Had nieuwe shirts nodig

IMG_6216MultatuliNiemandWeetHetEnZyDieBewerenHetTewetenZynTOnderlingNietEensIdee415

Multatuli, Niemand weet het en zy die beweren het te weten zyn ’t onderling niet eens. Idee 415.


IMG_6217DeStilleKrachtCouperus

Louis Couperus, De Stille Kracht.


IMG_6218DonQuixote

Miguel de Cervantes, Don Quixote.


IMG_6219VanDeMaanAfGezienZijnWeAllenEvenGrootMultatuli

Multatuli, Van de maan af gezien zijn we allen even groot.


Besloot maar iets met boeken te kopen.

Don

Uit mijn eerdere berichten over het boek ‘Cervantes & Co’
zou je misschien kunnen opmaken dat ik het geen goed boek vind.
Maar dat is niet het geval. Integendeel.

Ik ben niet overtuigd van de argumenten die Van De Pol
gebruikt om geen voetnoten op te nemen in de Don Quichot.
In haar vertaling van de don Quichot.
Ik krijg het gevoel dat ze daar zelf ook niet van overtuigd is, maar
daarnaast zegt ze nog een heleboel andere dingen.
Vooral over het vak van vertaler.

BarbarVanDePolCervantis&CoInPlaatsVanVoetnotenRuit

Barbar van de Pol, Cervantes & Co. In plaats van voetnoten.


Zo maakt de een vergelijking tussen een vertaler en een uitvoerend
muzikant. Raak getroffen, eenvoudig, maar heel toepasselijk:

Een vertaler is, voorzover het gaat om een literaire vertaler gaat, een uitvoerend kunstenaar, en dan iets als een musicus en dirigent ineen (daar is de muziek weer). Deze functies zijn, doorgetrokken naar de vertaler, niet gescheiden. Hij voert de regie over zijn eigen vertolking. Anders dan bij een musicus verschilt zijn materiaal niet van het materiaal van de maker die hij vertegenwoordigt. Een musicus of zanger vertolkt met zijn instrument of stem de in tekens vervatte partij, de klank of stem in spe van de componist. Een vertaler vertolkt met andere taal de kant-en-klare taal van een schrijver. Vandaar verder verwarring. Wat is het probleem? Je vertaalt toch gewoon wat er staat? Het was er toch al? Het was toch al taal?

Pagina 11.

Het volgende citaat geeft een gedetailleerde inkijk in de keuken
van het vertalen:

‘Knokt’ iemand in 1600 of ‘gebruikt hij zijn vuisten’; is hij wel eens ‘in zijn sas’ of is dat te populair voor een Spaans klassiek werk en is hij in mijn vertaling dan ‘vergenoegd’? Het lijkt op wild speculeren of proberen, maar een vertaler overweegt altijd heel veel meer dan hij uiteindelijk toelaat. Bestond het woord ‘machine’ (máquina) of ‘product’ (producto) al, toen, in het Nederlands (in het Spaans dus wel) en maakt het hoe dan ook kans in mijn vertaling? Er komt in de Quijote zelfs een ‘fábrica’ voor maar ‘fabriek’ zal niemand accepteren.

Pagina 66 was dat.

BarbarVanDePolCervantis&CoInPlaatsVanVoetnotenRuit02

Deze afbeelding is de omslagillustratie. Dit is vast een fragment van een afbeelding gemaakt door Gustav Doré.


Nog een dilemma op pagina 68:

Bij het vertalen van de Quijote doet zich een mooi voorbeeld voor van een oplossing die niet kan omdat dat Nederlands schatplichtig is aan deze zelfde Spaanse tekst. Ik lees Piet Meeuses essay over de Quijote in De Jacht op Proteus (Bezige Bij, 1992) en zie hoe Meeuse zegt dat Sancho Panza op een gegeven moment net als zijn baas ‘een klap van de molen krijgt’. Hij bedoelt het figuurlijk, want Sancho Panza krijgt niet letterlijk een wiek tegen zijn hoofd. Ik zou ‘een klap van de molen’ graag in figuurlijke zin in mijn vertaling gebruiken, want ik moet steeds niet-modieuze synoniemen voor gek-zijn verzinnen. Maar zoals we weten krijgt de beroemdste scene uit de Quijote de titelheld in vermeend gevecht met reuzen echt een ‘klap van de molen’, een gebeurtenis die pas later zinnebeeldig is gaan staan voor gek-zijn. In kan die uitdrukking dus onmogelijk in figuurlijke zin gebruiken en huiver om dezelfde reden voor zinnebeeldig gebruik van ‘malende’ en ‘malen’ en zeker voor gebruik van de uitdrukking ‘tegen molens vechten’. Dat zou helemaal een kanjer van een anachronisme zijn.
Ik heb Meeuse benijd toen ik hem onbekommerd die ‘klap van de molen’ zag gebruiken. Hij kon los van de tekst over die tekst spreken met een woordgebruik dat deels aan die tekst was ontleend. Hij vermeldt in zijn essay niet of hij zich bewust was van de eigenaardigheid van het geval.

BarbarVanDePolCervantes&Co

Het laatste fragment heeft minder met vertalen te maken
maar is te mooi om niet op te nemen:

De avonturen van Don Quichot zijn kolderiek genoeg, maar Cervantes presenteert ze op een manier die nog kolderieker is. Hij doet alsof een geschiedschrijver, niet hijzelf, een waargebeurd verhaal vertelt waarvan de rest ook nog eens wegraakt maar wordt teruggevonden op een markt. Vervolgens blijkt dat die rest in het Arabisch is gesteld, zodat er een vertaler aan te pas moet komen om er Spaans van te maken. Cervantes’ spelletjes met de zogenaamde historiciteit van zijn verhaal zijn je reinste slapstick, maar ze zijn functioneel. Ze maken de lezer aan het lachen vanwege het rare idee dat het inderdaad echt gebeurd zou zijn. Ze maken hem alert.
In deel II wordt het helemaal lachen want daar lopen de lezers van deel I en de boekhelden door elkaar heen en voeren gesprekken met elkaar, met alle metafysica, verwarring en hilariteit van dien. De literatuurlessen die terloops tussen de nonsens door tijdens discussies over de kwaliteit van deel I worden gespuid, zijn voortreffelijk. Alles wat over boeken en de waarde van boeken, en dan álle genres, gezegd kan worden, met argumenten voor en tegen, staat daar al, in spitse, actuele bewoordingen.

Wie wil dat nou niet lezen?

Don

Er is maar 1 Don.
Don Quichot, de man van La Mancha.
Ik ga aan de vertaling van Barber van de Pol beginnen
maar het laat me maar niet los dat er in de vertaling
geen gebruik is gemaakt van noten om de lezer bewust te maken
van de keuzes en onderliggende kennis die bij het vertalen
van dit boek kwam kijken.

IMG_0657Miguel de Cervantes Saavedra De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha vertaald door Barber van de Pol 15e druk 2018

Miguel de Cervantes Saavedra, De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha, vertaald door Barber van de Pol. 15e Druk, 2018.


Dus nog een keer:

Barber van de Pol heeft als compensatie het boek “Cervantes & Co” uitgebracht.
De ondertitel van het boek is: “In plaats van voetnoten”.

Het boek is zogezegd uitgegeven in plaats van voetnoten.
Die voetnoten ontbreken volledig in de vertaling die Van de Pol maakte van Don Quichot.
Persoonlijk vind ik dat erg onhandig en haar argumentatie rammelt,
naar mijn gevoel, aan alle kanten.

Een paar voorbeelden uit “Cervantes & Co”:

Pagina 50:

“Er mochten geen noten of toelichtingen in mijn vertaling komen, want die stonden er bij Cervantes ook niet bij en al stonden ze er in nieuwe Spaanse edities meestal wel bij en in vertalingen ook bijna altijd, ik voegde me willens en wetens bij de kleine schare die het boek voor zichzelf wilde laten spreken, omdat het als een boek van alle tijden en eeuwig modern die weelde kan dragen.”

Miguel de Cervantes Saavedra leefde van 29 september 1547 – 22 april 1616.
Ik wil de Don Quichot 400 jaar later lezen.
Ik spreek of lees geen Spaans, anders had ik het boek wel in de originele taal gelezen.
Maar daarnaast heb ik geen kennis van de Spaanse cultuur van 400 jaar geleden.
Ik weet niet welke ridderromans er in Spanje verschenen, hoe de schelmenstroming
in de Spaanse literatuur er uit zag.
Wat mensen aten, wat de Spaanse omgangsvormen waren, enz.
Dat is de reden dat er in nieuwe Spaanse uitgaves en in vertalingen
voetnoten worden opgenomen om de lezer te helpen het boek te begrijpen.
Door de lezer niet te helpen maak je het boek ontoegankelijk en stom (niet sprekend).

Van de Pol trekt volgens mij dezelfde conclusies als ik:

Pagina 58:

“Je kunt met het begrip kwaliteit erg sollen, vooral als het om iets nagenoeg onzichtbaars als vertalen gaat.
Een vertaler heeft minder inbreng dan sommigen het willen doen voorkomen, maar als ik dit vaststel impliceert dat geen pleidooi voor onverschilligheid.
Voor een gemeenschap is het belang van adequaat overgebracht vreemd cultuurgoed onmiskenbaar en voor een individu is nauwkeurig lezen dat.”

Pagina 67:

“Ik besefte die ochtend van het gesprek bij Havekate (Argusvlinder: taalkundige Henk Havekate) eens temeer wat een unieke bevindingen je als vertaler doet door gestage closereading.”

Even verder op pagina 67:

“Er komt aan het doen van vertaalkeuzes bij een klassiek boek vaak secundaire literatuur te pas, die deels handig is voorgesorteerd in het notenapparaat bij allerhande al bestaande uitgaven.
Pas als ik op basis van specialistische literatuur of noten, en na gesprekken met deskundigen, meen te weten wat bijvoorbeeld het al genoemde ‘Vuestra Mereed’ (Van Dam en Werumeus Bunning hebben steeds ‘UEd.’) destijds waard was naast het ‘tú’ of ‘vos’ van toen, kan ik in het Nederlands naar eigen inzicht per geval, en met alle andere gevallen in mijn achterhoofd een knoop doorhakken.
‘Gij’ is voor Noord-Nederlanders gauw een beetje raar, ‘jij’ is wel eens te vlotjes, ‘u’ is niet zelden tuttig en heeft eveneens een tijdsgebonden smaak, en zo wik en weeg ik.”

Daarom zou een toelichting op het werk (meer dan een verantwoording en nawoord)
op zijn plaats zijn geweest.

Hertaling

Okay een hertaling is iets heel anders dan een vertaling,
maar deze dingen houden we al weer een aantal weken bezig.
Eerst de vertaling van Don Quichot van Cervantes en het boek ‘Cervantes & Co’
van Barber van de Pol over haar werk aan deze Nederlandse vertaling.
Dan de prachtige uitgave van Het snoer der ontferming, een boek van Couperus.
Niet hertaalt maar uitgebreid voorzien van context en toelichting.
Dan de vertaling ‘Onze gemeenschappelijke vriend’ (Our mutual friend)
van Charles Dickens. Geweldig boek, geen toelichting van vertaler.

Afgelopen zaterdag stond in de Volkskrant de column
van Sylvia Witteman: Een kleine furie in haar serie
‘Witteman heeft iets gelezen’.
Ik zie wel eens twitterberichten van haar langskomen
en meestal wordt ik van de toon niet zo blij.
Het artikel van zaterdag is heel geslaagd naar mijn gevoel.

SylviaWittemanWittemanHeeftIetsGelezenEenKleineFurieVolkskrant20190209

Sylvia Witteman: ‘Een kleine furie’ in haar serie ‘Witteman heeft iets gelezen’ uit de Volkskrant van zaterdag 9 februari.


De ‘hertaling’ van Couperus: alsof Dick Bruna de Sixtijnse kapel beschilderd heeft

In de serie ‘Tragische literaire misstanden’ vandaag: de zogeheten ‘hertaling’ van Couperus.
Ach, Louis Couperus! Wat houd ik toch veel van die geparfumeerde ouwe crypto-nicht, met zijn heerlijke, tierelantijnige poederdons-proza!
Zoveel houd ik van Louis Couperus, dat ik mijn jongste zoon naar hem heb genoemd.

 

Diezelfde jongste zoon, zo wil de ironie van het noodlot, leest geen boeken (tenzij men hem dwingt met behulp van een vlammenwerper en harpoen) en zéker niet van Couperus.

Hertaalster Michelle van Dijk weet hoe dat komt: Couperus is ‘veel te bloemrijk voor deze moderne tijd, met zijn herhalingen, de neologismen, de gallicismen, de puntjes… de uitroeptekens!!
Maar wat nog het meest afwijkt van onze taal nu, is de zinsvolgorde, (lengte ook, ja).
En geloof me, dat is dus iets waar een jonge lezer over struikelt.’

 

Hm. Ooit was ik zo’n jonge lezer, een jaar of 15, toen ik Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan in handen kreeg.
Alles aan dat boek was mij vreemd.
Het taalgebruik, de familieverhoudingen, de Indische achtergronden, de zeden en gebruiken van het fin de siècle; maar ik werd betoverd door het proza, júist die lange zinnen, gallicismen, neologismen, puntjes en uitroeptekens.
Het was (bijna) dezelfde coup de foudre die ik later kreeg bij het lezen van A.F.Th. van der Heijdens De tandeloze tijd, ook bloemrijk, ook lange zinnen, en ook heel veel puntjes… zouden jonge mensen dát nog lezen,trouwens?
Misschien wordt het anders tijd om daar ook een hertaling van te maken, meteen flink inkorten ook, want wie zit er nog op vuistdikke tetralogieën te wachten?
Alles wat meer tijd kost dan Tim Krabbé’s Het gouden ei laat ons nageslacht immers links liggen, ten faveure van Netflix en games.

 

Met de dood in het hart begon ik de hertaling te lezen van Van oude mensen.
Op de eerste bladzijde ging het al mis.
In het origineel zegt Lot, de zoon, tegen zijn moeder: ‘Steyn is toch je man… Je moest niet altijd zoo met hem kibbelen, en zulke dingen zeggen, of denken.
Je bent weêr net een kleine furie geweest.
Dat geeft rimpels, zoo boos te zijn.’
Van Dijk ‘hertaalt’ dit fragment als volgt: ‘Steyn is je man, jullie moeten niet steeds ruzie zoeken en onaardige dingen zeggen of denken.
Je ging net als een wraakgodin tekeer!
Daar krijg je alleen maar rimpels van, van zo boos zijn.’

 

Lelijk hè?
Trouwens, zijn ‘furie’ en ‘kibbelen’ moeilijker woorden dan ‘wraakgodin’ en ‘ruzie’?
En waarom heeft Van Dijk, die uitroeptekens toch ‘te bloemrijk’ vindt, er zélf een toegevoegd, op een plek waar dat volstrekt niet logisch is?

 

Ook met het liquideren van die gewraakte gallicismen gaat het mis. Couperus strooit inderdaad nogal met woorden als ‘boudeeren’ of ‘porte-brisée’. Het aardige is dat je bijna altijd uit de context begrijpt wat ze betekenen, en daardoor terloops nog wat Frans leert. Van Dijk vindt van niet, en vertaalt bijvoorbeeld ‘bottines’ met ‘laarzen’. En dat terwijl de zachte, ijdele Lot helemaal geen type is voor laarzen. Hij draagt bottines, laarsjés dus. Noem ze dan laarsjes, enkellaarzen, of desnoods booties. Of beter nog: laat gewoon ‘bottines’ staan.

 

Ik las nog even verder. Het was alsof de Sixtijnse kapel was beschilderd door Dick Bruna, ­Erbarme dich gezongen door ­Sieneke, James Bond gespeeld door Gerard Joling.

 

Nee, met deze ‘hertaling’ valt niemand te winnen voor Couperus.
Alle curieuze charme van diens proza is eruit verdwenen.
Met de uitholling van Couperus, hoe goed bedoeld ook, neemt Van Dijk bovendien een groot ­risico. Het is immers volstrekt niet denkbeeldig dat de lezers ontgoocheld zullen denken: ‘Is dít nu een beroemde schrijver? Laat verder maar zitten dan.’

Don Quichot

Davis-CervantesTheCompleteDonQuixote

Rob Davis bewerkte de tekst van Cervantes en maakte er deze graphic novel van. Het is een enorm plezier om dit boek te lezen. Grappig, vol wijsheden, fantasievol. Geweldig!.


Het is zo’n prachtig werk. Eigenlijk is het een soort raamvertelling.
Je buitelt van het ene avontuur in het andere.
De tekenstijl past Davis aan als het hem uitkomt om de lezer te laten
weten dat je van het ene verhaal in het volgende overstapt en
soms liggen die verhalen in elkaars verlengde.

Gisteren heb ik de Nederlandse vertaling van de boeken gekocht.
Het verhaal van Don Quichot bestaat namelijk uit twee boeken
die Cervantes na elkaar geschreven heeft.
Maar wil je nu snel even kennis nemen van de inhoud:
dan is dit boek een hele goede route.

The man who killed Don Quixote

JonathanPryceAndAdamDriver(Links)InTheManWhoKilledDonQuixote

Jonathan Pryce and Adam Driver (links) in The Man Who Killed Don Quixote.


Afgelopen vrijdagavond zag ik deze prachtige film.
Het plezier waarmee de film gemaakt is,
de liefde voor het verhaal, het spat van het doek af.
Misschien is het niet het grootste meesterwerk van Terry Gilliam,
zoals sommige recensisten zeggen, maar ik heb genoten.

WP_20180805_11_45_10_ProChasseRheManWhoKilledVonQuixoteTerryGilliam


Het verhaal zit intelligent in elkaar. Veel elementen die
terugkomen in de verstripte versie van Rob Davis
(ik heb het boek van Cervantes zelf nog niet gelezen)
komen in de film terug.

WP_20180803_20_44_13_ProDonQuixoteDeFilmkrant

De logica van Don Quixote is fantastisch.
In meerdere betekenissen:
vol fantasie maar ook prachtig om aan te horen.

WP_20180803_20_38_48_ProTodayIsAMarvelousDayForAdventures

In de film wordt vaak gewezen op een belangrijke reden om iemand
te casten in een rol: de kop.
In de film zelf is dat precies zo. Het gezicht van Jonathan Pryce
met de milde, wat spottende glimlach, houdt je de film bij de les.
Dan Adam Driver, hij heeft niet het figuur van een Sancho Panza,
maar zijn vaak verbaasde en twijfelde blik, is gemaakt voor de rol.

JonathanPryceInTheManWhoKilledDonQuixote

Jonathan Pryce in The Man Who Killed Don Quixote.


Hoe moeilijk het is om een komische film te maken
en hoe belangrijk timing daarbij is
wordt ook in The man who killed Don Quixote duidelijk.
In een scene ligt Sancho op zijn rug en wordt gezoend door
een prachtige vrouw. Dat zoenen gaat langzaam over in likken.
Dat likken duurt naar mijn gevoel net iets te lang,
misschien een halve seconde te lang.
Daardoor wordt duidelijk dat dit een overgang is naar een andere realiteit.
Daar draait het bij Don Quichot steeds om.
Want de mooie vrouw blijkt een likkend schaap te zijn.
Leuke scene, heel grappig maar hij duurt net te lang
waardoor het effect kleiner wordt, iets minder grappig.

****

Dit lees ik op dit moment

WP_20180729_16_14_11_ProTheCompleteDonQuixoteCervantes-Davis

Het boek is een stripboek met de naam The complete Don Quixote. Het is natuurlijk naar het verhaal van Cervantes en hier getekend door Davis. Het grote nieuws is echter de standaard waar het boek op staat. Die heb ik in Den Haag gekocht. Altijd al willen hebben.


De introductie op Cervantis van Wikipedia:

Miguel de Cervantes Saavedra (Alcalá de Henares, 29 september 1547 – Madrid, 22 april 1616) is een van de belangrijkste roman- en toneelschrijvers uit de Spaanse literatuur. Hij schreef een twintigtal toneelwerken, maar is vooral bekend geworden door zijn boek Don Quichot van La Mancha (El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha).