk ik met bewondering naar de tekening op het grote stuk perkament. Dat wil ik zoveel mogelijk bewaren voor de boekband.


Mijn spitsels gaan 2 keer 10 centimeter + de beoogde dikte
van het boekblok worden.
In mijn geval resulteert dan in 22 centimeter.
Ik worstel een beetje met het achtesteeksel. Cox adviseert
in het artikel 4,5 centimer, zonder uit te leggen waarom.
Ik besluit voor 6 centimeter te gaan, 2 centimeter voor
de achtervouw, 2 centimeter voor het boekblok en 2
centimeter voor de voorvouw.
De tijd zal uitwijzen of dat werkt.

IMG_7220DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPerkamentenSpitselsEnAchtersteeksels

Mijn stroken perkament: spitsels en achtersteeksels


Dan vind ik de informatie in mijn bronnen een beetje verwarrend
over hoe de spitsels en de achtersteeksels bij elkaar
gebracht dienen te worden.
Eerst even wat informatie over de vlees- en haarzijde
van perkament (gedroogde en geprepareerde dierenhuid).
De bron van de volgende regels is Copilot.

Vleeszijde perkament

De “vleeszijde” van perkament is de kant die oorspronkelijk naar het vlees (de binnenkant) van het dier wees. Het verschil tussen de vleeszijde en de haarkant (die naar buiten wees) is subtiel, maar je kunt ze herkennen aan enkele kenmerken:

Kenmerken van de vleeszijde:

Gladheid: De vleeszijde is vaak iets gladder en egaler dan de haarkant.

Textuur: Soms zie je fijne adertjes of een licht vezelachtige structuur; die kunnen wijzen op de vleeszijde.

Glans: De vleeszijde heeft meestal iets meer glans dan de haarkant, zeker als het perkament goed is geprepareerd.

Afdrukken: In sommige gevallen zie je heel subtiel nog indrukken of sporen van het spierweefsel.

En de haarkant dan?

Poriegaten: De haarkant kan minieme stipjes of poriën vertonen waar ooit de haren zaten.

Ruwere structuur: Iets korreliger of stroever aanvoelend.

Wat zeggen mijn bronnen over hoe ik de stroken perkament
ten opzichte van elkaar moet gebruiken?

Cox:

Leg de korte stook perkament op het midden van de lange binding, vleeszijden op elkaar.

Goddijn:

Leg nu twee perkamenten stroken op elkaar met de gladde (haar)zijde naar beneden (niet op elkaar plakken!).

Ze zeggen twee verschillende dingen nog even los van het feit
dat Cox werkt met een ‘achtersteeksel’, een korte strook perkament,
terwijl Goddijn met twee gelijke stroken perkament werkt per binding.
Ik ga voor Cox want dat lijkt me minder materiaal.

Maar Cox zegt de ruwe zijdes van beide stroken op elkaar te leggen,
terwijl Goddijn zegt bij beide stroken de ruwe zijdes naar boven te leggen.

Mijn interpretatie is dan: maak gebruik van de materiaaleigenschappen
en glad op glad zal meer schuiven, dus hier volg ik Goddijn. Intuïtief
zou ik gekozen hebben voor ruw op ruw. Maar ik heb geen ervaring
dus wil ik ten minste één van mijn bronnen volgen.
Mijn keuze voor Goddijn is dus vooral ingegeven door logica en gevoel
voor materiaalgedrag, al blijft het een leerproces.

IMG_7223DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSpitselEnAchtersteekselVoorVouwen

Ik markeer het midden van de spitsel en ik trek een lijn op 2 centimeter van het uiteinde bij het achtesteeksel. Vervolgens leg ik die op de streepjes op elkaar, zoals Goddijn aangeeft, ril het perkament enmaak er een vouw van 90 graden.

IMG_7224DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSpitselEnAchtersteekselIMG_7225DenkenOverOorlogEnVredeInbindenSpitselsEnAchtersteeksels

Het resultaat. Op de rechtse kant, de kant met het korte stuk achtersteeksel, ga ik bij het inbinden de katernen een voor een leggen en binden.


Na de spitselonderbreking ga ik weer door met de papieren
prikmal.

IMG_7226DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPrikmalVouwenIMG_7227DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPrikmalGevouwen

Met potlood geef ik de vouwen aan.


Vervolgens bepaal ik de plaatsen waar ik gaten moet voorprikken:
voor de kettingsteek in ieder katern.
Gaten link, rechts en in het midden bij iedere binding
(waar het perkament komt) in de katernen met schutbladen.
Gaten links en rechts bij iedere binding (waar het perkament komt)
in de overige katernen van het boekblok.

IMG_7231DenkenOverOorlogEnVredeInbindenPrikmalIMG_7232DenkenOverOorlogEnVredeInbindenVoorprikkenKaternenIMG_7233DenkenOverOorlogEnVredeInbindenHetGebruikVanDeHoutenPrikmal

Bij het voorprikken gebruik ik het onderste deel van de houten prikmal. Dat zorgt er voor, mt het goed aandrukken van de papieren prikmal, dat de gaten mooi in de naad van het katern komen. Ik denk altijd: envoudig. Maar het vereist concentratie.

IMG_7234DenkenOverOorlogEnVredeInbindenKaternenVoorgeprikt

De katernen liggen klaar om ingebonden te worden. Ik moet alleen de spitsels en achtersteeksels nog voorprikken. Maar dat is voor de volgende keer.

IMG_7235DenkenOverOorlogEnVredeInbindenHoutenPrikmalKanWeerInDeKast

De prikmal kan in de kast.