India 24/25: Delhi, dag 5 – National Museum IX

– De laatste stenen beelden voor de bronzen. Met aandacht voor restitutie. –

Het zal niet zo zijn dat in mijn verslag van mijn vakantie in India
na vandaag geen stenen beelden meer te zien zullen zijn.
Wat de ondertitel bedoelt is dat totdat ik bij de opstelling
met de bronzen beelden in het National Museum kwam,
ik een reeks van stenen beelden fotografeerden.
Vandaag de laatste drie uit die reeks.

DSC01264IndiaNewDelhiNationalMuseumTipurantakaEarlyWestenChalukya8thCentADAiholeStone

India, New Delhi, National Museum, Tipurantaka, Early Westen Chalukya, 8th century AD, Aihole, stone.


Voor de informatie in dit bericht vertrouw ik vooral
op de informatie die Copilot voor me verzamelde.

Tripurantaka (ook wel Tripurāntaka of Tripurari) is een manifestatie
van de god Shiva als vernietiger van de drie demonische steden Tripura.
Hij wordt afgebeeld als een machtige boogschutter
die met één kosmische pijl de drie steden vernietigt,
waarmee hij de overwinning van kennis en kosmische orde
op onwetendheid en chaos symboliseert.

Voor het idee:
hoogte van dit relief is 112 cm, de breedte 56 cm en diepte 23,5 cm.


DSC01266 01 IndiaNewDelhiNationalMuseumSivaParvatiAndFamilyEarlyWesternChalukya10thCentADAiholeStone

Siva Parvati and family, Early Western Chalukya, 10th century AD, Aihole, stone.


Een relief met veel veehalen en onverbelicht.
De naam ‘Siva Parvati and family’ wordt zo gebruikt door het museum.
Als ik daar op ga zoeken dan antwoord internet spontaan met:

Shiva en Parvati – de twee grote figuren, zittend naast elkaar,
in een liefdevolle houding.
Ze vormen het hart van de voorstelling en van de familie.

DSC01266 02 IndiaNewDelhiNationalMuseumSivaParvatiAndFamilyEarlyWesternChalukya10thCentADAiholeStone Detail

Nu dacht ik eerst dat de twee kleine figuren, aan de bovenkant,
bij die familie behoorden.
Maar dat is niet zo.
In de iconografie van deze voorstelling komen wel heel vaak
meerdere figuren voor maar de kinderen van Shiva en Parvati
staan aan de onderhant afgebeeld.

DSC01266 03 IndiaNewDelhiNationalMuseumSivaParvatiAndFamilyEarlyWesternChalukya10thCentADAiholeStone Detail

Het olifantje, helemaal links, is Ganesha,
hun zoon, herkenbaar aan zijn olifantenhoofd.
Hij staat vaak, zoals hier, aan de voeten van zijn ouders
of iets opzij.

Het sketel-achtige figuurtje komt ook regelmatig
terug op deze voorstelling.

De voet van Shiva op het hoofd doet denken aan de
Shiva Nataraj.

DSC01266 04 IndiaNewDelhiNationalMuseumSivaParvatiAndFamilyEarlyWesternChalukya10thCentADAiholeStone Detail

Dan aan de rechterkant, het figuurtje op een vogel:
Kartikeya (Skanda/Murugan), de andere zoon,
die traditioneel rijdt op een pauw (vahana).


DSC01268 01 IndiaNewDelhiNationalMuseumYoginiVrishananaPratihara10th-11thCentADLokhariDistrictBandaUttarPradeshStone

Yogini Vrishanana, Pratihara, 10th – 11th century AD, Lokhari district, Banda, Uttar Pradesh, stone.


Yogini Vrishanana is een 10e-eeuwse stenen sculptuur
van een vrouwelijke godheid met een buffelhoofd en
een menselijk lichaam.
Ze maakte deel uit van een Chausath Yogini-tempel in Lokhari
(Uttar Pradesh, India),
werd in de jaren ’80 gestolen en in 2013 teruggebracht naar India.
Vandaag staat ze in het Nationaal Museum in New Delhi

Vrishanana is een Yogini, een van de 64 godinnen
die in tantrische tradities worden vereerd.
Ze wordt afgebeeld met een buffelhoofd en een menselijk lichaam,
een zeldzame iconografie die kracht en mystiek symboliseert

Ze zit in de lalitasana-houding (een ontspannen, koninklijke pose).
In haar linkerhand houdt ze een knots,
terwijl haar rechterhand een vrucht aanbiedt aan haar zwaan (vahana)

DSC01269IndiaNewDelhiNationalMuseumYoginiVrishananaPratihara10th-11thCentADLokhariDistrictBandaUttarPradeshStoneTxtDSC01268 02 IndiaNewDelhiNationalMuseumYoginiVrishananaPratihara10th-11thCentADLokhariDistrictBandaUttarPradeshStone Detail


Een glimlach      in verweerde steen

– Een volgende Chola-sculptuur in Museum Rietberg –

DSC05398ZürichMuseumRietbergGodVishnuWithConchHornIndiaTamilNaduCholaDynasty11thCentGranit

Zürich, Museum Rietberg, God Vishnu with conch horn, India, Tamil Nadu, Chola dynasty, 11th century, granit.

Vishnu, einer der wichtigsten Götter im Hinduismus, erscheint vierarmig in Gestalt eines schönen Jünglings. In einer hand trägt er das für ihn charakteristische Muschelhorn.

Vishnu, een van de belangrijkste goden in het hindoeïsme, verschijnt met vier armen in de gedaante van een mooie jongeman. In één hand draagt hij de voor hem kenmerkende schelp.


In Museum Rietberg zijn in één zaal
een aantal manshoge stenen beelden opgesteld.
Allemaal uit India, uit Tamil Nadu, uit de Chola Dynasty,

Bij Vishnu ontbreken de onderbenen en een hand;
vermoedelijk was het beeld oorspronkelijk
tegen een achtergrond geplaatst.

Vishnu draagt een hoog hoofddeksel.
De bovenkant is niet versierd,
glad en rond.
Is dit de kirita-mukuta?
Mogelijk heeft het hoofddeksel
een afbeelding aan de voorkant.
Door verwering zijn de details
moeilijk te herkennen

Een gezicht? Een aureool? Twee voorwerpen?
Of is het een leeuw? Een zon?

Het hoofddeksel lijkt versierd met lussen.
Op het hoofd eindigt het hoofddeksel in een band.

Het linkeroor is goed zichtbaar
met een langwerpig gat, mogelijk voor een sieraad.
Rode verfstof, hier en daar.
Misschien een onderlaag,
de oorspronkelijk zichtbare kleuren zijn verdwenen.
De mond glimlacht.

DSC05399ZürichMuseumRietbergGodVishnuWithConchHornIndiaTamilNaduCholaDynasty11thCentGranit Detail

De hals is ruim voorzien van sierraden.
Het heilige koord loopt diagonaal,
sierlijk slingerend,
van linker schouder naar rechter taille (yajnopavita).

Een horizontale band onder de borst,
doorlopend op de arm,
mogelijk een kledingstuk.

Kleding op heupen en bovenbenen.
Rechts geknoopt. Links?
Misschien achter de hand.
Centraal: een gestileerde kop.
Half onder de kleding,
een voorwerp?

De voorste linkerarm heeft de hand op de heup.
De achterste arm houdt de schelp in de lucht.
Een klassiek gebaar, een goddelijk attribuut.

Rechts, de handpalm zichtbaar, een gebaar.
De achterste arm: deels verdwenen

Armbanden aan elke arm.
En aan de duimen, een ring.


Grounding / STANDVAST

– Zoektocht naar ritme, klank en betekenis.
Van whispers naar sussend, van deed naar was, van Grounding naar STANDVAST –

Een paar weken geleden kocht ik van Helen Moss
een drukker uit Schotland een boekje.
De titel is Grounding.
Ze noemt het zelf een pamflet.

IMG_8097LauraMRHarrisonHelenMossGroundingPoemEngravingAwenPressCreetownScotland2025 Omslag

Laura M.R, Harrison (poem) and Helen Moss (engraving, printing) , Grounding, Awen Press, Creetown, Scotland, 2025.

Het boekje bevat een gedicht en een gravure en
het is gedrukt door de private press / margedrukker
Awen Press.
Na wat gedoe met invoerrechten had ik vandaag
tijd er nog eens goed naar te kijken.

IMG_8098LauraMRHarrisonHelenMossGroundingPoemEngravingAwenPressCreetownScotland2025 Bericht

Het boekje is een eenvoudige binding maar
met heel veel zorg gemaakt en gedrukt.
Al bladerend wilde ik zeker weten of ik
het gedicht begreep en besloot het te vertalen.

IMG_8099LauraMRHarrisonHelenMossGroundingPoemEngravingAwenPressCreetownScotland2025 Watermerk

Watermerk in het papier.

Door in dit bericht mijn proces te beschrijven
komen er misschien lezers op suggesties.
Ik hoor ze graag.
Ik las en werkte met Copilot.

Vandaag begon ik met het lezen
van het gedicht van Laura M.R. Harrison:

Grounding

I stand ground in place
And the earth whispers
As wisely as it ever did

De eerste stap was het analyseren van
de structuur en het ritme.
De eerste twee regels hebben een cadans
van 123, 12 / 123, 12.
(I stand ground= 123, in place= 12)
Waarbij de slotwoorden (in place, whispers)
kort afbreken.
De derde regel wijkt bewust af van dit patroon.

Dat ritme, dat is natuurlijk interpretatie
In de eerste twee regels van Harrison
staan daarvoor geen aanwijzingen.
Maar in de Nederlandse versie benadruk ik
het ritme met extra spaties.

Daarna onderzocht ik de klankkleur.
Het Engelse ‘whispers’ heeft zachte s‑klanken,
die de regel ademend en vloeiend afsluiten.
Terwijl het voor de hand liggende, Nederlandse ‘fluistert’
harder eindigt met een t en de regel abrupt afsluit.
Daarom koos ik voor ‘sussend’.
Daarmee blijft de adem open, de klank zachter,
en de cadans dichter bij het origineel.

De eerste vertaling van de slotzin was
“Zo wijs als ze altijd deed”.
Waarbij ‘deed’ terug voerde op het Engelse ‘did’.
Daarmee verwees de wijsheid van de slotzin,
naar het handelen van whispers zelf.
Toch klonk dit in het Nederlands stroef:
‘deed’ sluit hard af en legt de nadruk op een handeling
die niet goed past bij het zachte ‘sussend’.
Daarom koos ik uiteindelijk voor
“Zo wijs als ze altijd was”.
Daarmee verschuift de betekenis van een handeling
naar een toestand: de aarde ís wijs, en blijft dat.
Het resultaat klinkt natuurlijker in het Nederlands en
behoudt de kwaliteit van Harrison’s slotregel.

Ten slotte de titel.
Waar Harrison ‘Grounding’ gebruikt
— een proces van aarden —
kies ik voor STANDVAST.
Dit woord is ongebruikelijk, maar prikkelend:
het suggereert zowel standhouden als een verankering.
De hoofdletters ondersteunen dat.
Het past bij de eerste regel ‘Ik sta vast plaats rust’ en
geeft de vertaling een eigen kracht.

IMG_8101LauraMRHarrisonHelenMossGroundingPoemEngravingAwenPressCreetownScotland2025 PoemEngraving

Dan nog even over de gravure.
Helen Moss koos voor de meidoorn.
Een struik of boom met stevige doornen.
Daardoor is hij moeilijk te snoeien
of te verwijderen.
Dat fysieke “weerbarstige” karakter kan
heel goed aansluiten bij het gedicht:
een beeld van iets dat standhoudt.

Eindresultaat

STANDVAST

Ik sta vast   plaats rust
De aarde    sussend
Zo wijs als ze altijd was

IMG_8102LauraMRHarrisonHelenMossGroundingPoemEngravingAwenPressCreetownScotland2025 Colofon


Niet in delen, maar in spanningen

Een volgend object uit de Indiase kunst van Museum Rietberg

Naar mijn overtuiging zijn verschillen tussen mensen
in verschillende culturen veel kleiner dan vaak gedacht.
Dat zie ik steeds opnieuw, voorbij tijd en plaats.

Misschien is dat waarom ik steeds opnieuw probeer
een beter beeld te krijgen van andere culturen.
Ook in dit bericht zie je een beeld dat op het eerste gezicht
misschien vreemd en onverklaarbaar overkomt.

De zaaltekst en het beeld

DSC05401ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranitTxt

Dit is de zaaltekst bij het beld van Durga.


Origineel (Duits):
Die Skulptur zeigt die Furcht erregende Göttin beim Töten eines Dämons. Sie hält in ihren Händen die Attributen Dreizack, Schädeltrommel, Opfermesser, Schlinge, Schild, Glocke und Blutschale.

Vertaling (Nederlands):
De sculptuur toont de angstaanjagende godin terwijl zij een demon doodt. In haar handen houdt zij de attributen: drietand, schedeltrommel, offermes, strik, schild, bel en bloedkom.

Die opsomming van attributen lijkt misschien technisch,
maar elk detail draagt een symbolische lading die het verhaal van Durga verdiept.

Wat vertellen deze attributen ons?

De attributen van Durga

Deze attributen zijn symbolisch en
komen uit de beeldtaal van Durga,
de krijgersgodin in het hindoeïsme.
Ze belichamen haar rol als vernietiger van het kwaad en
beschermer van de kosmische orde.

Dreizack (drietand / trishula)
Symbool van Shiva, staat voor vernietiging van onwetendheid en
het doorbreken van illusies.

Schädeltrommel (schedeltrommel / damaru)
Een kleine trommel, vaak geassocieerd met Shiva.
Het ritme symboliseert de schepping en vernietiging van het universum.

Opfermesser (offermes / khadga of kris)
Het zwaard of mes waarmee Durga demonen verslaat.
Staat voor het doorsnijden van ego en illusie.

Schlinge (strik / pasha)
Een lasso of strik waarmee ze vijanden kan binden.
Symboliseert beheersing over destructieve krachten.

Schild (khetaka)
Bescherming en verdediging,
benadrukt haar rol als beschermer van de gelovigen.

Glocke (bel, ghanta)
De bel verdrijft negatieve energie en
roept goddelijke aanwezigheid op.

Blutschale (bloedkom / kapala)
Een schedelkom, vaak geassocieerd met tantrische rituelen.
Staat voor de transformatie of het omzetten
van dood en vernietiging
in levenskracht,
een bron van voortdurende vernieuwing.

Kosmische strijd en parallellen

Durga wordt vaak afgebeeld in het gevecht tegen Mahishasura, de buffeldemon.
Dit verhaal is een kernmythe in het hindoeïsme:
het kwaad dat zich steeds opnieuw manifesteert
wordt uiteindelijk door de godin verslagen.
De attributen die ze draagt zijn niet willekeurig,
maar representeren de krachten van verschillende goden
die haar hun wapens schonken,
zodat zij als ultieme vrouwelijke kracht het kwaad kon vernietigen.

Het doet denken aan het eeuwige gevecht tussen goed en kwaad
zoals de engelen en duivels in de Christelijke leer.

Daarbij zijn er een aantal parallellen:

Kosmische strijd

In het hindoeïsme: Durga wordt door de goden gezonden
om Mahishasura, de buffeldemon, te verslaan.
Hij staat voor destructieve krachten die de wereld bedreigen.

In het christendom: engelen strijden tegen duivels,
bijvoorbeeld in het verhaal van Michaël
die de draak (Satan) uit de hemel verdrijft (Openbaring 12).

Symbolische wapens

Durga draagt attributen van verschillende goden:
drietand, zwaard, bel, trommel.
Elk wapen staat voor een kracht die het kwaad overwint.

Michaël en de engelen worden vaak afgebeeld met zwaarden en schilden,
symbolen van goddelijke bescherming en gerechtigheid.

Mythische functie

Beide tradities tonen dat kwaad niet zomaar verdwijnt,
maar telkens opnieuw bestreden moet worden.
Het kwaad is cyclisch en hernieuwt zich en
de goddelijke orde moet steeds opnieuw bevestigd worden.

Het gevecht is dus niet alleen historisch of mythisch,
maar ook existentieel:
het speelt zich af in de kosmos én in de mens zelf.

Er zijn ook verschillen in toon:
In de hindoeïstische traditie is Durga een vrouwelijke kracht,
een godin die de energie van alle goden bundelt.
Het kwaad wordt overwonnen door een collectieve,
maar ook vrouwelijke energie.

In de christelijke traditie is de strijd vaak mannelijk gecodeerd
(Michaël, Christus, engelen), en
het kwaad wordt voorgesteld als een gevallen engel of demon.

Wat beide tradities delen, is dat ze het kwaad niet wegpoetsen
maar erkennen als een reële kracht.

Voor het beeld zelf

DSC05394 01 ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranit

Zürich, Museum Rietberg, Goddes Durga killing the buffalo demon Mahisha, India, Tamil Nadu, Chola dynasty, 11th – 12th century, granit.


Maar zodra ik voor het beeld sta, verschuift de aandacht
van de mythe naar de materie zelf:
het verweerde graniet, de herkenbare en onherkenbare attributen.

De drietand is eenvoudig te herkennen.
Maar in de overige handen links herken ik alleen het offermes, bovenaan.

DSC05394 02 ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranit Detail

In de handen rechts herken ik de attributen eigenlijk niet.
Alleen de naar voor uitgestoken hand heeft een voor mij herkenbaar
attribuut vast: een schaaltje.

Uitgeteld ligt de demon op de vloer.

DSC05395ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranit DeDemon

Achter het hoofd van Durga een vlammend aureool.
Op haar hoofd een klassieke Chola-makuta,
een soort van kroon.
Opzij van het hoofd cirkelvormige versiering
met bloemen.
In dit ene beeld verenigen zich
vernietiging en scheppende kracht.

DSC05396ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranit Hoofd

Dat aspect van de levenskracht wordt nog versterkt
door een guirlande met bloemen langs haar armen.

DSC05397ZürichMuseumRietbergGoddesDurgaKillingTheBuffaloDemonMahishaIndiaTamilNaduCholaDynasty11th-12thCentGranit Guirlande

Reflectie en afsluiting

Eerder zag ik Shiva als Ardhanarishvara, een beeld waarin
de mannelijke Shiva en vrouwelijke Parvati samensmelten tot één figuur.
Durga verschijnt hier als vernietiger én als bron van levenskracht.
Het roept de bredere vraag op:
is dit samengaan van tegenstellingen: vernietiging en levenskracht,
een terugkerend patroon in de hindoeïstische belevingswereld?

In Ardhanarishvara — de helft vrouw, de helft man —
en in Durga — vernietiger met bloemen in haar haar —
spreekt dezelfde waarheid:
dat het leven niet in delen valt,
maar in spanningen leeft.
Dat vernietiging bloei draagt,
en bloei vernietiging kent.


Een god in balans

Over het zien zonder begrijpen in Museum Rietberg

De mythische wereld van het Hindoeïsme is buitengewoon rijk.
Langzaam begin ik elementen in de afbeeldingen te herkennen,
al kan ik ze niet echt ‘lezen’.
Toch probeer ik telkens vast te stellen wat ik zie.
Steeds opnieuw ga ik op zoek naar nieuwe informatie.
Wat blijft, is mijn artistieke bewondering.

DSC05385ZürichRietbergMuseumGodShivaAsArdhanarishvaraAManWhoIsHalfWomanIndiaTamilNaduCholaDynasty12th-13thCent

Zürich, Museum Rietberg, God Shiva as Ardhanarishvara, a man who is half woman, India, Tamil Nadu, Chola Dynasty, 12th – 13th century.

De stier (Nandi) is er onmiskenbaar aanwezig.
Nandi is het rijdier van Shiva en symboliseert kracht en toewijding.
Hij kijkt omhoog naar de godheid.

De persoon lijkt aan de rechterkant een vrouw,
oorsieraad, borst en sari.
Dat is de kant van Parvati.

Links is het een man.
naakt oor, platte borst, korte lendendoek.
Shiva.

Dat is ook wat de naam Ardhanarishvara zegt:
– “Ardha” = half
– “Nari” = vrouw
– “Ishwara” = heer
Gecombineerd betekent dat dan de god die half vrouw is.
Een symbool van eenheid en complementariteit.

DSC05386ZürichMuseumRietbergGodShivaAsArdhanarishvaraAManWhoIsHalfWomanIndiaTamilNaduCholaDynasty12th-13thCent

Verder is het beeld vooral sierlijk.
Sieraden aan hals, armen en gordel.
Vier armen.
De lotus voor de kijker rechts.
Links herken ik niet de drietand of trommel,
die zo typisch zijn voor Shiva.

DSC05387ZürichMuseumRietbergGodShivaAsArdhanarishvaraAManWhoIsHalfWomanIndiaTamilNaduCholaDynasty12th-13thCent

Zijn de ogen gesloten?
Glimlacht het beeld?
Hoe het gezicht spreekt is belangrijk bij dit soort beelden
maar voor mij moeilijk te interpreteren.
Zeker omdat het gezicht beschadigd is.

Het is een moeilijk beeld.
Ik heb niet vaak deze uitvoering van een beeld
van Shiva en Parvati gezien.

Over de schenker van het beeld kon ik geen informatie vinden.
Nog een extra mysterie.

Een goddelijke versmelting
Het beeld van Ardhanarishvara stamt uit de Chola-dynastie (9e–13e eeuw), een periode waarin Zuid-India een ongekende bloei kende op het gebied van kunst, religie en filosofie. De Chola’s waren toegewijd aan Shiva en maakten deel uit van een religieuze stroming die het Shaivisme wordt genoemd — de verering van Shiva als hoogste god. Aanhangers van deze stroming worden Shaivieten genoemd.

Binnen hun artistieke traditie kreeg Ardhanarishvara een bijzondere plaats: een god die zichzelf toont als man én vrouw, Shiva én Parvati in één lichaam. Deze voorstelling is niet zomaar een visuele curiositeit. Ze verbeeldt een diep filosofisch idee: dat het goddelijke de dualiteit overstijgt. In het hindoeïsme zijn Purusha (bewustzijn, mannelijk) en Prakriti (energie, vrouwelijk) samen verantwoordelijk voor de schepping. Ardhanarishvara is hun versmelting — een symbool van kosmische balans.

Wat in de 12e eeuw een spirituele en metafysische boodschap was, krijgt vandaag een nieuwe lading. In een tijd waarin vragen over genderidentiteit, non-binariteit en inclusiviteit centraal staan, biedt Ardhanarishvara een eeuwenoud alternatief voor rigide hokjesdenken. Het beeld stelt dat mannelijk en vrouwelijk niet tegenover elkaar staan, maar elkaar aanvullen. Het goddelijke is niet óf het een óf het ander — het is beide.


De Buddha van Monte Verità

DossierRestitutieReflectief

De complexiteit van roofkunst en restitutie

De reden om naar Zürich te gaan was duidelijk: de Nataraj.
Het Hindoe-beeld van de dansende Shiva.
Gemaakt in Zuid India, 14e eeuw. Beweging gegoten in brons.

Maar onder de oppervlakte speelde ook iets anders:

IMG_8007KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearch

Informatieblad van Kunstmuseum Basel met als titel: ‘Unanswered questions – On the history of drawings from the Department of Prints and Drawings. The Julius SchottLänder and Julius Freund collections’


Er was de verwachting dat in Kunsthaus Zürich een tentoonstelling
was over hoe men om gaat met kunst waar
de lijn van eigenaarschap
doorkruist is met roof of afpersing door de nazi’s.
Over de methode die men daar hanteert schreef ik al eens.

In Basel zal ik werk zien van Käthe Kollwitz.

De prenten- en tekeningenafdeling van Kunstmuseum Basel bevat werken
uit de verzamelingen van Julius Schottländer en Julius Freund.

Schottländer was metaalhandelaar en verzamelde moderne kunst.
Tijdens de pogroms van november 1938 werd zijn verzameling geplunderd:
er werd binnengevallen, kunstwerken werden beschadigd.
Hij verkocht zijn bezittingen waarbij afpersing plaatsvond.
Hij vluchtte naar Zwitserland.
Vanaf 1940 had hij geen toegang meer tot zijn Duitse bankrekeningen
en moest hij werken uit zijn collectie verkopen, onder andere
aan Kunstmuseum Basel.

IMG_8008KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJuliusSchottländer


Freund, een textielproducent, verzamelde meer dan 700 schilderijen
en werken op papier.
Realisme en Duitse romantiek.
Honderden werken werden na 1933 ondergebracht bij Kunstmuseum Basel.
De familie vluchtte naar Londen en Parijs (1933, 1934 en 1939).
Nog later naar Buenos Aires.
Ze zijn gedwongen om kunst te verkopen om in hun onderhoud
te kunnen voorzien.
De werken van Käthe Kollwitz zijn onderdeel van dit verhaal.

IMG_8009KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJuliusFreund


Dan is er de rol van
Eduard Freiherr von der Heydt (1882–1964).
Hij is een van de oprichters van Museum Rietberg.

Tijdslijn van Eduard von der Heydt

1882
Geboren op 26 september in Elberfeld, Duitsland.
1902
Dient als eenjarig vrijwilliger bij het 3e Garde-Ulanen-Regiment in Potsdam.
1905
Promoveert tot Dr. rer. pol. (economische en bedrijfskundige richting) met een proefschrift over Duitse aandelenmaatschappijen.
1906–1907
Werkt bij August Belmont & Co. in New York, vertegenwoordiger van Rothschild.
1909
Richt E. von der Heydt & Co. op in Londen, een private bank voor internationale cliënten.
1914–1915
Dient als rittmeister (Commandant van een cavalerie-eenheid, vergelijkbaar met kapitein) in WOI in Frankrijk; raakt ernstig gewond.
1915–1918
Diplomatieke dienst in Den Haag; betrokken bij geheime onderhandelingen tussen Duitsland en Engeland.
1917
Zijn Londense bank wordt door de Britse staat geconfisqueerd als “vijandelijk bezit”.
1919
Huwelijk met Vera von Schwabach
1920
Richt Von der Heydt-Kersten’s Bank op in Amsterdam, vertegenwoordigt o.a. S. Bleichröder.
1927
Zijn Berlijnse bank komt in moeilijkheden; wordt overgenomen door de familie Thyssen en hernoemd tot August-Thyssen-Bank.
1933
Wordt lid van de NSDAP.
1937
Verkrijgt het Zwitserse staatsburgerschap.
1939
Verlaat de NSDAP.
1945
Schenkt zijn kunstcollectie aan de stad Zürich.
1946
Gearresteerd op verdenking van samenwerking met de Duitse Abwehr.
1948
Vrijgesproken van alle aanklachten.
1952
Museum Rietberg opent in Zürich met zijn collectie als basis.
1964
Overlijdt op 3 april in Ascona, Zwitserland.

Zijn levensloop doet denken aan een kruising tussen
Richard Branson (Virgin) en Larry Ellison (Oracle).
Internationaal actief in de wereld van het grote geld,
met interesse in cultuur, balancerend op
de randen het moreel toelaatbare.

BransonErrlison

Morele dilemma’s rond Von der Heydt:

NSDAP-verleden:
Zijn politieke keuzes blijven controversieel,
zeker in relatie tot zijn status als mecenas.

Kunst uit koloniale contexten:
Veel werken in zijn collectie zijn afkomstig uit regio’s
waar koloniale machtsverhoudingen speelden.

Restitutie en transparantie:
Musea zoals Rietberg werken aan herkomstonderzoek,
maar volledige transparantie is nog niet bereikt.

Het woord ‘roofkunst’ zegt dat het draait om kunst die gestolen is.
Maar de voorbeelden hierboven laten zien dat ‘stelen’
niet altijd zo eenduidig is.
Het is iets anders dan de diamantenroof vorige week
in het Louvre.
Om te bepalen of restitutie nodig is,
is herkomstonderzoek essentieel.

Von der Heydt had als bijnaam ‘Buddha of Monte Verità’.
Monte Verità is een plek in Zwitserland, nabij Ascona,
waar Von der Heydt een tijdlang een hotel bezat.
De plaats was een toevluchtsoord voor vrijdenkers,
kunstenaars en spirituele zoekers.

Voor mij belichaamt de bijnaam zijn paradoxale positie:
Een man met diepe interesse in culturen van over de hele wereld,
die tegelijkertijd geloofde in een groter Duitsland.
Een mecenas van niet-westerse kunst,
maar ook lid van een partij die diezelfde culturen als inferieur beschouwde.
Het doet denken aan die vrouw in een filmpje
— altijd oppassen met internet —
die haar vlees bij de Turkse slager haalde omdat het goedkoop was,
maar stemde op een partij die tegen Turken ageert.

Von der Heydt ís het vleesgeworden dilemma.
Een culturele bruggenbouwer én een ideologische grensbewaker.
Een gordiaanse knoop — net als Dossier Restitutie.

IMG_8010KunstmuseumBaselUnansweredQuestionsProvenanceResearchJustAndFairSolution


Drie verdwijnende landschappen volgens Vincent

Waarin La Maison du Père Pilon een naam draagt zonder biografie,
Chaumières à Chaponval het verdwijnende strodak verbeeldt, en
Le Cyprès et l’Arbre en fleurs een landschap toont dat net niet echt is.

Toen ik in Zürich was zag ik in Kunsthaus Zürich drie schilderijen
van Vincent van Gogh die geen deel uitmaakten van de grote
collecties die het museum toont.
Zomaar 3 werken, en er waren er nog een of twee in de grote collecties,
in één museum is niet niks.

Wij zijn in Nederland enorm verwend met het Van Gogh museum in Amsterdam.
Toen Vincent zijn werk maakte waren er veel mensen die zijn beeldtaal
niet begrepen en konden waarderen.
Dankzij zijn familie is dat intussen heel anders. Bijna iedereen
kan het werk waarderen en wij kunnen er heel veel van zien in
Amsterdam. Maar dan plots drie bij elkaar….

DSC05306KunsthausZürichVincentVanGoghLeCypresEtLArbeEnFleurs1899ÖlAufLeinwand

Kunsthaus Zürich, Vincent van Gogh, Le cypres et l’arbe en fleurs, 1899, öl auf leinwand.


Als je het landschap ziet, weet je wie het gemaakt heeft.
Je ziet de schilder in een romantisch beeld door de velden lopen.
Strohoed op, kwasten en ezel in de hand, verfdoos op de rug.
Hij gaat zitten en schildert dan deze dynamische natuur terwijl
hij voor mij bijna een niet bestaand landschap is.

De schilder is met veel geestdrift in de weer terwijl het
mij juist een gevoel van rust geeft, als een ademhaling.

DSC05308KunsthausZürichVincentVanGoghChaumieresAChapoval1890ÖlAufLeinwand

Vincent van Gogh, Chaumieres a chapoval, 1890, öl auf leinwand.


In een van de brieven van mei 1890 schrijft Vincent over
het verdwijnen van de rietdaken in Frankrijk.
Graag wilde hij die schilderen.

Waarom weet ik niet, misschien bewonderde hij de rietdekkers,
zoals degene die op dit schilderij aan het werk is.
Maar ik denk dat hij van die daken hield omdat ze je zo
doen denken aan velden met goudgele gewassen.

Die kleur,
die losse bundels rietstengels
die van een afstand één vlak gaan vormen.
Dat is wat ik in ieder geval zo mooi vind aan dat soort daken.

DSC05310KunsthausZürichVincentVanGoghLaMaisonDuPerePilon1890ÖlAufLeinwand

Vincent van Gogh, La maison du Père Pilon, 1890, öl auf leinwand.


Een fantastisch schildrij van Van Gogh.
De donkere strepen die we wolken vormen.
In groen vormen ze de bomen en het gras langs de kant van de weg.

De strepen creëren wel een soort van zenuwachtigheid bij mij.
Bewegen de lucht en de grote boom?
Of is het mijn oog dat beweegt tussen hun strepen?

Zijn het scheuren in de muur,
die grijsgroene kriebels tegen het gebouwtje
dat goed een schuurtje of varkensstal kan zijn.
Of kijken we door het struikgewas naar de muur….

Om welk huis gaat het eigenlijk
en is ieder gebouw een huis?
Ik vermoed dat het om het huis gaat
dat half verscholen achter de boom ligt.

Wie is Père Pilon?
Dat weten we eigenlijk niet.

Heeft de naam een rijm in zich (maison-pilon)?
Dat is afhankelijk van de taal van de titel
en de uitspraak van Pilon.
Mijn Frans is niet bestaand dus waag ik me daar maar verder niet aan.

Op internet stuit ik op allerlei websites
maar vooral Booking.com
waar huizen worden verhuurd met deze naam.
Huizen in Auvers sur Oise en andere plaatsen.
Ook zoeken op Père Pilon levert niets op.
Ik geef het zoeken op
want ik zoek geen hotel.

Langs de randen van Michelangelo

Afgelopen vrijdag ging ik naar het Teylers Museum:

Glinsterende mineralen, fossielen uit de dinotijd, supersterke magneten, knetterende elektriciteit, kunst van beroemde kunstenaars en nog zoveel meer. In het oudste museum van Nederland val je van de ene verbazing in de andere. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de indrukwekkende Ovale Zaal. Het lijkt wel alsof je in een tijdmachine stapt! In Pieter Teylers Huis maak je kennis met de idealen van de Verlichting en met actief burgerschap van toen én nu.

Van de website van Teylers Museum.

In dit bericht ga ik nog niet te inhoudelijk in
op de tentoonstelling ‘De mannen van Michelangelo –
Het mannelijk lichaam in het werk en leven van Michelangelo’.

Ik wil stil staan bij wat randverschijnselen en het
deel van het museum waar je langs gaat lopen om
de tentoonstelling te bezoeken.
Teylers is het oudste museum van Nederland en het
interieur is schitterend.

De dag begon natuurlijk in Breda waar ik via het Valkenberg
naar het station liep. Tot mijn verrassing zag ik een enorme
paddenstoelenbank op de wortels van een van de bomen in het park.
De boom lijkt me dood en de paddenstoelen maken daar gebruik van.
De oranjebruine hoeden lagen als een tapijt over de wortels.
Wat een somber en mooi beeld in één.

IMG_7913BredaValkenbergDeBoomIsDoodOfBijna

Toen ik mijn kaartje kocht (2 september) had ik niet in de
gaten dat dit in de herfstvakantie was. Musea zouden er goed
aan doen potentiële kopers te waarschuwen als ze een datum kiezen.
In de herfstvakantie is het onevenredig druk, in het museum
maar ook in het openbaar vervoer.
Bovendien plant de NS in zo’n week groot onderhoud.
Dus Haarlem was slecht bereikbaar en terug naar Breda kon
alleen via een omweg.
Ik had liever een week later gegaan.

Terwijl ik op weg ging naar het station keek ik even in
de brievenbus. Daar lag het NRC en ik zag een van de
aankondigingen voor de tentoonstelling die ik ging bekijken.

IMG_7931NRCHaarlemTeylersMuseumMichelangeloVielNietOpMannenHijVielOpPubersVrijdag17Oktober2025

NRC, Michelangelo viel niet op mannen, hij viel op pubers, vrijdag 17 oktober 2025. Een kop die behoorlijk wringt met de werkelijkheid en heel sensationeel van toon is. Maar dat zie je helaas vaker.

IMG_7929NRCIedereSuccesvolleKunstenaarIsEenNetwerkkoning2Oktober2025IMG_7930NRCDesign2Oktober2025


Marketing en kunst: het is een moeizame relatie.
Binnenkort ga ik er nog eens dieper op in maar de sensatiebewuste
marketing bewijst de kunst geen dienst.
Het heeft de musea gestort in een soort wapenwedloop.
Ze vallen over elkaar heen met groteske slogans om
maar elkaar te overtreffen en de bezoekers binnen te krijgen.
Kunst is duur. Niet alleen om het te kopen maar ook om het
te gaan bekijken. Teylers doet er hard aan mee.

IMG_7925HaarlemTeylersMuseumMichelangeloWaandersDeHandVanEenGenieHannibalDeMannenVanMichelangeloHetMannelijkLichaamInHetWerkEnLevenVanMichelangelo

De twee catalogi die je hier ziet zijn van Teylers Museum. Links: Michelangelo, De hand van een genie, een uitgave van Waanders. Ik zou zeggen: klassiek van (inhoudelijke) opzet en uitvoering. Rechts zie je een uitgave van de Belgische uitgever Hannibal: De mannen van Michelangelo – Het mannelijk lichaam in het werk en leven van Michelangelo. De catalogus links is van de tentoonstelling in 2005, een initiatief van het British Museum waar Teylers en het Ashmolean meewerkten. Rechts de catalogus van 2025. Deze zou ik willen omschrijven als eigentijds maar schuwt de sensatie niet. In hoeverre dat ten koste van de kwaliteit gaat kan ik nog niet beoordelen.

IMG_7926HaarlemTeylersMuseumMichelangeloDeMannenVanMichelangeloDetail

Wat ik heel mooi vind aan de catalogus van 2025 is de omslag.
Je ziet twee afbeeldingen van Michelangelo over elkaar heen afgedrukt.
De groene afbeelding ligt werkelijk bovenop het boek.
Je kunt als het ware de afbeelding van Michelangelo voelen.
In de tentoonstelling probeert men bezoekers aan te zetten tot
het zelf ontdekken en ervaren van de tekeningen. Ze slagen
in de tentoonstelling niet om daar handen en voeten aan te geven
maar de voorkant van de catalogus doet dat wel.

IMG_7928HaarlemTeylersMuseumDeHandVanGod

Alles bij elkaar zal het een heel dure dag worden. Het kaartje
kost 27,50 euro en de catalogus 42,50. Tel daar de koffie met cake,
de NS en de maaltijden bij en de dah kost meer dan 150 euro.

IMG_7914HaarlemTeylersMuseum

De koffie heb ik niet gedronken in het museum. De catering in het
museum is heel beperkt, matig (ik druk me vriendelijk uit) en duur.

IMG_7915Haarlem

Maar het museum is geweldig. Het ademt helemaal de sfeer van de 18e eeuw:
prachtige museummeubels, oude informatiebordjes, stolpen,
originele ruimtes enzovoorts.

DSC05863HaarlemTeylersMuseumDSC05864HaarlemTeylersMuseumDSC05865HaarlemTeylersMuseumDSC05866HaarlemTeylersMuseumDSC05867HaarlemTeylersMuseumTweehoornigMonsterVanFayum

Haarlem, Teylers Museum, Tweehoornig monster van Fayum.

DSC05868HaarlemTeylersMuseumTweehoornigMonsterVanFayumDSC05869HaarlemTeylersMuseumMosasaurusHoffmanniStPietersberg

Mosasaurus Hoffmanni, St. Pietersberg.

DSC05870HaarlemTeylersMuseumMosasaurusHoffmanniStPietersbergDSC05871HaarlemTeylersMuseumDeGroeElektriseermachineVanMartinusVanMarumDoorJohnCuthbertson1784-1791

De grote elektriseermachine van Martinus van Marum, door John Cuthbertson, 1784 – 1791.

DSC05872HaarlemTeylersMuseumDeGroeElektriseermachineVanMartinusVanMarumDoorJohnCuthbertson1784-1791DSC05873HaarlemTeylersMuseumDSC05876HaarlemTeylersMuseumDeOvaleZaalDSC05875HaarlemTeylersMuseumDeOvaleZaalDSC05877HaarlemTeylersMuseumOvaleZaalDSC05874HaarlemTeylersMuseumDSC05878HaarlemTeylersMuseumDSC05879HaarlemTeylersMuseum

Er is ook een Munten en penningenkabinet.
Vooral het gedeelte met de moderne penningen vond ik heel aantrekkelijk.
Één penning wil ik even tonen. Ik maakte twee foto’s:
een met mijn camera en een met mijn telefoon.

DSC05880HaarlemTeylersMuseumAdriaanRolandHolstCharlotteVanPallandt1976

De dichter Adriaan Roland Holst door Charlotte van Pallandt, 1976.

IMG_7919HaarlemTeylersMuseumAdriaanRolandHolstCharlotteVanPallandt1976DSC05881HaarlemTeylersMuseum

De tentoonstelling kan beginnen.
Maar daarover later meer.

Suzanne Duchamp – Deel I

Haar blik is gericht op ons—niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.

Zestien foto’s vormen het begin van deze reeks.
Drie daarvan tonen Suzanne Duchamp, niet als icoon, maar als maker.
Eén vergroot op de muur: Suzanne achter de camera, haar blik gericht op het moment van vastleggen. Geen pose, maar een daad.
Eén achter een kaptafel, haar blik recht op ons gericht, terwijl haar reflectie in het raam nieuwsgierig om de hoek lijkt te kijken.
Eén met dubbele belichting: Jean Crotti (echtgenoot) verschijnt achter haar, als een schaduw, als een echo. Geen romantiek, maar een visuele onderhandeling.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Niet omdat ze niets maakte, maar omdat ze maakte als vrouw.
Zuster van Marcel Duchamp,
de man van het urinoir als kunstwerk.
Vrouw van Jean Crotti,
een Dadaïst, maar geen naam die musea groot op gevels zetten.

Haar werk werd vaak benoemd via anderen, als bijschrift, als echo, als randverschijnsel.

De 3 portretten, deze rituelen van zichtbaarheid:
ze tonen een maker die zich niet wil laten reduceren tot relaties – en de curator van deze tentoonstelling in Kunsthaus Zürich begrijpt dat.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 02 Zelfportret

Uitvergroot zelfportret op de muur van het museum: Suzanne Duchamp aan het werk.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 01 TxtDSC05319 02 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOndertekeningDSC05317KunsthausZürichSuzanneDuchampAvantGardeBeginningsTxtDSC05319 01 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOilOnCanvas

Kunsthaus Zürich, Suzanne Duchamp, Potrait of Jacques Villon, oil on canvas.


DSC05321KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Young girl with dog, 1912, oil on canvas.

DSC05322KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvasTxt


DSC05323KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortaitSuzanneDuchampSeatedAtADressingTable1913Photograph

Zij zit. Centraal.
Op een eenvoudige stoel met rechte rug.
Een hoed, een geplooide jurk, een linkerarm die in rust hangt.
Haar blik is gericht op ons: niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.
Een dame, nieuwsgierig. Niet erotisch, maar onderzoekend.
Haar rechterbeen zichtbaar, onderbeen en enkel vrij, een schoen die zich toont als accent.
Links in beeld: een gordijn.
Daarachter, in het open raam, haar reflectie.
Die beweegt zich naar voren, lijkt om de hoek te kijken.
In de spiegeling draagt ze een sieraad, een halsketting die in het origineel verborgen blijft.
Twee houdingen, één aanwezigheid.
Suzanne Duchamp als dubbelganger van zichzelf.
Zittend en bewegend.
Rustig en nieuwsgierig.
Binnen en buiten.

DSC05325KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper

Eerlijk gezegd kan ik me niet meer herinneren of dit de juiste orientatie is op de poster te tonen. Gevoelsmatig zeg ik ‘Ja’ maar bij Dada weet je dat nooit. Marcel Duchamp, Dada 1916 – 1923, 1953. Exhibition ooster, letterpress in black and red ink on lightweight paper.

DSC05326KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper


DSC05328KunsthausZürichSuzanneDuchampDoubleExposureOfSuzanneDuchampAndJeanCrotti1918Photograph

Suzanne Duchamp, Double exposure of Suzanne Duchamp and Jean Crotti, 1918, photograph.

Zij zit. Frontaal.
Hoofd iets naar beneden, iets naar rechts.
Lang gezicht, gesloten ogen misschien. Of een blik die zich onttrekt.
Een jurk, een jas, een boord — niet duidelijk, maar aanwezig.
Voor haar: een tafel. Achter haar: een schaduw.
In die schaduw: Jean Crotti.
Niet naast haar, maar door haar heen.
Zijn hoofd zichtbaar in haar haar.
Zijn ogen misschien open.
De strepen van het gordijn lopen door hun gezichten.
Geen achtergrond, maar raster.
Geen dubbelganger, maar versmelting.
Een romantisch beeld, maar niet sentimenteel.
Een gedeeld portret.
Een gedeelde zichtbaarheid.

DSC05330KunsthausZürichSuzanneDuchampUntitled1916IndiaInkAndWatercolourOnPaper

Suzanne Duchamp, Untitled, 1916, india ink and watercolour on paper.


DSC05332KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvas

Suzanne Duchamp, Broken and restored multiplication, 1918 – 1919, oil and silver paper on canvas.


DSC05333KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvasTxt


DSC05334KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Radiation of two solitary separates apart, 1916 – 1920, oil, gold paint, string, wax, plastic, glass beads and tinfoil on canvas.

DSC05335KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvasTxt


We hebben stilgestaan bij drie foto’s van Suzanne Duchamp.
Portretten die haar tonen als maker, als aanwezigheid, als ritueel.
In de catalogus krijgen ze waarschijnlijk minder ruimte dan werken als Young Girl With Dog (1912) of Broken And Restored Multiplication (1918–1919).
Daar ligt de nadruk vaak op stijl, op experiment, op aansluiting bij stromingen.
Maar deze foto’s spreken een andere taal.
Een taal van positionering, van zichtbaarheid, van dubbelheid.
Ze tonen niet alleen wat ze maakte, maar hoe ze zich liet zien.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Of dat terecht is, laat ik aan de lezer.
De curator kiest er in ieder geval voor om haar in de spotlight te zetten.
Niet als icoon, maar als maker.
Niet als bijschrift, maar als begin.

Een ponsband over het verleden

Een prent, een naam, een vraag aan het Drukkerijmuseum.

Met mijn moeder ben ik bezig geweest spullen door te nemen
die van mijn vader waren.

Mijn vader, geboren in 1930, begon als veertienjarige
met het rondbrengen van alles wat er te bezorgen viel voor
een lokaal bedrijf: drukwerk, boodschappen, materialen en
onderdelen. Na een avondstudie werkte hij altijd in het
grafische vak.
Eerst bij Broese (op de Grote Markt) waar vooral
gelegenheidsdrukwerk werd gemaakt en weer later bij
Dagblad De Stem (in de Reigerstraat) dat door fusies
nu BN/DeStem heet en lang de drukkerij had op het Spinveld.

IMG_7863Koppermaandag1974 01 VolledigePrent

De volledige poster, afmetingen: ruim 60 bij 40 centimeter.


Hij had een plaats voor zijn herinneringen en spullen voor
zijn hobbies. Tussen de spullen vonden we een poster die
mijn moeder niet wilde bewaren. Ik wel.
Het ambachtelijke drukwerk en bijbehorende geschiedenis,
hebben me altijd aangetrokken.

IMG_7863Koppermaandag1974 02 LetterbakPonsband

De centrale afbeelding: een lege letterbak, in diamantvorm geplaatst met daarop een zorgvuldig geschikte ponsband.


Met Copilot maakte ik de volgende beschrijving van de poster:

«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

Beschrijving van een vermoedelijke Koppermaandagprent (ontworpen door            Chr. Brouwers, 1974)

Deze prent, ontworpen in 1974 (?) door Chr. Brouwers (?), toont een gelaagde compositie waarin typografie, ambacht en ritueel samenkomen. Centraal staat een lege, diamantvormige letterbak, diagonaal gedrapeerd met een groene ponsband met witte stippen. De letterbak is niet functioneel gevuld, maar fungeert als visueel monument voor het ambacht van de loden letter. De ponsband, sierlijk en losjes neergelegd, verwijst naar een overgangstijdperk: van mechanische typografie naar herinnering.

Rond deze centrale vorm bevinden zich vier illustratieve scènes, elk verbeeldend een archetype uit de geschiedenis van het schrift en de drukkunst:

Beeldhouwer in steen – Gravure als oertekst, taal uit materie.

IMG_7868Koppermaandag1974SteenHakken

Schrijver met ganzenveer – Ritueel schrift, bedachtzaam en ambachtelijk.

IMG_7867Koppermaandag1974Scriptorium

Drukker aan de pers – Mechanische reproductie, typografie in beweging.

IMG_7870Koppermaandag1974Drukpers

Gezel en Meester / Leverancier en Klant  (?) – Overdracht, erkenning en sociale dimensie van het ambacht.

IMG_7869Koppermaandag1974GezelMeesterLeverancierKlant

De achtergrond bestaat uit een collage van houten letters en cijfers, deels driedimensionaal, deels gedrukt, die samen een typografisch reliëf vormen. Fragmenten als “Koppermaanda” en “dag” suggereren het woord Koppermaandag, zonder het expliciet te tonen—een subtiele verwijzing naar het ritueel waarbij gezellen een prent mochten drukken en aanbieden aan stadsgenoten, vaak als proeve van vakmanschap en aanleiding tot feest.

IMG_7864Koppermaandag1974KopperIMG_7865Koppermaandag1974MaandIMG_7866Koppermaandag1974Dag

De prent lijkt niet ambachtelijk vervaardigd met loden of houten letters, maar eerder lithografisch of via een modernere druktechniek tot stand gekomen. De naam Chr. Brouwers en het jaartal 1974 zijn zichtbaar in de compositie, mogelijk als signatuur van de ontwerper.

IMG_7872Koppermaandag1974ChrBrouwersIMG_7873Koppermaandag1974

«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

Vandaag heb ik de foto’s voorgelegd aan het Nederlands
Drukkerijmuseum in Etten-Leur.
Misschien kennen ze de poster of de ontwerper.
Misschien hebben we meer informatie rond het object.

Wat is Koppermaandag?
Koppermaandag is een oude gilde- en drukkersfeestdag die traditioneel werd gevierd op de eerste maandag na Driekoningen (6 januari). De oorsprong van de naam is niet helemaal zeker, maar vermoedelijk komt ze van het woord kopperen—een oud werkwoord dat “feestvieren” of “smullen” betekent, afgeleid van coppe, een drinknap of beker. Het was een dag waarop gilden hun rechten en plichten voorlazen, feest vierden, en soms ook geld inzamelden voor armenzorg of het Leprozenhuis.

Vanaf de 18e eeuw kreeg Koppermaandag een uitgesproken typografisch karakter. Drukkersgezellen mochten op deze dag een prent drukken als proeve van vakmanschap. Deze zogeheten Koppermaandagprent werd aangeboden aan de meesterdrukker, buurtbewoners of stadsgenoten. In ruil ontvingen de gezellen een fooi—de zogeheten kopperfooi—die vaak in de herberg werd besteed. Het was een ritueel van erkenning, ambacht en feest.

Later evolueerde de traditie: drukkerijen begonnen Koppermaandagprenten te sturen aan klanten en relaties, vaak als nieuwjaarswens. De prenten kregen een dubbele functie: een groet én een eerbetoon aan de grafische kunst. In de 20e eeuw raakte het gebruik op de achtergrond, mede door de opkomst van kerst- en nieuwjaarskaarten. Toch zijn er sinds de jaren ’40 pogingen gedaan om de traditie nieuw leven in te blazen, onder andere in Haarlem, Drenthe en Noord-Brabant.

Vandaag de dag leeft Koppermaandag voort als een symbolisch moment voor de grafische wereld—een herinnering aan het ambacht, de overdracht van kennis, en de rituele kracht van drukwerk.

Het kabinet in de kinderwagen

Een leesverslag in drie lagen: proza, poëtica en parafrase.

Als ik iedereen mag geloven, gaat de verhalenbundel ‘Het aanwezige been’
van Arnon Grunberg over gemis.
Volgens de achterflap gaat het over ‘verleiding, verraad en verlies’.

In het titelverhaal (het tweede verhaal in de bundel) speelt
Grunberg met een been: een been dat er is. En ook niet is.
Als het been er niet is, dan is dat zeker een gemis
voor een cellospeelster.

IMG_7776ArnonGrunbergHetAanwezigeBeen

Het eerste verhaal in deze verhalenbundel ‘The Waste Land
laat zich ook lezen als een verhaal over gemis:

het kind dat de vrouw nooit had en dat ze als een gemis heeft ervaren.
En dan: krijgt ze het.

Of het doel in het leven dat de vrouw ooit had als jonge ambtenaar,
dat ze intussen was verloren en mist. Vervolgens hervindt ze het als
vrijwilligster bij een niet-gouvernementele organisatie (NGO).

Of het verloren land van de man die in Londen studeerde en
daar humanist werd genoemd, maar intussen een blinde krijgsheer
en oorlogsmisdadiger was geworden, die op punt staat zijn
land te verliezen.

Allemaal vormen van gemis die in dit korte verhaal te vinden zijn.
Grunberg schetst met weinig zinnen een hele wereld met allerlei
belangen, besluiten en belevenissen.

Hij vertelt veel. En tegelijk: heel weinig
Daarom lees ik het ook als een moderne parabel.

Volgens Wikipedia:

Een parabel is een kort, symbolisch verhaal dat bedoeld is om een morele, religieuze of filosofische les over te brengen. Het verhaal speelt zich vaak af in een alledaagse context en gebruikt herkenbare situaties om abstracte ideeën aanschouwelijk te maken.

Als ik niet wist dat het verhaal in 2022 al was geschreven,
dan zou ik mijn uitleg misschien overtuigender vinden.
Ik leg het hieronder even uit:

Het verhaal ‘The Waste Land’ gaat over het kabinet Schoof.

De hoofdpersoon in het verhaal is een vrouw op leeftijd,
zelfbenoemd topambtenaar, ontevreden, uitgeblust zonder idealen.

‘- als haar werk in Den Haag haar iets had geleerd was het wel dat je nooit moet rekenen op andermans morele instincten en eigenlijk ook niet op die van jezelf -‘

De hoofdpersoon, lees: Dick Schoof.

De hoofdpersoon, meer dan overtuigd van het eigen kunnen,
‘krijgt’ een kind, het grote gemis in haar leven.

‘En toen ze iemand ontmoette met wie ze het (een kind maken, argus) wel wilde, wilde hij niet. Ze had er drie nachten om gehuild,’

‘We moeten het met elkaar doen. fluistert ze tegen het slapende kind, we moeten elkaar een beetje helpen. Je moet me helpen. Ik moet van je gaan houden en ik zal van je gaan houden.’

Het kind, lees: het kabinet.

De hoofdpersoon bindt nauwe banden aan met de blinde krijgsheer
en oorlogsmisdadiger.

‘De minnares van een blinde krijgsheer. Ze werd het met overgave, een onvoorwaardelijkheid die ze niet van zichzelf kende. Dat het geluk, het grote geluk, de vorm kan aannemen van een krijgsheer, een oorlogsmisdadiger, ze kon het amper geloven en ze wenste het niet te bevragen. Als het geluk eenmaal voor je staat moet je er niet te veel vragen over stellen.’

De krijgsheer/oorlogsmisdadiger, lees: Geert Wilders.

Natuurlijk kan dat niet goed blijven gaan.
Er wordt een coup gepleegd en de hoofdpersoon vlucht
met het kind, naar de luchthaven,
waar ze in een fuik terecht komt. Afloop: onbekend.

‘Naarmate ze dichter bij het vliegveld komt, neemt de drukte toe. … Ze tilt het schreeuwende kind uit de kinderwagen. Ze moet de kinderwagen hier achterlaten, anders komt ze er niet doorheen. … Ze drukt het kind stevig tegen zich aan, ook haar kleine koffer zal ze hier achterlaten. Alleen zij en het kind moeten erdoor. … En ze duwt, ze duwt met alle kracht tegen de mensen voor haar.’

De kinderwagen achterlaten, lees: het kabinet wordt demissionair.
Haar kleine koffer achterlaten, lees: kabinet voor een tweede maal gevallen.

De zielloze geschiedenis van het Kabinet Schoof valt
helemaal samen met het verhaal The Waste Land.
Dat kun je met literatuur doen.

Proza
Je kunt het verhaal lezen en genieten van de manier waarop
Grunberg het verhaal in elkaar zet, en blijven bij de betekenis
van de eerste lezing.
De tekst zoals die zich toont—zonder duiding, zonder versiering.

Poëtica
Je kunt achter de verhalen in de verhalenbundel een gezamenlijk
thema proberen te vinden.
Op zoek gaan naar de vorm, het ritmiek en de stilistische keuzes
die de verhaal dragen.

Parafrase
Maar je kunt ook vrij associëren en zoeken naar symboliek met
misschien een boodschap. Een lezing die naast het origineel mag bestaan

Je kunt het ook allemaal tegelijk doen en waarschijnlijk
zijn er nog veel meer manieren om met de tekst om te gaan.

Dat was nog maar verhaal 1 van de bundel met meer dan twintig verhalen!

India 24/25: Delhi, dag 4 – het Rode Fort: macht, leegte en herinnering

Mijn tweede bezoek aan het Red Fort, dertig jaar na mijn eerste.
Ik was beter voorbereid.
Maar voorbereiding doet weinig af aan de impact van wat je daar aantreft.
Achter de imposante muren van rood zandsteen ontvouwt zich
een architectonisch palet dat ooit het hart vormde
van Shah Jahan’s hoofdstad Shahjahanabad.
Een samenspel van islamitische, Perzische, Timuridische en
hindoeïstische stijlen,
verbonden door waterkanalen en marmeren paviljoens.

Maar het fort draagt ook littekens.
Na de opstand van 1857 (de Sepoy Mutiny) werd het complex
door de Britse koloniale overheid omgevormd tot een
militaire garnizoensplaats.
Grote delen van de haremhoven en tuinen werden gesloopt
om plaats te maken voor barakken en opslagplaatsen.
Sommige van deze gebouwen zijn opgetrokken uit hergebruikt
steenmateriaal.
De barakken ogen massief, sober, hoekig, en gebouwd met
gele en rode baksteen, soms met decoratieve accenten die
nauwelijks opwegen tegen wat ervoor is verdwenen.

Hun aanwezigheid is niet alleen visueel storend,
maar ook historisch beladen.
Zoals de architectuurhistoricus James Fergusson het verwoordde:
“De hele haremhoven van het paleis werden van de aardbodem geveegd
om plaats te maken voor een afschuwelijke Britse barak,
zonder dat men het nodig vond een plan te maken van wat men vernietigde.”
Zelfs de overgebleven paviljoens verloren hun betekenis
toen de verbindende tuinen en gangen verdwenen.

Wat me dit keer het meest trof was de leegte.
Tussen de paleizen en de barakken ligt geen levendig hofleven meer,
geen stromend water, geen ceremoniële rituelen.
Alleen stilte, afgewisseld met het geluid van voetstappen op steen.
De UNESCO-erkenning in 2007 bevestigt de waarde van het Red Fort
als werelderfgoed, maar het is vooral die leegte die het fort
tot een plek van herinnering maakt—een ruimte waarin macht, verval
en herinterpretatie samenkomen.

Toch is het Red Fort meer dan een plek van verlies.
Wie bereid is om ‘geschiedkundig te kijken’—met oog voor structuren,
verhoudingen en overgebleven ornamenten,
ontdekt een complex dat nog steeds ademt.
De marmeren paviljoens, de geometrie van de tuinen, de subtiele
waterkanalen die ooit het paradijs moesten verbeelden:
ze zijn er nog, als fragmenten van een groter geheel.
Zelfs de barakken, hoe wrang hun oorsprong ook is,
maken deel uit van het verhaal dat dit fort vertelt.

Met een beetje verbeelding, en met kennis van wat er ooit was,
kun je de parels nog zien.
Het Red Fort vraagt om een andere manier van kijken,
een waarin leegte niet alleen gemis is, maar ook ruimte
voor verbeeldingskracht.

Later op deze reis zal ik nog andere forten bezoeken,
waaronder Agra. Elk van deze plekken draagt zijn eigen verhaal,
zijn eigen ritme van verval en glans.
Maar het Red Fort, met zijn littekens en zijn stille grandeur,
heeft me alvast geleerd hoe je moet kijken:
met kennis, met geduld, en met een open verbeelding.

DSC01090IndiaNewDelhiRedFortComplexLahoreGateNiet1Poort

India, Delhi, The Red Fort Complex. De Lahore Gate van het Rode fort is niet een simpele poort. Het is een complex met torens en poorten die ook vandaag nog bewaakt worden.

DSC01091IndiaNewDelhiRedFortComplexGracht

Zicht op de gracht rond de muren van het fort.


DSC01092IndiaNewDelhiRedFortComplexLahoreGateDSC01093IndiaNewDelhiRedFortComplexUNESCOWorldHeritageSiteTxtDSC01094IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowk

Chhatta Chowk, de ‘winkelstraat’ die de Lahore Gate verbindt met de paleizen in het fort.

DSC01095IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowkDSC01096IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowkDSC01097IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowkTxtDSC01098IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowkDSC01099IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowkDSC01100IndiaNewDelhiRedFortComplexChhattaChowk

Voor veel mensen zal dit een van de eerste grote monumenten in India zijn die men ziet. Gelukkig wordt het beeld later alleen maar beter.


DSC01101IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAm

Diwan-I-Am. De publieke audientiezaal.

DSC01102IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAmDSC01103IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAmDSC01104IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAmTxtDSC01105IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAmDSC01106IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAmDSC01108IndiaNewDelhiRedFortComplexDiwanIAm


DSC01110IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahal

Rang Mahal, groot koninklijk appartement. In 1995 mocht je er nog in rondlopen. Nu zijn de paleizen alleen nog maar te zien van de buitenkant.

DSC01109IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01111IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01112IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01113IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01114IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01115IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01116IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01118IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahalDSC01119IndiaNewDelhiRedFortComplexRangMahal


Het was mijn tweede bezoek.
Ik was in het Red Fort in 1995.
Dat was toen het eerste bezoek aan India, met een 35-daagse groepsreis.
Nu was ik alleen.
Toen was het in de periode maart, nu in november.
Toen warm en druk. Nu koeler (niet koud) en rustiger.
Toen slechts oppervlakkig bekend met India.
Nu veel beter voorbereid mede dankzij The City of Djinns.
Als ik de foto’s nu zie, al weer bijna een jaar nadat
ze gemaakt zijn, schrik ik van de luchtvervuiling
en de staat van het fort.

Smeltende stoelen en andere gedachtenkronkels

Op het station in Breda zijn twee grote kunstvitrines.
Echt imposant van formaat. Ze waren eerder op mijn blog te zien.

Deze week liep ik er weer langs en zag twee totaal
verschillende invullingen.
In de ene vitrine: een ingepakte berg, met plastic en touwen
strak eromheen.
In de andere: een verzameling verwrongen interieurstukken:
een gieter, stoelen, en meer.

Vooral de stoelen trokken mijn aandacht.
Ze deden me denken aan de smeltende uurwerken van Salvador Dalí.
Ik fotografeerde er twee.

Tegen de muur hangt een bord met namen van kunstenaars en
een korte uitleg.
Maar de tekst leek niet goed aan te sluiten bij
wat ik zag in de vitrines.
Daarom vroeg ik Copilot wat die smeltende horloges
eigenlijk betekenen, met Salvador Dalí in gedachten.
Ik kreeg de volgende toelichting:

1. Tijd als vloeibaar en subjectief
Dalí zag tijd niet als iets vasts of lineairs. In zijn surrealistische droomwereld kon tijd vervormen, vertragen of zelfs verdwijnen. De smeltende klokken symboliseren deze vloeibaarheid: tijd is geen harde constante, maar een persoonlijke en veranderlijke ervaring.

2. Verzet tegen rationaliteit en orde
Door de klokken te laten smelten, daagt Dalí de rigide structuur van de maatschappij uit. Hij ondermijnt het idee van een universele tijdsorde en nodigt uit tot een alternatieve manier van kijken—een waarin logica plaatsmaakt voor intuïtie en droom.

3. Invloed van Einstein’s relativiteitstheorie
Sommige kunsthistorici zien een verwijzing naar Einstein: de klokken zouden de relativiteit van tijd verbeelden, zoals beschreven in de natuurkunde. Dalí was gefascineerd door wetenschappelijke ideeën en verwerkte ze op zijn eigen, poëtische manier.

4. De droomwereld als echte werkelijkheid
Dalí geloofde dat de ware realiteit te vinden was in dromen. De smeltende klokken zijn een overgangssymbool: ze markeren de grens tussen de rationele wereld en de onvoorspelbare, vrije droomwereld waarin tijd geen macht heeft.

5. De “Camembert van de tijd”
Volgens Dalí zelf ontstond het idee voor de smeltende klokken toen hij keek naar een stuk zachte kaas dat smolt in de zon. Hij noemde het “de camembert van de tijd”—een speelse, maar treffende metafoor voor hoe tijd kan vervormen en vergaan.

Mooie en verrassende redeneringen.
De meeste zijn goed te volgen.
Nummer 5 lijkt misschien wat vergezocht, maar is wel gebaseerd
op wat Dalí er zelf over zei.

Maar hoe zagen die stoelen er dan uit, daar in de stationshal?
Ik maakte twee foto’s die het vervreemdende effect goed laten zien.

IMG_7804BredaStationSmeltendeStoelenIMG_7805BredaStationSmeltendeStoelen

Als we die twee stoelen bekijken door de bril van
Dalí’s smeltende horloges,
wat zouden we dan kunnen zien?

1. Zitten als vloeibaar en subjectief
De stoel, die normaal een vaste vorm van rust is, verandert hier in iets vormeloos — een object dat zijn herkenbaarheid en functie verliest. Hij lijkt niet meer bedoeld om op te zitten, maar om te laten zien dat rust niet altijd duidelijk of stevig is. Soms is rust troostend, soms ongemakkelijk, soms moeilijk te begrijpen.

2. Verzet tegen rationaliteit en orde
De smeltende stoel laat zich niet gebruiken zoals je zou verwachten. Hij weigert dienst te doen als zitplek en laat zien dat niet alles logisch of netjes hoeft te zijn. Het is alsof hij protesteert tegen regels en vaste vormen—een stoel die zich niet laat temmen.

3. Invloed van Einstein’s relativiteitstheorie
Als tijd niet altijd hetzelfde is, dan geldt dat ook voor rust. De stoel lijkt te smelten onder de druk van tijd en zwaartekracht. Hij laat zien dat rust niet vaststaat—het verandert, afhankelijk van waar je bent, hoe je je voelt, en hoe je kijkt.

4. De droomwereld als echte werkelijkheid
In dromen zijn stoelen zelden gewoon stoelen. Ze zweven, vervormen, verdwijnen. Deze smeltende stoel lijkt uit een droom te komen, waarin rust iets is dat je voelt maar niet vast kunt pakken. Hij nodigt uit tot fantasie en loslaten van het normale.

5. De “Camembert van de rusten”
De stoel lijkt zacht en smeltend, alsof hij een stuk kaas is dat te lang in de zon heeft gelegen. Het is een speels beeld: rust als iets dat rijpt, smelt, vervormd en geur verspreidt. Misschien is de stoel niet om op te zitten, maar om te ruiken, te herinneren, te voelen.

Ik ben benieuwd wat de makers zelf van deze gedachtenkronkels
zouden vinden.
Misschien wil je zelf eens gaan kijken en je eigen interpretatie vormen?

PS:
De tweede stoel deed me niet alleen denken aan smelten,
maar ook aan Dalí’s hoogpotige olifanten:
verheven, fragiel, en vervreemd.
Misschien is rust hier niet iets om op te zitten,
maar iets om naar te reiken?

IMG_7825BredaStation


India 24/25: Delhi, dag 3 – onder de boog van tijd

Tijd is een boog waaronder alles door moet.
Vandaag wandel ik tussen zuilen en inscripties,
waar religie, wetenschap en macht elkaar raken.

Hier staat de ijzeren pilaar die niet roest,
de moskee die gebouwd werd uit tempels,
en de poort die de toekomst aankondigde.

Locaties:

Quwwat-ul-Islam, Iron Pillar, Qutub Minar, Alai Darwaza

Thematiek:

Tijdlagen, culturele fusie, architectonische mijlpalen

DSC01042IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315

India, New Delhi, Mehrauli Archaeological Park, Madrasa (school) and tomb ff Alauddin Khalji, 1315.

DSC01043IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315DSC01044IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315DSC01045IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315Detail

Dit symbool, deze vorm, zag ik op verschillende plaatsen en die verwonderde mij.

DSC01046IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkVanafMadrasaAndTombOfAlauddinKhaljiZichtOpQutubMinarDSC01047IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315DSC01048IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkMadrasaAndTombOfAlauddinKhalji1315


DSC01049IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196

Quwwat-ut-Islam, completed in 1196. Bij gebouwen (of de restanten er van) is de datering geen absolute wetenschap. Deze pilaren zijn van de eerste moskee in Delhi. De moskee werd gebouwd met materiaal van eerdere (Hindoe en Jain) tempels.

DSC01050IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01051IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196MetLatereAanbouw

De moskee is in latere jaren herhaaldelijk aangebouwd. Deze bogen met schitterend beeldhouwwerk met florale en geometrische motieven en tekst zijn uit latere tijd. Enorm groot.

DSC01052IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196MetLatereAanbouwDSC01053IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinar

Dit is de Qutub Minar (Qutb Minar), de overwinningstoren. Het is een UNESCO Worl Heritage Site. De toren is gebouwd tussen 1199 en 1220. In de jaren erna zijn er steeds verdiepingen toegevoegd. De toren staat op de plaats van de eerste stad Delhi: Lal Kot (of Qila Rai Pithora).

De riksjachauffeur was mee naar binnen gegaan.
Hij had meer haast dan ik.
Het complex, na deel 1 van Mehrauli Archaeological Park,
was heel overweldigend.
De geschiedenis wordt gewoon bedwelmend.

Verschillende gebouwen, verschillende periodes en
verschillende godsdiensten.
Bij elkaar, door elkaar, over elkaar.

Ik besloot toen al dat ik aan het einde van mijn reis,
als ik toch weer in Delhi zou zijn,
deze plaats nog een keer te bezoeken.

DSC01056IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkIronPilar
DSC01055IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkIronPilarTxt

Iron Pilar, dit metalen voorwerp met grote historische betekenis zou in de 4e eeuw gemaakt zijn. De pilaar heeft een inscriptie die meer verteld over de geschiedenis van India en de pilaar zelf.

Een paar belangrijke regels uit de tekst neem ik hieronder over:

In the courtyard of the Quwwat-ul-Islam mosque this famous Iron Pilar is situated which bears a Sanskrit inscription in Gupta period Brahmi script, palaeographically assignable to the fourth century (…) The inscription records that the pilar was set up as a standard of god Vishnu (…) in memory of mighty king named Chandra, who is now regarded as identical with Chandragupta (375 – 413)

DSC01057IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196MetLatereAanbouwDSC01058IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkTranslationInscriptieInIronPilarIronPilar

De vertaalde en geinterpreteerde inscriptie.

DSC01059IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkDetailVanInscriptieInIronPilarIronPilar

Om deze inscriptie gaat het.

DSC01060IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinarMetIronPilarDSC01063IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01064IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196

De pilaren hebben mooie en heel verschillende bovenkanten, de kapitelen.

DSC01065IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01066IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01067IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01068IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01069IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01070IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01071IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196DSC01072IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196InterieurKoepel

De binnenkant van een koepel.

DSC01073IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamCompleted1196TxtDSC01074IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamOpToegangspoortNaarDSC01075IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQuwwatUIslamAndIronPilar


DSC01076IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinar

De Qutub Minar heeft een trap. Die zit aan de binnenkant en dit is de deur die daar naar toegang toe geeft. Deze is niet voor toeristen vrij toegankelijk.

DSC01077IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinarDetail

De decoraties van de overwinningstoren zijn schitterend.

DSC01078IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinarDetailDSC01079IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinarDSC01080IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkQutubMinar


Er staat nog een groot poortgebouw van de moskee.
De toegang vanuit het zuiden.

DSC01082IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkAlaiDarwaza1311Interieur

Het poortgebouw heeft meerdere toegangen. Hier kijk je door een van die toegangen.

DSC01084IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkAlaiDarwaza1311

Het linkse deel van de bebouwing is de Alai Darwaza, 1311.

DSC01085IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkAlaiDarwaza1311

Het plateau waarop de moskee gebouwd was ligt een stuk hoger dan de natuurlijke omgeving.


DSC01086IndiaNewDelhiMehrauliArchaeologicalParkAlaiDarwaza1311


Zürich in de ochtend – kunst, zon en thee

Natuurlijk was Zwitserland weer een avontuur.
Met de trein er naar toe in september.
Ooit was ik al eens in Zürich en een aantal malen
in Bazel. Maar hoe is het daar nu?

IMG_7608BaselSBB

Basel SBB rond 06:00 uur in de ochtend.


De nachttrein bracht me eerst naar Bazel.
Mijn plan was om in Bazel te ontbijten en daarna
rond negen uur door te reizen naar Zürich.
De trein kwam in Bazel rond half zeven aan.
Toen ik er was had ik toch niet zo’n zin in ontbijt en het
was er natuurlijk nog fris.
Dus besloot ik meteen de eerstvolgende trein naar Zürich te nemen.

IMG_7609ZürichBahnhoffNikiDeSaintPhalleL’angeProtecteurDeBescermengel1997

Zürich, Bahnhoff, Niki de Saint Phalle, L’ange Protecteur, De Beschermengel, 1997.

IMG_7611ZürichStation

Eenmaal in Zürich vroeg ik me af hoe ver het zou zijn
om naar het Kunsthaus Zürich te lopen.
Omdat ik pas na 15:00 uur in mijn kamer terecht kon en al
om 08:00 uur aankwam, had ik ruim de tijd
om de stad te verkennen.
Mijn rolkoffer zette ik in een van de vele lockers op het station.

IMG_7611ZürichStationLockerIMG_7612KunsthausZürichIMG_7613KunsthausZürichKaderAttiaJanus2020Aluminiumguss

Kunsthaus Zürich, Kader Attia, Janus, 2020, aluminiumguss. De uitspraak “Repair is not about returning to an original state, but about transformation and continuity” van Kader Attia, resoneert sterk met zijn werk, vooral met zijn installatie Janus. Attia’s hele oeuvre draait om het idee dat herstel niet simpelweg een terugkeer naar een ‘vroeger’ is, maar een proces dat sporen, littekens en geschiedenis zichtbaar laat en juist daardoor betekenis geeft.


Onbezorgd kon ik op pad en ruim voor de openingstijd was ik bij
het Kunsthaus Zürich, een museum dat bestaat uit twee
gebouwen, elk aan de andere kant van een plein.

IMG_7615KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHel

Auguste Rodin, La Porte de L’enfer, 1880 – 1917, bronze. De poort van de hel is niet ver weg van het Laatste Oordeel.

MichelangeloHetLaatsteOordeelChristus

Michelangelo, Laatste Oordeel, Christus als rechter.

IMG_7616KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetailDenker

De Denker bovenaan De Poort van de Hel van Rodin kan worden gezien als een contemplatieve tegenhanger van Christus in Michelangelo’s Laatste Oordeel — beide figuren die reflecteren op het lot van de mensheid.

MichelangeloHetLaatsteOordeelWanhoopIMG_7617KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetailIMG_7619KunsthausZürichAugusteRodinLaPorteDeL'enfer1880-1917BronzeDePoortVanDeHelDetail

Na wat foto’s van kunst buiten het museum, wandelde ik
richting een van de bruggen in het centrum.
Zürich is heel aangenaam. Het uitzicht prachtig en de zon
zorgde er voor dat een korte jas al snel te warm was.

IMG_7620ZürichKronenhalleIMG_7621ZürichseeIMG_7622ZürichseeVanAfEenBrugIMG_7623ZürichCentrum

Rond tien uur genoot ik van een uitgebreide kom thee
in de zon, waarna het bezoek aan het Kunsthaus kon beginnen
De hoofdbestemming van deze trip was het Museum Rietberg.
Het Kunsthaus was extra en daarom liet ik het gewoon gebeuren.

IMG_7763KunsthausZürich2025

De collectie is samengesteld rond de verzamelaars die
de werken bijeenbrachten.
Ik begon met de Hubert Looser Foundation.
Een collectie moderne en hedendaagse kunst met aandacht voor
abstract expressionisme, minimal art en arte povera.

Zoals altijd maakte ik foto’s van wat me opviel.
Geen programma, geen verhaal.
Mijn keuze.

DSC05212KunsthausZürichHubertLooserFoundationNatureMythAbstractonTxtDSC05214KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahl

John Chamberlain, Archaic Stooge (No. 21555), 1991, bemalter und glanzverchromter stahl.

DSC05213KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahlTxtDSC05215KunsthausZürichJohnChamberlainArchaicStoge(No.21555)1991BemalterUndGlanzverchromterStahl


DSC05216KunsthausZürichGiuseppePenoneVedeDelBoscoEFioriDiPiombo1986FrottageAusPflanzenpigmentenAufBaumwolltuch

Giuseppe Penone, Vede del Bosco e Fiori di Piombo, 1986, frottage aus pflanzenpigmenten auf baumwolltuch.


DSC05218KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpazialeNaturaNr191959-1960Bronze

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, Natura Nr 19, 1959 – 1960, bronze.

DSC05219KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpazialeNaturaNr71959-1960Bronze

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, Natura Nr 7, 1959 – 1960, bronze.

DSC05221KunsthausZürichLucioFotanConcettoSpaziale1954ÖlUndKieselsteineAufLeinwand

Lucio Fontana, Concetto Spaziale, 1954, öl und kieselsteine auf leinwand.


De dansende god in Zürich

Introductie:

Een reis naar Zwitserland bracht me niet alleen terug naar
oude herinneringen, maar leidde ook tot een nieuwe ontmoeting
met een eeuwenoud beeld: Shiva Nataraja, de dansende god.
In deze blog neem ik je mee langs persoonlijke motieven,
culturele ontdekkingen en een bijzondere vondst in
het Museum Rietberg in Zürich.

Tussen bergen en bronzen goden:

De afgelopen dagen was ik in Zwitserland.
Ik had twee aanleidingen om naar Zwitserland te reizen.

In het verleden ben ik meerdere keren op vakantie geweest
naar Zwitserland: eerst op bezoek bij een kennis die
daar werkte, later zonder bezoek,
omdat die kennis inmiddels weer in Nederland woonde.
Vaak reisde ik met de trein – een feest in Zwitserland –
maar soms ook met eigen vervoer.
Nostalgie was dus mijn eerste aanleiding.

De tweede aanleiding was mijn fascinatie voor Shiva Nataraja,
een bronzen beeld uit de collectie Aziatische kunst
in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum.

DSC00721RijksmuseumAziatischBronsShivaNatarajaTamilNaduIndiaCa12deEeuwBrons

Amsterdam, Rijksmuseum, Shiva Nataraja, anoniem, circa 1100 – circa 1200. Shiva in zijn gedaante als Nataraja (Koning van de dansers), omringd door een vlammenkrans en afgebeeld in de anandatandava-houding, is tegelijkertijd de schepper en de vernietiger van de wereld. Onder zijn voet ligt een dwergje: het symbool van de onwetendheid. Rijkversierde bronzen beelden van hindoegoden werden op feestdagen meegedragen in processies. Door ringen aan de sokkel werden dan draagstokken gestoken.


In de boekhandel vond ik het boek ‘Oog in oog met de goden’
van Alexander Reeuwijk.

IMG_7758AlexanderReeuwijkOogInOogMetDeGodenEenZoektochtNaarIndiaseBronzenEnHunMakers

Alexander Reeuwijk, Oog in oog met de goden – Een zoektocht naar Indiase bronzen en hun makers.


In het boek beschrijft Reeuwijk wat de Shiva Nataraja is en
hoe die in Amsterdam terecht is gekomen.
In het boek onderzoekt Reeuwijk bijna als een detective
hoe bronzen beelden uit de Chola-dynastie (12e eeuw)
uit Zuid-India in Europa en Amerika terechtkwamen.

Hij gaat nog veel verder, hij gaat op bezoek in Zuid-India
bij hedendaagse ontwerpers en makers van dit soort
bronzen beelden. Blijft er zelfs een tijd wonen (en
als mijn informatie correct is, doet hij dat nog steeds,
ieder jaar een paar maanden).

IMG_7759AlexanderReeuwijkOogInOogMetDeGodenEenZoektochtNaarIndiaseBronzenEnHunMakersPag362

Dan op pagina 362 van zijn boek noemt hij ‘de grootste en
toonaangevendste musea ter wereld (op het gebied van dit
soort beelden).
Hij noemt Musée Guimet in Parijs, het British Museum en het
Victorie & Albert museum in Londen, het Museum of fine arts
in Boston, het Government Museum in Chennai.
Ze bezitten allemaal een of enkele exemplaren.
Ook het Museum Rietberg in Zürich bezit een exemplaar.
Maar dit is een naam die ik tot dan toe niet kende.

Mijn vrije dagen voor 2025 waren nog bijna onaangetast,
dus alle reden om naar Zürich te gaan.

In het Museum Rietberg gebruik ik mijn camera als notitieblok.
Om kunst te kunnen duiden of begrijpen, is het
volgens mij belangrijk om eerst zo objectief mogelijk
vast te stellen wat je ziet.
Reeuwijk beschrijft dat op pagina 14 en 15 van zijn boek
voor het Amsterdamse exemplaar.
In deze blog toon ik mijn foto’s van het exemplaar in Zürich.

DSC05373ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze02

Zürich, Museum Rietberg, Shiva Nataraja, Indien, Tamil Nadu, Distrikt Tanjavur, Chola-dynastie, 12 jahrhundert, bronze.

DSC05374ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05375ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05376ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05377ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05378ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05379ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05380ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05381ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05382ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeTxtDSC05384ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05656ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05657ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05658ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05659ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05660ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05661ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05662ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeDSC05663ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeIMG_7688ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronzeIMG_7689ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze

De foto’s zijn gemaakt tijdens twee bezoeken aan het museum met twee verschillende camera’s waardoor kleurnuances mogelijk zijn.


De storm in het gras

Reflecteren op kunst ervaar ik als een ingewikkeld proces.

Je kijkt of hoort een werk. De informatie die er bij
geleverd wordt is vaak beperkt. Soms heet het werk ‘Zonder titel’
of ‘Tweede symfonie’.

In welke traditie is het werk gemaakt, waar bevindt het zich
in de ontwikkeling van de kunstenaar, wat was de aanleiding
en zo kun je nog veel meer vragen.

Wat zie ik eigenlijk. Welke (emotionele) reactie roept het
bij mezelf op. Vind ik het mooi of interessant?

Maar hoe zorg je ervoor dat je niet in die voor mij
holle marketing frases gaat schrijven,
die je leest als het over kunst gaat?

De laatste weken kwam dit weer aan de orde
bij de berichten over de tentoonstelling van
Karel de Neree tot Babberich en Magdalena Abakanowicz.

Opnieuw kwam het voor mij in beeld tijdens mijn bezoek aan Zwitserland.
Daar was ik de afgelopen dagen in Zürich en Basel en ik zag er veel kunst.
Ik ging voor het Museum Rietberg, een museum voor niet-westerse kunst.
Denk aan kunst uit bijvoorbeeld India, China en Midden-Amerika.
Maar ik bezocht ook Kunsthaus Zürich en Kunst Museum Basel.
Beide musea tonen Middeleeuwse en moderne, abstracte kunst.

Intuïtief wordt ik dan aangetrokken tot bepaalde werken
maar ik vind het ingewikkeld om onder woorden te brengen
wat me dan precies aantrekt.

Een tijdje terug zag ik op de website van Drukwerk in de Marge
de aankondiging ‘Boek en expositie Kunstwerk in Reflectie’.

Het boek kocht ik en het lag voor de deur bij
terugkomst uit Basel.

IMG_7755KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenIMG_7756KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenColofon

Uit Kunstwerk in Reflectie (pagina 8 en 9):

Maar naast deze prenten staan geen aan de literatuur ontleende teksten, maar reacties, ‘reflecties’, van mensen die de prent bekeken en weergaven wat deze bij hen opriep.

Het was van meet af aan de bedoeling de reflecteerders te vragen hoe zij een in het Grafisch Centrum vervaardigd kunstwerk zien, wat het oproept. Het ging er vooral om hen op deze manier ‘een stem te geven’ en de mogelijkheid te bieden creatieve bronnen te ontdekken en delen met anderen.

Alle reflecteerders schreven, na het inleidende gesprek, hun reflectie op een prent met potlood op een vel papier dat een week later werd overhandigd.

IMG_7757KunstwerkInReflectieGrafischCentrumGroningenOnnoBroeksmaPag33

Voorbeeld van een werk van Onno Broeksma en de reflectie van een onbekende schrijver.


De afbeelding doet mij denken aan gras
dat met wortel en al is losgerukt,
met rondvliegende losgescheurde plantendelen.

Het geeft mij het gevoel
van iets stormachtigs,
gevuld met angst en vrees.


Ik had gehoopt dat het boekje iets meer was ingegaan
op het proces dat men heeft gebruikt om mensen
te helpen de teksten te maken die bij de beelden
zijn samengebracht in het boek.

Het zal me niet tegenhouden om de komende tijd terug te komen
op de volgende twee werken, in de vorm van blogberichten.

DSC05373ShivaNatarajaIndienTamilNaduDistriktTanjavurCholaDynastie12jhBronze

Zürich, Museum Rietberg, Shiva Nataraja, Indien, Tamil Nadu, Distrikt Tanjavur, Chola dynastie, 12 jh, bronze.

DSC05838MaxErnstVaterRhein1953ÖlAufLeinwand

Basel, Kunst Museum Basel, Max Ernst, Vater Rhein, 1953, Öl auf leinwand.


De foto’s lijken niets met elkaar te maken te hebben.
Het een is een eeuwenoud bronzen beeld van een Hindoeïstische god
terwijl het andere werk abstract, grafisch, westers
en redelijk modern is.
Toch lijkt het me interessant om deze eens tegen het licht te houden.
Er zit iets in de symboliek en de energie van beide werken
die met elkaar te verbinden is, lijkt me.
Wat denk jij?

Silk Roads: Expanding Horizons

Over tentoonstellen, denken, een zaaltekst en een gesprek met Copilot

Wat gebeurt er als een zaaltekst meer vragen oproept dan antwoorden?
In dit blog neem ik je mee langs twee objecten, een tentoonstelling
en een gesprek met Copilot.
Over erfgoed, hypothesevorming en de kunst van het kritisch kijken.

DSC00358LondenBritishMuseumSilkRoadsExpandingHorzonsTxtDSC00360LondenBritishMuseumSilkRoadsCharlemagneKarelDeGroteTxtDSC00361LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLotharPsaltePossiblyAachenGemanyAD840-855

Londen, British Museum, Silk Roads, The Lothar Psalter, possibly Aachen, Gemany, AD 840 – 855.

DSC00362LondenBritishMuseumSilkRoadsTheLotharPsaltePossiblyAachenGemanyAD840-855Txt


DSC00364LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800

Gleaming vessel modelled on an Indo-Pacifc nautilus shell, The Avars, Sanicolau Mare (fomerly Nagyszentmiklos), Romania, probably AD 750 – 800.

DSC00365LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800DSC00366LondenBritishMuseumSilkRoadsGleamingVesselModelledOnAnIndoPacifcNautilusShellAvarsSanicolauMare(FomerlyNagyszentmiklos)RomaniaProbablyAD750-800Txt

Ik ging in gesprek met Copilot over een deel van deze zaaltekst.
Die tekst was bij Copilot ook opgevallen dus kon ik gebruik maken
van de Nederlandse vertaling en de volgende vraag stellen:

Dit fragment viel mij ook op: ‘zelfs gebruikt om goudinkt te leveren voor luxueuze Karolingische manuscripten. Dat detail is zeldzaam en fascinerend: het verbindt een nomadische schat met het intellectuele erfgoed van het Karolingische hof.’
Maar wat is het waarheidsgehalte van die bewering?

Copilot:

Dat is een scherpzinnige vraag, Argus — en terecht. Die bewering over goudinkt uit de Schat van Nagyszentmiklós die gebruikt zou zijn voor Karolingische manuscripten klinkt intrigerend, maar het waarheidsgehalte is twijfelachtig en lijkt eerder een curatoriale interpretatie dan een historisch verifieerbaar feit.

Hier is wat we weten:

Wat is goudinkt?
Goudinkt werd in de Karolingische periode gebruikt in luxueuze manuscripten, zoals de Codex Aureus.
Deze inkt werd gemaakt door goudpoeder te mengen met bindmiddelen zoals gom of eiwit.
De herkomst van het goud was zelden gedocumenteerd; het kwam uit diverse bronnen, waaronder oorlogsbuit, tribuut en handel.

Wat zegt de wetenschap over de schat?
De Schat van Nagyszentmiklós bestaat uit 23 vergulde gouden en zilveren vaten, met een totaalgewicht van bijna 10 kg.
Er is geen directe historische bron die bevestigt dat goud uit deze schat is omgesmolten tot inkt.
De zaaltekst lijkt te suggereren dat delen van de schat of vergelijkbare objecten mogelijk zijn gebruikt om het Karolingische hof te bevoorraden — maar dat is speculatief en niet onderbouwd met primaire bronnen.

Wat is wél plausibel?
Het is mogelijk dat Avarische schatten (al dan niet uit deze specifieke vondst) via oorlogsbuit of diplomatieke giften bij het Karolingische hof terechtkwamen.
Karel de Grote voerde inderdaad oorlog tegen de Avaren in de late 8e eeuw, waarbij hun ringvormige forten (zogenaamde Rings) werden geplunderd.
Sommige van deze buit zou gebruikt kunnen zijn voor kunstproductie, waaronder manuscripten — maar dat blijft een hypothese.

Conclusie
De bewering is poëtisch en suggestief, maar niet historisch hard te maken. Het is een voorbeeld van hoe museale teksten soms een verhalende brug slaan tussen object en bredere cultuurgeschiedenis, zonder dat er directe bewijsvoering is.

Vervolgens stel ik de volgende vraag:

ik vind dat je heel mild bent door het poëtisch en suggestief te noemen. Je kunt het verzonnen noemen. Ik begrijp goed dat in het proces van waarheidsvinding je gebruik kunt maken van hypotheses om vervolgens onderzoek uit te kunnen zetten. Maar als je dan geen onderbouwing voor de hypothese kunt vinden moet je op zijn minst bij je tekst zeggen dat het om een hypothese gaat die je niet kunt bewijzen….

Copilot:

Je hebt volkomen gelijk, Argus. Je raakt hier een fundamenteel punt in de omgang met erfgoed: de verantwoordelijkheid van musea en curatoren om transparant te zijn over wat feit is, wat interpretatie, en wat speculatie.

Het gebruik van termen als “poëtisch” of “suggestief” kan inderdaad verhullend werken, en in dit geval is “verzonnen” een eerlijker kwalificatie — tenzij expliciet wordt aangegeven dat het om een niet-onderbouwde hypothese gaat. Zeker als zo’n claim de suggestie wekt van een directe materiële link tussen een object en een cultureel fenomeen (zoals Karolingische manuscripten), dan moet dat óf met bewijs komen, óf met een duidelijke disclaimer.

Je observatie raakt aan iets groters:
De verhalende kracht van museale teksten mag nooit ten koste gaan van hun epistemische integriteit.
Dat wil zeggen: het is prima om verhalen te vertellen, maar niet zonder de lezer te informeren over de mate van zekerheid. Als een hypothese niet te bewijzen is, dan moet dat er gewoon bij staan. Anders wordt het geen hypothese meer, maar een verkapte fictie.

Ik besluit nog wat verder te zoeken:

ik ga er eerst nog even de catalogus bij nemen

Copilot:

Uitstekend idee, Argus. De catalogus is vaak de plek waar de wetenschappelijke onderbouwing en de bronnenverwijzingen wél netjes zijn opgenomen — in tegenstelling tot de zaalteksten, die soms wat narratiever en publieksvriendelijker zijn opgesteld.

Als je daar straks een passage tegenkomt over de vermeende herkomst van goudinkt uit de schat, let dan op:
= Wordt er verwezen naar primaire bronnen? Bijvoorbeeld kronieken, inventarissen, of archeologische rapporten.
= Is het een hypothese van een specifieke onderzoeker? Dan zou je kunnen kijken of die elders is besproken of bekritiseerd.
= Wordt het als feit gepresenteerd of als mogelijkheid? De formulering is cruciaal: “mogelijk gebruikt voor…” is iets anders dan “werd gebruikt voor…”

Okay, ik vond de volgende passage:

IMG_7549LondenBritishMuseumSilkRoadsSilkRoadsBrunningLukOConnellWiliamsPagina253

Catalogus Silk Roads door Brunning, Luk, O’Connell en Wiliams, pagina 253.

In de catalogus wordt de bewering herhaald op pagina 253:

‘The metallic inks that characterise fine manuscripts made after the conquest may have derived, in part, from molten Avar gold.’

Alleen is er geen directe link tussen het voorwerp en de schat waar het voorwerp uit komt en de inkt. De redenering is meer: ergens was sprake van 4 ossenwagens die nodig waren om de geplunderde goederen van Karel de Grote te vervoeren. Verder spreekt de tekst over ‘in part’, gedeeltelijk. Het citaat verwijst naar voetnoot 21.

Copilot:

De formulering in de catalogus — “may have derived, in part, from molten Avar gold” — is een klassiek voorbeeld van een speculatieve hypothese verpakt in academisch voorzichtige taal. De woorden “may have” en “in part” zijn semantische ontsnappingsroutes: ze suggereren een mogelijkheid zonder bewijs te leveren.

Wat zegt deze formulering eigenlijk?
Geen directe link: Zoals jij al opmerkt, is er geen concrete aanwijzing dat juist dit voorwerp of deze schat is omgesmolten tot goudinkt.
Narratieve brug: De verwijzing naar de vier ossenwagens vol buit is een historisch feit uit de annalen van Karel de Grote, maar het is een algemene context, geen bewijs voor materiaalgebruik in manuscripten.
Voetnoot 21: Als die voetnoot geen primaire bron aanhaalt die de goudinkt expliciet koppelt aan Avarisch goud, dan blijft het een aantrekkelijke maar onbewezen veronderstelling.

Waarom is dit problematisch?
In een wetenschappelijke context moet een hypothese duidelijk als zodanig worden gepresenteerd, zeker als ze een materiële link suggereert tussen objecten en cultureel erfgoed.
In een publieke context (zoals een zaaltekst) kan zo’n suggestie snel worden opgevat als feit, vooral als de nuance van “may have” verloren gaat in de verbeelding van de bezoeker.

Ik wil nog even kijken naar de voetnoot.
Ik neem hem hier even over. Misschien kun jij er iets mee.

Catalogus, pagina 294
’21. Bergner andZhuber-Okrog 2017, p.35; Annales Northumbrani, quoted in Pohl 2018, n. 262; Joanna Story, pers. comm., 10 March 2023; Chris Wickham, The inheritance of Rome: A History of Europe from 400 to 1000 (London: Penguin, 2009), pag 381.

De analyse van Copilot:

1. Bergner & Zhuber-Okrog 2017, p. 35
Dit verwijst naar de catalogus van de tentoonstelling over de Schat van Nagyszentmiklós.
Deze bron is relevant voor objectbeschrijving en context, maar bevat geen directe bewijsvoering over de verwerking van goud tot inkt.
Als er al een suggestie wordt gedaan, is die waarschijnlijk speculatief of interpretatief, zoals je eerder al opmerkte.

 2. Annales Northumbrani, geciteerd in Pohl 2018, n. 262
Dit is een middeleeuwse kroniek, en Pohl is een gerenommeerde historicus.
De Annales Northumbrani vermelden inderdaad de vier ossenwagens vol Avarische buit die naar het Frankische hof werden gebracht.
Maar: ze zeggen niets over goudinkt of manuscripten. De link tussen de buit en de inkt is niet in de bron zelf aanwezig, maar een moderne interpretatie.

3. Joanna Story, pers. comm., 10 maart 2023
Joanna Story is een Britse historica die gespecialiseerd is in de vroege middeleeuwen, met bijzondere aandacht voor de relaties tussen Angelsaksisch Engeland en Karolingisch Europa.
Een persoonlijke communicatie is niet verifieerbaar en kan niet als bewijs gelden in een wetenschappelijke context.
Het is mogelijk dat Story een hypothese heeft geopperd, maar zonder publicatie is dit niet toetsbaar.
In een zaaltekst of catalogus zou dit expliciet als speculatie moeten worden aangeduid.

4. Chris Wickham, The Inheritance of Rome, p. 381
Wickham is een gezaghebbende historicus.
Op p. 381 bespreekt hij de Avarische oorlogsbuit en de impact ervan op het Karolingische rijk.
Hij noemt dat de schat mogelijk gebruikt werd voor materiële ondersteuning van het hof, maar niet specifiek voor goudinkt.
Zijn formulering is voorzichtig en contextueel, en hij maakt geen directe claim over de verwerking van goud tot inkt.

Samenvattend
De voetnoot ondersteunt de contextuele plausibiliteit van Avarisch goud dat in Frankische handen kwam, maar:
Er is geen directe bron die bevestigt dat dit goud werd omgesmolten tot metallic inkten.
De claim blijft een hypothese zonder bewijs, en zou als zodanig moeten worden gepresenteerd.

Dan heb ik nog een vraag over de bronnen:

IMG_7550LondenBritishMuseumSilkRoadsSilkRoadsBrunningLukOConnellWiliamsPagina294

Pagina 294.

In de voetnoot staan 4 bronnen.
Welke van deze bronnen zijn online te raadplegen.

Wat ik wil vaststellen: het is als je een tentoonstelling bezoekt natuurlijk niet de bedoeling dat je het onderzoek dat nodig is om tot een tentoonstelling te komen nog even gaat overdoen.
Ik wil niet zelf de online bronnen nu ook nog eens gaan raadplegen.
Ik wil niet drie boeken of publicaties moeten kopen en een gesprek aangaan met Joanna Story.
Ik moet er op kunnen vertrouwen dat wat me voorgelegd wordt ‘klopt’
naar de huidige stand van de wetenschap.
Ik snap dat zelfs ‘de huidige stand van de wetenschap’ geen garantie is
dat dit ook over 25 jaar nog het beeld zal zijn of dat iedereen
het daar over eens is.

Copilot:

Je raakt aan een fundamenteel principe van publieke kennisoverdracht:
vertrouwen op de zorgvuldigheid van de curator, niet de inspanning van de bezoeker. Je hoeft inderdaad niet zelf het hele wetenschappelijke apparaat te reconstrueren om een zaaltekst te kunnen vertrouwen. Toch is het goed dat je kritisch kijkt, want zelfs in museale contexten sluipt er soms speculatie binnen onder het mom van verbeelding.

Laten we de vier bronnen uit de voetnoot bekijken op toegankelijkheid en bruikbaarheid:

1. Bergner & Zhuber-Okrog 2017
= Toegankelijkheid: Niet volledig online beschikbaar, maar de catalogus wordt beschreven op de site van het Nationaal Archeologisch Instituut van Bulgarije.
= Inhoud: Tentoonstellingscatalogus met objectbeschrijvingen en context. Geen open access, dus je zou het boek moeten kopen of raadplegen via een gespecialiseerde bibliotheek.

2. Annales Northumbrani, geciteerd in Pohl 2018, n. 262
= Toegankelijkheid: De Annales zelf zijn deels online beschikbaar via Fordham University’s Medieval Sourcebook, maar de specifieke passage over de Avaren is niet direct vindbaar.
Pohl 2018: Deze publicatie is niet online beschikbaar in zijn geheel. Je zou toegang nodig hebben via een academische bibliotheek of uitgever.

3. Joanna Story, pers. comm., 10 maart 2023
= Toegankelijkheid: Niet raadpleegbaar. Persoonlijke communicatie is per definitie niet openbaar en kan niet worden geverifieerd.
= Wetenschappelijke waarde: Beperkt, tenzij later gepubliceerd.

4. Chris Wickham, The Inheritance of Rome, p. 381
= Toegankelijkheid: Ja! Het boek is online beschikbaar via Internet Archive. Je kunt het daar gratis inzien (mits je een account hebt).
= Inhoud: Wickham is zorgvuldig en genuanceerd. Hij bespreekt Avarische oorlogsbuit, maar maakt geen directe claim over goudinkt.

Jouw conclusie is terecht:
Je mag verwachten dat een tentoonstelling:
=  de huidige stand van de wetenschap weerspiegelt,
=  speculatie als zodanig benoemt,
=  en geen beroep doet op ontoegankelijke bronnen om een narratief te ondersteunen.

Dat betekent: als een zaaltekst een hypothese presenteert, moet die óf goed onderbouwd zijn, óf duidelijk als speculatief worden aangeduid. En als de onderbouwing grotendeels berust op niet-publieke bronnen (zoals persoonlijke communicatie), dan is het des te belangrijker dat de tekst transparant is over de status van die claim.

Ik ben het niet helemaal eens met de bewering van Copilot:

‘en geen beroep doet op ontoegankelijke bronnen om een narratief te ondersteunen’.

Deze claim zul je helaas niet altijd kunnen volhouden maar dat maak je goed door verder te stellen

‘En als de onderbouwing grotendeels berust op niet-publieke bronnen (zoals persoonlijke communicatie), dan is het des te belangrijker dat de tekst transparant is over de status van die claim.’

Copilot:

In de praktijk van tentoonstellingen en wetenschappelijke publicaties is het niet altijd mogelijk om uitsluitend op publiek toegankelijke bronnen te steunen, zeker wanneer het gaat om lopend onderzoek, specialistische expertise of recente inzichten die nog niet gepubliceerd zijn. Maar juist daarom is transparantie over de status van een claim essentieel.

Een narratief mag in uitzonderlijke gevallen steunen op niet-publieke bronnen, mits de tekst duidelijk maakt dat het om een hypothese of persoonlijke communicatie gaat, en niet om een verifieerbaar feit.
Dat is geen pleidooi voor het schrappen van verbeelding of interpretatie — integendeel. Het is een pleidooi voor intellectuele eerlijkheid, zodat de bezoeker weet wanneer hij een feit leest, en wanneer hij een gedachte-experiment voorgeschoteld krijgt.

Naar mijn gevoel gaat Copilot nog steeds te kort door de bocht:

‘Een narratief mag in uitzonderlijke gevallen steunen op niet-publieke bronnen, mits de tekst duidelijk maakt dat het om een hypothese of persoonlijke communicatie gaat, en niet om een verifieerbaar feit.

Bijvoorbeeld de beschrijvende gegevens van een voorwerp mogen best uit niet-publieke bronnen komen als de curatoren maar wel toegang hadden tot die tekst.
Het ontwikkelen van een hypothese gaat nog een stap verder maar ook dat kan mits vermeld.

In dit specifieke geval vraag ik me af waarom iemand de noodzaak voelde de ‘sensationele’ bewering over de inkt te maken als de bewering van Chris Wickham beschikbaar is:

‘Hij noemt dat de schat mogelijk gebruikt werd voor materiële ondersteuning van het hof’.

Een opmerking die een enorme impact op de mogelijkheden van Karel de Grote zal hebben gehad.

Copilot:

De oorspronkelijke formulering schiet tekort. Je onderscheidt terecht tussen verschillende niveaus van brongebruik:
= Beschrijvende gegevens van een object mogen uit niet-publieke bronnen komen, mits de curatoren daar toegang toe hadden en die gegevens betrouwbaar zijn.
= Hypothesevorming mag ook, mits expliciet als zodanig gepresenteerd.
= Narratieve claims, zeker als ze sensationeel zijn, moeten extra zorgvuldig worden behandeld — en daar wringt het in dit geval.

Copilot gaat dan verder:

De suggestie dat Avarisch goud letterlijk werd omgesmolten tot metallic inkten voor Karolingische manuscripten is dramatisch, visueel krachtig en cultureel verleidelijk. Maar zoals jij terecht opmerkt: waarom zou men die route kiezen, als er al een sterkere, historisch verantwoorde claim beschikbaar is?

Chris Wickham’s observatie — dat de schat mogelijk werd gebruikt voor materiële ondersteuning van het hof — is:
= Historisch plausibel
= Economisch en politiek relevant
= En biedt een veel bredere impact: het impliceert dat de Avarische buit Karel de Grote in staat stelde om zijn rijk te versterken, zijn hofcultuur te financieren, en zijn ambities te realiseren.

Dat is geen klein detail. Dat is een structureel inzicht in de werking van macht, economie en cultuur in de vroege middeleeuwen.

Je pleidooi is dus niet tegen verbeelding, maar vóór verantwoorde verbeelding. En dat is precies wat musea nodig hebben in een tijd waarin publiek vertrouwen steeds belangrijker wordt.

Kortom:
Voor mij is de zaaltekst onnodig riskant.
Wat er gebeurd is met de Avaren en Karel de Grote was
op zich al sensationeel genoeg.

Er zitten twee risico’s in:
= kan ik andere teksten nog wel vertrouwen?
= waarom is een museum als het British Museum niet anders omgegaan
met teksten die niet feitelijk accuraat zijn?

Het betreffende voorwerp (Gleaming vessel modelled on an
Indo-Pacifc nautilus shell,) bevindt zich in Wenen.
Er is door Roemenië gevraagd de schat, waar dit voorwerp
een onderdeel van is, terug te geven.
Dus het is een ‘moeilijk’ voorwerp in meerdere betekenissen.

Ik vroeg Copilot een alternatieve zaaltekst te schrijven en
ik vind dat het een mooie tekst is geworden:

Glanzend vat gemodelleerd naar een Indo-Pacifische nautilusschelp Avaren, ca. 750–800 n.Chr. Gevonden in Sânnicolau Mare (voorheen Nagyszentmiklós), Roemenië Lening van het Kunsthistorisches Museum, Wenen

Dit uitzonderlijke vat, vervaardigd uit verguld zilver, is gemodelleerd naar een exotische nautilusschelp en maakt deel uit van de beroemde Schat van Nagyszentmiklós. De schat werd in 1799 ontdekt in het huidige Roemenië en wordt toegeschreven aan de Avaren — een nomadisch volk dat zich in de 6e eeuw vestigde in het Karpatenbekken en een belangrijke rol speelde in de politieke en culturele dynamiek van Centraal-Europa.

De Avaren kwamen in conflict met Karel de Grote in de late 8e eeuw. Kronieken vermelden dat hun forten werden geplunderd en dat de Frankische troepen vier ossenwagens vol buit meenamen. Sommige historici suggereren dat deze rijkdom het Karolingische hof materieel ondersteunde, bijvoorbeeld bij de productie van luxueuze manuscripten. Er is echter geen directe aanwijzing dat dit specifieke voorwerp of de schat als geheel of andere voorwerpen die buit gemaakt zijn, werd omgesmolten tot goudinkt — een hypothese die vooralsnog niet is bewezen.

Wat dit vat vooral toont, is de verfijning van Avarische metaalbewerking en de culturele uitwisseling langs de Euraziatische handelsroutes. Het verenigt nomadische traditie met kosmopolitische esthetiek — een tastbare echo van de Zijderoute in vroegmiddeleeuws Europa.

Mens en natuur

De tentoonstelling heet Human Nature.
Vandaag is de laatste dag dat de tentoonstelling te zien is
in het Noordbrabants Museum in Den Bosch.
Maar gaat het volgens de titel om de menselijke natuur of
om de strijd tussen de mens en de natuur?
Of misschien om de omgang van de mens met de natuur?

DSC05160DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczTapisserie23EnVioletEtNoir1963

Den Bosch, Noordbrabants Museum, Human Nature, Magdalena Abakanowicz, Tapisserie 23 en violet et noir, 1963.

DSC05162DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczTapisserie23EnVioletEtNoir1963


DSC05163DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczBlackBallsVI1986-1987BerkentakkenDraadHoutStaal

Magdalena Abakanowicz, Black Balls VI, 1986 – 1987, berkentakken, draad, hout, staal.

DSC05164DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczBlackBallsVI1986-1987BerkentakkenDraadHoutStaal


DSC05166DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczAnimalFaceHoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, Animal Face, houtskool op papier.

DSC05167DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczAnimalFaceHoutskoolOpPapierTxt


DSC05168DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczFromTheCycleFlowersCaliEffervescentFlower1999ChineseInktEnHoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, from the cycle Flowers, Cali Effervescent Flower, 1999, Chinese inkt en houtskool op papier.


DSC05170DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczFromTheCycleBodiesBody1981HoutskoolOpPapier

Magdalena Abakanowicz, from the cycle Bodies, Body, 1981, houtskool op papier.


DSC05172DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaas

Magdalena Abakanowicz, Models for Arboreal Architecture, 1991, beschilderd gips, papier-maché, touw, stokjes, gaas.

DSC05173DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasDSC05174DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasIMG_7497DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitectureOverviewIMG_7497DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczColageArborealArchitecture1992FotoLaDefenseDetailDSC05176DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitectureTxtIMG_7502DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasIMG_7500DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczModelsForArborealArchitecture1991BeschilderdGipsPapier-machéTouwStokjesGaasDSC05177DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991TekeningDSC05179DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991TekeningDSC05180DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczArborealArchitecture1991Tekening


DSC05181DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczMutants1992-1996DSC05186DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczMutants1992-1996DSC05183DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczPostHumaanTxtDSC05182DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSeatedMutant1996JuteHarsMetaal

Magdalena Abakanowicz, Seated Mutant, 1996, jute, hars, metaal.

DSC05187DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczSeatedMutant1996JuteHarsMetaalTxt


DSC05184DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczKrystyna(AnonymousPortraitNo21)1985KatoenHarsHout

Magdalena Abakanowicz, Krystyna (Anonymous Portrait no 21), 1985, katoen, hars, hout.

DSC05185DenBoschNoordbrabantsMuseumHumanNatureMagdalenaAbakanowiczKrystyna(AnonymousPortraitNo21)1985KatoenHarsHoutTxt


Na dit tweede blogbericht volgt er nog een derde met vooral
foto’s van een aantal tentoongestelde series.

Wat opvalt tijdens de tentoonstelling is niet alleen
het werk zelf, maar ook wat er ontbreekt:
een publicatie.
Dat is meteen een gemiste kans van de organisatie
achter ‘Groots, groter, grootst’.

Magdalena Abakanowicz is vooral onbekend. Met de tentoonstellingen
in Tilburg en Den Bosch kun je een belangrijke aanzet geven
om die onbekendheid om te buigen.
Voor de meer lange termijn is een goede publicatie met het
verhaal van het leven en werk van Abakanowicz een vorm
van verankering.

Er volgt een publicatie in november 2025, lang na de afsluiting
van de tentoonstelling vandaag. Wel een beetje knullig.
Nu is er niet eens een zichtexemplaar of dummy beschikbaar,
alleen deze Engelstalige beschrijving:

The publication is based on a series of interviews with these artists reflecting on Abakanowicz’s artistic and ideological legacy, and features an extensive image section. It also includes a visual timeline and contextual commentary on the Human Nature exhibition, on view at Het Noordbrabants Museum in the summer of 2025. This volume accompanies the exhibition Magdalena Abakanowicz: Human Nature and the eponymous symposium, jointly organised by Het Noordbrabants Museum the TextielMuseum and Provincie Noord Brabant.

Wrijfsel / rubbing

Het idee om een afdruk te maken van de boomschors van
een aantal bomen in het Valkenberg in Breda had ik al een tijd.
Ik wil ze gaan combineren tot een boek met schutbladen
die ik in China (Dunhuang) heb laten tekenen.
In China zal ik een groot aantal ‘rubbings’ van
gekalligrafeerde stenen. Zo ontstond het idee.
Maar ik kende alleen de techniek waarbij ik als kond
met een potlood over een vel papier ging dat op
een munt lag.
Vandaag probeerde ik het met waskrijt en pastelkrijt.

DSC05116Rubbing

Zo begon het avontuur vandaag. Vooral om een werkwijze te bepalen. Dus met een leeg vel papier op een boom.


IMG_7495Rubbing

Ik probeerde drie wrijfsels te maken. De eerste met pastellrijt met een boom met een gelijkmatig patroon.


DSC05124Rubbing

Poging twee op een boom met een veel vlakker patroon. Met meerdere kleuren waskrijt.


DSC05131Rubbing

Poging drie. Papier vertikaal (wat niet past bij de rest en het uiteindelijk beeld zal dus gekanteld worden) op een boom met een heel afwijkende tekening aan de onderkant van het papier. In drie kleuren pastelkrijt.


Hierna ben ik een video gaan bekijken waarop de traditionele
Chinese rubbing-techniek wordt getoond.
Daar moet ik nog meer tijd in steken om uit te vinden of
dat ook bij bomen bruikbaar is.

Het woord “rubbings” verwijst in de Chinese context naar een traditionele techniek die bekend staat als 拓片 (tàpiàn) of Tayin. Het is een eeuwenoude methode om inscripties en reliëfs van stenen, bronzen voorwerpen of andere harde oppervlakken over te brengen op papier.

Wat zijn Chinese rubbings?

Techniek: Een dunne, absorberende papiersoort (zoals Xuan-papier) wordt op een gegraveerd oppervlak gelegd. Vervolgens wordt er voorzichtig met inkt overheen gewreven, zodat de inscripties of afbeeldingen op het papier verschijnen.

Doel: Het vastleggen en bewaren van teksten, kunst en historische gegevens die op stenen monumenten, grafstenen, bronzen vazen en andere artefacten zijn gegraveerd.

Gebruik: Veel gebruikt door geleerden, kunstenaars en historici om belangrijke inscripties te documenteren, vooral als het origineel dreigt te vergaan door erosie of beschadiging.