De Tolbrug in Breda met De Trapjes.
Ik zei toch dat het een korte wandeling was.
Afgelopen zondag was het de laatste dag van het Jazz-festival
in Breda. Café en restaurant de Beyerd hebben en geschiedenis
met jazz, het jazzfestival en Han Hidalgo.
Het café heeft altijd een eigen programma tijdens het festival
met veel blues.
Het restaurant heeft ieder jaar een speciaal menu met
jazz-gerechten, bedacht, samengesteld en uitgevoerd onder
leiding van Han Hidalgo.
Han heeft een naam hoog te houden op het gebied van eten
en jazz. De website van ‘Bier cuisine’ is er het bewijs van.
Dus zondagavond ging ik bij De Beyerd eten en natuurlijk was
Han Hidalgo er ook. Hij had een soort van boekpresentatie
voor vrienden en kenissen. Ik zat er als een ‘gewone’ klant.
Han kwam even bij mijn tafel langs en bood me
een exemplaar van zijn boek aan:
Han Hidalgo, Memorabele Momenten – van A tot Z.
In ‘Memorabele Momenten’ rijgt Han plaatsen, mensen, eten,
drinken, gebeurtenissen en muziek tot één verhaal.
De rode draden zijn jazz en gerechten.
Het eten was zondagavond prima (cocktail, voor-, hoofd- en
nagerecht) en het was een plezier om het boek te mogen lezen.
Of het menu nog verkrijgbaar is weet ik niet maar ik vermoed
dat het boek te verkrijgen is via Birdy Publishing.
‘Keep swinging and cookin’
Tot en met 9 juni kan men in het Rijksmuseum zo’n
50 schilderijen van Frans Hals bewonderen.
Een geweldige ervaring.
Grijp die kans.
In februari ben ik zelf ook gaan kijken.
Geboren in Antwerpen en gevlucht naar de Noordelijke Nederlanden. Vanaf 1591 woonachtig in Haarlem. Frans Hals één van de grote drie van de Gouden Eeuw: Rembrandt, Vermeer en Hals.
Rijksmuseum, Amsterdam, Frans Hals, De vrolijke drinker, circa 1629, olieverf op doek. Dit bekende werk dient als voorbeeld voor de ‘losse toets’ van Frans Hals.
Detail met de sluiting van de riem.
Frans Hals, Portret van een man met een schedel, circa 1612, olieverf op paneel. Een vroeg schilderij, het mannelijk deel van een pendant. Let eens op zijn hemdsmouw.
De vrouwlijke helft van de pendant: Frans Hals, Portret van een vrouw, circa 1612, olieverf op paneel.
Nog een pendant.
Frans Hals, Portret van Lucas de Clercq, circa 1635, olieverf op doek.
Frans Hals, Portret van Feyntje van Steenkiste, 1635, olieverf op doek.
De ‘kostbare stof’ van Lucas de Clerq.
Op mijn vakantie in China ben ik met de hogesnelheidstrein
van Dunhuang naar Lanzhou gereisd.
Lanzhou is niet persé een toeristische bestemming maar ik ben
er twee nachten gebleven omdat de vervolg treinreis,
weer een lange zit zou zijn. Daarnaast wil ik niet alleen
toeristische hoogtepunten meemaken.
Hotelkunst.
Het hotel was prima. Op de kaartjes had ik bekeken dat ik naar
de Gele rivier zou kunnen wandelen. Daar zou ik ruim een uur over doen.
In de ochtend was het nog droog maar vanaf de middag ging het regenen
en dat zou zo blijven tot in Xi’an.
Ik liep in de richting van de rivier. Je kunt met een taxi gaan,
er is ook een metro. Maar in een taxi zie je minder en niet digitaal
betalen kan wel in China maar is minder makkelijk. Dus lopen.
Ik liep al een half uur toen ik iemand hoorde roepen. Eerst
reageerde ik niet omdat ik niet wist waar het vandaan kwam en voor wie
het bedoeld was. Bij aanhouden draaide ik me om en het bleek dat
een bewaker van een openbaar gebouw iets naar me riep. Hij wees
naar mijn rugzak. Ik kijken: de rits stond open.
Ik sloot mijn rugzak, bedankte de man en liep verder.
Aangekomen bij een groot plein ging ik op zoek naar het kaartje
dat in mijn rugzak moest zitten. Maar het was er niet.
Een ‘verkeerde’ straat nemen betekent niet meteen verdwalen maar
wel dat je misschien ‘verkeerd’ loopt.
Ik besloot terug te lopen naar mijn hotel want het kaartje had
ik die ochtend nog bekeken en misschien was ik het vergeten.
Dus een uur na mijn vertrek was ik terug in mijn hotel en het kaartje
lag op bed. Ik was die ochtend vertrokken zonder mijn rugzak
te controleren. Wijze les.
Op de eerste verdieping van het hotel zijn commerciele ruimtes en
ook een koffietent voor de gasten en mensen die in het hotel
voor zaken zijn (er werden ook ruimtes verhuurd voor conferenties ed).
Dus ik gunde me koffie.
Het zal rond 11 uur zijn geweest toen ik de wandeling opnieuw
begon en rond half een was ik bij de Yellow River.
Aan de Gele Rivier (die niet meer geel is) liggen boten met restaurants of voor riviercruises (of beide).
Zoals heel veel dingen in China is de boulevard heel ruim opgezet.
De metalen brug is de Zhongshan Bridge. Aan de andere oever, boven op de heuvel zie je een klein puntje uitsteken. Dat is de White Pagode. Het doel van mijn wandeling.
Het plenst inmiddels. Deze dames, een klein deel van een grote groep, repeteren voor een show en willen zo droog mogelijk blijven.
Schuin tegenover de brug en de boulevard ligt een tempel. Daar ga ik eerst maar eens kijken. Het is de White Pagode Temple of de Baiyun Taoist Temple. Meerdere gebouwen staan op een relatief kleine oppervlakte dus één gebouw op de foto zetten beteket vaak dat je meer ziet dan voor de foto ideaal zou zijn.
Eerlijk gezegd ben ik niet zo thuis in de verschillende religies: zeker Taoïsme en Confusianisme blijven een moeilijke beeldtaal voor mij. Wat is het dat ik zie? Maar dat neemt niet weg dat je het wel interessant en (soms) mooi kunt vinden. Wat de achterliggende filosofie dan is blijft nog veel meer een raadsel.
Deze tempel is een soort van herbouw. De originele tempel, die volgens mij op een andere plaats stond, is tijdens de Culturele Revolutie met de grond gelijk gemaakt. Later is deze tempel gebouwd en hij wordt goed bezocht.
Een samenvatting van de geschiedenis van de White Pagode Temple of Baiyun Taoist Temple. De Hall of the numinous (Merriam Webster: supernatural, mysterious, filled with a sense of the presence of divinity, holy, appealing to the higher emotions or to the aesthetic sense, spiritual) officials. “The temple has been distroyed during the Chinese Great Revolution of Culture, including the Hall of the Numinous Officials. All the activities of religion was banned at that time. The paining history passed and later the Hall of the Numinous Officials was rebuilt in 2011 year by the temple supervisor, named Chen Li-fu, and other Reverend Daoist.”
De ingang.
De tempel verscholen tussen de bomen.
In het volgende bericht gaat we wandeling verder.
Dit wordt dan mijn laatste bericht over mijn vakantie naar Florence.
Op de voorlaatste dag was het Museo dell’Opera del Duomo de
laatste activiteit. En wat voor een!
Florence, Museo dell’Opera del Duomo, French workshop, reliquary of the arm of Saint Justus, 1290 – 1295.
Andrea Pisano and assistant, Jonitus, The beginning of astronomy, 1343 – 1348, from the south side.
Donatello, Thoughtful prophet, 1418 – 1420, from the east side.
Luca della Robbia, Plato and Aristotle dialectics, 1437 – 1439, from the north side.
Donatello, Beardles prophet, 1416 – 1418, from the east side.
Het aantal voorwerpen is indrukwekkend.
Baccio d’Agnolo, lion head, 1513 – 1515, from the cornice of the drum of the dome.
Andrea di Lazzaro Cavalcanti called Buggiano, funerary mask of Filippo Brunelleschi (Brunelleschi was de architect van de koepel van de dom), 1446.
Je kunt goed zien dat dit museum rond de voorwerpen is gebouwd.
Als bezoeker van het museum heb je ook toegang tot een soort
van dakterras met uitzicht op de koepel van de dom.
Natuurlijk een paar foto’s.
Er stonden twee enorme beelden. Het zijn replica van beelden die nu buiten op de kerk staat. De maker van beide beelden is dezelfde persoon en ik viel voor de boeken. Pietro Francavilla, Statue of Saint Podius, Bishop, 1589, for the temporary facade of the Cathedral, Made for the marriage of Ferdinand I and Christine of Lorraine.
Pietro Francavilla, replica, Statue of Saint Zanobi, Bishop, 1589.
Giotto di Bondone, The Madonna of San Giorgio alla Costa, 1288 – 1295, tempera and gold leaf on panel.
Gemaakt in Toscane, een koormantel of kazuifel, in het Engels chasuble. 18e eeuw.
Vermoedelijk zijn dit twee panelen van een deur. Bij de eerste lijkt de klopper te ontbreken. Maar eerlijk gezegd weet ik niet meer waar ik deze foto’s maakte, in het museum of onderweg naar het hotel…..
Natuurlijk is het leuk met Koningsdag in Breda.
Het probleem is de onafgebroken reeks eveneenten / festivals
in een binnenstad die daar niet op is gebouwd.
De stank-, geluidsoverlast, het vuil, de luchtvervuiling,
die kan ik niet laten zien.
Wel iets van de voorbereiding die volgens de gemeente geen
overlast vormt. Oordeel zelf.
Kasteelplein voor Koningsdag.
Kasteelplein, na Koningsdag, voor Hemelvaart.
De Haven zal wekenlang volgebouwd zijn.
Het kleinste café aan de Haven geeft de meeste geluidsoverlast van de hele stad. Hier alleen nog maar straat vervuiling.
Deze wervingsposter voor personeel verraadt het beleid van de horeca: haal er het meest maximale uit zonder verantwoordelijkheid voor de troep en ben alleen open voor klanten als het jou uitkomt.
Kasteelplein voor Hemelvaart.
Parkeerplaats Grote Markt. Jev kunt vergelijkbare scene’s aantreffen in Veemarktstraat, Ridderstraat, Halstraat, St Janstraat, Havermarkt, Torenstraat enz. Dit was woensdagmorgen.
Veel plezier dit weekend.
Chassé Theater, Nederlandse Reisopera, Phion, Christoph Willibald Gluck, Orphee et Eurydice.
Iedere keer weer een stapje verder.
Ik ben geen kenner van opera’s maar ga wel graag kijken en luisteren.
Deze week was het dus tijd voor de Franse (?) versie van de opera
Orphee et Eurydice van Gluck.
Een verhaal over rouw, verdriet en liefde.
Als ik het goed begrijp is Gluck een soort van voorganger / voorbereider
van Mozart. Zijn missie was vooral het ontdoen van de opera’s van
overtollige en gezochte uitstapjes in de verhaallijn.
Voor een toeschouwer in 2024 is dat allemaal relatief.
Ook de muziek zou ontdaan zijn van overbodige versieringen.
Het is wel grappig te lezen dat een componist van naam zijn
opera aanpaste aan lokale eisen en wensen: een ballet erbij of
verlengen, voor de Franse markt, was geen punt.
Een korte opera oprekken tot een avondvullend programma blijkbaar
ook niet.
In Breda werd de show voor mij gestolen door het decor.
Met schijnbaar eenvoudige middelen wordt steeds opnieuw
een andere sfeer opgeroepen. Helaas mag je geen foto’s maken.
Genoten van muziek, dans en zang.
Deze week is het Jazz Festival in Breda. Ooit begonnen als een interessant muziekfestival is het nu een soort van overdreven braderie. De horeca neemt iedere vierkante centimeter van de binnenstad in beslag om bier te verkopen onder het genot van house-dreunen. Hier en daar is nog een enkeling met jazz in de weer. Dus de bootjes zijn van stal gehaald.
Het eerste deel van de kademuur links is gestort. Breda, Verlengde Mark ter hoogte van de Markendaalseweg.
Stadserf.
Vandaag een korter bericht.
Maar wel een met een paar hoogtepunten van het museum (al moet
ik zeggen dat men aan hoogtepunten er geen gebrek heeft).
Florence, Museo dell’Opera del Duomo, Donatello, Santa Maria Maddalena penitente of Saint Mary Magdalene as penitent, mid 15th century. Een heel indringend werk.
Giovanni del Biondo, Saint Catherine of Alexandria (het wiel zie je links) with scenes of her life and portraits of the donors in prayer, late 14th – early 15th century.
Samengevat: Michelangelo maakte in zijn leven 3 piéta’s. Een is het bekendst: de Piéta in de St Pieter in Vaticaanstad. Een is er in Florence en een derde bevind zich in Milaan. Van de eerste en de laatste waren afgietsels gemaakt die, samen met het derde, originele, werk getoond werden.
Michelangelo, The Deposition or Bandini Piéta or The lamentation over the dead Christ, 1547 – 1555. The Florentine Piéta.
Replica. Michelangelo, Piéta or Madonna della Piéta, 1498 – 1499, St Peter’s Basilica, Vatican City, cast.
Replica. Michelangelo, Rondanini Piéta, 1551 – 1564, Milan, cast.
Ook deze week een korte wandelserie.
Breda, Verlengde Mark of Nieuwe Mark, Markendaalseweg.
Soms ontdek je aan een gevel die je al honderden keren hebt gezien toch weer iets nieuws. Dit is een voorbeeld. Het ‘nieuwe’ zie je op het detail van deze foto:
Een metalen versiering in een soort van dummy-raam. Deze foto is van de eerste verdieping van deze gevel, hoek Tolbrugstraat – Nieuwe Weg.
Op de begane grond, er recht onder, komt dezelfde vorm terug maar zonder de metalen versiering. Het kan natuurlijk dat er wel een versiering is geweest maar dat die door de jaren is verdwenen. De gevel is niet meer in zo’n beste staat.
De lange afstanden in China leg ik af met de trein,
de hogesnelheidstrein.
Vanuit Dunhuang ga ik naar Lanzhou, een heel andere stad.
Dunhuang is rustig, weinig verkeer, relaxed.
In Dunhuang wonen zo’n 200.000 mensen.
Lanzhou is een stad met 4 miljoen inwoners (2020).
Dat was even iets anders.
Toen ik de reis plande was het idee dat er een transfer nodig
was vanaf het hotel in Dunhuang naar een station voor de
hogesnelheidstrein 180 kilometer verderop.
Maar tijdens de coronaperiode was er wel het een en ander
veranderd. Na een taxirit van 20 minuten stopte de taxi
voor een groot gebouw. Dat bleek het station te zijn.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat de trein waar ik in stapte
dat wel de hogesnelheidstrein was maar dat de rails daar
nog niet helemaal was aangepast. Dus het eerste deel van de
reis ging ‘langzaam’.
De eerste indrukken van China laten zich samenvatten als: groot, weids.
Overal sporen van menselijke activiteiten.
Hier ongeveer wisselden we van spoor en ging de snelheid fors omhoog.
De trein stopt slechts op een paar plaatsen zoals hier: Zhangyexi Railway Station (Zhangye West Railway Station).
Er komen mooie landschappen voorbij. Met besneeude bergtoppen in de verte op sommige delen van het traject.
Xining Railway Station.
Minhenan Railway Station. ‘Bijna’ in Lanzhou.
Lanzhou vanuit de taxi. Dat is een heel andere drukte dan die ik de dagen ervoor gewend was.
Het zicht vanuit de hotelkamer.
Een voetgangerscirkel of voetgangersviaduct.
Tijd on te eten en rusten.
Dit museum herbergt veel van de originele beelden die eerder
de Dom van Florence sierden.
Die Dom van Florence heet officieel ‘Santa Maria del Fiore’.
Maar voor het museum mag je dat breder opvatten: dom, baptisterium en
niet alleen beelden maar ook deuren, reliefs enz.
Florence, Museo dell’Opera del Duomo, Donatello, Rilievo con Cristo vir dolorum of Relief with Christ – Man of Sorrows, 1404 – 1409.
Dit is een reconstructie van de eerste gevel van de domkerk. Deze gevelreconstructie gebruikt men om de originele beelden te tonen op een plaats waarvoor de beelden bedoeld waren. Het is kollosaal (in meerdere betekenissen van het woord).
Het museum toont ook de originele deuren van het Baptisterium. Buiten zie je erg mooie replica maar in het museum (waar het veel minder druk was) kun je de originele bronzen deuren van Lorenzo Ghiberti zien (1403 – 1424).
‘Maria boodschap’ of de ‘Annunciatie’,
Driekoningen.
Mozes ontvangt de stenen tafelen.
Lorenzo Ghiberti, Doors of the Baptistery, 1403 – 1424.
Deze deur vormt wel een mooie overgang. Al in de tijd van de eerste gevel van de Santa Maria del Fiore stonden er op het plein twee Romeinse sarcofagen. Die staan nu ook in het museum. Dit is: Sarcophagus with wife and husband at the gate of Hades, guarded by Mercury, 2nd century AD, Roman.
Donatello, Saint John the evangelist, 1409 – 1415.
Arnolfo di Cambio, Mary in majesty (Madonna with glass eyes), 1300 – 1305 en het tweede voorwerp op de foto is gemaakt door de Workshop of Arnolfo, backrest of Mary’s throne, 1295 – 1305.
Piero di Giovanni Tedesco, Angelo con organo portativo, 1387.
De tweede sarcofaag: Nuptial sarcophagus (Dextrarum Junctio is de Latijnse term voor de manier waarop de man en vrouw zijn afgebeeld. In het Engels: Giving, Joining of right hands) with Castor and Pollux, 2nd century AD, Roman.
Er volgt nog meer…..
Twee avonturen in het bericht van vandaag.
Misschien vind je het eerste avontuur wel erg klein, maar….
De hotelkamer die ik had in Dunhuang Hotel was heel ruim voor
een kamer voor één persoon. Er was een soort van huiskamer
met daarin een reservebed, een grote slaapkamer en nog
een ruime badkamer/toilet.
In de huiskamers stond onder andere een eettafel met vier
stoelen en een bankstel. Natuurlijk met een groot tv-scherm.
De tweede avond zag ik een vreemd blauw schijnsel in de kamer.
Het projecteerde zich ook tegen het plafond.
Dat ik door had dat het van de tafel kwam, dat duurde even.
Het was een beetje verborgen door een plant die midden op
tafel stond. Voor de foto heb ik die even opzij gezet.
Bij een betere inspectie bleek dat onder het gehaakte (?)
tafelkleed een soort van verlichting te zitten.
Het leek mij zoiets als een mechanisme om dobbelstenen
te laten rollen zonder dat je de stenen met de hand moet
aanraken. Maar misschien ben ik nauwkeurige in de gaten gehouden.
Ik denk dat het een soort van speeltafel was.
Na een dag met de taxi van grenspost naar grenspost wilde
ik die avond eten in een restaurant.
In het Memory Box Café had ik al eens gegeten en een of twee
keer thee gedronken. Dit is een typisch Lonely Planet-tent.
Een gelegenheid waar (soms) wel Engelssprekend personeel is
en waar een meer ‘internationale’ sfeer is. De inrichting
zou niet misstaan in het westen, er is koffie (ook cappuccino)
en er zijn gerechten die westers lijken.
In een dergelijk café zie je vaak andere westerse toeristen
en lokale mensen die de sfeer prettig vinden.
Maar bij het Memory Box Café was ik steeds de enige westerling.
Maar de temperatuur was goed, er was geen terras bij hen en bij
het restaurant er naast wel.
Dus ik gaf aan iets te willen eten bij die buren. Het personeel sprak
geen Engels maar dat remde de serveerster niet om mij uit
te leggen dat men koelkasten had staan waarin op satehstokjes
geprikt vis, vlees en groente gereed lag voor de grill.
Het idee is dat je een aantal van die stokjes kiest, je kon
ze zelf uit de koelkast halen en in een schaal leggen, waarna
het restaurant voor de bereiding ging zorgen.
Omdat ik ook eens noodles wilde eten heb ik van een kaart met
foto’s ook nog een gerecht gekozen.
Eerlijk gezegd herken ik niet alles, gaandeweg mijn reis zal dat steeds beter gaan. Maar dat maakt ook niet zo veel uit. Ik lust meestal de meeste dingen. Dus waarom niet in China. Dit was vooral vis.
Respectievelijk vlees en groete.
Eenmaal bereid, gemarineerd, kwam het dan zo op tafel. Dit was heerlijk.
Het was mij vooral om de noodles te doen. Eerlijk gezegd lukte het me niet om dit met stokjes te eten. Er is best veel kracht in je hand nodig en er komt techniek kijken bij het ‘oprollen’ van de noodles om de stokjes. Ik heb het geprobeerd maar heb toen toch om een vork gevraagd. Het duurde even voor men begreep wat ik wilde, de persoon die me hielp dacht dat ze geen vork hadden, maar dat het Memory Box Café er wel zou hebben. Een tweede persoon kwam er toen tussen want ergens had men toch een vork. De noodles smaakte prima. Maar niet alles ging op.
Bij het eten dronk ik thee. Dat kun je in China natuurlijk overal en altijd krijgen. Terwijl ik zat te eten legde de serveerster deze knoflook nog even op de glazen tafel. Waarschijnlijk voor het geval dat ik vond dat er te weinig in het eten zat (?). Ik heb er goed gegeten, de mensen waren heel vriendelijk, zowel het personeel als de andere gasten. Kortom een super avond.