De volgende zaal: Adem van de aarde, echo van de mystiek

In deze zaal ontmoeten natuur en mystiek elkaar in hun meest tastbare vorm. Giuseppe Penone laat de natuur ademen en groeien, terwijl Anselm Kiefer haar verhalen en symbolen laat spreken. Beide kunstenaars gebruiken materie—laurier, aarde, goud, textiel—om het onzichtbare voelbaar te maken.

DSC05249KunsthausZürichPrimevalAndMysticalNatureTxt

Wat hierna volgt is een vertaling van de zaaltekst,
gevolgd door mijn eigen observaties en beelden.
De volgorde is die van mijn wandeling door de ruimte:
een persoonlijke route langs adem, aanraking en herinnering.

De vertaling is zo letterlijk mogelijk.
De informatiedichtheid is hoog: elke zin, elke bijzin,
elk bijvoeglijk naamwoord staat er met een reden.
Sommige passages zijn wat wollig en ingewikkeld geformuleerd,
maar juist daarom verdienen ze aandacht. Eerst de tekst.

Oer- en mystieke natuur

In deze zaal staat de oerkracht en mystiek van de natuur centraal. Giuseppe Penone’s werk Respirare l’ombra (2005) is een wandvullende constructie van laurierbladeren die de ruimte omvormt tot een poëtische, geurige zone. Zijn benadering binnen de Arte Povera is gericht op ruimte en proces, waarbij het natuurlijke en het oorspronkelijke op elementair niveau worden benadrukt.

Ook in Ombra di terra (2003) transformeert Penone de natuur tot kunst. Takken ondersteunen een zich uitbreidende kegel van laurierbladeren, die uitmondt in een vingerafdruk aan de top. De kunstenaar ervaart en begrijpt de wereld door het zintuig van aanraking.

Anselm Kiefer, een historieschilder van onze tijd, verwijst in zijn werk Das goldene Vlies naar de Griekse mythe van het Gulden Vlies—het eigendom van Chrysomeles, een gouden ram, dat door Jason en de Argonauten werd gestolen uit de heilige grot van de god Ares. Een wit hemd, afgezet met bladgoud, ligt op de aardse bodem van het schilderij en wordt weggetrokken door een klein vliegtuigje. Kiefer gebruikt oude mythen om onze hedendaagse perceptie te beïnvloeden.

Soms is de tekst onnodig wollig of complex.
Ik probeer die even op mijn manier af te pellen:

Wat is Arte Povera?

Arte Povera is een kunststroming die ontstond in Italië in de jaren ’60. De naam betekent letterlijk “arme kunst” en verwijst naar het gebruik van eenvoudige, vaak natuurlijke materialen zoals hout, aarde, textiel en planten.

Waarom gebruikten kunstenaars zulke eenvoudige materialen?

Kunstenaars binnen Arte Povera keerden zich af van de commerciële kunstwereld en van de technologische vooruitgang die ze als vervreemdend ervoeren. Door te werken met natuurlijke materialen wilden ze terug naar de belangrijke zaken — dingen die je kunt aanraken, ruiken, voelen. Niet als versiering, maar als drager van betekenis.

Wat is voor Penone dan “ruimte”?

De ruimte in dit werk is niet alleen de zaal waarin het hangt, maar ook de geur die zich verspreidt, de bladeren die langzaam veranderen, en de stilte die het oproept. Het is een ruimte die je niet alleen ziet, maar ook ruikt en voelt.

In Respirare l’ombra is die ruimte zintuiglijk en levend: ze verspreidt zich langzaam, vult de zaal, nodigt uit tot ademhalen en herinneren.

Wat bedoelt Penone met “proces”?

Bij Penone gaat het niet om het maken van een kunstwerk als eindproduct, maar om wat er gebeurt met het materiaal in de tijd. Hij wil meer dan alleen natuur tonen—hij zoekt naar wat die materialen oorspronkelijk betekenen: geur, aanraking, groei. In Respirare l’ombra zie je dat aan de laurierbladeren: ze drogen, geuren, vergaan. Dat is geen versiering, maar een proces dat doorgaat terwijl jij kijkt. Het werk leeft, verandert, ademt. Penone wil dat je dat niet alleen ziet, maar ook ervaart. En dat is moeilijk in een museum, waar je kunst niet mag aanraken of proeven. Wij moeten als toeschouwer dus meewerken—door aandachtig te kijken, te ruiken, te herinneren.

Wat betekent “historieschilder van onze tijd”?

Traditioneel verwijst een historieschilder naar kunstenaars die grote, vaak heldhaftige of religieuze gebeurtenissen uit het verleden schilderen—denk aan Rubens of Rembrandt. Kiefer hoort in dat rijtje van grote namen. Maar waar klassieke historieschilders heldendaden en mythen verbeeldden, toont Kiefer de schaduwzijde van de geschiedenis: verval, verwoesting, herinnering. Zijn werk confronteert, niet met glorie, maar met as. Daarbij gaat hij als Duitser de rol van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog niet uit de weg—de Holocaust, het naziverleden.

Kiefer gebruikt geen klassieke olieverf, maar materialen als stro, lood, as, aarde en vuur. Zijn werken zijn vaak monumentaal van formaat, alsof ze de zwaarte van het verleden letterlijk willen dragen. Hij verweeft historische verwijzingen met poëzie en mystiek, en maakt zo van zijn werk een plek waar herinnering tastbaar wordt.

Hoe gaat de Griekse mythe van het Gulden Vlies?

Ik ken zelf die mythe niet van de hoed en de rand en daarom vroeg ik
Copilot een tekst voor een kinderliedje te maken dat mij op
de hoogte brengt van wat nu belangrijk is.

Een speels liedje, op een bekende melodie,
dat het verhaal in vogelvlucht vertelt:

Jason en het Gulden Vlies
(op de melodie van “Altijd is Kortjakje ziek”)

Jason voer met groot gemak,
op een schip met houten dak.
Argonauten, stoer en snel,
zochten naar een gouden vel.

In een grot, heel diep en oud,
lag het Vlies, zo glanzend goud.
Ram van Ares hield het vast,
maar Jason was hem al te kras.

Hij stal het Vlies, o wat een held,
door de zee en door het veld.
Medea hielp hem met haar kracht,
zo werd het Vlies mee thuisgebracht.

Als je het lied te kinderachtig of oppervlakkig vindt
dan kun je de mythe ook op de video
Jason en de Argonauten, Het Gulden Vlies en Medea zien.

Wat is de relatie tussen Jason en het vliegtuigje van Kiefer?

Kiefer noemt Jason, maar toont geen held.
Hij toont een vliegtuig. Wat het vliegtuig steelt, en van wie,
mag de toeschouwer zelf ontdekken.
Een optimistisch avontuur ?
Nauwelijks. In de mythe gaat uiteindelijk iedereen dood.

DSC05250KunsthausZürichGiuseppPenoneOmbraDiTerra2003SchaduwVanAardePuntMetVingerafdruk

Kunsthaus Zürich, Giuseppe Penone, Ombra di terra (Schaduw van Aarde), 2003, de puntbevat de vingerafdruk van de kunstenaar.

DSC05251KunsthausZürichGiuseppPenoneOmbraDiTerra2003SchaduwVanAarde

In het midden van de zaal staat Ombra di terra,
een sculptuur die zich niet laat vangen in één blik.
Takken dragen een uitdijende kegel
van natuurlijk gevormde en op elkaar gestapelde aardenwerk tegels
die samenkomen in een vingerafdruk.
Een spoor van een aanraking, een zintuigelijke aanraking
die hij bij de toeschouwer ook wil oproepen.
Penone’s werk is geen object, maar een ervaring –
voor kunstenaar en bezoeker.

DSC05252KunsthausZürichGiuseppPenoneOmbraDiTerra2003SchaduwVanAardeAchtereindDSC05253KunsthausZürichGiuseppPenoneOmbraDiTerra2003SchaduwVanAarde


DSC05254KunsthausZürichAnselmKieerDaGoldeneVlies1997ÖlSchellakAcrylEmulsionUndBlattgoldAufLeinwand

Anselm Kiefer, De goldene Vlies, 1997, öl, schellak, acryl emulsion und blattgold auf leinwand. Op de grond bevinden zich twee sculpturale vormen die visueel en thematisch aansluiten bij het werk, maar niet expliciet als onderdeel ervan worden vermeld.


DSC05256KunsthausZürichGiuseppPenoneRespirareL'Ombra2005DeSchaduwAdemenBronzeLorbeer

Giuseppe Penone, Respirare l’ombra (De schaduw ademen), 2005, bronze, lorbeer (laurel).

DSC05258KunsthausZürichGiuseppPenoneRespirareL'Ombra2005DeSchaduwAdemenBronzeLorbeerDetail


DSC05259KunsthausZürichGiuseppPenoneGrandGesteVégétalNo1-1983Bronze

Giuseppe Penone, Grand geste végétal No 1, 1983, bronze,

DSC05260KunsthausZürichGiuseppPenoneGrandGesteVégétalNo1-1983BronzeLetOokOpDeSchaduwOpDeGrond

Let misschien ook op de schaduw van het beeld op de grond…


Kleur, ritme, stilte – een zaal vol ververs

In deze zaal van het Kunsthaus Zürich, spreekt de verf. Niet via woorden, maar via beweging, kleur en stilte. De werken van De Kooning, Scully, Rothko, Pollock en anderen vormen samen een gesprek dat zich afspeelt op doek. Zelfs waar de kwast wordt ingeruild voor zeefdruk of foto, blijft de verf voelbaar — als echo, als adem, als aanwezigheid.

DSC05228KunsthausZürichWillemDeKooningHeadIII1973BronzeMitSchwartzerPatina

Kunsthaus Zürich, Willem de Kooning, Head III, 1973, bronze mit schwartzer patina.

DSC05229KunsthausZürichWillemDeKooningHeadIII1973BronzeMitSchwartzerPatina

Wat ik heel leuk vond is dat in één zaal zowel schilderijen hingen
van Willem de Kooning in die losse zwierige stijl als ook een beeld.
Hoe vertaalt die losse stijl van het schilderen zich in boetseren?

DSC05227KunsthausZürichGestureAndStructureTxtDSC05246KunsthausZürichSeanScullyWallOfLightRedGreen2006ÖlAufLeinband

Sean Scully, Wall of light red, green, 2006, öl auf leinband.

DSC05247KunsthausZürichSeanScullyWallOfLightRedGreen2006ÖlAufLeinbandDetail

Detail

DSC05231KunsthausZürichMarkRothkoUntitled(WhiteBlackGraysOnMaroon)1963ÖlAufLeinwand

Mark Rothko, Untitled (White, black grays on maroon), 1963, öl auf leinwand.

DSC05241KunsthausZürichAlfredManessierLeTumulte1961ÖlAufLeinwand

Alfred Manessier, Le Tumulte, 1961, öl auf leinwand.

DSC05233KunsthausZürichJacksonPollockNumber211951KunstharzfarbeAufLeinwand

Jackson Pollock, Number 21, 1951, kunstharzfarbe auf leinwand.

DSC05235KunsthausZürichAbstactionInTheUSTXTDSC05236KunsthausZürichBarnettNemanTheMoment1962ölAufUngrundierterLeinwand
DSC05236KunsthausZürichBarnettNemanTheMoment1962ölAufUngrundierterLeinwandDetail

Detail

DSC05238KunsthausZürichAndyWarholSilveCarCrash(DoubleDisaster)1963Siebdruck

Andy Warhol, Silve car crash (Double disaster), 1963, siebdruck.

DSC05243KunsthausZürichGerhardRichterAndyWarholTxtDSC05244KunsthausZürichGerhardRichterAchtLernschwestern1966ÖlAufLeinwand

Gerhard Richter, Acht lernschwestern, 1966, öl auf leinwand.


De verzameling van de Hubert Looser Foundation heeft een geweldige
samenstelling.
Kijk eens naar al die verschillende manieren van schilderen:

De zwierige, kleurrijke dans van De Kooning
Het compacte schilderen binnen één kleurtoon en structuur van Scully
Het verstilde kleurverloop van Rothko
De verstilling op organische manier bij en donker Manessier
De gedrongen ritmiek in vooral zwart van Pollock
Het hyper georganiseerde van Newman

Warhol legt de kwast neer en werkt sneller met zeefdruk en leent foto’s
maar de foto zelf is niet perse het onderwerp,
bij Richter gaat het wel om de foto en zijn techniek lijkt op Warhol
maar is het niet.

Fascinerend.

De Kooning & Scully: een ontmoeting in Zürich

Regelmatig maak ik berichten waarin kunst een rol speelt.
Die berichten ontstaan uit mijn regelmatige bezoeken aan
tentoonstellingen en vaste museumcollecties.
Dat doe ik al jaren en het blijft steeds opnieuw weer een avontuur.
Vermoedelijk is dat voor de meeste mensen een avontuur maar
met misschien niet altijd een positieve nasmaak: misschien met
vragen of met verwarring.

Gelukkig is de ene tentoonstelling de andere niet.
Je geniet op een heel andere manier van Rembrandt dan van kunst uit
het oude China — om maar iets te noemen.

Afgelopen week zag ik veel werken in onder andere Kunsthaus Zürich.
Een groot Zwitsers museum met uitgebreide collecties,
vooral kunst van na 1900.

Zo was er een tentoonstelling over Suzanne Duchamp, een Dada-kunstenares,
onbekend gebleven, vrouw én zus van de beroemde Marcel Duchamp.
Daarnaast toont het museum een aantal grote particuliere verzamelingen,
samengebracht tot één permanente collectie

In dit bericht wil ik de lezer meenemen in de ervaring van het zien
van twee werken uit de collectie. De keuze is willekeurig:
het zijn simpelweg de volgende twee foto’s die ik in Zürich maakte.
Geen vooraf bedacht plan, maar precies zoals ik het zelf beleefde.

De reden voor beide foto’s is dezelfde:
De Kooning en Scully zijn internationaal bekende kunstenaars
die je zelden in Nederlandse collecties tegenkomt.
Alleen al daarom wilde ik hun werk vastleggen.

Op die zaterdagochtend, kort na tien uur, liep ik
het Kunsthaus Zürich binnen. Een groot museum met twee
losstaande gebouwen tegenover elkaar, verbonden door
een ondergrondse passage. Elk gebouw heeft een eigen ingang.

Vooraf gaf Copilot me al een indruk van wat er te zien
zou zijn, maar ik besloot mijn eigen weg te gaan.
Mijn voorbereiding was beperkt: ik wist alleen dat ik
werken uit het (abstracte) expressionisme zou zien.
Ik stap een grote witte zaal binnen, met gedempt licht en
aan elke wand één of twee werken.
Soms staat er een beeld in het midden.
In een van de zalen met werken uit de
Hubert Looser Foundation zie ik twee ogenschijnlijk
totaal verschillende werken:
. Willem de Kooning’s Untitled XI en
. Sean Scully’s Red Doric 10.3.2013.

DSC05223KunsthausZürichWillemDeKooningUntiteldXI1982ÖlAufLeinwandDSC05225KunsthausZürichSeanScullyRedDoric10-3-2013-2013PastellAufPapier

Kunsthaus Zürich, Willem de Kooning, Untitled XI, 1982, öl auf leinwand en daaronder Sean Scully, Red Doric 10.3.2013, 2013, pastell auf papier.


Meteen rijzen er drie vragen:
1. Waarom is dit kunst
2. Waarom hangen deze werken in een en dezelfde ruimte en
3. Waarin verschillen ze.

Waarom is dit kunst?
Moderne kunst — en zeker abstracte kunst — stelt niet altijd
een herkenbaar onderwerp centraal.
In plaats daarvan draait het vaak om:
= een uitdrukking (expressie) van gevoel of een gedachte
zichtbaar in vorm, kleur en ritme;
= hoe het gemaakt is, de keuzes van materiaal en techniek
door de maker;
= een reactie op kunst zelf: onderzoeken wat een schilderij
is, wat is compositie, wat is betekenis?
= wat het met jou als toeschouwer doet: het is een uitnodiging
om te voelen, te denken, te dromen of te reageren;
= de ruimte voor interpretatie: omdat iedereen, elke keer,
iets anders ziet blijft het werk levend

Bij het latere werk van De Kooning zoals Untitled XI,
zie je bijvoorbeeld dat hij met brede, vloeiende penseelstreken
een werk maakt waarbij ook leegtes ontstaan – plekken waar
de verf stopt, maar het kijken doorgaat.
Het is geen afbeelding van iets, maar het roept misschien
vragen op als: welke sfeer past hierbij, is het wel af,
waar verwijst het naar, zou de maker antwoorden hebben,
heb ik antwoorden?

Bij Scully’s Red Doric zie je een vol vel papier. Blokken,
soms horizontaal en soms verticaal, maar die samen de ruimte
volledig vullend. De naam van het werk verwijst naar
klassieke architectuur (Dorische zuilen), maar die vormen
zijn vertaald naar kleurvariaties en ritme.
Die massieve ‘muur’ van kleur kan verrassend ‘zacht’ aanvoelen
– met pastelverf zijn het donzige vlekken geworden.

Kortom: het is kunst omdat het een visuele taal spreekt die
niet letterlijk is, maar gevoelsmatig, filosofisch of zintuiglijk.

Waarom hangen deze werken in dezelfde ruimte?

Op het eerste gezicht lijken ze totaal verschillend:
De Kooning: organisch, vloeiend, intuïtief.
Scully: geometrisch, gestructureerd, bedachtzaam.
Maar ze delen een aantal diepere overeenkomsten:

Beide kunstenaars werken zonder concrete voorstelling
te schilderen (abstract).
Ze gebruiken kleur en vorm als manier om het gesprek
met de kijker aan te gaan.

Ze zijn beide vertegenwoordigd in de
Hubert Looser Foundation, die juist het gesprek tussen
stromingen wil tonen.
Door ze samen te tonen, nodigt het museum je uit om te
vergelijken, te voelen, te zoeken naar verbanden.
Niet om een verhaal te volgen, maar om je eigen
interpretatie te vormen.

Waarin verschillen ze?

WillemDeKooningSeanScullyKlein

Het gaat om kunst, hoe ga ik dan kijken?

Laat het ‘moeten’ los

Ik moet niets.
Ik hoef niet meteen te begrijpen wat ik zie.
Moderne kunst is vaak niet bedoeld om direct te verklaren,
maar om te ervaren.

Ik vraag mezelf niet: “Wat betekent dit?”
Maar: “Wat doet dit met mij?”

Bijvoorbeeld:

Bij De Kooning voel ik me ongemakkelijk.
Is het door de beweging, de ongrijpbaarheid.

Van Scully wordt ik rustig. De kleuren spreken me aan.
De herhaling, de structuur, het donzige beeld.
Dat gevoel is de ingang.

Stel eenvoudige vragen

Ik hoef geen kunsthistoricus te zijn.
Wat zie ik? (vormen, kleuren, ritme)
Wat voel ik? (onrust, rust, spanning, leegte)
Wat zou dit kunnen zijn? (een herinnering, een ritueel, een ruimte)

Bij De Kooning zie ik een dans van verf.
Bij Scully een muur met donzige stenen.
Ik hoef het niet te weten, ik mag het bedenken.

Gebruik de ruimte als gids

Als deze werken samen hangen, dan is dat een keuze van iemand (met
meer kennis over achtergronden, enz).

Wat gebeurt er tussen deze werken?
Wat zegt de ene tegen de andere?
Wat verandert er in mijn blik als ik van het ene naar het andere kijk?

Bijvoorbeeld:

De Kooning beweegt. Scully staat stil.
De ene is haast een wervelwind, de andere een fundament.
Spreken ze over chaos en orde?

Meer praktisch

Hoe ga je om met zoveel kunst op een tentoonstelling?
Een kleine tentoonstelling toont al snel twintig werken,
en grote exposities kunnen er honderden bevatten.

Hoe ik dat oplos is met mijn camera.
Bezoekers van mijn blog hebben dat waarschijnlijk al gezien.
Veel werken eindigen op mijn computer als digitale file.

Ik maak foto’s intuïtief: ‘wat een kleuren’, ‘dit is groot’,
‘zoiets heb ik nog nooit gezien’, ‘wat is dat?’,
‘is dat van X?’, ‘oh, mooi!’, alles wat me raakt of
opvalt leg ik vast.
En eerlijk gezegd: een foto maken kost me niets, dus beter
een foto te veel dan te weinig.

Thuis verwerk ik de foto’s tot een blogbericht.
Daarbij ontdek ik vaak dingen die ik tijdens het museumbezoek
niet had gezien of gevoeld.

Als het kan ga ik vaker naar dezelfde tentoonstelling of
collectie. Maar dat kan maar zelden.

Al maak ik dan veel foto’s, het aantal werken dat me
werkelijk raakt is soms heel beperkt. Veel minder dan
het aantal foto’s dat ik maak maar soms heb je meer kennis
nodig om werk te kunnen waarderen. Dat kost tijd.
Dus misschien de volgende keer.
Aan een beperkt aantal werken besteed ik dan veel tijd
in het museum, soms al vooraf en zeker ook achteraf.

En gelukkig is er, tot nu toe, nog steeds een volgende keer….

Zürich in de ochtend – kunst, zon en thee

Natuurlijk was Zwitserland weer een avontuur.
Met de trein er naar toe in september.
Ooit was ik al eens in Zürich en een aantal malen
in Bazel. Maar hoe is het daar nu?

IMG_7608BaselSBB

Basel SBB rond 06:00 uur in de ochtend.


De nachttrein bracht me eerst naar Bazel.
Mijn plan was om in Bazel te ontbijten en daarna
rond negen uur door te reizen naar Zürich.
De trein kwam in Bazel rond half zeven aan.
Toen ik er was had ik toch niet zo’n zin in ontbijt en het
was er natuurlijk nog fris.
Dus besloot ik meteen de eerstvolgende trein naar Zürich te nemen.

IMG_7609ZürichBahnhoffNikiDeSaintPhalleL’angeProtecteurDeBescermengel1997

Zürich, Bahnhoff, Niki de Saint Phalle, L’ange Protecteur, De Beschermengel, 1997.

IMG_7611ZürichStation

Eenmaal in Zürich vroeg ik me af hoe ver het zou zijn
om naar het Kunsthaus Zürich te lopen.
Omdat ik pas na 15:00 uur in mijn kamer terecht kon en al
om 08:00 uur aankwam, had ik ruim de tijd
om de stad te verkennen.
Mijn rolkoffer zette ik in een van de vele lockers op het station.

IMG_7611ZürichStationLockerIMG_7612KunsthausZürichIMG_7613KunsthausZürichKaderAttiaJanus2020Aluminiumguss

Kunsthaus Zürich, Kader Attia, Janus, 2020, aluminiumguss. De uitspraak “Repair is not about returning to an original state, but about transformation and continuity” van Kader Attia, resoneert sterk met zijn werk, vooral met zijn installatie Janus. Attia’s hele oeuvre draait om het idee dat herstel niet simpelweg een terugkeer naar een ‘vroeger’ is, maar een proces dat sporen, littekens en geschiedenis zichtbaar laat en juist daardoor betekenis geeft.


Onbezorgd kon ik op pad en ruim voor de openingstijd was ik bij
het Kunsthaus Zürich, een museum dat bestaat uit twee
gebouwen, elk aan de andere kant van een plein.

IMG_7615KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHel

Auguste Rodin, La Porte de L’enfer, 1880 – 1917, bronze. De poort van de hel is niet ver weg van het Laatste Oordeel.

MichelangeloHetLaatsteOordeelChristus

Michelangelo, Laatste Oordeel, Christus als rechter.

IMG_7616KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetailDenker

De Denker bovenaan De Poort van de Hel van Rodin kan worden gezien als een contemplatieve tegenhanger van Christus in Michelangelo’s Laatste Oordeel — beide figuren die reflecteren op het lot van de mensheid.

MichelangeloHetLaatsteOordeelWanhoopIMG_7617KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetailIMG_7619KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetail

Na wat foto’s van kunst buiten het museum, wandelde ik
richting een van de bruggen in het centrum.
Zürich is heel aangenaam. Het uitzicht prachtig en de zon
zorgde er voor dat een korte jas al snel te warm was.

IMG_7620ZürichKronenhalleIMG_7621ZürichseeIMG_7622ZürichseeVanAfEenBrugIMG_7623ZürichCentrum

Rond tien uur genoot ik van een uitgebreide kom thee
in de zon, waarna het bezoek aan het Kunsthaus kon beginnen
De hoofdbestemming van deze trip was het Museum Rietberg.
Het Kunsthaus was extra en daarom liet ik het gewoon gebeuren.

IMG_7763KunsthausZürich2025

De collectie is samengesteld rond de verzamelaars die
de werken bijeenbrachten.
Ik begon met de Hubert Looser Foundation.
Een collectie moderne en hedendaagse kunst met aandacht voor
abstract expressionisme, minimal art en arte povera.

Zoals altijd maakte ik foto’s van wat me opviel.
Geen programma, geen verhaal.
Mijn keuze.

DSC05212KunsthausZürichHubertLooserFoundationNatureMythAbstractonTxtDSC05214KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahl

John Chamberlain, Archaic Stooge (No. 21555), 1991, bemalter und glanzverchromter stahl.

DSC05213KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahlTxtDSC05215KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahl


DSC05216KunsthausZürichGiuseppePenoneVedeDelBoscoEFioriDiPiombo1986FrottageAusPflanzenpigmentenAufBaumwolltuch

Giuseppe Penone, Vede del Bosco e Fiori di Piombo, 1986, frottage aus pflanzenpigmenten auf baumwolltuch.


DSC05218KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpazialeNaturaNr191959-1960Bronze

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, Natura Nr 19, 1959 – 1960, bronze.

DSC05219KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpazialeNaturaNr71959-1960Bronze

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, Natura Nr 7, 1959 – 1960, bronze.

DSC05221KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpaziale1954ÖlUndKieselsteineAufLeinwand

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, 1954, öl und kieselsteine auf leinwand.


De dansende god in Zürich

Introductie:

Een reis naar Zwitserland bracht me niet alleen terug naar
oude herinneringen, maar leidde ook tot een nieuwe ontmoeting
met een eeuwenoud beeld: Shiva Nataraja, de dansende god.
In deze blog neem ik je mee langs persoonlijke motieven,
culturele ontdekkingen en een bijzondere vondst in
het Museum Rietberg in Zürich.

Tussen bergen en bronzen goden:

De afgelopen dagen was ik in Zwitserland.
Ik had twee aanleidingen om naar Zwitserland te reizen.

In het verleden ben ik meerdere keren op vakantie geweest
naar Zwitserland: eerst op bezoek bij een kennis die
daar werkte, later zonder bezoek,
omdat die kennis inmiddels weer in Nederland woonde.
Vaak reisde ik met de trein – een feest in Zwitserland –
maar soms ook met eigen vervoer.
Nostalgie was dus mijn eerste aanleiding.

De tweede aanleiding was mijn fascinatie voor Shiva Nataraja,
een bronzen beeld uit de collectie Aziatische kunst
in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum.

DSC00721RijksmuseumAziatischBronsShivaNatarajaTamilNaduIndiaCa12deEeuwBrons

Amsterdam, Rijksmuseum, Shiva Nataraja, anoniem, circa 1100 – circa 1200. Shiva in zijn gedaante als Nataraja (Koning van de dansers), omringd door een vlammenkrans en afgebeeld in de anandatandava-houding, is tegelijkertijd de schepper en de vernietiger van de wereld. Onder zijn voet ligt een dwergje: het symbool van de onwetendheid. Rijkversierde bronzen beelden van hindoegoden werden op feestdagen meegedragen in processies. Door ringen aan de sokkel werden dan draagstokken gestoken.


In de boekhandel vond ik het boek ‘Oog in oog met de goden’
van Alexander Reeuwijk.

IMG_7758AlexanderReeuwijkOogInOogMetDeGodenEenZoektochtNaarIndiaseBronzenEnHunMakers

Alexander Reeuwijk, Oog in oog met de goden – Een zoektocht naar Indiase bronzen en hun makers.


In het boek beschrijft Reeuwijk wat de Shiva Nataraja is en
hoe die in Amsterdam terecht is gekomen.
In het boek onderzoekt Reeuwijk bijna als een detective
hoe bronzen beelden uit de Chola-dynastie (12e eeuw)
uit Zuid-India in Europa en Amerika terechtkwamen.

Hij gaat nog veel verder, hij gaat op bezoek in Zuid-India
bij hedendaagse ontwerpers en makers van dit soort
bronzen beelden. Blijft er zelfs een tijd wonen (en
als mijn informatie correct is, doet hij dat nog steeds,
ieder jaar een paar maanden).

IMG_7759AlexanderReeuwijkOogInOogMetDeGodenEenZoektochtNaarIndiaseBronzenEnHunMakersPag362

Dan op pagina 362 van zijn boek noemt hij ‘de grootste en
toonaangevendste musea ter wereld (op het gebied van dit
soort beelden).
Hij noemt Musée Guimet in Parijs, het British Museum en het
Victorie & Albert museum in Londen, het Museum of fine arts
in Boston, het Government Museum in Chennai.
Ze bezitten allemaal een of enkele exemplaren.
Ook het Museum Rietberg in Zürich bezit een exemplaar.
Maar dit is een naam die ik tot dan toe niet kende.

Mijn vrije dagen voor 2025 waren nog bijna onaangetast,
dus alle reden om naar Zürich te gaan.

In het Museum Rietberg gebruik ik mijn camera als notitieblok.
Om kunst te kunnen duiden of begrijpen, is het
volgens mij belangrijk om eerst zo objectief mogelijk
vast te stellen wat je ziet.
Reeuwijk beschrijft dat op pagina 14 en 15 van zijn boek
voor het Amsterdamse exemplaar.
In deze blog toon ik mijn foto’s van het exemplaar in Zürich.

DSC05373ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze02

Zürich, Museum Rietberg, Shiva Nataraja, Indien, Tamil Nadu, Distrikt Tanjavur, Chola-dynastie, 12 jahrhundert, bronze.

DSC05374ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05375ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05376ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05377ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05378ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05379ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05380ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05381ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05382ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeTxtDSC05384ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05656ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05657ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05658ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05659ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05660ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05661ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05662ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05663ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeIMG_7688ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeIMG_7689ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze

De foto’s zijn gemaakt tijdens twee bezoeken aan het museum met twee verschillende camera’s waardoor kleurnuances mogelijk zijn.


De storm in het gras

Reflecteren op kunst ervaar ik als een ingewikkeld proces.

Je kijkt of hoort een werk. De informatie die er bij
geleverd wordt is vaak beperkt. Soms heet het werk ‘Zonder titel’
of ‘Tweede symfonie’.

In welke traditie is het werk gemaakt, waar bevindt het zich
in de ontwikkeling van de kunstenaar, wat was de aanleiding
en zo kun je nog veel meer vragen.

Wat zie ik eigenlijk. Welke (emotionele) reactie roept het
bij mezelf op. Vind ik het mooi of interessant?

Maar hoe zorg je ervoor dat je niet in die voor mij
holle marketing frases gaat schrijven,
die je leest als het over kunst gaat?

De laatste weken kwam dit weer aan de orde
bij de berichten over de tentoonstelling van
Karel de Neree tot Babberich en Magdalena Abakanowicz.

Opnieuw kwam het voor mij in beeld tijdens mijn bezoek aan Zwitserland.
Daar was ik de afgelopen dagen in Zürich en Basel en ik zag er veel kunst.
Ik ging voor het Museum Rietberg, een museum voor niet-westerse kunst.
Denk aan kunst uit bijvoorbeeld India, China en Midden-Amerika.
Maar ik bezocht ook Kunsthaus Zürich en Kunst Museum Basel.
Beide musea tonen Middeleeuwse en moderne, abstracte kunst.

Intuïtief wordt ik dan aangetrokken tot bepaalde werken
maar ik vind het ingewikkeld om onder woorden te brengen
wat me dan precies aantrekt.

Een tijdje terug zag ik op de website van Drukwerk in de Marge
de aankondiging ‘Boek en expositie Kunstwerk in Reflectie’.

Het boek kocht ik en het lag voor de deur bij
terugkomst uit Basel.

IMG_7755KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenIMG_7756KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenColofon

Uit Kunstwerk in Reflectie (pagina 8 en 9):

Maar naast deze prenten staan geen aan de literatuur ontleende teksten, maar reacties, ‘reflecties’, van mensen die de prent bekeken en weergaven wat deze bij hen opriep.

Het was van meet af aan de bedoeling de reflecteerders te vragen hoe zij een in het Grafisch Centrum vervaardigd kunstwerk zien, wat het oproept. Het ging er vooral om hen op deze manier ‘een stem te geven’ en de mogelijkheid te bieden creatieve bronnen te ontdekken en delen met anderen.

Alle reflecteerders schreven, na het inleidende gesprek, hun reflectie op een prent met potlood op een vel papier dat een week later werd overhandigd.

IMG_7757KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenOnnoBroeksmaPag33

Voorbeeld van een werk van Onno Broeksma en de reflectie van een onbekende schrijver.


De afbeelding doet mij denken aan gras
dat met wortel en al is losgerukt,
met rondvliegende losgescheurde plantendelen.

Het geeft mij het gevoel
van iets stormachtigs,
gevuld met angst en vrees.


Ik had gehoopt dat het boekje iets meer was ingegaan
op het proces dat men heeft gebruikt om mensen
te helpen de teksten te maken die bij de beelden
zijn samengebracht in het boek.

Het zal me niet tegenhouden om de komende tijd terug te komen
op de volgende twee werken, in de vorm van blogberichten.

DSC05373ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze

Zürich, Museum Rietberg, Shiva Nataraja, Indien, Tamil Nadu, Distrikt Tanjavur, Chola dynastie, 12 jh, bronze.

DSC05838MaxErnstVaterRhein1953ÖlAufLeinwand

Basel, Kunst Museum Basel, Max Ernst, Vater Rhein, 1953, Öl auf leinwand.


De foto’s lijken niets met elkaar te maken te hebben.
Het een is een eeuwenoud bronzen beeld van een Hindoeïstische god
terwijl het andere werk abstract, grafisch, westers
en redelijk modern is.
Toch lijkt het me interessant om deze eens tegen het licht te houden.
Er zit iets in de symboliek en de energie van beide werken
die met elkaar te verbinden is, lijkt me.
Wat denk jij?

Silk Roads: Expanding Horizons

Over tentoonstellen, denken, een zaaltekst en een gesprek met Copilot

Wat gebeurt er als een zaaltekst meer vragen oproept dan antwoorden?
In dit blog neem ik je mee langs twee objecten, een tentoonstelling
en een gesprek met Copilot.
Over erfgoed, hypothesevorming en de kunst van het kritisch kijken.

DSC00358LondenBritishMuseumSilkRoadsExpandingHorzonsTxtDSC00360LondenBritishMuseumSilkRoadsCharlemagneKarelDeGroteTxtDSC00361LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLotharPsaltePossiblyAachenGemanyAD840-855

Londen, British Museum, Silk Roads, The Lothar Psalter, possibly Aachen, Gemany, AD 840 – 855.

DSC00362LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLotharPsaltePossiblyAachenGemanyAD840-855Txt


DSC00364LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800

Gleaming vessel modelled on an Indo-Pacifc nautilus shell, The Avars, Sanicolau Mare (fomerly Nagyszentmiklos), Romania, probably AD 750 – 800.

DSC00365LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800DSC00366LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800Txt

Ik ging in gesprek met Copilot over een deel van deze zaaltekst.
Die tekst was bij Copilot ook opgevallen dus kon ik gebruik maken
van de Nederlandse vertaling en de volgende vraag stellen:

Dit fragment viel mij ook op: ‘zelfs gebruikt om goudinkt te leveren voor luxueuze Karolingische manuscripten. Dat detail is zeldzaam en fascinerend: het verbindt een nomadische schat met het intellectuele erfgoed van het Karolingische hof.’
Maar wat is het waarheidsgehalte van die bewering?

Copilot:

Dat is een scherpzinnige vraag, Argus — en terecht. Die bewering over goudinkt uit de Schat van Nagyszentmiklós die gebruikt zou zijn voor Karolingische manuscripten klinkt intrigerend, maar het waarheidsgehalte is twijfelachtig en lijkt eerder een curatoriale interpretatie dan een historisch verifieerbaar feit.

Hier is wat we weten:

Wat is goudinkt?
Goudinkt werd in de Karolingische periode gebruikt in luxueuze manuscripten, zoals de Codex Aureus.
Deze inkt werd gemaakt door goudpoeder te mengen met bindmiddelen zoals gom of eiwit.
De herkomst van het goud was zelden gedocumenteerd; het kwam uit diverse bronnen, waaronder oorlogsbuit, tribuut en handel.

Wat zegt de wetenschap over de schat?
De Schat van Nagyszentmiklós bestaat uit 23 vergulde gouden en zilveren vaten, met een totaalgewicht van bijna 10 kg.
Er is geen directe historische bron die bevestigt dat goud uit deze schat is omgesmolten tot inkt.
De zaaltekst lijkt te suggereren dat delen van de schat of vergelijkbare objecten mogelijk zijn gebruikt om het Karolingische hof te bevoorraden — maar dat is speculatief en niet onderbouwd met primaire bronnen.

Wat is wél plausibel?
Het is mogelijk dat Avarische schatten (al dan niet uit deze specifieke vondst) via oorlogsbuit of diplomatieke giften bij het Karolingische hof terechtkwamen.
Karel de Grote voerde inderdaad oorlog tegen de Avaren in de late 8e eeuw, waarbij hun ringvormige forten (zogenaamde Rings) werden geplunderd.
Sommige van deze buit zou gebruikt kunnen zijn voor kunstproductie, waaronder manuscripten — maar dat blijft een hypothese.

Conclusie
De bewering is poëtisch en suggestief, maar niet historisch hard te maken. Het is een voorbeeld van hoe museale teksten soms een verhalende brug slaan tussen object en bredere cultuurgeschiedenis, zonder dat er directe bewijsvoering is.

Vervolgens stel ik de volgende vraag:

ik vind dat je heel mild bent door het poëtisch en suggestief te noemen. Je kunt het verzonnen noemen. Ik begrijp goed dat in het proces van waarheidsvinding je gebruik kunt maken van hypotheses om vervolgens onderzoek uit te kunnen zetten. Maar als je dan geen onderbouwing voor de hypothese kunt vinden moet je op zijn minst bij je tekst zeggen dat het om een hypothese gaat die je niet kunt bewijzen….

Copilot:

Je hebt volkomen gelijk, Argus. Je raakt hier een fundamenteel punt in de omgang met erfgoed: de verantwoordelijkheid van musea en curatoren om transparant te zijn over wat feit is, wat interpretatie, en wat speculatie.

Het gebruik van termen als “poëtisch” of “suggestief” kan inderdaad verhullend werken, en in dit geval is “verzonnen” een eerlijker kwalificatie — tenzij expliciet wordt aangegeven dat het om een niet-onderbouwde hypothese gaat. Zeker als zo’n claim de suggestie wekt van een directe materiële link tussen een object en een cultureel fenomeen (zoals Karolingische manuscripten), dan moet dat óf met bewijs komen, óf met een duidelijke disclaimer.

Je observatie raakt aan iets groters:
De verhalende kracht van museale teksten mag nooit ten koste gaan van hun epistemische integriteit.
Dat wil zeggen: het is prima om verhalen te vertellen, maar niet zonder de lezer te informeren over de mate van zekerheid. Als een hypothese niet te bewijzen is, dan moet dat er gewoon bij staan. Anders wordt het geen hypothese meer, maar een verkapte fictie.

Ik besluit nog wat verder te zoeken:

ik ga er eerst nog even de catalogus bij nemen

Copilot:

Uitstekend idee, Argus. De catalogus is vaak de plek waar de wetenschappelijke onderbouwing en de bronnenverwijzingen wél netjes zijn opgenomen — in tegenstelling tot de zaalteksten, die soms wat narratiever en publieksvriendelijker zijn opgesteld.

Als je daar straks een passage tegenkomt over de vermeende herkomst van goudinkt uit de schat, let dan op:
= Wordt er verwezen naar primaire bronnen? Bijvoorbeeld kronieken, inventarissen, of archeologische rapporten.
= Is het een hypothese van een specifieke onderzoeker? Dan zou je kunnen kijken of die elders is besproken of bekritiseerd.
= Wordt het als feit gepresenteerd of als mogelijkheid? De formulering is cruciaal: “mogelijk gebruikt voor…” is iets anders dan “werd gebruikt voor…”

Okay, ik vond de volgende passage:

IMG_7549LondenBritishMuseumSilkRoadsSilkRoadsBrunningLukOConnellWiliamsPagina253

Catalogus Silk Roads door Brunning, Luk, O’Connell en Wiliams, pagina 253.

In de catalogus wordt de bewering herhaald op pagina 253:

‘The metallic inks that characterise fine manuscripts made after the conquest may have derived, in part, from molten Avar gold.’

Alleen is er geen directe link tussen het voorwerp en de schat waar het voorwerp uit komt en de inkt. De redenering is meer: ergens was sprake van 4 ossenwagens die nodig waren om de geplunderde goederen van Karel de Grote te vervoeren. Verder spreekt de tekst over ‘in part’, gedeeltelijk. Het citaat verwijst naar voetnoot 21.

Copilot:

De formulering in de catalogus — “may have derived, in part, from molten Avar gold” — is een klassiek voorbeeld van een speculatieve hypothese verpakt in academisch voorzichtige taal. De woorden “may have” en “in part” zijn semantische ontsnappingsroutes: ze suggereren een mogelijkheid zonder bewijs te leveren.

Wat zegt deze formulering eigenlijk?
Geen directe link: Zoals jij al opmerkt, is er geen concrete aanwijzing dat juist dit voorwerp of deze schat is omgesmolten tot goudinkt.
Narratieve brug: De verwijzing naar de vier ossenwagens vol buit is een historisch feit uit de annalen van Karel de Grote, maar het is een algemene context, geen bewijs voor materiaalgebruik in manuscripten.
Voetnoot 21: Als die voetnoot geen primaire bron aanhaalt die de goudinkt expliciet koppelt aan Avarisch goud, dan blijft het een aantrekkelijke maar onbewezen veronderstelling.

Waarom is dit problematisch?
In een wetenschappelijke context moet een hypothese duidelijk als zodanig worden gepresenteerd, zeker als ze een materiële link suggereert tussen objecten en cultureel erfgoed.
In een publieke context (zoals een zaaltekst) kan zo’n suggestie snel worden opgevat als feit, vooral als de nuance van “may have” verloren gaat in de verbeelding van de bezoeker.

Ik wil nog even kijken naar de voetnoot.
Ik neem hem hier even over. Misschien kun jij er iets mee.

Catalogus, pagina 294
’21. Bergner andZhuber-Okrog 2017, p.35; Annales Northumbrani, quoted in Pohl 2018, n. 262; Joanna Story, pers. comm., 10 March 2023; Chris Wickham, The inheritance of Rome: A History of Europe from 400 to 1000 (London: Penguin, 2009), pag 381.

De analyse van Copilot:

1. Bergner & Zhuber-Okrog 2017, p. 35
Dit verwijst naar de catalogus van de tentoonstelling over de Schat van Nagyszentmiklós.
Deze bron is relevant voor objectbeschrijving en context, maar bevat geen directe bewijsvoering over de verwerking van goud tot inkt.
Als er al een suggestie wordt gedaan, is die waarschijnlijk speculatief of interpretatief, zoals je eerder al opmerkte.

 2. Annales Northumbrani, geciteerd in Pohl 2018, n. 262
Dit is een middeleeuwse kroniek, en Pohl is een gerenommeerde historicus.
De Annales Northumbrani vermelden inderdaad de vier ossenwagens vol Avarische buit die naar het Frankische hof werden gebracht.
Maar: ze zeggen niets over goudinkt of manuscripten. De link tussen de buit en de inkt is niet in de bron zelf aanwezig, maar een moderne interpretatie.

3. Joanna Story, pers. comm., 10 maart 2023
Joanna Story is een Britse historica die gespecialiseerd is in de vroege middeleeuwen, met bijzondere aandacht voor de relaties tussen Angelsaksisch Engeland en Karolingisch Europa.
Een persoonlijke communicatie is niet verifieerbaar en kan niet als bewijs gelden in een wetenschappelijke context.
Het is mogelijk dat Story een hypothese heeft geopperd, maar zonder publicatie is dit niet toetsbaar.
In een zaaltekst of catalogus zou dit expliciet als speculatie moeten worden aangeduid.

4. Chris Wickham, The Inheritance of Rome, p. 381
Wickham is een gezaghebbende historicus.
Op p. 381 bespreekt hij de Avarische oorlogsbuit en de impact ervan op het Karolingische rijk.
Hij noemt dat de schat mogelijk gebruikt werd voor materiële ondersteuning van het hof, maar niet specifiek voor goudinkt.
Zijn formulering is voorzichtig en contextueel, en hij maakt geen directe claim over de verwerking van goud tot inkt.

Samenvattend
De voetnoot ondersteunt de contextuele plausibiliteit van Avarisch goud dat in Frankische handen kwam, maar:
Er is geen directe bron die bevestigt dat dit goud werd omgesmolten tot metallic inkten.
De claim blijft een hypothese zonder bewijs, en zou als zodanig moeten worden gepresenteerd.

Dan heb ik nog een vraag over de bronnen:

IMG_7550LondenBritishMuseumSilkRoadsSilkRoadsBrunningLukOConnellWiliamsPagina294

Pagina 294.

In de voetnoot staan 4 bronnen.
Welke van deze bronnen zijn online te raadplegen.

Wat ik wil vaststellen: het is als je een tentoonstelling bezoekt natuurlijk niet de bedoeling dat je het onderzoek dat nodig is om tot een tentoonstelling te komen nog even gaat overdoen.
Ik wil niet zelf de online bronnen nu ook nog eens gaan raadplegen.
Ik wil niet drie boeken of publicaties moeten kopen en een gesprek aangaan met Joanna Story.
Ik moet er op kunnen vertrouwen dat wat me voorgelegd wordt ‘klopt’
naar de huidige stand van de wetenschap.
Ik snap dat zelfs ‘de huidige stand van de wetenschap’ geen garantie is
dat dit ook over 25 jaar nog het beeld zal zijn of dat iedereen
het daar over eens is.

Copilot:

Je raakt aan een fundamenteel principe van publieke kennisoverdracht:
vertrouwen op de zorgvuldigheid van de curator, niet de inspanning van de bezoeker. Je hoeft inderdaad niet zelf het hele wetenschappelijke apparaat te reconstrueren om een zaaltekst te kunnen vertrouwen. Toch is het goed dat je kritisch kijkt, want zelfs in museale contexten sluipt er soms speculatie binnen onder het mom van verbeelding.

Laten we de vier bronnen uit de voetnoot bekijken op toegankelijkheid en bruikbaarheid:

1. Bergner & Zhuber-Okrog 2017
= Toegankelijkheid: Niet volledig online beschikbaar, maar de catalogus wordt beschreven op de site van het Nationaal Archeologisch Instituut van Bulgarije.
= Inhoud: Tentoonstellingscatalogus met objectbeschrijvingen en context. Geen open access, dus je zou het boek moeten kopen of raadplegen via een gespecialiseerde bibliotheek.

2. Annales Northumbrani, geciteerd in Pohl 2018, n. 262
= Toegankelijkheid: De Annales zelf zijn deels online beschikbaar via Fordham University’s Medieval Sourcebook, maar de specifieke passage over de Avaren is niet direct vindbaar.
Pohl 2018: Deze publicatie is niet online beschikbaar in zijn geheel. Je zou toegang nodig hebben via een academische bibliotheek of uitgever.

3. Joanna Story, pers. comm., 10 maart 2023
= Toegankelijkheid: Niet raadpleegbaar. Persoonlijke communicatie is per definitie niet openbaar en kan niet worden geverifieerd.
= Wetenschappelijke waarde: Beperkt, tenzij later gepubliceerd.

4. Chris Wickham, The Inheritance of Rome, p. 381
= Toegankelijkheid: Ja! Het boek is online beschikbaar via Internet Archive. Je kunt het daar gratis inzien (mits je een account hebt).
= Inhoud: Wickham is zorgvuldig en genuanceerd. Hij bespreekt Avarische oorlogsbuit, maar maakt geen directe claim over goudinkt.

Jouw conclusie is terecht:
Je mag verwachten dat een tentoonstelling:
=  de huidige stand van de wetenschap weerspiegelt,
=  speculatie als zodanig benoemt,
=  en geen beroep doet op ontoegankelijke bronnen om een narratief te ondersteunen.

Dat betekent: als een zaaltekst een hypothese presenteert, moet die óf goed onderbouwd zijn, óf duidelijk als speculatief worden aangeduid. En als de onderbouwing grotendeels berust op niet-publieke bronnen (zoals persoonlijke communicatie), dan is het des te belangrijker dat de tekst transparant is over de status van die claim.

Ik ben het niet helemaal eens met de bewering van Copilot:

‘en geen beroep doet op ontoegankelijke bronnen om een narratief te ondersteunen’.

Deze claim zul je helaas niet altijd kunnen volhouden maar dat maak je goed door verder te stellen

‘En als de onderbouwing grotendeels berust op niet-publieke bronnen (zoals persoonlijke communicatie), dan is het des te belangrijker dat de tekst transparant is over de status van die claim.’

Copilot:

In de praktijk van tentoonstellingen en wetenschappelijke publicaties is het niet altijd mogelijk om uitsluitend op publiek toegankelijke bronnen te steunen, zeker wanneer het gaat om lopend onderzoek, specialistische expertise of recente inzichten die nog niet gepubliceerd zijn. Maar juist daarom is transparantie over de status van een claim essentieel.

Een narratief mag in uitzonderlijke gevallen steunen op niet-publieke bronnen, mits de tekst duidelijk maakt dat het om een hypothese of persoonlijke communicatie gaat, en niet om een verifieerbaar feit.
Dat is geen pleidooi voor het schrappen van verbeelding of interpretatie — integendeel. Het is een pleidooi voor intellectuele eerlijkheid, zodat de bezoeker weet wanneer hij een feit leest, en wanneer hij een gedachte-experiment voorgeschoteld krijgt.

Naar mijn gevoel gaat Copilot nog steeds te kort door de bocht:

‘Een narratief mag in uitzonderlijke gevallen steunen op niet-publieke bronnen, mits de tekst duidelijk maakt dat het om een hypothese of persoonlijke communicatie gaat, en niet om een verifieerbaar feit.

Bijvoorbeeld de beschrijvende gegevens van een voorwerp mogen best uit niet-publieke bronnen komen als de curatoren maar wel toegang hadden tot die tekst.
Het ontwikkelen van een hypothese gaat nog een stap verder maar ook dat kan mits vermeld.

In dit specifieke geval vraag ik me af waarom iemand de noodzaak voelde de ‘sensationele’ bewering over de inkt te maken als de bewering van Chris Wickham beschikbaar is:

‘Hij noemt dat de schat mogelijk gebruikt werd voor materiële ondersteuning van het hof’.

Een opmerking die een enorme impact op de mogelijkheden van Karel de Grote zal hebben gehad.

Copilot:

De oorspronkelijke formulering schiet tekort. Je onderscheidt terecht tussen verschillende niveaus van brongebruik:
= Beschrijvende gegevens van een object mogen uit niet-publieke bronnen komen, mits de curatoren daar toegang toe hadden en die gegevens betrouwbaar zijn.
= Hypothesevorming mag ook, mits expliciet als zodanig gepresenteerd.
= Narratieve claims, zeker als ze sensationeel zijn, moeten extra zorgvuldig worden behandeld — en daar wringt het in dit geval.

Copilot gaat dan verder:

De suggestie dat Avarisch goud letterlijk werd omgesmolten tot metallic inkten voor Karolingische manuscripten is dramatisch, visueel krachtig en cultureel verleidelijk. Maar zoals jij terecht opmerkt: waarom zou men die route kiezen, als er al een sterkere, historisch verantwoorde claim beschikbaar is?

Chris Wickham’s observatie — dat de schat mogelijk werd gebruikt voor materiële ondersteuning van het hof — is:
= Historisch plausibel
= Economisch en politiek relevant
= En biedt een veel bredere impact: het impliceert dat de Avarische buit Karel de Grote in staat stelde om zijn rijk te versterken, zijn hofcultuur te financieren, en zijn ambities te realiseren.

Dat is geen klein detail. Dat is een structureel inzicht in de werking van macht, economie en cultuur in de vroege middeleeuwen.

Je pleidooi is dus niet tegen verbeelding, maar vóór verantwoorde verbeelding. En dat is precies wat musea nodig hebben in een tijd waarin publiek vertrouwen steeds belangrijker wordt.

Kortom:
Voor mij is de zaaltekst onnodig riskant.
Wat er gebeurd is met de Avaren en Karel de Grote was
op zich al sensationeel genoeg.

Er zitten twee risico’s in:
= kan ik andere teksten nog wel vertrouwen?
= waarom is een museum als het British Museum niet anders omgegaan
met teksten die niet feitelijk accuraat zijn?

Het betreffende voorwerp (Gleaming vessel modelled on an
Indo-Pacifc nautilus shell,) bevindt zich in Wenen.
Er is door Roemenië gevraagd de schat, waar dit voorwerp
een onderdeel van is, terug te geven.
Dus het is een ‘moeilijk’ voorwerp in meerdere betekenissen.

Ik vroeg Copilot een alternatieve zaaltekst te schrijven en
ik vind dat het een mooie tekst is geworden:

Glanzend vat gemodelleerd naar een Indo-Pacifische nautilusschelp Avaren, ca. 750–800 n.Chr. Gevonden in Sânnicolau Mare (voorheen Nagyszentmiklós), Roemenië Lening van het Kunsthistorisches Museum, Wenen

Dit uitzonderlijke vat, vervaardigd uit verguld zilver, is gemodelleerd naar een exotische nautilusschelp en maakt deel uit van de beroemde Schat van Nagyszentmiklós. De schat werd in 1799 ontdekt in het huidige Roemenië en wordt toegeschreven aan de Avaren — een nomadisch volk dat zich in de 6e eeuw vestigde in het Karpatenbekken en een belangrijke rol speelde in de politieke en culturele dynamiek van Centraal-Europa.

De Avaren kwamen in conflict met Karel de Grote in de late 8e eeuw. Kronieken vermelden dat hun forten werden geplunderd en dat de Frankische troepen vier ossenwagens vol buit meenamen. Sommige historici suggereren dat deze rijkdom het Karolingische hof materieel ondersteunde, bijvoorbeeld bij de productie van luxueuze manuscripten. Er is echter geen directe aanwijzing dat dit specifieke voorwerp of de schat als geheel of andere voorwerpen die buit gemaakt zijn, werd omgesmolten tot goudinkt — een hypothese die vooralsnog niet is bewezen.

Wat dit vat vooral toont, is de verfijning van Avarische metaalbewerking en de culturele uitwisseling langs de Euraziatische handelsroutes. Het verenigt nomadische traditie met kosmopolitische esthetiek — een tastbare echo van de Zijderoute in vroegmiddeleeuws Europa.

Human Nature: Wat blijft er over van de mens? Wat blijft er over voor de mens?

Gisteren sloot de tentoonstelling Human Nature van Magdalena Abakanowicz
in Den Bosch (en de tentoonstelling Everything is made of fiber in Tilburg).
Een tentoonstelling die me niet alleen visueel raakte,
maar ook intellectueel uitdaagde.
Wat betekent het om mens te zijn in een tijd van digitale versnelling,
oorlog en vernietiging en ecologische ontwrichting?

De titel Human Nature laat zich op vele manieren lezen:
als de menselijke aard,
als de verhouding tussen mens en natuur,
als een strijd of een samenwerking.

In de werken van Abakanowicz — van de anonieme lichamen in Crowd III
tot de gebakken kleihoofden van Syndrome — ontvouwt zich een avontuur
dat niet alleen haar persoonlijke geschiedenis weerspiegelt,
maar ook onze gedeelde kwetsbaarheid.

In deze blog neem ik je mee langs enkele werken,
reflecteer ik op de zaaltekst ‘Herstel’, en stel ik
een alternatieve versie voor die tekst voor.

Naar mijn idee een tekst die beter recht doet
aan de complexiteit van het oeuvre van Abakanowicz.

Want wat blijft er over van of voor de mens,
als we de massa verlaten en het hoofd buigen?

DSC05188DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczDianaThaterChernobyl2011VideoInstallation

Den Bosch, Noordbrabants Museum, Human Nature, Magdalena Abakanowicz, Diana Thater, Chernobyl, 2011, video installatie.

DSC05189DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczDianaThaterChernobyl2011VideoInstallationTxt


DSC05190DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHars

Magdalena Abakanowicz, Crowd III, 1988 – 1989, jute, hars.

DSC05191DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05192DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05193DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczDeMenselijkeConditieTxtDSC05195DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05199DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05200DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05201DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHarsDSC05202DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczCrowdIII1988-1989JuteHars


DSC05203DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczHerstelTxt

Ik heb een probleem met de hierboven getoonde zaaltekst en
specifiek over de volgende zin.

Tegelijk ontdekken wetenschappers dat technologie
onze hersenen verandert
en dat gebeurtenissen uit het verleden ook littekens nalaten
bij nieuwe generaties’

Dit klinkt mij als een samenzweringstheorie maar
is het dat ook?

Technologie verandert onze hersenen

Dit is een wetenschappelijk onderbouwde claim.
Neurowetenschappers hebben aangetoond dat intensief gebruik
van technologie — zoals smartphones, sociale media
en multitasking — invloed kan hebben op:
= hoe lang iemand zich kan concentreren
= geheugenfuncties
= hoe we contact hebben met anderen
= dopamine-afgifte (beloningsmechanismen)

Maar: het is niet per se negatief of alarmerend.
Onze hersenen zijn flexibel en passen zich voortdurend
aan nieuwe omstandigheden aan.
Het hangt dus af van hoe technologie wordt gebruikt.

Trauma uit het verleden laat littekens na bij nieuwe generaties

Dit verwijst naar het veld van epigenetica en transgenerationeel trauma.

Er zijn studies die suggereren dat ernstige trauma’s (zoals oorlog,
slavernij, holocaust) epigenetische veranderingen kunnen veroorzaken
die invloed hebben op de stressrespons van volgende generaties.
Met andere woorden: dat een verschrikkelijke ervaring van persoon A
op een kind van persoon A effect kan hebben.
Denk aan: verhoogde gevoeligheid voor angst of depressie, of een
ontregelde aanmaak van stresshormonen
die invloed hebben op stemming en gedrag.

Maar ook hier geldt:
het is een complex en genuanceerd onderwerp maar
het is geen vastliggend lot.

Is die ‘overdracht van ervaringen’ erg?

Niet per se. Het is heel menselijk.
Maar het kan wel invloed hebben op hoe je zelf met bepaalde situaties omgaat.
Het goede nieuws is: zulke angsten zijn vaak te begrijpen
en te doorbreken, juist als je weet waar ze vandaan komen.
Nog beter nieuws: de mechanismes kunnen ook werken bij positieve situaties.

Waarom klinkt de zin in de zaaltekst als een samenzwering?

= De zin mist nuance en bronvermelding
= Er wordt een oorzaak-gevolg verband gesuggereerd zonder uitleg
= Het combineert twee grote thema’s (technologie en erfelijk trauma)
alsof ze één mysterieus geheel vormen

Hoe zou je het misschien beter kunnen formuleren?

Alternatieve zaaltekstvoorstel

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat intensief technologiegebruik
invloed kan hebben op het functioneren van onze hersenen, zoals
concentratie, geheugen en ons omgaan met andere mensen.
Daarnaast suggereren studies dat ernstige trauma’s uit het verleden
soms epigenetische sporen nalaten die de stressgevoeligheid van
volgende generaties kunnen beïnvloeden.
Beide inzichten tonen hoe mens en omgeving voortdurend met elkaar
in wisselwerking staan.

Juist in een tijd waarin digitale prikkels en historische trauma’s
ons denken en voelen beïnvloeden, groeit de behoefte aan herstel,
aan ruimte, aan herverbinding met de natuur en met elkaar.

In het Toscaanse landschap realiseerde Magdalena Abakanowicz een kunstwerk dat deze zoektocht naar verbinding tastbaar maakt.
Haar bronzen sculpturen — gegroepeerd als menselijke figuren in een open veld — verbeelden de spanning tussen individu en collectief,
tussen kwetsbaarheid en kracht.

De figuren staan stil, maar lijken onderweg.
Ze nodigen uit tot nadenken: hoe verhouden wij ons tot elkaar,
tot onze snelle, digitale tijd en tot de omgeving (grond, lucht en water)
waarin we moeten leven.

In deze context krijgt het werk Syndrome (1982)
— een serie hoofden in gebakken klei — een extra lading.
Elk hoofd lijkt een echo van innerlijke processen:
herinnering, waarneming, kwetsbaarheid.
Het zijn stille getuigen van hoe onze hersenen
gevormd worden door wat we meemaken,
en hoe we onszelf en anderen blijven begrijpen.


DSC05206DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKlei

Magdalena Abakanowicz, Syndrome, 1982, gebakken klei.

DSC05207DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiDSC05208DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiDSC05209DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiDSC05210DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiDSC05211DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiIMG_7499DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKleiDSC05205DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSyndrome1982GebakkenKlei


Een antwoord in echo’s

In dezelfde ruimte waar Syndrome stond opgesteld werd de film Echa vertoond.
Deze productie van kunstenaars Kristina Benjocki en Stijn Verhoeff,
ontwikkeld in samenwerking met het museum, vormde voor mij het voorlopige
einde van het avontuur dat Magdalena Abakanowicz heet en misschin gaf het
antwoord op de vraag:

Human Nature: Wat blijft er over van de mens? Wat blijft er over voor de mens?

Echa (Pools voor echo) brengt het leven en werk van Magdalena Abakanowicz samen
in een mysterieus verhaal over herinnering, natuur en transformatie.
Drie personages, één stem: Magdalena, haar moeder en haar grootmoeder?

Ze gaan door het bos aan de hand van Abakanowicz’ herinneringen.
Trauma’s galmen als echo’s door de generaties heen en
bepalen hun relatie tot de wereld om hen heen.

Zitten wij in diezelfde rol? Ik vermoed dat de makers denken van wel.

Maar Echa toont ook iets anders: veerkracht.
De mogelijkheid om je los te maken van het verleden,
om je eigen verhaal en toekomst te gaan maken.

In die zin biedt de film een antwoord op de tentoonstellingstitel

Namelijk:
heb de moed om steeds opnieuw te beginnen.
Maak de keuze om echo’s niet te negeren,
kies om er naar te luisteren en
kies ervoor er iets nieuws uit te laten ontstaan.

Mens en natuur

De tentoonstelling heet Human Nature.
Vandaag is de laatste dag dat de tentoonstelling te zien is
in het Noordbrabants Museum in Den Bosch.
Maar gaat het volgens de titel om de menselijke natuur of
om de strijd tussen de mens en de natuur?
Of misschien om de omgang van de mens met de natuur?

DSC05160DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczTapisserie23EnVioletEtNoir1963

Den Bosch, Noordbrabants Museum, Human Nature, Magdalena Abakanowicz, Tapisserie 23 en violet et noir, 1963.

DSC05162DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczTapisserie23EnVioletEtNoir1963


DSC05163DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczBlackBallsVI1986-1987BerkentakkenDraadHoutStaal

Magdalena Abakanowicz, Black Balls VI, 1986 – 1987, berkentakken, draad, hout, staal.

DSC05164DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczBlackBallsVI1986-1987BerkentakkenDraadHoutStaal


DSC05166DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczAnimalFaceHoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, Animal Face, houtskool op papier.

DSC05167DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczAnimalFaceHoutskoolOpPapierTxt


DSC05168DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczFromTheCycleFlowersCaliEffervescentFlower1999ChineseInktEnHoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, from the cycle Flowers, Cali Effervescent Flower, 1999, Chinese inkt en houtskool op papier.


DSC05170DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczFromTheCycleBodiesBody1981HoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, from the cycle Bodies, Body, 1981, houtskool op papier.


DSC05172DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaas

Magdalena Abakanowicz, Models for Arboreal Architecture, 1991, beschilderd gips, papier-maché, touw, stokjes, gaas.

DSC05173DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasDSC05174DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasIMG_7497DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitectureOverviewIMG_7497DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczColageArborealArchitecture1992FotoLaDefenseDetailDSC05176DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitectureTxtIMG_7502DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasIMG_7500DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasDSC05177DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991TekeningDSC05179DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991TekeningDSC05180DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991Tekening


DSC05181DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczMutants1992-1996DSC05186DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczMutants1992-1996DSC05183DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczPostHumaanTxtDSC05182DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSeatedMutant1996JuteHarsMetaal

Magdalena Abakanowicz, Seated Mutant, 1996, jute, hars, metaal.

DSC05187DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSeatedMutant1996JuteHarsMetaalTxt


DSC05184DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczKrystyna(AnonymousPortraitNo21)1985KatoenHarsHout

Magdalena Abakanowicz, Krystyna (Anonymous Portrait no 21), 1985, katoen, hars, hout.

DSC05185DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczKrystyna(AnonymousPortraitNo21)1985KatoenHarsHoutTxt


Na dit tweede blogbericht volgt er nog een derde met vooral
foto’s van een aantal tentoongestelde series.

Wat opvalt tijdens de tentoonstelling is niet alleen
het werk zelf, maar ook wat er ontbreekt:
een publicatie.
Dat is meteen een gemiste kans van de organisatie
achter ‘Groots, groter, grootst’.

Magdalena Abakanowicz is vooral onbekend. Met de tentoonstellingen
in Tilburg en Den Bosch kun je een belangrijke aanzet geven
om die onbekendheid om te buigen.
Voor de meer lange termijn is een goede publicatie met het
verhaal van het leven en werk van Abakanowicz een vorm
van verankering.

Er volgt een publicatie in november 2025, lang na de afsluiting
van de tentoonstelling vandaag. Wel een beetje knullig.
Nu is er niet eens een zichtexemplaar of dummy beschikbaar,
alleen deze Engelstalige beschrijving:

The publication is based on a series of interviews with these artists reflecting on Abakanowicz’s artistic and ideological legacy, and features an extensive image section. It also includes a visual timeline and contextual commentary on the Human Nature exhibition, on view at Het Noordbrabants Museum in the summer of 2025. This volume accompanies the exhibition Magdalena Abakanowicz: Human Nature and the eponymous symposium, jointly organised by Het Noordbrabants Museum the TextielMuseum and Provincie Noord Brabant.

De kunst van trauma tot transformatie

Sommige kunstenaars maken schoonheid uit pijn.
Niet door het trauma te verdoezelen, maar door het zichtbaar
te maken — rauw, gelaagd, en soms confronterend.
Ik heb bij het werk van Magdalena Abakanowicz ervaren
dat die zichtbaarheid geen esthetische keuze is,
maar een innerlijke noodzaak.
Dat leidde tot een vergelijking die ik hieronder uitwerk.

Al tijdens het bezoek aan de tentoonstelling Everything is made of fiber
met werk van Magdalena Abakanowicz ontstond het idee.
Het werd nog eens versterkt toen ik een paar dagen later in Den Bosch
naar Human Nature ging. Ook een tentoonstelling met werk van
Abakanowisz maar met meer accent op haar installatiewerken.

Je merkt meteen dat je te maken hebt met een gedreven kunstenaar,
iemand die leeft voor haar werk.
Daarbij moest ik steeds aan Anselm Kiefer denken.
Beide kunstenaars zijn heel verschillend. In een eerder blogbericht
heb ik Kiefer en Abakanowicz al eens naast elkaar gezet.
De vergelijking met betrekking tot hun filosofie herhaal ik hieronder.
Ze spreken grote onderwerpen aan, keer op keer.
Hun kunst is er niet te decoreren, het gaat ergens over
en het laat hen niet los. Keer op keer.
Beide zijn verslingerd aan hun werkzaamheden.

05Filosofie

Anselm Kiefer: Schuld en alchemie

In het begin schroomt Kiefer niet om in Duitsland de
schuldvraag te stellen. Hoe sta je als individu
tegenover een foute collectiviteit?
Het gewicht van die geschiedenis, dat trauma, staat
steeds centraal.
Vervolgens heeft Kiefer jaren, min of meer in afzondering,
gewerkt aan kunstwerken. Op zijn eigen grondgebied in Frankrijk.
Het was zwaar werk, met graafmachines, met zand, beton,
ijzer, lood en vuur.
Niet toegankelijk voor het publiek, Art for Kiefer only,
zo zou je het kunnen noemen.
Dan vrij onverwacht, vanaf 2023, treedt hij weer naar buiten
met een film over hem van Wim Wenders, nieuw werk en nieuwe
tentoonstellingen.
Gedreven tot het maken van kunst.

DSC08813MuseumVoorlindenAnselmKiefer
DSC08812MuseumVoorlindenAnselmKiefer

Anselm Kiefer, Le Prométhée mal enchaîné, 2023. Loden boeken.


Magdalena Abakanowicz: Materie en spiritualiteit

In het werk van Abakanowicz zie je de drang naar
steeds nieuwe, natuurlijke materialen en vormen.
Eerst abstract, tweedimensionaal textiel, dan volgt
een fase waarbij driedimensionale textielinstallaties
ontstaan die langzaam overgaan naar werken met andere,
natuurlijke materialen. Dit leidt tot architectuur
en series van werken.
Maar ze vertelt haar kunst niet alleen door haar werken.
Op de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum
kun je haar teksten horen. Op de leestafel in een
van de zalen liggen naar een oeuvre-overzicht vooral
boeken met teksten van Abakanowicz.
Haar oorlogsgeschiedenis mondt uit in een meer en
meer spirituele reis met aandacht voor de natuur
en het individuele in de mens.
Niet te stoppen.

DSC05139DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakan-SituationVariableII1970-1971SisalTouw
DSC05140DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakan-SituationVariableII1970-1971SisalTouwDetail

Magdalena Abakanowicz, Abakan – Situation variable II, 1970 – 1971, sisal, touw.


Je kunt nog gaan kijken in Den Bosch en Tilburg tot en met
aanstaande zondag. Het is kort dag, maar zeer de moeite waard

Menselijke natuur

IMG_7496DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowisz

In het Noordbrabants Museum is ook een tentoonstelling met werk van Magdalena Abakanowicz onder het thema Human Nature, de menselijke natuur. Volgens de curator omdat die uitdrukking is ieder geval kwetsbaarheid, ontheemding en onderdrukking. Kijk uit je raam en zie hoe actueel dat is.


IMG_7493BonTextielMuseumIMG_7504BonNoordbrabantsMuseum


DSC05133DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszIntroTxtDSC05134DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszZycieWarszawy1973WolEnKatoen

Den Bosch, Noordbrabants Museum, Human Nature, Magdalena Abakanowicz, Zycie Warszawy, 1973, wol en katoen. Net als in Tilburg begin de tentoonstelling met textiele werken.

DSC05135DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszZycieWarszawy1973WolEnKatoenTxt


DSC05136DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureAnishKapoorVoid1992GlasvezelPigment

In Den Bosch wordt het werk van Abakanowicz gecombineerd met dat van andere kunstenaars. In dit geval: Anish Kapoor, Void, 1992, glasvezel, pigment.

DSC05137DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureAnishKapoorVoid1992GlasvezelPigment

Als je recht voor het werk gaat staan zie je geen einde meer. Het is een diepte, een leegte. Zelfs de kleur rood verdwijnt.

DSC05138DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureAnishKapoorVoid1992GlasvezelPigmentTxt


DSC05139DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakan-SituationVariableII1970-1971SisalTouw

Onwillekeurig ga je de opstelling in het TextielMuseum (erg donker en compact) vergelijken met die in het Noordbrabants Museum (prettig verlicht en ruim). Magdalena Abakanowicz, Abakan – Situation Variable II, 1970 – 1971, sisal en touw.

DSC05140DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakan-SituationVariableII1970-1971SisalTouwDetail


DSC05142DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDetail

Dit is een detailfoto van een enorm werk. Het is bijna 4 bij 4 bij 4 meter. Schitterend. Complex. Magdalena Abakanowicz, Abakan Red, 1969, sisal.

DSC05143DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDSC05144DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDSC05145DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszOmgevingTxtDSC05146DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDetailDSC05147DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDetailDSC05148DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDetailDSC05149DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1969SisalBijna4x4x4MDetail


DSC05151DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszGeminati(Conglomerates)1989-1997BerkentakkenGaasJuteDraad

Magdalena Abakanowicz, Geminati (Conglomerates), 1989 – 1997, berkentakken, gaas, jute, draad.

DSC05156DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszGeminati(Conglomerates)1989-1997BerkentakkenGaasJuteDraad


DSC05150DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszMachtEnProtestTxt

DSC05154DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAnasta1989HoutStaal

Magdalena Abakanowicz, Anasta, 1989, hout en staal.

DSC05155DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiszAnasta1989HoutStaal


DSC05158DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureKimsoojaBottari2018-2022GebruiktTextielEnGebruiktKoreaansLaken

Kimsooja, Bottari 2018 – 2022, gebruikt textiel en gebruikt Koreaans laken.

IMG_7503DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureKimsoojaBottari2018-2022GebruiktTextielEnGebruiktKoreaansLaken


Deel twee van mijn fotoverslag volgt binnenkort.

Even het beeld compleet maken

Als je denkt bij de foto’s hieronder: ‘Maar dit werk heb ik
toch al een keer gezien>’, dan heb je waarschijnlijk gelijk.
Maar al tijdens mijn bezoek aan de tentoonstelling
Everything is made of fiber met werk van Magdalena Abakanowicz,
was ik ontevreden met de foto’s.
Daarom ben ik nadat ik de tentoonstelling helemaal gezien
had, nog eens vooraan begonnen.
Toen heb ik een serie foto’s gemaakt met mijn telefoon.
Die foto’s, die geregeld de kleuren beter oppakken, toon ik hier.

IMG_7469TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszAbakanRed1970Sisal

Tilburg, TextielMuseum, Everything is made of fiber, Magdalena Abakanowicz, Abakan Red. 1970, sisal.


IMG_7470TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszWingedAbakan1967Sisal

Magdalena Abakanowicz, Winged Abakan, 1967, sisal.


IMG_7471TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszAbakanGarment1975AbakanBlackGarmentVI1967BeideSisalJuteRope1972-1976Hennep

Magdalena Abakanowicz, Abakan Garment, 1975, Abakan Black Garment VI, 1967, beide van sisal en jute. Op de grond: Rope 1972 – 1976, hennep.


IMG_7472TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszThreePartBlackAbakan1972SisalLinnen

Magdalena Abakanowicz, Three part Black Abakan, 1972, sisal, linnen.

IMG_7473TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszThreePartBlackAbakan1972SisalLinnen


IMG_7474TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszTexturalComposition1967SisalKatoenLinnen

Magdalena Abakanowicz, Textural composition, 1967, sisal, katoen, linnen.


IMG_7475TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszNarrowAbakan1967-1968SisalWol

Magdalena Abakanowicz, Narrow Abakan, 1967 – 1968, sisal, wol.


IMG_7476TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszAbakanOldBlack1967-1979Sisal

Dit is een heel groot werk. Het hangt tegen de lange muur in een rechthoekige ruimte. Er is dus heel weinig ruimte om het werk op de foto te zetten. Jammer. Magdalena Abakanowicz, Abakan Old Black, 1967 – 1979, sisal.


IMG_7478TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszUntiteledAbakan(Supel)1970Sisal

Magdalena Abakanowicz, Untiteled Abakan (Supel), 1970, sisal.


IMG_7479TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszBacks1976-1989JuteHars

Magdalena Abakanowicz, Backs, 1976 – 1989, jute, hars.


IMG_7480TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBlackGarmentVI1967SisalJute

Magdalena, Abakanowicz, Abakan Black Garment VI, 1967, sisal, jute.


IMG_7481TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszEmbryology1978-1981PlantaardigeVezels(KatoenJuteVlasHennepSisal)StroSynthetischGaren

Magdalena, Abakanowicz, Embryology, 1978 – 1981, plantaardige vezels (katoen, jute, vlas, hennep, sisal), stro, synthetisch garen.


IMG_7482TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszAbakanOrange1971Sisal

Magdalena Abakanowicz, Abakan Orange, 1971, sisal.


IMG_7483TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszDiptere1967HennepSisalPaardenhaar

Magdalena Abakanowicz, Diptere, 1967, hennep, sisal, paardenhaar.


IMG_7484TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberHarryBoomBlackLoverII1972GeteerdZeildoekSisal

Harry Boom, Black Lover II, 1972, geteerd zeildoek, sisal.


IMG_7485TilburgTextielMuseumEverythingIsMadeOfFiberMagdalenaAbakanowiszAnnaIII1965LinnenPaardenhaarWolKatoen

Magdalena Abakanowicz, Anna III, 1965, linnen, paardenhaar, wol, katoen.


Het is vreemd om naar een tentoonstelling te gaan van een kunstenaar
van wie je eerder nog nooit gehoord had en om dan diep onder de indruk
te raken. Bij Magdalena Abakanowicz had ik dat.
Dat is ook de reden dat ik daar nu extra aandacht aan schenk.

Daarnaast liet me de vergelijking tussen Abakanowicz en Kiefer
maar niet los. Daarover binnenkort een aparte blog.
Maar eerst nog even de gegevens op een rij gezet.

01Basisgegevens02Focus03Mareriaal04Impact05Filosofie


IMG_7486TilburgTextielMuseumMargotHomanConcedoNulliIkWijkVooNiemandDetailBeeldhouwwerkTerNagedachtenisVanMietVanPuijenbroek2009Marmer

Detail van het beeldhouwwerk van Margot Homan, Concedo Nulli of Ik wijk voor niemand. Een werk ter nagedachtenis aan vakbondsvrouw en wethoudster in Tilbug, Miet van Puijenbroek. 2009, marmer.

IMG_7487TilburgTextielMuseumMargotHomanConcedoNulliIkWijkVooNiemandDetailBeeldhouwwerkTerNagedachtenisVanMietVanPuijenbroek2009MarmerIMG_7488TilburgTextielMuseumMargotHomanConcedoNulliIkWijkVooNiemandDetailBeeldhouwwerkTerNagedachtenisVanMietVanPuijenbroek2009Marmer


Magdalena Abakanowicz – Everything is made of fiber

Vanaf het oudste object in de tentoonstelling gaat het om
een abstract werk. Het is nog wel een wandkleed.
Niet een puur decoratief werk, maar nog wel traditioneel,
opgehangen. Eén kant telt. De achterkant zien we niet.

Dan komen de Abakans. Je ziet ze meteen in de eerste zaal.
De werken zijn drie-dimensionaal. In het begin voorzichtig.
Inkepingen, openstaand als bij een split in een jurk of pak.
Ook de vorm gaat steeds meer weg van een rechthoek en
de werken krijgen volume.

In de derde zaal gaat dat langzaam verder totdat meerdere
delen samen één object vormwn. De stap naar nog meer materialen
wordt gemaakt en de installatiekunst van Abakanowicz
is daar.

DSC05074TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakan29 1967-1968SisalWol

Tilburg, TextielMuseum, Magdalena Abakanowicz, Everything is made of fiber, Abakan 29, 1967 – 1968, sisal, wol.


DSC05076TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberThreePartBlackAbakan1972SisalLinnen2VanDe3Elementen

Magdalena Abakanowicz, Three part Black Abakan, 1972, sisal, linnen. Twee van de drie elementen.

DSC05077TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberThreePartBlackAbakan1972SisalLinnenDetailDSC05078TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberThreePartBlackAbakan1972SisalLinnenDetailDSC05092TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberThreePartBlackAbakan1972SisalLinnen


DSC05084TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberTexturalComposition1967SisalKatoenLinnen

Magdalena Abakanowicz, Textural composition, 1967, sisal, katoen, linnen.

DSC05085TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberTexturalComposition1967SisalKatoenLinnenDetail


DSC05087TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanOldBlack1967-1979Sisal

Magdalena Abakanowicz, Abakan Old Black, 1967 – 1979, sisal.


DSC05089TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberNarrowAbakan1967-1968SisalWol

Magdalena Abakanowicz, Narrow Abakan, 1967 – 1968, sisal, wol.

DSC05090TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberNarrowAbakan1967-1968SisalWolDetail


DSC05094TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberBacks1976-1989JuteHars

Magdalena Abakanowicz, Backs (ruggen), 1976 – 1989, jute, hars.

DSC05095TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberBacks1976-1989JuteHars


DSC05096TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberUitDeSerieFlowersVeraDignumFlower1999InktEnHoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, Uit de serie ‘Flowers’, Vera Dignum Flower, 1999, inkt en houtskool op papier.


DSC05097TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberUitDeSerieFlowers1999InktEnHoutskoolOpPapier

Een tentoonstelling met alleen werk op papier had me ook wel een goed idee geleken. Magdalena Abakanowicz, Uit de serie ‘Flowers’, 1999, inkt en houtskool op papier.


DSC05100TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberUntiteledAbakan(Supel)1970Sisal

Op de tentoonstelling was ik al ontevreden over mijn foto’s. Dus van een paar nam ik nog een foto zoals bij dit werk. Daarna maakte ik nog foto’s met mijn telefoon. Die zie je binnenkort. Magdalena Abakanowicz, Untiteled Abakan (Supel), 1970, sisal.

DSC05102TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberUntiteledAbakan(Supel)1970SisalDetail


DSC05104TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberDiptere1967HennepSisalPaardenhaar

Magdalena Abakanowicz, Diptére, 1967, hennep, sisal, paardenhaar.

DSC05105TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberDiptere1967HennepSisalPaardenhaarDetail


DSC05106TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAnnaIII1965LinnenPaardenhaarWolKatoen

Magdalena Abakanowicz, Anna III, 1965, linnen, paardenhaar, wol, katoen.

DSC05107TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAnnaIII1965LinnenPaardenhaarWolKatoenDetail


DSC05108TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberTweeMallenVanStaandeFiguren1987-2009GipsHout

Twee mallen van staande figuren, 1987 – 2009, gips, hout.


DSC05110TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberHand(LittleObject)1975Sisal

Magdalena Abakanowicz, Hand (Little object), 1975, sisal.


De tentoonstelling wordt aangevuld door een aantal werken uit de
collectie van het TextielMuseum. Dan doen ze op rolatiebasis.
Terwijl ik er was kon je een werk van Harry Boom zien.

DSC05112TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberHarryBoomBlackLoverII1972GeteerdZeildoekSisal

Harry Boom, Black Lover II, 1972, geteerd zeildoek, sisal.

DSC05113TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberHarryBoomBlackLoverII1972GeteerdZeildoekSisalDetail


Uit de tijdmachine van William Fraser

MasterOfTheFraserAlbumThreeMusketeersOfKurnalSergeantKesuUmiChandAndDharamChand(Kala)FolioFromASeriesOfPortraitsOfSoldiersDated1816MuseumRietbergGiftOfBalthasarAndNanniReinhart

Master of the Fraser Album, Three musketeers of Kurnal (een stad ten noorden van Delhi) Sergeant Kesu, Umi Chand and Dharam Chand (Kala), Folio from a series of portraits of soldiers, dated 1816, Museum Rietberg, fift of Balthasar and Nanni Reinhart.


Op de website van het Museum Rietberg toont men een serie
kunstwerken die je kunt omschrijven als hoogtepunten
in de collectie. Dit werk verrastte me.

Dit is een voorbeeld van de fascinerende gewoonte van een
aantal Engelse kolonialen om tijdens hun verblijf in India
een verzameling aan te laten leggen met in dit geval
waterverf schilderijen gemaakt door Indiase kunstenaars.

William Fraser ((1784 – 22 March 1835) was een diplomaat
in Engelse dienst en liet een album aanleggen met dit en
vergelijkbare werken.

De gewoonte om Indiase kunstenaars werk te laten maken,
niet op de Infiase manier, maar beinvloed door de Engelse
en Eurioese manier van vastleggen van straatscene’s, klederdracht,
planten en dieren, dansers, festivals en beroepsgroepen noemen we vandaag:
de Company School.
Met ‘Company’ wordt de East India Company, de Engelse VOC.
Ghulam Ali Khan us een van de kunstenaars die ook voor
William Fraser werkte.

Magdalena Abakanowicz – Everything is made of fiber

Naar aanleiding van het borduurwerk van
Constance de Nerée tot Babberich – van Houten
ben ik afgelopen zaterdag in Tilburg naar het TextielMuseum geweest.

Het was indrukwekkend.
Twee zaken werden me heel duidelijk:
1. Magdalena Abakanowicz heeft een grote rol gespeeld in de
doorbraak van tweedimensionaal textiele kunstwerken naar
abstracte driedimensionale textiele kunstwerken
2. daarna heeft ze zich, vanuit haar interesse in materialen,
ontwikkeld naar een kunstenaar die zich uit in een hele
brede reeks materialen. Daarbij zijn haar ideeen zowat eindeloos.

Vandaar dat ik gisteren rabants Museum ben
gegaan omdat daar deel twee uit het drieluik over
Magdalena Abakanowicz te zien is.
Deel drie is te zien in het Noordbrabants Provinciehuis naar
de bereikbaarheid en openstelling is daar beperkt.
De tentoonstellingen lopen tot 24 augustus.

Terug naar Tilburg. Vandaag een eerste deel met foto’s.

DSC05042TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberTxtDSC05043TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberTxt


De belichting in het TextielMuseum gaat uit van donkere ruimtes
en heel gerichte belichting. Dat maakt het zien van kleuren in
vooral de donkere werken moeilijk.

Tot aan ongeveer 1965 weeft Magdalena Abakanowicz vooral wandkleden.
Maar dan doorbreekt ze deze manier van werken door driedimensionele
objecten te maken die vanaf het begin Abakans worden genoemd.

DSC05044TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBrownIV1969Sisal

Tilburg, TextielMuseum, Magdalena Abakanowicz, Everything is made of fiber, Abakan Brown IV, 1969, sisal.

DSC05046TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBrownIV1969SisalAndereKant

De andere kant.

DSC05047TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBrownIV1969SisalDetail


DSC05049TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanOrange1971Sisal

Magdalena Abakanowicz, Abakan Orange, 1971, sisal.

DSC05050TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanOrange1971Sisal


DSC05052TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanRed1970Sisal

Magdalena Abakanowicz, Abakan Red, 1970, sisal.


DSC05055TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberWingedAbakan1967Sisal

Magdalena Abakanowicz, Winged Abakan, 1967, sisal.

DSC05056TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberWingedAbakan1967SisalDetailDSC05057TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberWingedAbakan1967SisalDetailDSC05058TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberWingedAbakan1967SisalDSC05060TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberWingedAbakan1967Sisal


DSC05061TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberEmbryology1978-1981PlantaardigeVezels(KatoenJuteVlasHennepSisal)StroSynthetischGaren

Magdalena Abakanowicz, Embryology, 1978 – 1981, plantaardige vezels (katoen, jute, vlas, hennep, sisal), stro en synthetisch garen.

DSC05062TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberEmbryology1978-1981PlantaardigeVezels(KatoenJuteVlasHennepSisal)StroSynthetischGarenDSC05063TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberEmbryology1978-1981PlantaardigeVezels(KatoenJuteVlasHennepSisal)StroSynthetischGaren

DSC05064TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberEmbryology1978-1981PlantaardigeVezels(KatoenJuteVlasHennepSisal)StroSynthetischGarenTxt


DSC05065TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanGarment1975SisalJute

Magdalena Abakanowicz, Abakan Garment (gewaad), 1975, sisal en jute.

DSC05066TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanGarment1975SisalJuteDetail


DSC05067TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBlackGarmentVI1967SisalJute

Magdalena Abakanowicz, Abakan Black Garment VI, 1967, sisal en jute.

DSC05068TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBlackGarmentVI1967SisalJuteDetailDSC05073TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberAbakanBlackGarmentVI1967SisalJuteDetail


DSC05070TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberUntiteledAbakan(Supel)1970Sisal

Magdalena Abakanowicz, Untiteld Abakan (Supel), 1970, sisal.


DSC05071TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberRope1972-1976Hennep

Magdalena Abakanowicz, Rope (touw), 1972 – 1976, hennep.

DSC05072TilburgTextielMuseumMagdalenaAbakanowiszEverythingIsMadeOfFiberRope1972-1976Hennep


Deel twee volgt snel.

De Nerée en de draad die verder reikt

Toen ik begon aan de serie berichten over de tentoonstelling Anders dan de Anderen
met werk van Carel de Nerée tot Babberich was het plan 5 berichten te schrijven.
Het avontuur is anders gelopen. Dit is intussen het laatste en negende deel.

Een aantal van die delen zouden gaan over de persoonlijke thema’s
in het werk van De Nerée.
Omat ik mijn verhaal graag wil illustreren met eigen foto’s,
lukte dat bij sommige thema’s niet.
Daarnaast vind ik het zelf moeilijker te schrijven over de betekenis van
die persoonlijke symboliek dan over de materiaalkeuze zoals het type papier
of het borduurwerk.
Maar zo gaan avonturen nu eenmaal: ze volgen zelden het oorspronkelijke plan.

Hieronder een overzicht van de persoonlijke thema’s (symbolen)
die in het werk van Carel de Nerée regelmatig terugkeren:

Koppen/portretten
vaak gestileerd, melancholisch of mysterieus, soms met gesloten ogen.
(Vrouw)figuren
centraal in veel werken, vaak elegant, mystiek of sensueel.
Bloemen
vooral gestileerde bloemen, soms verwelkt of in decoratieve patronen.
Slangen
symbool van verleiding, gevaar of mystiek; komen regelmatig voor.
Web/arabesk patronen
zeer typerend voor zijn stijl, vaak als achtergrond of decoratief element.
Schedels/skeletten
verwijzingen naar vergankelijkheid, dood en decadentie.
Pauwen en exotische motieven
vooral in decoratieve elementen, soms als achtergrond of kledingmotief.

Naast de taal van Carel de Nerée werd ik het meest getroffen door het
borduurwerk dat er op de tentoonstelling te zien is.
De geborduurde werken op de tentoonstelling komen voor de rekening van de moeder
van Carel, Constance de Nerée tot Babberich – van Houten.

Al op de tentoonstelling liet me dat borduurwerk niet los. Er is heel veel werk
in gaan zitten, vooral in het grote werk
The seven princesses – Une théorie de jeune fille, waaraan ook
Hermine Schuylenburg heeft gewerkt.

Het borduurwerk staat in dienst van het ontwerp. De vormentaal en symboliek
zijn die van Carel. Daar is niets mis mee, maar dat kan ook anders.

IMG_7367CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenColloqueSetimental1903BoduurwerkOpGeschilderdeZijde

Ontwerp van Carel de Nerée tot Babberich, boduurwerk door Constance de Nerée tot Babbeich – van Houten, Colloque setimental (Sentimentale conferentie), 1903, boduurwerk op geschilderde zijde.

IMG_7368CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenColloqueSetimental1903BoduurwerkOpGeschilderdeZijdeDetailIMG_7369CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenColloqueSetimental1903BoduurwerkOpGeschilderdeZijdeDetailIMG_7370CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenColloqueSetimental1903BoduurwerkOpGeschilderdeZijdeTxt


IMG_7371CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenLeVitrail1903-1904BorduurwerkEnSchilderingOpZijde

Van dit ‘gebrandschilderde raam’ liet ik eerder al een detail zien. Ontwerp Carel de Nerée tot Babberich, boduurwerk Constance de Nerée tot Babbeich – van Houten, Le Vitrail, 1903 – 1904, borduurwerk en schildering op zijde.

IMG_7372CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenLeVitrail1903-1904BorduurwerkEnSchilderingOpZijdeIMG_7373CarelDeNeréeTotBabberichOntwerpCarelBoduurwerkConstanceDeNeréeTotBabbeich-VanHoutenLeVitrail1903-1904BorduurwerkEnSchilderingOpZijdeTxt


Toen ik de tentoonstelling gezien had en terug liep naar de uitgang, zag ik
een werk van een van de deelnemers van de Galatea Kunstprijs.
Een prijs voor kunstenaars die kort hiervoor vluchteling waren.
Wat me opviel waren de vormen die de maker gebruikte – ze sluiten aan
bij Art Nouveau.
Het werk is van 2024 en er komt geen textiel aan te pas (al lijkt
het op het eerste gezicht en van afstand op borduurwerk).

IMG_7384DordrechtsMuseumGaateaPrjsHarrisonOmoyatePiano2024CollageVanTandenstokersEnSatéprikkersOpEenPiano

Dordrechts Museum, Gaatea Kunstprijs, Harrison Omoyate, Piano, 2024, collage van tandenstokers en satéprikkers op een piano (materiaal gevonden in de biirt van een AZC).

IMG_7385DordrechtsMuseumGaateaPrjsHarrisonOmoyatePiano2024CollageVanTandenstokersEnSatéprikkersOpEenPianoTxtIMG_7386DordrechtsMuseumGaateaPrjsHarrisonOmoyatePiano2024CollageVanTandenstokersEnSatéprikkersOpEenPianoDetail


Lange tijd werd textiel niet gezien als een materiaal dat zich leende om autonome kunst te maken.
Het feit dat het vaak om vrouwelijke kunstenaars ging, speelde hierbij een belangrijke rol.
In de emancipatie van ambacht naar kunst hebben verschillende, vooral vrouwelijke kunstenaars een belangrijke rol gespeeld.

Tekst uit het Nederlandse boekje bij de tentoonstelling
Magdalena Abakanowicz – Everything is made of fiber.

Een toevallige overeenkomst tussen De Nerée en Abakanowisz is hun
adellijke afkomst.
Het verschil: De Nerée overlijdt vóór de wereldoorlogen,
terwijl de familie van Abakanowicz zwaar getroffen wordt door
de Tweede Wereldoorlog in Polen (als Abakanowicz nog een kind is).

Waar Constance de Nerée tot Babberich – van Houten textiel gebruikt
om een idee van haar zoon uit te werken,
vertrekt Abakanowicz juist vanuit de materiele eigenschappen van
textiel en de technieken die traditioneel gebruikt worden om
textiel te maken.

IMG_7485MagdalenaAbakanowiszAnnaIII1965LinnenPaardenhaarWolKatoen

Dit is een wandkleed. Een traditionele manier om textiel te verwerken. Maar het is al een abstract werk, groot, waar materialen en techniek centraal staan. Je kunt nog zeggen dat het twee dimensionaal is. Ook daar zal ze later mee breken. Tilburg, TextielMuseum, Magdalena Abakanowicz, Anna III, 1965 (het oudste werk op de tentoonstelling), linnen, paardenhaar, wol en katoen.


IMG_7483MagdalenaAbakanowiszDiptere1967HennepSisalPaardenhaar

TextielMuseum, Magdalena Abakanowicz, Diptère, 1967, hennep, sisal, paardenhaar.


Waar het textiel-avontuur van Abakanowicz toe leidt kun je zien
in berichten die ik nog ga maken.
Maar misschien kun je ook snel (vóór 24 augustus) nog gaan kijken
in TextielMuseum in Tilburg.

maar hun gewaden glanzen als sterren…

Een poëtische titel, over de stof van mystieke kleding en de
betoverende glans.
Over sterren die licht geven en zich zichtbaar maken voor ons,
mensen die zo ver verwijderd zijn van hen.

De titel kwam onder mijn aandacht door het werk The Seven Princesses
/ Une théorie de jeune fille van Carel de Nerée tot Babberich.
De titel is een Nederlandse vertaling van een zin uit het in
Frans geschreven toneelstuk van Maurice Maeterlinck waarop
het werk van De Nerée waarschijnlijk is gebaseerd.

Even over Maurice Maeterlinck, niet iedereen zal meteen een
beeld hebben bij deze schrijver:

Maurice Polydore Marie Bernard Maeterlinck werd geboren op 29 augustus 1862 in Gent, België, in een Franstalige bourgeoisfamilie. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Gent, maar voelde zich al snel meer aangetrokken tot de literatuur dan tot de advocatuur.
Tijdens een verblijf in Parijs raakte hij betrokken bij de symbolistische beweging, een filosofisch-artistieke stroming die de zichtbare werkelijkheid zag als een sluier voor diepere, vaak mysterieuze waarheden.

Literair werk
Maeterlinck schreef in het Frans en werd bekend om zijn lyrische drama’s, essays en poëzie. Zijn toneelstukken kenmerken zich door: stilte en suggestie in plaats van actie, mystieke en symbolische figuren, fatalisme en introspectie.
Bekende werken zijn onder andere: Pelléas et Mélisande (1892) en Les Sept Princesses (1891)

Nobelprijs voor Literatuur (1911)
Maeterlinck ontving de Nobelprijs voor Literatuur in 1911, als erkenning voor:

“Zijn veelzijdige literaire bezigheden en in het bijzonder voor zijn drama’s, die zich onderscheiden door een overvloed aan verbeelding en poëtische verfijndheid, die — soms onder het mom van een sprookje — een grote bron van inspiratie zijn.”

Na de Eerste Wereldoorlog nam zijn literaire invloed af. Hij overleed op 6 mei 1949 in Nice, Frankrijk. Hij blijft tot op vandaag de enige Belgische auteur die de Nobelprijs voor Literatuur heeft ontvangen.

Terug naar de aanleiding van mijn blog.
Het ontwerp van De Nerée is te zien op de tentoonstelling in het
Dordrechts Museum.
Het is een heel groot werk, 195.5 cm hoog en 267.5 breed.
Het is deze keer geen (pen)tekening maar een geborduurd werk.

IMG_7375CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijde

Ontwerp: Carel de Nerée tot Babberich, borduurwerk: Constance de Nerée tot Babberich-van Houten, The seven princesses – Une théorie de jeune fille, 1904 – 1928, borduurwerk op zijde.


Het werk is niet eenvoudig te fotograferen. Het licht weerkaatst
van het borduurwerk. Ook bij foto’s dichter op het werk zal
dit problemen blijven geven.

Het werk bestaat uit een bovenste en onderste helft die
visueel sterk van elkaar verschillen.

De bovenste helft toont een figuur in het midden (is het een man?).
Die persoon staat voor een soort van lessenaar met een geometrische
tekening. Naast de figuur, zowel links als rechts veel geometrische
patronen.

De onderste helft toont 7 vrouwelijke figuren die op kijken. Maar
de uitvoering is niet naturalistisch, eerder schematisch.
Rond de zeven vrouwelijke figuren — de prinsessen — bevinden zich
decoraties en een veelheid aan kleinere vrouwelijke figuren.
De decoraties zijn meer naar de natuur.

IMG_7378CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijde

The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.


Laten we er eens van uit gaan dat het werk gebaseerd is op het
toneelstuk. Dan zijn er een aantal belangrijke personages.
Een koning, een koningen, de prins Marcellus, de 7 prinsessen die
door Maeterlinck in het voorstellen van de personage als 1 personage
worden voorgesteld.

Wat is de betekenis van de naam Marcellus?

Etymologie
Latijnse oorsprong: Marcellus is een verkleinvorm van Marcus, wat mogelijk verwijst naar de Romeinse oorlogsgod Mars.
Betekenis: “De strijdbare” of “kleine krijger”.

Symboliek in Maeterlincks toneelstuk

1. De strijder tegen de stilte
In Les Sept Princesses keert Marcellus terug na zeven jaar en treft zijn zeven slapende cousines aan. Zijn naam als “strijder” contrasteert met de passiviteit en verstilling van de prinsessen. Hij is de enige die actie onderneemt, die probeert te begrijpen en te doorbreken.
2. De buitenstaander / de ontwaakte
Marcellus is de enige figuur die niet gevangen is in de trance. Hij vertegenwoordigt misschien het bewustzijn, de zoekende geest, of zelfs de toeschouwer die probeert betekenis te geven aan het mysterie.
3. De brug tussen werelden
Als kleinzoon van de oude koning en koningin, en als neef van de prinsessen, staat hij tussen generaties en toestanden in. Zijn naam kan dus ook duiden op een tussenfiguur, een intermediair tussen leven en dood, tussen actie en contemplatie.

IMG_7379CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijdeTxt

The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.


Het leek me ook wel goed om een een stukje van die symbolistische
literatuur te lezen:

Origineel Frans fragment (Maeterlinck, 1891)

LE PRINCE
Elles sont là… couchées côte à côte… les yeux fermés… les mains jointes… les visages tournés vers le ciel…
On dirait qu’elles dorment depuis mille ans…
Il n’y a pas un souffle… pas un battement de cœur…
Le silence est plus profond que la mer…
Il fait sombre… mais leurs robes brillent comme des étoiles…
Il y a des larmes sur leurs joues…
Elles ne bougent pas…
Elles ne respirent pas…
Elles ne vivent pas…
Et pourtant… elles sont belles comme si elles allaient parler…
Je n’ose pas m’approcher…
Il me semble que je troublerais quelque chose de sacré…
Elles sont sept… comme les jours… comme les péchés… comme les vertus…
Pourquoi sont-elles là… ainsi… sans vie… sans voix… sans regard…
Est-ce que je suis venu trop tard ?
Est-ce que je suis venu trop tôt ?
Est-ce que je suis venu pour rien ?

Nederlandse vertaling (vrij vertaald)

DE PRINS
Ze liggen daar… naast elkaar… met gesloten ogen… gevouwen handen… hun gezichten naar de hemel gericht…
Het lijkt alsof ze al duizend jaar slapen…
Er is geen zuchtje wind… geen hartslag…
De stilte is dieper dan de zee…
Het is donker… maar hun gewaden glanzen als sterren…
Er zijn tranen op hun wangen…
Ze bewegen niet…
Ze ademen niet…
Ze leven niet…
En toch… zijn ze zo mooi alsof ze elk moment kunnen spreken…
Ik durf niet dichterbij te komen…
Het voelt alsof ik iets heiligs zou verstoren…
Ze zijn met zeven… zoals de dagen… zoals de zonden… zoals de deugden…
Waarom liggen ze hier… zo… zonder leven… zonder stem… zonder blik…
Ben ik te laat gekomen?
Ben ik te vroeg gekomen?
Ben ik voor niets gekomen?

IMG_7377CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijde

The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.


Voor een toeschouwer in 2025 is het werk
The Seven Princesses / Une théorie de jeune fille
maar moeilijk toegankelijk. Het borduurwerk moet een enorm werk zijn
geweest. Zowel door de afmeting van het werk maar ook door de
enorme variatie in wat er afgebeeld wordt. Grote vlakken, kleine
vlakken, lijnen, enz.
Dus of het mooi is of niet, is eenvoudig vast te stellen.
Maar de betekenis.
Dit bijna wandtapijt maakt op het eerste oog een stoffige indruk.
De gestileerde personages en decoraties zijn moeilijk te interpreteren
zelfs als je het niet in het kader van Maeterlincks toneelstuk
probeert te plaatsen.

In die beleving is het van belang naar de rol van de curator en
het museum als gids te kijken.

Bij de tentoonstelling Ik zie, ik zie – Een wereld vol kunst,
een familietentoonstelling waar het ervarenvan kunst entraal
staat, lijkt de handdoek opgepakt te zijn.

Het Dordrechts Museum lijkt hier actief de rol van opvoeder en
begeleider op zich te nemen. Ze helpen kinderen betekenis
te geven aan wat ze zien, en maken ruimte voor verbeelding
en interpretatie. Dat is prachtig — maar waarom zou die rol
exclusief voor jonge bezoekers zijn?

IMG_7380CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijdeTxt

Dit is de zaaltekst bij de Zeven prinsessen.
Daar heb ik geprobeerd een alternatieve tekst voor te maken,
twee varianten, een lange en een korte:

De uitgebreide tekst:

Ontwerp: Carel de Nerée tot Babberich, borduurwerk Constance de Nerée tot Babberich-van Houten, The seven princesses – Une theorie de jeune fille, 1904 – 1928, borduurwerk op zijde.

In dit monumentale borduurwerk staan zeven prinsessen afgebeeld in gestileerde vorm, verticaal geordend en omgeven door een rijkdom aan patronen. Hun gezichten zijn gereduceerd tot ogen en een mond, hun lichamen tot ritmische vormen. Boven hen bevindt zich een achtste figuur — een prins — visueel afwijkend en geplaatst in een zone van geometrische patronen. Zijn positie doet denken aan een kansel, verheven en omgeven door orde, wat hem onderscheidt van de prinsessen beneden.

Het ontwerp is mogelijk geïnspireerd door Les Sept Princesses (1891), een symbolistisch toneelstuk van Maurice Maeterlinck waarin zeven prinsessen in een toestand van stilte en ongrijpbaarheid verkeren. Die sfeer is in het borduurwerk niet direct herkenbaar; de figuren zijn gestileerd, hun houding blijft dubbelzinnig.

Wat opvalt is de visuele tegenstelling tussen boven en beneden: geometrische patronen structureren het bovenste deel van het werk, terwijl rond de prinsessen juist organische, niet-geometrische vormen verschijnen. Binnen deze patronen zijn kleinere figuren opgenomen die de vrouwenfiguren lijken te ondersteunen of te benadrukken, en zo een subtiele gelaagdheid toevoegen aan de compositie.

Deze elementen roepen vragen op over hiërarchie, zichtbaarheid en de rol van de toeschouwer. Het werk lijkt zich te onttrekken aan directe interpretatie, en nodigt uit tot langzaam kijken en persoonlijke reflectie.

Het borduurwerk werd begonnen door Hermine Schuylenburg, maar om onbekende redenen niet voltooid. De verdere uitvoering werd overgenomen door Constance de Nerée, moeder van de ontwerper. Zo ontstond een zeldzaam familieproject waarin generaties samenwerkten aan een visuele vertaling van een innerlijke wereld.

De korte tekst:

De zeven prinsessen

Geborduurd door Hermine Schuylenburg (deels) en Constance de Nerée tot Babberich – van Houten, naar een ontwerp van Carel de Nerée tot Babberich (1904–1928)

Zeven gestileerde prinsessen zijn verticaal geordend in een rijk patroon van vormen. Boven hen staat een prins, omgeven door geometrische motieven die doen denken aan een kansel — een visuele hiërarchie tussen orde en organische beweging.

Het ontwerp verwijst mogelijk naar Les Sept Princesses van Maurice Maeterlinck, waarin stilte en mysterie centraal staan. Ook hier blijft de betekenis onduidelijk: het werk nodigt uit tot langzaam kijken en persoonlijke interpretatie.

Het borduurwerk is een zeldzaam familieproject, begonnen door Hermine Schuylenburg en voltooid door Constance de Nerée, moeder van de ontwerper.

IMG_7376CarelDeNeréeTotBabberichTheSevenPrincesses-UneThéorieDeJeuneFilleBorduurwerkConstanceDeNeréeTotBabberich-VanHouten1904-1928BorduurwerkOpZijde

The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.


Ik realiseer me dat curatoren en musea niet altijd vrij spel hebben
als het gaat wat er op het bordje op zaal staat, naast het
schilderij.
Als je ‘Het joodse bruidje’ uitleent als Rijksmuseum dan kan ik
me heel goed voorstellen dat je op zijn minst mee wilt denken
over hoe het schilderij door de lener wordt gepresenteerd.
Het kan het toekomstige beeld van het schilderij mede bepalen,
het kan iets doen met het imago van het Rijksmuseum
en zijn directeur, enz.
Het Rijksmuseum noemt trouwens Het joodse bruidje zelf:

Isaak en Rebekka, bekend als ‘Het Joodse bruidje’
Rembrandt van Rijn, ca. 1665 – ca. 1669

PaulRansonProgramForLesSeptPrincesses1892Stonecutting

Dit is een voorstelling gemaakt door Paul Ranson voor een uitvoering van het toneelstuk Les Sept Princesses als poppenspel in 1892. Paul Ranson, Program for Les Sept Princesses, 1892, stonecutting.


Al met al een werk dat veel los maakt bij mij.
Het heeft me gedwongen op onderzoek uit te gaan en de
tijd die ik er aan besteed heb, leverde mij veel plezier op.
Misschien moet ik na mijn onderzoek, nog eens een keer
terug naar het Dordrechts Museum….

De geïdealiseerde portretten van De Nerée

Op de tentoonstelling ‘Anders dan de anderen’ over het werk
van Carel de Nerée tot Babberich, zijn een aantal portretten te zien.
In algemene zin gebeurt er erg veel in de tentoonstelling en
dat is bij de portretten ook zo.

Wat me opviel was zijn papiergebruik.
Ik zag het pas toen ik de foto’s die ik maakte op de tentoonstelling
nog eens bekeek.
Het papier lijkt me een handgeschept papier met een grove structuur.

Als je de technische aspecten of de gelijkenis van de tekening
goed wilt laten uitkomen dan zou ik eerder kiezen voor papier met een
hele fijne structuur. Dan krijgt de structuur van het papier veel minder
kans om een element te worden in de waarneming van de toeschouwer.

Maar daar lijkt De Nerée niet voor gekozen te hebben met als gevolg
dat je die extra nuance krijgt in de vlakken.
Je kunt dat bewust opzoeken.
Door deze keuze krijgt de tekening, in mijn ogen, iets van een digitaal
gegenereerd 3D-beeld.
De papierstructuur versterkt dat effect.

Opvallend is dat De Nerée bij *Vrije studie naar een onbekende* voornamelijk
het midden en onderste deel van het papier benut.
De Nerée heeft zelfs een soort van kader ingekleurd achter het gezicht
van de figuur.
Blijkbaar was alleen het gezicht van belang.

IMG_7333 01CarelDeNeréeTotBabberichVrijeStudieNaarEenOnbekende1900-1901Potlood

Carel de Nerée tot Babberich, Vrije studie naar een onbekende, 1900 – 1901, potlood.

IMG_7333 02CarelDeNeréeTotBabberichVrijeStudieNaarEenOnbekende1900-1901Potlood

Carel de Nerée tot Babberich, Vrije studie naar een onbekende, detail.

IMG_7335CarelDeNeréeTotBabberichKijkenInDeZielTxt

IMG_7337CarelDeNeréeTotBabberichPortretstudieVanEenGezichtMetGefronsteWenkbrauwen(HenriVanBoovenMissch)1900-1901Zilverstift

Carel de Nerée tot Babberich, Portretstudie van een gezicht met gefronste wenkbrauwen (Henri van Booven?), 1900 – 1901, zilverstift.

IMG_7338CarelDeNeréeTotBabberichPortretstudieVanEenVrouw1900-1901Potlood

Carel de Nerée tot Babberich, Portretstudie van een vrouw, 1900 – 1901, potlood.


De bovenstaande portretten hingen bij elkaar aan het bgin van
de tentoonstelling. Het volgende portret hing een eind verderop.
Maar de tekening van Luisa Casati is ook geen ‘foto’.
Meerdere kunstenaars maakten werken met haar.
Ik laat er een paar volgen, inclusief een beschrijving die ik
op een blog vond. Dit Engels citaat sluit mooi aan op
mijn bezoek aan het Dordreachts Museum.

IMG_7357CarelDeNeréeTotBabberichPortretstdie(LuisaCasati)Ca1905Potlood

Carel de Nerée tot Babberich, Portretstdie (Luisa Casati), circa 1905, potlood.

IMG_7358CarelDeNeréeTotBabberichPortretstdie(LuisaCasati)Ca1905PotloodTxt


KeesVanDongenLaCasati1918

Kees van Dongen, La Casati, 1918.

Citaat van de website byronsmuse.wordpress.com:

Casati’s face, even in photographs, is a kind of dramatic face that one doesn’t forget too soon and I guess, in that regard, van Dongen’s portrait is realistic. Apart from the face perhaps, the portrait isn’t realistic at all, the figures are in fact very stylised and the colours are nonmimetic, far too intense and vibrant, though typical for Kees van Dongen’s Fauvist style. Still, even on a deeper layer it is ‘realistic’ because Luisa Casati’s extravagant persona and the nocturnal, fantasy city of Venice have a lot in common. Casati lived in Venice, from 1910 to 1920, at the Palazzo Venier dei Leoni, on Grand Canal in Venice.

Even when she left the city, the city stayed inside of her because the two, Luisa and Venice, are as two sides of the same coin in terms of character; both posess the watery fluidity and bluntly refuse to be defined or define themselves, both are eccentric, self-obsessed narcissists with a fetish for deception and self-deception through lies and masquerade, anxiously putting on false facades, as is indeed typical for Venetian architecture, and layers and layers of rouge, red lipstick, mascara, feather boas, jewels and feathers, so that the final facade is so rich with layers which are impossible to peel off and get to the core. Luisa, like the waters and canals of Venice, is capricious and changeable. Garish red hair, large black eyes like bottomless abysses, unhealthy absinth-greenish complexion, thin and elongated figure, midnight blue formless, fluid gown. The scene at once nocturnal and Venetian, and yet out of time and place. Nothing about it seems realistic or accurate, and Kees van Dongen for one never strived to capture anything realistically, if painting is lying, then he lied beautifully. He would always put a special emphasis on the woman’s figure, and he would exaggerate it, elongate it purposefully, and the clients loved it.

ManRayLaMarquiseCasati1935VintageSilverPrint

Man Ray, La Marquise Casati, 1935, vintage silver print. Deze foto zegt veel over Luise Casati.

ManRayCasati1922

Man Ray, Casati, 1922. Prachtige foto met de dubbele set ogen.


IMG_7383CarelDeNeréeTotBabberichVrouwenfiguurCa1906Potlood

Carel de Nerée tot Babberich, Vrouwenfiguur, circa 1906, potlood.

Uit praktische overwegingen heb ik mezelf enigszins gecensureerd.
Op de tentoonstelling is een schitterende potloodtekening te zien
van een naakte, dromerige jonge vrouw.
Dromerig maar ook bij de les.

Omdat mijn Amerikaanse hostingsite mogelijk aanstoot zou nemen
aan de volledige afbeelding, toon ik enkel het hoofd.
Ook dat deel is opvallend, dankzij de overwegend zachte tekenstijl,
die hier en daar met donkere accenten wordt versterkt.

Het is duidelijk dat de tentoonstelling een overvloed aan indrukken
en details biedt.
Het blijkt lastig om deze rijke dynamiek te vatten in een beknopte tekst.
Waarschijnlijk volgen er nog twee berichten waarin ik weer verder
inga op deze fascinerende beelden.

Van De Nerée naar Prince: Langs lijnen van symboliek

Over schoonheid, suggestie en zes kunstenaars die spreken zonder uitleg

Het mysterie in het zichtbare

Symboliek in kunst is vaak mysterieus, gelaagd, en soms moeilijk te duiden.
Toch zijn er werken die, ondanks hun raadselachtige inhoud,
een breed publiek aanspreken.
Ze zijn visueel aantrekkelijk, muzikaal meeslepend, of
architectonisch indrukwekkend.

Tegelijk roepen ze vragen op, suggereren ze betekenissen die
zich niet meteen laten vastleggen.
In dit bericht verken ik zes kunstenaars die elk op hun eigen manier
werken met toegankelijke symboliek:
kunst die uitnodigt tot kijken, luisteren en voelen,
maar die zich niet volledig laat verklaren.

Niet al deze kunstenaars zijn symbolisten in de strikte zin van het woord.
Sommigen werkten in andere tijden, andere genres, andere contexten.
Maar ze delen een beeldtaal waarin het zichtbare verwijst naar iets groters.
Een innerlijke wereld, een maatschappelijk commentaar, een spirituele dimensie.

Ik nodig je uit een reis met mij te maken langs beelden en klanken
die het mysterie niet verbergen, maar juist zichtbaar maken.

Zoals vaker de afgelopen dagen begin mijn reis in het Dordrechts Museum
bij de tentoonstelling over Carel de Nerée tot Babberich.
Maar eerst sta ik even kort stil bij de kunstenaars:

Carel de Nerée tot Babberich (1880–1909)

Nederlandse kunstenaar en schrijver, actief rond 1900. Zijn werk is sterk beïnvloed door het symbolisme en de Art Nouveau. Hij maakte verfijnde tekeningen en aquarellen die vaak droomachtig, mystiek en introspectief zijn. Zijn beeldtaal is elegant en geladen met suggestieve motieven, zoals gestileerde vrouwenfiguren, maskers en arabesken.

Antoni Gaudí i Cornet (1852–1926)

Catalaanse architect, bekend om zijn organische, fantasierijke ontwerpen die religieuse en natuurlijke symboliek combineren. Zijn beroemdste werk is de Sagrada Família in Barcelona, een kathedraal die zowel visueel spectaculair als spiritueel diepgaand is. Gaudí’s architectuur is toegankelijk door haar vormrijkdom, maar zit vol verborgen betekenissen.

Salvador Domingo Felipe Jacinto Dalí i Domènech (1904–1989)

Spaanse surrealistische schilder, beroemd om zijn bizarre, droomachtige beelden zoals smeltende horloges, zwevende figuren en olifanten op stelten. Zijn werk is visueel verleidelijk en vaak humoristisch, maar bevat ook diepe lagen van psychologische en filosofische symboliek. Dalí speelde met herkenbaarheid en raadselachtigheid.

Alberto Giacometti (1901–1966)

Zwitserse beeldhouwer en schilder, bekend om zijn langgerekte, fragiele menselijke figuren. Zijn werk onderzoekt de menselijke aanwezigheid, kwetsbaarheid en existentie. De sculpturen zijn eenvoudig van vorm maar beladen met betekenis, en worden vaak gezien als symbolen van de moderne mens in een onbegrijpelijke wereld.

Keith Jarrett (1945–)

Amerikaanse pianist en componist, vooral bekend om zijn solo-improvisaties op piano. Zijn muziek is intuïtief, spiritueel en vaak meditatief.

Prince Rogers Nelson (1958–2016)

Amerikaanse zanger, componist en multi-instrumentalist. Prince was een visionair artiest die genres vermengde en zijn werk doordrenkte met symboliek, spiritualiteit en maatschappelijk commentaar.

Aan de hand van voorbeelden, hier in het bericht, of
via een link, verken ik de onereenkomsten.

IMG_7355CarelDeNeréeTotBabberichStudieNaarOhasanHetSchoneBeeldV1900-1901Oost-indischeInksMetPenEnPenseel

Carel de Nerée tot Babberich, Studie naar Ohasan: Het schone beeld V, 1900 – 1901, oost-indische inkt met pen en penseel.

IMG_7356CarelDeNeréeTotBabberichStudieNaarOhasanHetSchoneBeeldV1900-1901Oost-indischeInksMetPenEnPenseelTxt


IMG_7423BoekenmarktBreda

Toen ik vanmiddag over de Grote Markt liep in Breda, waar het iedere woensdag boekenmarkt is, viel meteen het boek over Gaudi op.

IMG_7425GaudiSagradaFamilia

De Sagrada Familia met de oostfacade. Daarin bevindt zich het Portaal van de Liefde. Hier liet Prince een foto van zich zelf maken die op de CD The Gold Experience (1995, Terry Gydesen) stond.


SalvadorDaliThePersistenceOfMemory

Salvador Dali, The Persistence of Memory.

Het zal in 1980 zijn geweest dat ik op een dagtocht met de bus
Parijs bezocht. Ik woonde nog bij mijn ouders.
De aanleiding was de grote overzichtstentoonstelling met
het werk van Salvador Dali in Centre Pompidou.

Bewijs heb ik er niet meer van want in die tijd was ik
nog geen verzamelaar van boeken.
Maar al die werken van Dali maakte een verpletterend
bedwelmende indruk.

Er is iets onweerstaanbaars aan kunst die zich niet meteen
laat begrijpen. Een beeld, een klank, een zin die zich aandient
als duidelijk, maar zich bij nadere beschouwing onttrekt aan
interpretatie. Dat is het domein van het onbegrijpelijke.

Niet als obstakel, maar als uitnodiging.
Kunst die vragen oproept zonder antwoorden te geven,
nodigt de toeschouwer uit tot een actieve houding:
kijken, luisteren, voelen, zoeken.

Juist in een tijd waarin alles verklaard en geduid lijkt te
moeten worden. Soms tot Alternatieve feiten.
Juist dan biedt het onbegrijpelijke een ruimte van vrijheid.

Het stelt ons in staat om betekenis te ervaren zonder
haar steeds te moeten vastleggen.
Het mysterie is geen tekort, maar een kwaliteit.


Sinds de eerste keer dat ik werk van Giacometti zag intrigeerde het me.
Waar gaat het over, waarom trekt het me zo aan?
Gelukkig was er de kans in 2008 – 2009 werk van hem te zien
in Rotterdam, bij de Kunsthal.

IMG_7424AlbertoGiacomttiTentoonstellingsCatslogusKunsthal2008

Het is duidelijk dat de man loopt, dat zie je aan zijn hele houding.
Het is een man. Waar komt hij vandaan, waar gaat hij naar toe?
Maar wat als de man geen man is maar als het staat voor ons menselijk bestaan?
Het beeld is krachtdadig, resoluut, geen twijfel.
Je kunt zelfs zeggen energiek.

IMG_7426GiacomettiL'HommeQuiMarche1960Brons(Gegoten1981)

Giacometti, L’Homme qui marche, 1960, brons (gegoten in 1981).

De beelden ervaar ik als aantrekkelijk, zeker als ze ook nog eens in
een ruimte worden geplaatst door draadwerk.
Daarin zie ik een overeenkomst met zijn geschilderde/geschetste werk.

IMG_7428GiacomettiSirRobertSainsbury1958OlieverfOpDoek

Giacometti, Sir Robert Sainsbury, 1958, olieverf op doek.


Op mijn bureau lag een briefje met de naam Keith Jarret en
de titel ‘Facing you’. Om het op YouTube op te zoeken en
het te beluisteren. ‘Facing you’ is een van de (eerste?)
solo piano opnames van Jarrett. Uiteindelijk zal deze manier van
muziek maken er voor hem toe leiden dat hij The Köln Concert
uitbrengt. Zijn misschien wel meest bekende opname.

Ik besluit extra aandacht te geven aan Landscape for Future Earth
De muziek is contemplatief, zonder veel pieken of dalen
maar met steeds twee noten die terug komen.
Soms openlijk en herhalend, soms een beetje verstopt.
Deze twee toetsen komen de laatste 20 seconden van het stuk
niet meer terug. Dus ik vraag me af: is het een optimistische blik
op de toekomst of niet. Daar ben ik nog niet helemaal uit.
De algemene strekking is niet negatief, maar die laatste 20 seconden…..

Als je de muziek wilt horen dan kan dat hier:
Landscape For Future Earth.

De titel Landscape for Future Earth roept geen concrete plek op, maar een denkbeeldig, mogelijk utopisch of apocalyptisch landschap. Dit sluit aan bij de symbolistische neiging om via metaforen en suggestieve beelden een innerlijke of spirituele werkelijkheid op te roepen. Het is een landschap van de geest, niet van de geografie.

Jarretts spel in dit stuk is verstild, contemplatief, en rijk aan nuance. Hij gebruikt stilte en resonantie als betekenisvolle elementen — net zoals symbolistische dichters de witruimte en klankkleur van woorden inzetten om een sfeer op te roepen. De muziek lijkt niet te willen vertellen, maar eerder te verhullen en te verleiden tot interpretatie.

Symbolisten waren vaak gericht op het verleden of het tijdloze, maar ook op het droombeeld van een andere werkelijkheid. Future Earth klinkt niet als een technologische toekomst, maar als een mythisch of metafysisch visioen — een aarde die nog niet bestaat, behalve in de verbeelding. Dat maakt het verwant aan de droomwerelden van bijvoorbeeld Gustave Moreau of De Nerée tot Babberich.

Als je dit stuk zou willen visualiseren, zou je kunnen denken aan een landschap van mistige contouren, glinsterende luchten, en vage silhouetten — een soort muzikaal equivalent van een schilderij van Redon of een tekening van De Nerée. Het is een landschap dat zich niet laat vastleggen, maar zich ontvouwt in lagen van betekenis.


PrinceSignOfTheTime

Als voorbeeld uit het werk van Prince kies ik het nummer
Sign o’ the Times (Een teken des tijds).
In zijn werk koppelt Prince urgente maatschappelijke thema’s
(AIDS, drugs, geweld, ruimtevaart) aan een krachtige beeldtaal
door een video die op zich zelf al een kunstwerk is.
Tekst als beeld, ritme als betekenisdrager.

En dan, aan het eind, wat zegt hij daar eigenlijk:

Sign o’ the times mess with your mind
Hurry before it’s too late
Let’s fall in love, get married, have a baby
We’ll call him Nate if it’s a boy

Intussen weten we hoe het voor Prince zelf afgelopen is.

Hij benoemde misstanden, zong over idealen en kende
in zijn leven veel relationele en religieuze complexiteit.
relaties, religieuze zoektocht.

Het is natuurlijk cynisch dat hij er zelf gedurende zijn leven,
niet in slaagt om dat vredige huisje, boompje, beestje
te realiseren en dat hij aan zijn einde komt door een
overdosis pijnstillers.

Juist daarom klinkt die laatste strofe niet als een
naïeve wens, maar als een symbolische echo van iets
wat hij zelf niet kon vasthouden.

In France, a skinny man died of a big disease with a little name
By chance his girlfriend came across a needle and soon she did the same
At home, there are seventeen-year-old boys and their idea of fun is being in a gang called The Disciples, high on crack, totin’ a machine gun
Time
Times

Hurricane Annie ripped the ceiling off a church and killed everyone inside
You turn on the telly and every other story is tellin’ you somebody died
Sister killed her baby ‘cause she couldn’t afford to feed it
And we’re sending people to the moon
In September, my cousin tried reefer for the very first time
Now he’s doing horse; it’s June
Times
Times

Refrein

It’s silly, no?
When a rocket ship explodes
And everybody still wants to fly
Some say a man ain’t happy
Unless a man truly dies
Oh, why?
Time
Time

Baby, make a speech, star wars fly
Neighbors just shine it on
But if a night falls and a bomb falls
Will anybody see the dawn
Time
Times

Afsluiting

Sign o’ the times mess with your mind
Hurry before it’s too late
Let’s fall in love, get married, have a baby
We’ll call him Nate if it’s a boy
Time, times
Times, time


Een gedeelde taal van symbolen

Niet al deze kunstenaars zijn symbolisten in de strikte zin van het woord.
Sommigen werkten lang na het fin de siècle, anderen binnen
heel andere contexten — van jazz tot pop, van architectuur
tot beeldhouwkunst.

Maar wat hen verbindt, is het gebruik van een gedeelde symbolische taal:
een manier van werken waarin het zichtbare verwijst naar het onzichtbare,
waarin schoonheid niet alleen esthetisch is maar ook betekenisvol.
Hun werken zijn toegankelijk, nodigen uit tot verdieping.
Ze spreken tot het oog, het oor, en het innerlijk — en laten zien
dat het mysterie niet tegenover de helderheid staat,
maar er juist doorheen kan klinken.

Wat als De Nerée’s wereld een plek was waar je door kon dwalen?

De thematiek van Nerée — verval, stilering, mysterie — weerklinkt vandaag
in diverse culturele uitingen: in boeken, muziek, beeldcultuur en
persoonlijke expressievormen.

Niet dat dit in al zijn werken meteen en overduidelijk aanwezig is en
dat iedereen dat direct zal herkennen. Soms moet je zoeken.
Maar Sander Bink schrijft bijvoorbeeld in Verfijnde Lijnen op pagina 115 – 116:

Het meesterlijke en duistere Na het offer is een klassieke Carel de Nerée. ..… Bizar aan Na het offer is de gelijkenis met de heks Maleficent uit Walt Disney’s Doornroosje (1950).

IMG_7352CarelDeBeréeExtaseNaHetOfferDetail

Carel de Nerée tot Babberich, Extase – Na het offer (detail).

WaltDisneyMaleficent

Walt Disney, Maleficent, de heks uit Doornroosje.


De gelijkenis tussen Na het offer en Maleficent lijkt op het eerste gezicht
overduidelijk — een schot voor open doel.
Maar interpretatie is fluïde, en elke kijker werpt zijn eigen licht op
De Nerée’s schaduw.

Waar het om gaat is dat je in het werk veel elementen tegenkomt die ook mensen
van vandaag aanspreken:
de soms donkere, duistere sfeer, de stilistische vormgeving die aansluit bij
veel genres van stripverhalen, het dromerige, het naar binnen gekeerde, de
vrouwen, de bloemen en de mysterie.

Daarom kwam Copilot met het idee een wereld te beschrijven die heel goed de basis
voor een fantasyverhaal kan vormen en zich baseert op de esthetiek en symboliek
van Carel de Nerée tot Babberich.
Dit is die beschrijving:

Het Rijk van Lys Nocturne

In de schemerzone tussen droom en dood ligt Lys Nocturne, een verstilde wereld waar tijd geen richting kent en schoonheid een vorm van magie is. De lucht is er altijd fluweelachtig paars, als een eeuwige schemering, en de maan hangt laag en zwaar boven een landschap van zilveren bloemen en zwarte meren.

De Estheten van de Bleke Hof

De bewoners van Lys Nocturne zijn Estheten, wezens van porselein en zijde, met gezichten als maskers en ogen die nooit knipperen. Ze spreken in verzen, bewegen als dansers, en leven in paleizen van glas en ivoor. Hun macht komt voort uit symbolen: een lelie kan genezen, een masker kan herinneringen wissen, een gebaar kan een vloek zijn.

De Tuinen van Vergankelijkheid

Overal groeien bloemen die slechts één nacht bloeien — hun geur is bedwelmend, hun kleuren onnatuurlijk fel. De Estheten verzamelen ze niet, maar vereren hun verwelking als het hoogste moment van schoonheid. Alles in Lys Nocturne draait om het moment vóór het verval.

De Orde van het Zwijgende Masker

Een mysterieuze orde bewaakt de grenzen van het rijk. Ze dragen maskers die nooit worden afgezet, en hun ware gezichten zijn onbekend — misschien zijn ze leeg vanbinnen. Ze spreken niet, maar communiceren via symbolen en gebaren. Ze zijn de hoeders van de oude symboliek, en hun aanwezigheid roept zowel fascinatie als angst op.

Geen verleden, geen toekomst

In Lys Nocturne bestaat geen geschiedenis. Alles is eeuwig nu. Herinneringen zijn vluchtig, dromen zijn tastbaarder dan feiten. Kunst is de enige waarheid, en schoonheid is de enige wet.

Het podium voor een fantasyverhaal, een stripverhaal, een animatiefilm is daar.
De meest intrigerende zin in deze beschrijving van een fantastische wereld
vond ik:

maar vereren hun verwelking als het hoogste moment van schoonheid

Dat vraagt om een passage uit het fictieve boek dat zich
in Lys Nocturne afspeelt:

Uit: De Stilte van Lys Nocturne

De trappen van albast kraakten niet onder haar voeten — niets kraakte hier. Alles was stil, alsof het geluid zelf zich had teruggetrokken in de plooien van de gordijnen. Serelith, gehuld in een gewaad van nachtblauw fluweel, droeg een masker van zilverblad dat haar gezicht slechts gedeeltelijk verborg. Alleen haar ogen, groot en glanzend als zwarte opalen, keken de wereld in met een mengeling van verwondering en vermoeidheid.

Ze liep door de Galerij der Gebaren, waar elke nis een beeld bevatte van een hand in een andere houding: een gebaar van afscheid, van verlangen, van verraad. Geen namen, geen verklaringen. Alleen vorm. Alleen betekenis die zich onttrok aan woorden.

Buiten, in de Tuinen van Vergankelijkheid, bloeiden de lelies in het maanlicht. Hun bloemblaadjes glansden als ivoor, maar begonnen al te krullen aan de randen — schoonheid op het randje van verval. Serelith bleef staan bij een fontein waarin geen water stroomde, maar waar rook opsteeg in langzame spiralen. Ze ademde in. De geur was die van herinneringen die nooit van haar waren geweest.

Een figuur naderde, gehuld in een gewaad van spiegels. Geen gezicht, geen stem. Alleen een gebaar: een hand op het hart, een lichte buiging van het hoofd. De Orde van het Zwijgende Masker.

Serelith knikte. Ze wist wat dit betekende.

De droom was begonnen. Of misschien juist afgelopen. In Lys Nocturne vervaagt het verschil zoals mist in maanlicht.

Carel de Nerée tekende niet louter beelden; hij verbeeldde verhalen
die zich onttrekken aan taal. Zijn werk vertelt verhalen waarin verval,
stilering en mysterie de hoofdpersonen zijn. Die thema’s weerklinken
vandaag ook in diverse culturele uitingen: in boeken, muziek,
beeldcultuur en persoonlijke expressievormen.

De kracht van De Nerée’s beeldverhalen kan mensen van vandaag
aanspreken wanneer die gelegenheid ontstaat.
Als verteller door beelden laat Nerée zien dat betekenis niet altijd
uitgesproken hoeft te worden.
Zijn lijnen fluisteren, zijn symbolen ademen, zijn esthetiek leeft voort
— soms zichtbaar, soms verborgen, maar altijd aanwezig.