Gisteravond was het zo ver: de eerste voorstelling sinds
een heel lange tijd.
De plaats was opvallend: een van de tuinen in het
Kapucijnenklooster aan de Schorsmolenstraat in Breda.
Het voormalige klooster met zijn eigen kerk aan de Schorsmolenstraat. Het klooster heeft een heel grote tuin met een deel voor groenten maar bijvoorbeeld ook een Mariagrot. Maar in die tuin werd de voorstelling niet gegeven.
Het klooster heeft ook een tuin binnen de muren van het klooster en de kerk. Daar waren de graven van de kapucijnen die voor de verkoop van het klooster geruimd zijn. De stoffelijke resten zijn overgebracht naar de centrale begraafplaats voor de kapucijnen in Nederland. Nu is het een rustige tuin met begroeiing langs de wanden en een grasveld in het midden. Ideaal voor een solovoorstelling.
Stel je voor: moeilijke tijden, er gaat een ziekte de ronde die maar moeizaam onder controle lijkt te komen. Eigenlijk is onduidelijk hoe je tegen de ziekte kunt beschermen. Daar heb je in quarantaine een tot nu toe succesvol schrijver.
Die schrijver/zakenman heeft een probleem.
Hij heeft last van een writer’s block.
Dus zoekt de schrijver hulp bij de mensen in zijn omgeving,
bij ons zijn publiek.
De voorstelling kan beginnen. Oh ja, zijn naam is William Shakespeare en de ziekte is de pest.
De acteur is Wim Bouwens. Shakespeare probeert aan de hand van thema’s die hij eerder gebruikte te komen tot een nieuwe voorstelling. ‘Bewerking’ is het toverwoord. Dat is dé manier om tot een nieuw kassucces te komen. Zo rijgt Shakespeare gesprekken en in het Nederlands vertaalde citaten van ‘eerdere’ werken aan elkaar. Dat steeds in een wijzigende manier van voordragen. Daarbij is een deel waarbij als je je ogen zou sluiten je zou zweren dat je naar Kees van Kooten zit te luisteren. Maar precies op tijd houdt Wim Bouwens zich in.
De voorstelling zit er op. Wij hebben ons vermaakt en hopelijk hebben we Shakespeare de moed gegeven door te werken aan zijn nieuwe werk.
De kloosteromgang.
Onderweg naar huis maak ik nog wat foto’s. De zon staat al laag en is een beetje oranje van kleur. Ik kom niet vaak in de buurt van het Woonzorgcentrum St Elizabeth.
Een laatste blik op het klooster waar de rust snel zal terugkeren, vermoed ik.