Denken over oorlog en vrede: wel/geen naaibank

In een paar berichten probeer ik te doorgronden hoe ik het
boek ‘Denken over oorlog en vrede’ het best kan gaan inbinden.
Daarbij lees ik het artikel van Karin Cox in het magazine
van de Stichting Handboekbinden over de spitselband.
Daarnaast lees ik de beschrijving van deze band in het boek
van Peter Goddijn ‘Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden’.

Eén zin in het artikel van Karin Cox sprong mij in het oog:

‘Het boekblok wordt zonder naaibank met een rondslag op de perkamenten bindingen genaaid met bij het eerste en laatste (schutblad)katern een extra naaisteekje door de binding heen’.

Een lange zin met erg veel informatie.
Eerst viel me de opmerking over het naaibankje niet op.
Mijn oog viel vooral op ‘rondslag’, ‘perkament’ en
‘extra naaisteekje door de binding heen’.

Rondslag (en de varianten er op) staan gelukkig correct beschreven
als een naaisteek in ‘Kneep en binding’, pagina 38 en verder.
Daar is sprake van ‘enkele rondslag’, ‘dubbele rondslag’ en
bijvoorbeeld ‘spaarslag’.
Dit boek is als lid van Stichting Handboekbinden te raadplegen op hun website.

KneepEnBindingRondslagPagina38

Kneep en binding, pagina 38. Hier zie je het begin van de toelichting van het begrip ‘Rondslag’. De afbeelding legt goed uit wat er met rondslag bedoeld wordt, denk ik.


Als ik een bandzetter ga maken dan is het naaien van de katernen
eigenlijk het stevig aan elkaar rijgen met naaigaren,
van de verschillende bladen papier en de katernen aan elkaar.
Bij de rondslag verbind je de bladen papier en katernene ook
nog eens aan stroken perkament door de draad rond de strook
perkament te slaan. Zie afbeelding hierboven.

Perkament, voor alle duidelijkheid, volgens Co-Pilot maak je het zo:

Perkament maken begint met het schoonmaken van een dierlijke huid, gevolgd door ontharen, weken in kalkwater, schrapen, strekken, drogen op een raamwerk en polijsten tot een glad oppervlak. Handmatig vakmanschap!

Dus perkament is een dierenhuid, een soort van broertje van leer.

Extra naaisteekje.
Bij het artikel van Karin Cox staat een foto waarop goed te zien is
wat dat extra naaisteekje betekent.
In het midden van de perkamenten strook waarop de katernen genaaid zijn
zie je het extra gat. Bij het eerste en laatste katern zie je midden
van de strook nog een gat waar daar de draad door gaat.
Er staat in het artikel ook een schema waarop te zien is hoe
een rondslag wordt gemaakt en hoe een rondslag met een extra naaisteekje werkt.

MagazineStichtingHandboekbindenExtraNaaisteekjeFoto

Een van de mooie foto’s bij het artikel in het magazine van Stichting Handboekbinden. De foto’s in het artikel (en dus ook deze) zijn van Marijke Bell-van Eerd.

Dus het extra naaisteekje is nog een extra element bij het
aan elkaar verbinden van bladen papier, de katernen en de stroken perkament.
Je maakt hierbij, speciaal voor dit exemplaar van het boek,
als het ware een stramien tegen/met de rug.
Dat stramien gaat stevigheid geven aan het boekblok en
gaat helpen om het boekblok aan de boekband vast te maken.

Maar het leukste vond ik de opmerking ‘Het boekblok wordt zonder naaibank’.
Zonder naaibank, waarom?
Het boek van Peter Goddijn geeft daar een antwoord op,
misschien niet ‘het’ antwoord, maar wel een hele nieuwe blik
op boekbinden voor mij.
Op pagina 155 van het boek ‘Westerse boekbindtechnieken….’ staat:

‘Het boek wordt genaaid volgens een methode zoals deze vanaf de 17e tot de 19e eeuw werd toegepast. Er werd niet met een naaibank gewerkt.’

Die manier beschrijft vervolgens Godd\dijn en, in mijn woorden,
is een methode waarbij je als boekbinder een soort van naaibank zelf maakt.
Een plank met gaatjes (4 gaten voor het model dat Peter Goddijn beschrijft,
op juiste afstand). In die gaatjes plaats je 4 stukken ijzerdraad
(een lange spijker kan ook).
Tegen die stevige ijzerdraad plaats je later de katernen met hun rug
om de katernen te naaien.
De eenvoudige naaiplank schetst Peter Goddijn in zijn boek.
Dat ziet er dan als volgt uit:

IMG_6813PeterGoddijnWesterseBoekbindtechniekenPagina155

Peter Goddijn, Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden, pagina 155. Op de tekening lijkt hij lange spijkers te rekenen, daartegen de stroken perkament waar het laatste katern op ligt. Bij het binden van een boek begin je bij het laatste katern en werk je vervolgens naar het eerste katern toe.


Maar waarom?
Op pagina 168 geeft Peter Goddijn de reden:

‘De katernen werden niet met behulp van een naaibank genaaid. Het opspannen nam teveel tijd in beslag en was daarom te duur voor deze goedkope bindmethode ‘.

Goedkoop, een heel Hollandse reden dus.

Eerlijk gezegd denk ik dat ik toch mijn naaibankje ga gebruiken.
De methode die Peter Goddijn beschrijft is sympathiek maar
ik vrees dat dit avontuur voor mij al ingewikkeld genoeg is.
Maar ik ben nog niet begonnen, dus wie weet….

Ook bij deze tekst heeft Co-Pilot geholpen.
Als ik een tekst helemaal over neem van Co-Pilot (zoals bij het
maken van perkament) dan staat dat er bij. Ik gebruik Co-Pilot
vooral om de structuur van het bericht te verbeteren.

Denken over oorlog en vrede

Om te beginnen heb ik mijn versie van het boek in losse katernen
onder de boekenpers gelegd. Niet in de boekenpers, maar eronder.
Het boek is groot, de bruto maten (de katernen zijn nog niet
op maat gesneden, dat doe je pas later) zijn ongeveer 30 hoog en
21 breed. Dat past wel in de pers maar de katernen lijken al
behoorlijk geperst en de gietijzeren pers geeft uit zich zelf
al heel wat druk.

Het zijn 19 katernen: 18 daarvan zijn bedrukt, één katern is
onbedrukt en bestaat uit 4 dubbelbladen.
Dat is later nog van belang.

Het eerste wat ik doe is de teksten lezen. Ik begin met de
tekst van Karin Cox.

Die tekst is bedoeld om een boekmodel te maken (een boek met
onbedrukte, lege pagina’s om te oefenen). Daar heb ik niet voldoende
perkament voor. Maar ik gebruik haar beschrijving en die van
Peter Goddijn om er voor te zorgen dat ik de aanpak begrijp.

Mevr. Cox vertrekt van vellen papier die ongeveer dezelfde maten
hebben als het boek wat ik wil maken:
13 + 2 katernen van Bruto 18 bij 12,5 centimeter (netto 17 bij 12)
De 2 katernen die ik apart vermeld zijn schutbladen.

Dus is ga een boek maken met 18 + 2 katernen van 25 bij 17.
De 2 katernen zijn schutbladen. Die maak ik door het 19e katern
van 4 dubbelbladen om te zetten naar 2 katernen met elks 2 dubbelbladen.

Dat klinkt misschien ingewikkeld maar is eenvoudig.
Het 19e katern ziet er zo uit:

IMG_6792DenkenOverOorlogEnVredeSchutbladkatern

Dit is het schutbladkatern zoals ik het kocht als onderdeel van het boek in losse katernen bij Stichting Handboekbinden.

IMG_6793DenkenOverOorlogEnVredeKatern1BladBrederDanHetAnder

Zoals alle dubbelgevouwen katernen is één kant breder dan de ander. Het onderste deel steekt dan ook bijna een centimeter uit.

IMG_6794DenkenOverOorlogEnVrede!Katern4Dunnelbladen

Als ik het katern helemaal openvouw dan zie je 4 delen, met elk in het midden een sterke top- of dalvouw. In jargon 4 dubbelbladen. Voor het schutbladkatern zijn slechts 2 dubbelbladen nodig. Daarom kan je hier eenvoudig 2 katernen van maken.

IMG_6795DenkenOverOorlogEnVredeEenKantGeperforeerd

Eén vouw is ‘geperforeerd’.

Met de hand kon ik van 1 katern er eenvoudig 2 maken.

IMG_6796DenkenOverOorlogEnVrede2Katernen

De twee katernen. Boven opgevouwen en onder opengevouwen.


Het uitgangspunt van mijn boek is, op aantal katernen en afmeting na,
verder hetzelfde als in het artikel.

UitgangspuntKaternen01

Twintig katernen, liggend op elkaar met de rug naar je toe. Het onderste en bovenste katern zijn onbedrukte, schutbladkaternen.


Mevr. Cox spreekt van drie bindingen, drie sets van stroken perkament:
– drie lange stroken (1 cm breed, 20 cm langer dan dikte boekblok)
– drie achtersteeksels (term van De Bray) (1 cm breed ongeveer 4,5 cm lang)

Het idee is dat de katernen samen met de stroken perkament genaaid worden.

Daarvoor verdeel je de rug van het boekblok in vier gelijke delen.

UitgangspuntKaternen02 VerdeelIn4

Als ik ga naaien dan komen daar, op de blauwe lijn, de stroken perkament.

UitgangspuntKaternen03 Perkament

De gaten om te kunnen naaien bevinden zich ongeveer op de plaats
van de rode stippen. Let op de schutbladkaternen hebben extra gaten (groen):

UitgangspuntKaternen04 Prikgaten

In een volgend bericht eens gaan zien hoe Peter Goddijn
dit eerste deel van het artikel aanpakt.

Denken over oorlog en vrede

Terwijl ik even moet wachten op het vastnaaien van de verschillende
losse elementen op de theedoek begin ik aan een nieuw boek.
De theedoek gaat dienen als boekbandbekleding voor het Boekenweekgeschenk
van 2025: De Krater van Gerwin van der Werf.
Het nieuwe boek is ‘Denken over oorlog en vrede’.

IMG_6789DenkenOverOorlogEnVredePerkamentEnBoek

Perkament en boek.


Bij het binden van dit bijzondere boek sta ik voor een aantal uitdagingen:
– het is het grootste boek dat ik ingebonden heb
(zeg maar 17 cm breed en 25 cm hoog)
– het wordt een oude Nederlandse binding: de spitselband
– het wordt een perkamenten band
– ik ga de beschrijving daarvoor volgen van Karin Cox
(magazine van Stichting Handboekbinden, nummer 3 van 2024
en nummer 1 van 2025) en de beschrijving van Peter Goddijn,
pagina 154 – 161 van het boek: ‘Westerse boekbindtechnieken
van de Middeleeuwen tot heden’)
– heel praktisch: ik vermoed dat het dikke boek niet in 1 keer
in mijn snijmachine past
– ik heb nog 2 resten perkament gevonden in mijn voorraad en
hoop het boek daarmee te kunnen maken
– mijn ervaring met het boek van Peter Goddijn (en met andere
boeken over boekbinden) is, dat ik de tekst wel een aantal keren
moet lezen om hem te begrijpen.
De schrijvers weten vaak zo goed hoe de betreffende binding
gemaakt moet worden, dat ze vergeten hoe het voor een beginner is.

‘Denken over oorlog en vrede’ is een uitgave in losse katernen
van de Stichting Handboekbinden.

De aankondiging van het boek stond in het magazine van de Stichting,
nummer 3 van 2024.
Mijn exemplaar zal te laat gereed zijn voor de tentoonstelling
in het Slot Loevestein, later dit jaar.
Op die tentoonstelling zullen exemplaren van collega binders te zien zijn.
De aanleiding van de tentoonstelling en de uitgave van het boek
is het feit dat het in 2025 400 jaar geleden is dat het boek
‘Iure belli ac pacis’ van Hugo de Groot verscheen.

Wikipedia:

De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) is een boek van Hugo de Groot uit 1625. In dit boek wordt beschreven wanneer een staat of soeverein vorst het recht heeft om een andere staat of soeverein vorst aan te vallen, en op welke manier dat dient te gebeuren. Het is oorspronkelijk in het Latijn geschreven, zoals in die tijd gebruikelijk was.

De serie:

Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland is een twintigdelige boekenserie, tussen 1986 en 1993 verschenen bij uitgeverij Ambo. De serie stond onder redactie van Michael Petry en Jan Sperna Weiland, beiden hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en vanaf 1990 ook van de latere bijzonder hoogleraar aldaar Henri Krop.

Elk deel van de serie is gewijd aan een voor een bepaalde periode en stroming belangrijke Nederlandse wijsgeer, van wie een tekst of een bloemlezing uit zijn werk werd opgenomen. De delen zijn telkens verzorgd door een ter zake kundige, die het werk heeft ingeleid en van commentaar voorzien.

De uitgave van de Stichting Handboekbinden betreft deel 8
van de serie Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland.
Dit boek uit 1991 is verzorgd door en voorzien van een inleiding en
annotatie door A.C. Eyffinger en B.P. Vermeulen.

Ard van der Steur (advocaat en onder andere voormalig minister van Justitie)
gaf aan boekbanden voor zich te zien ‘met prikkeldraad, of brandvlekken, of
kogelgaten’ en daar kan ik me wel wat bij voorstellen.
Maar ik kies de ‘eenvoudige’ spitselband omdat die band ontwikkeld is
in de tijd waarin de tekst geschreven werd en een soort van
Nederlandse achtergrond heeft.

Een heel verhaal, maar dat geeft het boek een beetje een plaats
in de Nederlandse geschiedenis.

Naast de technische aspecten van het boekbinden, zijn er ook historische
aanleidingen die dit project extra betekenis geven. Eén noemde ik al:
het is 400 jaar geleden dat het boek verscheen.
Maar de actualiteit van 2025 (de Russische oorlog tegen Oekraïne,
de Amerikaanse agressie rond de Golf van Mexico en Groenland,
de wereldwijde handelsconflicten, de Chinese agressie richting Taiwan)
onderstreept het belang van dit werk van Hugo de Groot.
Dat verdient een mooie binding en die ga ik proberen te maken.

De Krater

Eerder deze week melde ik al dat ik van Stichting Handboekbinden
de losse katernen ontvangen had van het boekenweekgeschenk 2025:
Gerwin van de Werf, De Krater.

De plannen voor de bandbekleding kon je al lezen, dus het
inbinden kan beginnen.

IMG_6700BoekbindenGerwinVanDeWerfDeKraterEersteKaternInDePrikmal

Het eerste katern kan in de prikmal.


IMG_6701BoekbindenGerwinVanDeWerfDeKraterVoorprikkenIMG_6702BoekbindenGerwinVanDeWerfDeKraterVoorprikkenIMG_6703BoekbindenGerwinVanDeWerfDeKraterNaaibankjeEersteKaternGewaxtNaaigarenNaald

Het eerste katern kan op het naaibankje (het laatste of het katern met de hoogste paginanummers). Voor dit boekje is 150 centimeter naaigaren meer dan voldoende. Het is gewaxte draad. Die laat zich heel prettig verwerken.


IMG_6705BoekbindenGerwinVanDeWerfDeKraterGenaaideKatenen

De katernen zijn ingenaaid. Nu gaan ze nog een tijdje in de boekenpers om een mooi, hecht boekblok te worden.


Multatuli – Liefdesbrieven

Op 2 maart 2020 is het 200 jaar geleden dat Multatuli in Amsterdam werd geboren. In het kader hiervan herdrukt De Arbeiderspers uit de privé-domeinreeks nummer 54 uit 1979, ‘Liefdesbrieven’.

Dat was de reden dat Uitgeverij Boekblok de kans kreeg
om het boek uit te brengen in een versie van losse katernen.
Daar heb ik een exemplaar van gekocht.
Het speelt al een tijd in mijn hoofd maar ik kon maar geen
binding bedenken die me aansprak.

De afgelopen dagen ben ik daar actiever mee bezig geweest.
Een beetje ongewoon voor mij, maar de afgelopen dagen
probeer ik een ontwerp voor de boekband te maken.

IMG_5178MultatuliLiefdesbrieven

Dus begon ik eerder deze week een soort van eigen lettertype te ontwerpen om die te gebruiken op de boekband. Maar dat is niet zo eenvoudig. Ik kijk altijd met veel bewondering naar al die verschillende lettertypes maar het lukt me eigenlijk nooit daar een soort van ontwerpbeleid in te ontdekken. Toch vreemd want we hebben maar 26 letters en een handvol leestekens en cijfers.


IMG_5179MultatuliLiefdesbrieven

Druk bezig met die lettertypes maar of en hoe die dan op een boekband gaan passen? Daar was ik nog niet mee bezig. Dus ik liep wat vast.


Eduard Douwes Dekker trouwde op Java op 10 april 1846
met Tine van Wijnbergen.
De eerste groep brieven in deze bundel zijn aan haar gericht.

In september 1874 overleed Tine en op 1 april 1875
hertrouwde hij met Mimi Hamminck Schepel.
De tweede groep brieven zijn aan haar gericht.

IMG_5186MultatuliLiefdesbrieven

Vanmorgen weer eens opnieuw begonnen met de letters met meer volume rechtsboven. Idee is wel de twee voornamen van de vrouwen aan wie Multatuli zijn brieven richtte als uitgangspunt te nemen.


IMG_5187MultatuliLiefdesbrieven

Dan langzaam ontwikkelt zich een meer bruikbaar idee. Een combinatie van een soort van hart. Niet een hart uit één stuk maar uit onregelmatige lijndelen. Die kan ik misschien met rood leer maken en dan de cushion onlay techniek gebruiken.


IMG_5188MultatuliLiefdesbrieven

Misschien met twee harten?


IMG_5189MultatuliLiefdesbrieven

Als ik het linker hart wat kantel dan is het beeld misschien spannender?


IMG_5190MultatuliLiefdesbrieven

In de bak met resten vind ik nog materiaal met twee kleuren rood.


IMG_5191MultatuliLiefdesbrieven

Dan de tekst eens uitschrijven. Idee is nu om de letters uit het leer te snijden die de boekband gaat vormen. Dat wordt dan wit leer. Dan moet onder het leer straks wel eerst een materiaal met een kleur worden aangebracht. Zou perkament een idee zijn?


IMG_5192MultatuliLiefdesbrieven

Met potlood getekende letters en vormen overtrokken met een zwarte pen. De plus tussen Tine en Mimi zou misschien ook een soort hart kunnen zijn.


Er moet nog het een en ander worden uitgedacht.
Misschien ook nog iets op de achterplat of de rug?
Daarnaast is bij het boek de dun kartonnen band meegeleverd.
In de kleuren van de privé-domeinreeks.
Die wil ik wel in het boek gebruiken maar niet persé
als boekband.
Morgen maar eens beginnen met het naaien van de katernen.

Meer informatie over:
= Everdina Huberta van Wijnbergen
= Mimi Hamminck Schepel