De bibliofiele exorcist, corrector van de zetduivel

Bonaventura Kruitwagen verzamelde teksten over zetfouten, typografische missers en de beruchte ‘zetduivel’ — maar deed dat niet uit louter fascinatie. Hij had een uitgesproken afkeer van slordigheid in drukwerk. Zijn werk was ook een vorm van zuivering: het opsporen, benoemen en corrigeren van fouten als ritueel gebaar. Niet om te veroordelen, maar om het boek zijn waardigheid terug te geven.

De titel is gebaseerd op een zin van Ed Schilders op pagina 109 van het volgende boek.

IMG_7893StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagen

Stichting Desiderata, Ed Schilders, Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen.


Een paar keer per jaar ontvang ik een e-mail van de stichting Desiderata.
Ze brengen met regelmaat een boek uit over boeken of mensen
die in het verleden op bijzondere manier omgingen met boeken.
Het zijn steeds goed leesbare boeken (ik ben geen boekhistoricus)
in een heel mooie uitvoering.
Daarom lees ik de mail vluchtig en koop het boek.

IMG_7894StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenStofomslag

Het boek komt met een heel mooie stofomslag. Meester E.S., Duitse prentmaker, Detail van een ingekleurde gravure van St. Antonius de heremiet.

Daardoor was ik verrast een doos te ontvangen met een boek en een op naam
gestelde envelop. Wat is dit? Wat heeft die brief, in de envelop,
een soort van kopie uit een oud vloeistofkopieerapparaat,
precies met het boek te maken. En van wie is die handtekening op de achterkant?

IMG_7899BonaventuraKruitwagenEncycliekInDeEnvelop

Het duurde even voor ik door had wat ik in mijn handen had:
het boek van Ed Schilders over Bonaventura Kruitwagen met daarin
een aantal van de publicaties van deze boekhistoricus.

IMG_7895 01 StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenSchutbladZetduiveltjes

Het schutblad bestaat uit een verzameling zetduiveltjes.

De brief bij het boek is het eerste levensteken van Kruitwagen na het
bombardement van Rotterdam.
Het bombardement was 14 mei 1940. Het huis waarin hij woonde werd
volledig verwoest, met alles wat er in stond of lag.
Pas op 20 juni 1940 verstuurde Kruitwagen de versie waarvan ik nu
een kopie kreeg.
In de brief beschrijft hij, met een plattegrond, wat hij meemaakte,
waar de bommen vielen en hoe al zijn boeken verdwenen.

De intrigerende titel van het boek van Schilders is:
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen.

IMG_7895 02 StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenSchutbladZetduiveltjes

Detail van het schutblad.

Ik wil deze boekintroductie beginnen met te vertellen wie
Bonaventura Kruitwagen precies was:

Bonaventura Kruitwagen: boekhistoricus in de marge van het geheugen

Bonaventura Kruitwagen (1874–1954), geboren als Franciscus Josephus Kruitwagen, was een Nederlandse franciscaan en boekhistoricus die zich toelegde op de studie van oude drukken en religieuze teksten. Zijn aandacht ging uit naar incunabelen—boeken gedrukt vóór 1501, zoals vroege Latijnse missalen—en typografische curiosa: zetfouten, marginalia en eigenaardige lettervormen die hij niet als imperfecties zag, maar als sporen van menselijke aanwezigheid in het boek. Ook liturgische teksten, zoals handgeschreven gebedenboeken en gedrukt kerkelijk materiaal, vormden een belangrijk deel van zijn onderzoek.

Als lid van de kloosterorde der Minderbroeders in Wijchen, volgelingen van Franciscus van Assisi, en later werkzaam in Rotterdam, bouwde hij een bibliotheek van circa 9.000 boeken, voornamelijk religieuze drukken, liturgische handschriften, incunabelen en typografisch merkwaardige uitgaven. Deze verzameling weerspiegelde niet alleen zijn wetenschappelijke belangstelling, maar ook zijn rituele omgang met het boek als drager van menselijke sporen. De bibliotheek ging verloren bij het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940.

Kort daarna schreef hij een brief aan vrienden en kennissen, zijn zogenaamde ‘encycliek’, waarin hij verslag deed van zijn toestand en het verlies. Deze brief vormt het hart van Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, een postuum eerbetoon samengesteld door Ed Schilders en uitgegeven door Stichting Desiderata.

Kruitwagen was geen canonieke geleerde, maar een rituele lezer: iemand die boeken niet alleen bestudeerde om te bestuderen, maar bewoonde. Zijn nalatenschap leeft voort in de typografische sporen die hij achterliet, en in de reconstructie van zijn leespraktijk door latere boekenvrienden.

De titel ‘boekhistoricus in de marge van het geheugen’ vat zijn positie treffend samen. ‘In de marge’ verwijst naar zijn aandacht voor zowel de letterlijke boekmarge—zetfouten, colofons, typografische eigenaardigheden—als de figuurlijke: boeken en drukken die buiten de canon vallen. ‘Van het geheugen’ wijst op zijn omgang met wat dreigt vergeten te worden. Zijn leespraktijk was geen reconstructie van het verleden, maar een rituele herbeleving van wat nog net aanwezig is—een vorm van herinneren die zich nestelt in typografische sporen, in verloren bibliotheken, in de brief na het bombardement. Zo werd zijn bibliotheek een geheugenarchief, en zijn encycliek een performatief gebed voor wat niet vergeten mocht worden.

Het avontuur van Ed Schilders leidde uiteindelijk tot het boek waar
dit bericht over gaat.
Centraal daarin staat de tweede Cambell van Kruitwagen.

IMG_7897BonaventuraKruitwagenDeTweedeCambellAnnalesDeLaTypographieNéerlandaiseAuXVeSiècle1874

De tweede Cambell, Annales de la typographie Néerlandaise au XVe siècle, 1874.

De Campbell verwijst naar het bibliografische standaardwerk van Marijn Campbell,
getiteld Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle (1874).
Het is een overzicht van Nederlandse incunabelen—boeken gedrukt in de 15e eeuw,
vlak na de uitvinding van de boekdrukkunst.
Campbell was directeur van de Koninklijke Bibliotheek en zijn werk geldt
als een fundament voor de studie van wiegendrukken.

Kruitwagen bezat een handexemplaar van dit boek dat verloren ging
in het bombardement. Later verving hij het door een ander exemplaar.
Waarin hij aantekeningen maakte en correspondentie in bewaarde.
Dat exemplaar werd decennia later teruggevonden door Ed Schilders.

IMG_7896StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagen

Het boek is afwisselend van toon. Naast het bombardement komen er ook
luchtigere onderwerpen aan bod.
Zoals de zetduivel en de bijbehorende citaten.

IMG_7900BonaventuraKruitwagenEncycliekInDeEnvelop

Vandaag is de productie van een boek al een heel karwei.
Maar voor bijvoorbeeld Erasmus (geboren rond 1467 – 1536)
was het vaak nog veel ingewikkelder.
Het proces was veel gevoeliger voor fouten dan vandaag.

Als je een tekst schreef moest je er op vertrouwen dat de drukker goed werk
leverde. Natuurlijk, kon je je zelf actief bezighouden met bijvoorbeeld de
correctie van de drukproeven, maar reizen was in die tijd een hele onderneming.
De drukker zat meestal niet om de hoek.

Vaak was je dan dus afhankelijk van de zetter (de persoon die de loden letters,
een voor een, in de juiste volgorde moest zetten).
Dan had je een corrector nodig die de drukproef moest controleren. Die moest wel
de taal machtig zijn en het hielp als die de tekst ook begreep.

Vervolgens kostte al het werk natuurlijk geld en
de drukker wilde een snel resultaat.

IMG_7901BonaventuraKruitwagenVoorbeeldVanDeEncycliek

De encycliek.

Zetfouten (typo’s) zijn al aan de orde van de dag in mijn blog.
In boeken kwamen die natuurlijk dan ook voor.
Vaak werden de bekende zetfouten in een lijstje in het boek opgenomen.
Bij dat lijstje stond soms een inleiding met een verklaring voor de fouten.
De zetduivel, de (luie) drukker, de zetter en de corrector kregen met regelmaat de schuld.
Soms moest de lezer maar beter oppassen.

Kruitwagen verzamelde dit soort teksten en schreef er artikelen over.
In het boek zijn enkele van deze teksten opgenomen:

Zo beroept de Augustijn Matthijs Pauli (dat was een monnik, geen letterkorps) zich op zijn afwezigheid als hij zegt:
Goet-vvilligen Leser daer sijn door mijn af-vvesenin de tvveeden stuck ingedronghen sommighe Fouten die V.L. [Ulieden] aldus sal believen te verbeteren.

Pagina 95.

De tusschen-komende ziekte des Schryvers is oorzaak, dat de volgende en andere drukfouten die de goedgunstige lezer zal gelieven te verschoonen, zijn ingesloopen.

Pagina 97.

De Drukfouten, die door het uitlaaten of byvoegen van een n of e in den laatsen lettergreep, ook wel taalfouten kunnen maaken, zal men hier en elders mooglyk ook wel ontmoeten, alhoewel ons dus verre geene merkelyke fouten, die den zin veranderen, zyn voorgekoomen; doch Geleerde en Bescheide [= oordeelkundig] mannen, weetende, hoe gemeen dit gebrek is, en hoe bezwaarlyk het zy, een Werk zonder Drukfeilen in ’t licht te brengen, zullen de zelve met heusheid by zich selven gaarne verbeteren. Aan knibbelzuchtigen, die men nooit kan behaagen of voldoen, zullen wy ons niet kreunen.

Pagina 98-99.

….lezen we precies waarom Erasmus zijn lezers kon boeien: door zijn openhartigheid. Geen duiveltjes maar drukkertjes. Hij zei waarop het volgens hem stond, en schreef als een Rotterdammer:

De wet draagt er zorg voor dat niemand een schoen maakt of een kast vervaardigt die niet bevoegd verklaard is door het desbetreffende gilde. Maar de geschriften van zulke belangrijke auteurs, ten opzichte van welk een vrome eerbied op zijn plaats zou zijn, verspreiden ze terwijl ze zo ongeletterd zijn dat ze zelfs niet kunnen lezen, zo lui dat ze zelfs geen lust hebben om over te lezen wat gedrukt wordt[namelijk de proef corrigeren], en zo gierig dat ze liever dulden dar een goede tekst wemelt van fouten dan dat ze voor een paar goudstukken een corrector zouden huren. En juist de brutaalste tekstverknoeiers doen op hun titelpagina’s de schitterendste beloften.

Pagina 119.

Op pagina 109 noemt Ed Schilders Bonaventura Kruitwagen
“de bibliofiele excorsist, corrector van de zetduivel.”
Het is een rake typering, maar ook een ironische.
Want juist in dat citaat sluipt een zetfout binnen:
“excorsist” in plaats van “exorcist.”
Een slip van de pen?
Een echo van de zetduivel zelf?
Of een typografisch eerbetoon aan Kruitwagens obsessie met correctie en imperfectie?

Daarom sluit ik af met een foto van die pagina.
Niet als bewijs van slordigheid, maar als uitnodiging tot herlezing.
Want zelfs de corrector van de zetduivel ontkomt niet aan diens aanwezigheid.

IMG_7903StichtingDesiderataEdSchildersHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenBibliofieleExorcistCorrectorVanDeZetduivel


Mijn binder is een ellendeling; hij schiet niet op en ik heb ruzie met hem gemaakt;

Een uitspraak over een boekbinder. ik voel me wel een beetje aangesproken.
Natuurlijk, ik ben slechts een hobby-binder maar opschieten is er
niet echt bij en daar voel ik me soms schuldig over.

Maar de uitspraak gaat gelukkig niet over mij. Het is een uitspraak die ik las
in een van de twee boeken over boekgeschiedenis die ik de afgelopen weken
heb ontvangen.

Eerst was er:
Ed Schilders & Bonaventura Kruitwagen,
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen,
compleet met ‘encycliek’.
Gisteren kwam dan:
Reinder Storm, Dit is zéér belangrijk
– De ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’ van E. du Perron
met daarin een brieffragment waar mijn titel vandaan komt.

IMG_7513EdSchildersBonaventuraKruitwagenHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenReinderStormDitIsZéérBelangrijkDeBibliophielenGevoeligheidjesVanEDuPerron

Ed Schilders & Bonaventura Kruitwagen, Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, Stichting Desiderata. Met de aan mij persoonlijk gerichte encycliek in aparte envelop. Reinder Storm, Dit is zéér belangrijk – De ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’ van E. du Perron, Uitgeverij Fragment.


Beide heel verschillende boeken gaan ook over gewoontes van boekenlezers.
Ik dacht dat mijn aantekeningen, onderstrepingen en opmerkingen al ver
gaan voor iemand die graag boeken leest.
Maar het kan nog veel verder gaan.

Bonaventura Kruitwagen, een soort godfather van de boekwetenschappen,
had een heel systeem met kleuren, om op- en aanmerkingen over boeken
vast te leggen.
Eddy de Perron ging blijkbaar nog veel verder.
Die verbouwde boeken volledig door ze terug te brengen tot wat hij
belangrijk vond in het boek. Hij liet delen weg, voegde nieuwe
titelpagina en auteurfoto’s toe. Bracht stukken uit meerdere
boeken samen tot één uniek exemplaar dat hij vervolgens
weer liet inbinden.
Dan zijn mijn markeringen maar kinderspel.

Beide boeken zijn prima verzorgd.
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, vertelt hoe Kruitwagen
in het bombardement op Rotterdam in mei 1940 zijn 9000 (geleende)
boeken en aantekeningen over boeken verloor.
Kruitwagen bericht daar later in 1940 over in een uitgebreide brief
(encycliek, Kruitwagen was een katholiek priester en Minderbroeder)
die meerdere versies kende. Een facsimile van de brief in een
op naam gestelde envelop met de paraaf van Kruitwagen,
ontvang je bij dit heel interessante boek.
Dit is zéér belangrijk, heb ik zowat met open mond zitten lezen.
Prachtige anecdotes en illustraties over de ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’
van Du Perron komen voorbij.
Het is weer genieten.

Ik kan alleen afsluiten met mijn laatste aantekening in een boek.
Het is te vinden in J. Slauerhoff, Het verboden rijk,
dat ik vorige week kocht.
Het staat op pagina 21 en de markering betreft
een hele mooie passage waarin de fictieve hoofdpersoon,
een toekomstige Portugese zeevaarder, zijn beklag doet
aan de lezer over de gewoonte aan het hof voor dames
om zich bezig te houden met het maken van gedichten:

Wat is de poëzie voor een volk, dat wel wat anders te doen heeft dan het vechten met een weerbarstige maat, dat eeuwenlang op een smalle landstrook samengedrongen, met het geweld van Moren, Spanjaarden en zeeën heeft gevochten, welke taal door een vreemde speling der natuur trouwens al zangerig genoeg is! Zelfs de taal der bloemen wordt genoemd!

Dat de vrouwen, die niets hebben dan een weefwerk, dit afwisselen met het borduren op het stramien van taal, in navolging hun seksegenoten aan de talloze kleine Italiaanse hoven, is nog tot daar aan toe. Maar dat mannen ook aan deze ijdele bezigheid doen, terwijl er nog zoveel landen zijn te veroveren, te ontdekken, en de Moren nog vlak aan de overkant genesteld zijn, dat is erger.

Er zijn 2 dingen die ik heel mooi vond in deze passage.
De hoofdpersoon vind het dichten van de vrouwen aan het hof
eigenlijk maar niets. Maar in plaats van dat zo,
recht voor zijn raap, te zeggen, schrijft hij bovenstaande regels.

Slauerhoff was een liefhebber van de Portugese taal en
was in zijn tijd vooral bekend als dichter.

Daarom schrijft hij dat het Portugees eigenlijk geen poëzie
nodig heeft. Portugees is immers zangerig en
de taal der bloemen‘.
Dat laatste is een prachtige beeldspraak, want niemand noemt
het Portugees werkelijk zo — maar het klinkt
overtuigend en poëtisch.

De volgende beeldspraak is ook prachtig. Hij vergelijkt het
werk van dames van stand met dichten dat logisch in elkaars
verlengde ligt. Weven en borduren doe je met een stramien
als startpunt en leidraad.
Dichten omschrijft hij dan heel mooi als ‘het borduren op
het stramien van taal‘.

Meerdere lagen van betekenis is één citaat die perfect passen
in de verhaallijn en tegelijk de lezer iets zeggen over de
opvattingen van de schrijver zelf.

IMG_7520JSlauerhoffHetVerbodenRijkPagina21


Gelezen

IMG_3338ArjanPetersKomaanWeerEensEenVoorwoordjeGeschrevenProeveEnerInleidingTotGodfriedBomansStichtingDesiderata

Arjan Peters, Komaan weer eens een voorwoordje geschreven of Proeve ener inleiding tot Godfried Bomans (Stichting Desiderata).


Onlangs hield Arjan Peters een voordracht voor het Godfried Bomans Genootschap.
Die voordracht is door de Stichting Desiderata, samen met een aantal voorwoordjes
in een boek uitgebracht.
Het portret van Godfried Bomans is gedrukt naar een linosnede van Ivo van Leeuwen.

Als bijlage een afbeelding van Godfried Bomans op de voorkant van een voorwoord
dat Bomans schreef in 1954.
Bomans gaat de grote problemen van de wereld niet uit de weg en schrijft een
voorwoord over de vorm van de aarde (oliebol of pannekoek) zonder daarvoor
het betreffende boek gelezen te hebben en dan toch komt hij met een
ironisch, humoristisch standpunt.

‘Het is dit (oorspronkelijk) wellicht in die mate,
dat het eigenwijs kan worden genoemd. Daar houd ik van.’

Waarmee hij tegelijk iets zegt over het werk van de auteur K. Dijkstra
(Is de aarde rond?) en over zichzelf.

Het geheel heb ik gelezen met een glimlach op mijn gezicht en
af en toe met een schatterlach.

Lino was vooraankondiging

De lino van Godfried Bomans bleek vandaag een vooraankondiging te zijn.
Maar niet van één boek maar van drie:

IMG_3223ArjanPetersJanPaulVanSpaendonckJanPaulHinrichs

Stichting Desiderata / Arjan Peters, Komaan: weer eens een voorwoordje geschreven of Proeve ener inleiding tot Godfried Bomans. Drukkerij Wilco. Avalon Pers en Desiderata Pers zijn verantwoordelijk voor de bijlagen.

Statenhofpers / Jan-Paul van Spaendonck / Rückert, Liederen van de gestorven kinderen.

Uitgeverij Fragment / Jan-Paul Hinrichs, Bremmerianen, Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren. Drukwerk: Wilco.


Hoe vaak zou het voorkomen dat iemand een blogpost
schrijft waarin tweemaal de voornaam ‘Jan-Paul’ staat?

gek, slecht en gevaarlijk om te kennen

Vorige week was het tweehonderd jaar geleden dat Lord Byron stierf.
Voor mij niet perse een bijzonder moment want ik ken
nauwelijks iets van zijn werk.
Maar het was de aanleiding voor een boek van de Stichting Desiderata:

IMG_2170StichtingDesiderataRonaldDeLeeuwWatIkOoitOokBenGeweestNuBenIkKlassiekDeInvloedVanLordByronsDoodOpDeKunsten2024

Met veel plezier las ik het boek geschreven door Ronald de Leeuw, Wat ik ooit ook ben geweest, nu ben ik klassiek – De invloed van Lord Byrons dood op de kunsten, 2024.


Eerst maar even, wie is Lord Byron? Wikipedia weet dat:

George Gordon Byron (Londen, 22 januari 1788 – Mesolongi, 19 april 1824), beter bekend als Lord Byron, was een Engels romantisch dichter en schrijver. Byrons reputatie berust niet alleen op zijn geschriften, maar ook op zijn leven vol aristocratische excessen, enorme schulden en talrijke liefdesaffaires. Lady Caroline Lamb noemde hem “gek, slecht en gevaarlijk om te kennen”.

Zelf heb ik nooit iets van hem gelezen.
Wel zag ik een kostuumdrama van de BBC dat over zijn leven gaat.
Daar komen de elementen “gek, slecht en gevaarlijk om te kennen”
uitgebreid aan de orde.

Byron


Zoals altijd is het boek heel goed verzorgd.
Een mooie band, mooi schutblad. Veel foto’s die ondersteund
worden door de tekst (of andersom).
Ook deze keer weer een speciaal voor het boek gemaakte
ansichtkaart, die goed dienst doet als boekenlegger.

Om het boek met plezier te kunnen lezen hoef je geen kenner
van zijn werk te zijn. Het is voldoende om iets te weten
van zijn leven en activiteiten. Het boek gaat
vooral over hoe zijn dood indruk maakte bij tijdgenoten
en hoe dat zijn weg vond naar muziek en vooral de
schilderkunst. Bij dat laatste komen de uitgebreide
illustraties als geroepen.

Kortom het was weer een genot!

Couperus, hmm, klinkt niet als literatuur…

Vanochtend las ik twee boeken, beide uitgegeven door kleine
uitgevers, beide, toevallig met een paars(achtige) band en
beide gaan over het einde van boeken.

Van Antiquariaat Hinderickx & Winderickx zou je alleen al
iets kopen vanwege hun briefhoofd.

IMG_1595HinderickxEnWinderickxBriefhoofd

Twee grappige figuurtjes die met elkaars hoeden bezig zijn.


IMG_1596HinderickxEnWinderickxPeterBuwaldaStilistiekEnLakmuilen2023

Het boekje dat ik er kocht is van Peter Buwalda. Het is uit deze tekst dat de titel van mijn bericht komt: “die ze op zeker moment tegen een klant hoorde zeggen: ‘Couperus…, Couperus…, hmmmmmmm…, klinkt niet als literatuur…, loopt u maar even mee.’ Waarna die gozer zich op zijn hakken omdraaide en op de kookboeken en atlassen afliep.” Een citaat uit Peter Buwalda, Stilistiek en lakmuilen, 2023.


De tekst bestaat uit twee columns, een over de leesclub en
Marcellus Emants en een over dezelfde lezers maar dan van
Louis Couperus. De lakmuilen komen uit het laatste deel
waarin de taal van Couperus op de hak van de lakmuil wordt genomen.
Tegelijk gaat de tekst, zie citaat, over het verlies van
ons taalbewustzijn.

Dat staat ook centraal in een vertaling van Martin Huisenboom
van een geillustreerde tekst van Octave Uzanne en Albert Robida.
‘Het einde van het boek’, een uitgave van Stichting Desiderata.

IMG_1601StichtingDesiderataOctaveUzanneAlbertRobidaVertaaldMartinHuisenboomHetEindeVanHetBoekIMG_1599StichtingDesiderataOctaveUzanneAlbertRobidaVertaaldMartinHuisenboomHetEindeVanHetBoekNieuwjaarskaart

Het boek kwam met een Nieuwjaarskaart en een ansichtkaart met de afbeelding die ook op de band van het boekje staat.

IMG_1600StichtingDesiderataOctaveUzanneAlbertRobidaVertaaldMartinHuisenboomHetEindeVanHetBoekAnsichtkaart


De vertaling bevat dezelfde illustraties als het
originele Franse verhaal. Grappig zoals volgend voorbeeld.

IMG_1597StichtingDesiderataOctaveUzanneAlbertRobidaVertaaldMartinHuisenboomHetEindeVanHetBoekIpodOpDeAlpen

Een alpinist met iets van een iPod (al weer verouderd, we gebruiken intussen hiervoor de telefoon en Apple Music of Spotify.


De tekst is oorspronkelijk uit 1895 maar verrassend vooruitziend.
Gelukkig maken we nog steeds boeken en boeken zoals deze twee
zullen nog heel lang in de toekomst gemaakt blijven worden.

IMG_1602StichtingDesiderataOctaveUzanneAlbertRobidaVertaaldMartinHuisenboomHetEindeVanHetBoekColofon


Alles bij elkaar was het weer genieten.

Hoe voelt ‘zeepachtig’

Volgens mij is dat niet zo eenvoudig te beantwoorden.
Gaat het om een stuk zeep?
Is het stuk droog of is het vochtig?
Is het koud of is het warm?
Of is het vloeibare zeep, of poeder?

Afgelopen week las ik een kort stukje tekst waarin werd gezegd
dat iets ‘glad, fijn en zeepachtig’ aanvoelt.
Het was een van de ‘anekdotes’ in het boek ‘De pelle humana’.
Een uitgave van de Stichting Desiderata, van de hand van
Peter IJsenbrant en Ed Schilders.

IMG_0610StichtingDesiderataPeterIjsenbrantEdSchildersDePelleHumana

Stichting Desiderata, Peter IJsenbrant & Ed Schilders, De pelle humana (van menselijke huid). De pelle huana op schoot.


De tekst is als volgt:

De bibliotheek van Mácon bezit een exemplaar van het ‘Essai sur l’électricité des corps’ van de abbé Nollet (1746), die, volgens een oude, met de hand geschreven aantekening, in mensenhuid gebonden zou zijn. Deze huid is zeer glad, uitzonderlijk fijn, en voelt lichtelijk zeepachtig aan.

Intermédiaire des chercheurs (1910)

Het is een van de meer dan honderd fantastische (in meerdere
betekenissen van het woord) anekdotes in dit boek.
Mooi gemaakt, mooi schutblad, geillustreerd en erg amusant en
misschien af en toe een beetje luguber om te lezen.

IMG_0611StichtingDesiderataDePelleHumanaJamesBertrandAndreasVsalius1856

Bij het boek ontving ik deze kaart: een schilderij van James Bertrand met daarop Andreas Vesalius, 1856. Andreas Vesalius (Andries van Wesele) is een van de grondleggers van de anatomie. Hij schreef als eerste een boek waarin het hele menselijk ichaam aan de orde kwam: De humani corporis fabrica libri septem (Zeven boeken over de bouw van het menselijk lichaam). Overigens is het leer op de achtergrond rundleer.

De inleiding op het boek is geschreven door Anne Roukema die
als chirurg veel weet over de menselijke huid en ze heeft
een interessante connectie met Roelof Roukema!

IMG_0613StichtingDesiderataPeterIjsenbrantEdSchildersDePelleHumana

Voorbeelden van illustraties in Peter IJsenbrant & Ed Schilders, De pelle humana.


Zeepachtig?

Kerst

Als een volkomen verrassing ontving ik een
kerst- en nieuwjaarsgroet van de Stichting Desiderate.
Prachtig uitgevoerd met typisch Amerikaanse kerst illustraties.

ThomasNastMerryOldSantaClausHarpersWeeklyJan1-1881

Thomas Nast, Merry old Santa Claus. Harper’s Weekly, January 1 1881.


GeorgeTTobinCoverVanStNicholasIllustratedMagazineForBoysAndGirlsDecember1913

George T. Tobin. Cover of St. Nicholas. Illustrated magazine for boys and girls, December 1913.


JBGeyserTheNightBeforeChristmas

J.B. Geyser, The night before Christmas.


Recente titels

IMG_9242CharlesAsselineauGerritDeMorreéBobPolakWimWilminkGijsWortel

De afgelopen tijd heb ik een aantal boeken gekocht. Opvallende uitgaves, van bijzondere uitgeverijen of bij bijzondere gebeurtenissen. Tot nu toe kwam ik er maar niet aan toe om ze te presenteren op mijn blog. Vandaag doe ik dat dan maar met al die boeken tegelijk. Ook zonder dat ik ze gelezen heb want sommige hebben een kleine oplage en als je dan zo’n titel zou willen hebben, dan kun je er maar beter snel bij zijn.


Het gaat om de volgende boeken (op alfabet van boektitel):
Artis Forma
Een serie knip-, snij-, rits- en vouwmodellen van dieren
gemaakt door Gerrit de Morée hier in een herdruk door
onder andere Patrick Horward;
Cabaretliedjes
Een uitgave bezorgd door Vic van de Reijt van cabaretteksten
van Wim Wilmink, misschien bekender als Willem Wilmink.
Het is een uitgave van de Statenhofpers;
De hel van de bibliofiel
Een uitgave van Stichting Desiderata. Vertaling van Franse
verhalen voorzien van een uitgebreide toelichting. Een
van de drie Franse verhalen is geschreven door Charles Asselineau;
Heet van de naald
Een lang gedicht van Max de Jong verschijnt opnieuw
met duiding. Een uitgave van Uitgeverij Fragment en
de duiding is geschreven door Bob Polak.
Mooie boeken maak je samen
Een verslag van de carriere van meesterboekbinder Gijs Wortel.
Het boek is geschreven en samengesteld door Gijs Wortel zelf en
Alex de Vries.

De diermodellen heb ik al gerealiseerd gezien. De laatste keer
op de tentoonstelling in Het Gele Huis.
Daar zijn de volgende foto’s van.

IMG_9194GerritDeMoréeIMG_9195GerritDeMoréeIMG_9196GerritDeMorée


Petits vers

Vermoedelijk is dit mijn eerste blogbericht
met een Franse titel.
Zoek je de term ‘Petits vers’ op met Google translate
dan krijg je als vertaling: ‘kleine wormen’.
Maar in het boekje dat ik hier aan de lezer voorstel
is de vertaling: ‘boekwormpjes’.
Een mooie titel voor dit verhaal.

Op 20 november 1982 wordt er een diner aangericht
voor de straatboekhandelaars van Parijs die hun
oude en nieuwe boeken uitstalden op de linkeroever
van de Seine.
Het diner werd georganiseerd en betaald door de
executeur-testamentair voor de Franse letterkundige
Xavier Marmier: A. Choppin d’Arnouville.

Ik zou nooit op mijn blog over Xavier Marmier geschreven
hebben, als hij niet 1000 francs uit zijn vermogen beschikbaar
stelde voor een diner voor de arme handelaars en
als Ewoud Sanders er niet een leuk boek over geschreven had.

EugèneLouisVèderLeblancAEtTrautmannParijsCa1925QuaiDeMontebelloAquatintCollectieRijksmuseum

Op deze aquatint van Eugène Louis Vèder zien we de kramen van de straatboekhandelaars in het Parijs van rond 1925. De afdruk werd gemaakt door de firma Leblanc & Trautmann (er is geen Wikipedia pagina voor deze Franse firma). Te zien is de Quai de Montebello en het werk is afkomstig uit de Collectie Rijksmuseum. De afbeelding is te zien op de boekband van het boek en ontving ik ook als kaart.


EwoudSandersAlsDankVoorDeGelukkigsteMomentenInMijnBestaanStichtingDesiderata2021

Dit is het boek van Ewoud Sanders: ‘Als dank voor de gelukkigste momenten in mijn bestaan’. De titel is een uitspraak van Xavier Marmier (wel Wikipedia). Het boek is uitgegeven door Stichting Desiderata.


EwoudSandersAlsDankVoorDeGelukkigsteMomentenInMijnBestaanStichtingDesiderata2021HetMenuBanquetMarmier

Dit is dan waar het allemaal om draait: Banquet Marmier. Het diner. Het op pagina 39 opgenomen menu is niet misselijk. De dranken alleen al zijn de moeite waard. Sanders Ook licht de gerechten nog even toe en beschrijft in het boekje hoe het menu een hype werd in Parijs waar allerlei mensen aan mee wilde doen. Dat kan ik me goed voorstellen. Maar er nu over lezen is ook een genot. Zeer vriendelijk geprijsd boekwerk.


Tot u spreekt Dr. N.S. Vleugel

inds een tijdje volg ik de stichting Desiderata en geniet ik
van hun publicaties die ik dan ook meteen voorbij laat komen
op mijn blog.
Deze keer betreft het een studie, ‘een ruiker’ zoals de
schrijver Dr. Vleugel zelf aangeeft, van de neus in
moderne Nederlandstalige streekromans.
De uitgave heet toepasselijk: ‘Met de neus in de boeken’.

MetDeNeusInDeBoeken01

Deze keer is er voor gekozen een digitale uitgave op de markt te brengen die via de website van de stichting wordt gedistribueerd. Natuurlijk kies ik er voor dit werk mooi te laten drukken en dan zelf in te binden want ik geef, als het even kan, de voorkeur aan een zelf ingebonden boek.


MetDeNeusInDeBoeken02

Aan de kwaliteit van de uitgave hoeft ook deze keer niet te worden getwijfeld. Zoals volgend voorbeeld zal aantonen is er gespeurd naar de vele verschijningsvormen van de combinatie neus en boeken in een uitgebreide reeks van boeken. Voor meer gespecialiseerd onderzoek verwijs ik graag naar de index op zinsconstructies, auteurs, algemene trefwoorden, de motivatie van genoemd nasaal gedrag en de plaatsing in de tijd. Zonder meer een aanrader!


MetDeNeusInDeBoeken03

Een van de vele in het werk besproken boeken is dat van J.W. Ooms uit 1949: Dijkleger. De term ‘Dijkleger’ kende ik helemaal niet maar is toch erg actueel: een groep vrijwilligers die helpen bij de inspectie bij droogte en wateroverlast van de dijken.


Dijkleger, J.W. Ooms:

Op Wikipedia vond ik een samenvatting van het leven en
de werken van Johannes Willem Ooms.

Daarbij vond ik de titels van de vele werken heel goed
aansluiten bij wat ik hier zoals zag:
Enkele voorbeelden:
De Veghter
Daggelders
Water over Holland
Zwarte Tinus de verliezer
De val van de vesting
En nog veel meer.

Iedere boekbespreking bevat een uitgebreid citaat
met daarin de grammaticale constructie die aanleiding
was het boek in de studie op te nemen.
Samen met een uitgebreide set bibliografische gegevens.

Uiterst interessant leesvoer.
De komende tijd kan ik me hier verder in verdiepen en ik nodig
u als lezer uit hetzelfde te doen.

Ethiek van de boekensneuper

Al een keer eerder beschreef ik hier een boek dat op de
markt gebracht is door de Stichting Desiderata.
Desiderata is Latijn voor “dingen waarnaar verlangd wordt”.
Heel toepasselijk is dan een boekje over hoe ‘vrienden’
omgaan met hun belangen in een tijd van schaarste.
En als het om echt oude boeken gaat krijg je daar mee te maken.
Drie vrienden, Fred, Hans en Harry, reizen samen naar
Engeland om boekwinkels te bezoeken.
Wat zich daar dan afspeelt heeft niet altijd veel te maken
met ‘ethisch handelen’.

Ik heb het boekje nog niet uit maar heb al genoten.

HaywardHo!OfEthiekVanDeBoekensneuperHansHeesenHarryJansenStichtingDesiderata

Hayward Ho! of Ethiek van de boekensneuper door Hans Heesen en Harry Jansen. Uitgegeven door Stichting Desiderata.


De stichting gebruikt de volgende tekst om kopers te werven:

Hayward Ho! of Ethiek van de boekensneuper is het hilarische verslag van wat er in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw voorviel tijdens de boekentochten van een groepje boekenvrienden (sneupers) door het zuiden van Engeland.
Het ultieme reisdoel is Hay-on-Wye, in Wales, in die tijd het Mekka van de Britse antiquarische boekhandel.
Allemaal hebben ze hun desiderata.

Maar wat gebeurt er als twee verzamelaars een antiquariaat betreden en beiden dezelfde boeken zoeken?
In hoeverre stelt sneuper één zijn reisgezel op de hoogte als hij titels ontwaart die sneuper twee zoekt?
En wat, als je beiden dezelfde boeken zoekt?
Wie staat dan als eerste voor de juiste kast?
Of kun je de concurrent juist misleiden door boeken aan te prijzen die hij misschien niet eens wil hebben maar die hij dan toch koopt om te voorkomen dat jij ze koopt?
Kun je met een dergelijke strategie je concurrent financieel uitputten?

Zulke en andere tactieken ervoeren Heesen en Jansen aan den boekenlijve tijdens hun boekentochten.
Hayward Ho! schetst een onverwacht beeld van boekenvrienden die veranderen in boekenvijanden.

DE VOORGESCHIEDENIS

Hayward Ho! of Ethiek van de boekensneuper verscheen voor het eerst in gefotokopieerde vorm in 1998 ter gelegenheid van de jaarlijkse Utrechtse antiquaren-nieuwjaarsborrel, als voorpublicatie van een later dat jaar te publiceren werk. De oplage bedroeg ‘circa dertig exemplaren’. De schrijvers hebben, hetzij door onderling geruzie, hetzij omdat ze achteraf spijt hadden van hun voorpublicatie, zich beijverd de exemplaren van de voorpublicatie terug te bemachtigen om die te vernietigen. Desiderata heeft dat plan weten te verijdelen.

DE DESIDERATA-EDITIE

Genaaid gebrocheerd in een omslag met flappen.
48 pagina’s.
18×11 cm staand.
ISBN 9789082254563.
Volledig geïllustreerd in kleur.

De meeste illustraties zijn van de hand van Thomas Rowlandson uit diverse uitgaven van William Combe’s rijmvertellingen over de wederwaardigheden van Doctor Syntax.

Vormgeving: Sander Neijnens.

Die weet niets van boeken! Niets – helemaal niets,..

…behalve dan misschien iets over hun inhoud…
De Bibliomaan, pagina 66.

ElzevierometerStichtingDesiderataHorizontaal

Dit boek kon ik niet laten liggen.
Ondanks de stapel in de woonkamer, de stapel in de studeerkamer,
de stapel op het nachtkastje, dit boek lees ik eerst.

IMG_5037CharlesNodierDeBibliomaanMartinHulsenboomEdSchildersPeterIjsenbrantStichtingDesiderata

Charles Nodier, De Bibliomaan. Gemaakt door Martin Hulsenboom, Ed Schilders en Peter Ijsenbrant voor de Stichting Desiderata. Let op de twee leeslinten. Heel prettig lezen! De afbeelding op de stofomslag is detail uit een illustratie van Maurice Leloir en F. Noel.


Het boek draait om een vertaling van Martin Hulsenboom van
een komische tekst van Charles Nodier die eerst verscheen
als een van vele verhalen in een bundel (1831) en pas
in 1894 als zelfstandig boek.
De vertaling is aangevuld met een toelichting op personen en
gebeurtenissen in de tekst (Peter Ijsenbrant) en een
serie aantekeningen die dieper graven over wie wel eens model
hebben kunnen staan voor de personages in De bibliomaan.

Vooraf kende ik de tekst en schrijver niet maar het werd aangeprezen
door iemand waardoor ik dacht: dat moet ik eens lezen.
Ook de uitvoering van het boek zet je aan tot lezen.
Een Elzevierometer, twee leeslinten, mooi schutblad, een mooie
verzameling afbeeldingen en alle Franse teksten zijn vertaald.
Dat is wel zo prettig voor een lezer die het Frans niet machtig is.

IMG_5038CharlesNodierDeBibliomaanMartinHulsenboomEdSchildersPeterIjsenbrantStichtingDesiderataSchutblad

Hier kun je het schutblad met het logo van de Stichting Desiderata zien.


IMG_5039CharlesNodierDeBibliomaanMartinHulsenboomEdSchildersPeterIjsenbrantStichtingDesiderataDetailJeanHenriMarletAdrienVictorAugerLeBouquinisteEnJouissanceCollectieDimonEmmeringRijksmuseum

Hier zie je de bibliomaan in een spotprent, een gravure van Jean Henri Marlet naar ontwerp van Adrien Victor Auger met als titel ‘Le bouquiniste en jouissance’ (genietende boekenliefhebber) uit de Collectie Simon Emmering, Rijksmuseum, Amsterdam.


IMG_5040CharlesNodierDeBibliomaanMartinHulsenboomEdSchildersPeterIjsenbrantStichtingDesiderataFrontispiceNicolasEustacheMaurinMauriceLeloirFNoel

Frontispice: portret van Charles Nodier, getekend door Nicolas Eustache Maurin en als steendruk gegraveerd door François-Séraphin Delpech.


Het verhaal is grappig, de begeleidende teksten zijn goed geschreven.
Het is echt een plezier voor iedereen die van boeken houdt.
De teksten nemen je mee in de Franse boekenwereld.
Vanuit het boekbinden weet ik dat de Franse boekbinders een heel
belangrijke rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van het boek.
Dat komt ook terug in dit boek waar illustratoren, schrijvers,
boekbinders, uitgevers, drukkers en boekverkopers op gelijke voet
hun rol spelen.

Bij de zending met het boek, zat een leuke kaart die een kijkje geeft
op de sfeer van het boek. Als laatste afbeelding neem ik de
Elzevierometer nogmaals op, verticaal deze keer.

AnsichtkaartStichtingDesiderata
ElzevierometerStichtingDesiderataVertikaal

Elzevierometer, voor- en achterkant naast elkaar.