Borelingenland

Een kort verhaal schrijven is echt iets anders
dan een lang verhaal maken met weinig woorden.
Een kort verhaal is een kunst op zich.
Dat schoot door mijn hoofd toen ik de afgelopen tijd
het boekenweekgeschenk van 2020 las: Annejet van der Zijl,
Leon en Juliette, en het winnende boek van de Biesheuvelprijs 2021:
Mensje van Keulen, Ik moet u echt iets zeggen.

MaartenBiesheuvelZeelandreisAvalonPers2021

Maarten Biesheuvel, Zeelandreis, Avalon Pers, 2021. Dit jaar deed ik mee aan de crowdfunding voor de Biesheuvelprijs. Als tegenprestatie ontving ik het winnende boek en twee kleine boeken. Hierboven zie je een ervan met de tekst van Maarten Biesheuvel, gedrukt in een beperkte oplage. De naam is ‘Zeelandreis’.


Het boekenweekgeschenk van 2020 was helemaal afgestemd op de
actualiteit: Black lives matter en het slavernijverleden van Nederland.
Het boek van Van der Zijl is wel een korte tekst
maar het is eigenlijk niet af. Het is op zijn best een schets voor een
veel groter en dus langer boek.

AnnejetVanDerZijlLeinEnJulietteBoekenweek2020

Annejet van der Zijl, Leon en Juliette.


Daarmee slaan het CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het
Nederlandse Boek) en Annejet van der Zijl de plank mis.
Het verhaal is zeker relevant maar het leest niet geweldig.
Je merkt aan alles dat de schrijfster niet heeft kunnen kiezen en
‘door sneller te schrijven’, ‘met minder woorden’. toch het hele verhaal
wil vertellen.
Maar dat werkt niet.
Het is geen kort verhaal of novelle. Op zijn best een slecht kort verhaal.

MensjeVanKeulenIkMoetUEchtIetsZeggen

Mensje van Keulen, Ik moet u echt iets zeggen.


Bij Mensje van Keulen is dat anders.
Dit zijn korte verhalen. De verhalen zijn goed geschreven.
Niet ieder verhaal vind ik top maar dat is voor een deel smaak.
De verhalen trekken je aandacht. Je wilt meer lezen.
Het beste verhaal vind ik ‘Meneer Harry’.
Het is anders dan de meeste andere verhalen in dit boek.
Van Keulen probeert steeds in de laatste paar zinnen een
onverwachte draai aan het verhaal te geven.
Bij ‘Meneer Harry’ zit die draai gelijk na het begin van de tekst:

‘Naar sommigen van ze kijk ik graag en er zijn erbij van wie ik het niet erg vind als ze me aan- of uitkleden, wassen of verschonen, dat woord uit borelingenland.’

Kort daarna:

‘Tot dat moment waarop een donkere golf in mijn hoofd me verdoofde. Ik bleef volkomen bij terwijl de kracht uit me vloeide en even een weldadige stilte bracht.’

Het verhaal ‘Meneer Harry’ steekt met kop en schouders boven
de andere verhalen uit.
Het boek van Van Keulen is een aanrader.

OnnoBlomWarmteHerinneringenAanMaartenBiesheuvelAvalonPers2021

Dit is het derde boek dat ook onderdeel van de tegenprestatie vormde. De tekst is van Onno Blom: Warmte – Herinneringen aan Maarten Biesheuvel. Ook dit boek is gemaakt door Avalon Pers.


Ik ben al weer aan het volgende boek begonnen.

Black lives matter in 1962

Een coronafilm uit 1962 blijkt een black lives matter film
avant la lettre te zijn.
Gregory Peck speelt een advocaat in het zuiden van de
Verenigde Staten waar hij een zwarte man verdedigt die
ten onrechte wordt beschuldigd.
De productie is van Alan J. Pakula.
Niet iedereen was bij de ontvangst blij met het einde
van de film. Maar die is juist sterk.
Zonder het einde is de film te rechtlijnig: goede blanke
man verdedigt zwarte man in een blanke gemeenschap.
In de samenvatting van de film op een film website lees je bijvoorbeeld:

Atticus Finch, a lawyer in the Depression-era South, defends a black man against an undeserved rape charge, and his children against prejudice.

Het einde van de film dwingt diezelfde advocaat om
compassie te hebben met een naar binnen gekeerde, kinderlijke,
blanke, volwassen man.
Daardoor gaat de film niet alleen over racisme maar ook over
nep nieuws en vooroordelen.

Het boek waarop de film is gebaseerd is van Harper Lee
die won in 1961 met dit boek de Pulitzerprijs.
Gregory Peck won de Oscar voor Best Actor in a Leading Role.
In totaal kreeg de film 3 Oscars.
De rol van de kinderlijke man werd gespeeld door Robert Duvall.
En hoe!

Een ‘mockingbird’ is een vogel met de naam Mimus polyglottos
of in de Nederlandse vertaling spotlijster.
Dat is een beetje vreemde vertaling. Want de vogel spot niet
zo zeer met andere vogels, hij imiteert hen.
In de film komt dat terug als de vogel als voorbeeld genomen wordt
van iets dat je nooit zult doden omdat hij niets en niemand kwaad
doet en alleen plezier geeft aan anderen.

AlanJPakulaToKillAMockingbird1962HarperLeeGregoryPeckRobertDuvall

To kill a Mockingbird uit 1962 naar het boek van Harper Lee met in de hoofdrollen onder andere Gregory Peck en Robert Duvall.


Het was al even geleden dat je iets van een coronafilm voorbij
zag komen op mijn blog.
Dat komt omdat we net begonnen zijn aan de The Sopranos.
Dat gaat even duren.

Mij bekroop het gevoel dat ik bekeken werd……

Plots zag ik, vandaag voor het eerst, dat er een paar
ogen op me gericht was. Zomaar op een boom in
het Valkenberg in Breda.

IMG_3684HannekeAdelaarHebOogVoorElkaarKijkNaarElkaarEnBeoordeelElkaarNietOpHuidskleur

De ogen zijn gemaakt door Hanneke Adelaar. De boodschap is: Heb oog voor elkaar, kijk naar elkaar en beoordeel elkaar niet op huidskleur.


IMG_3684HannekeAdelaarHebOogVoorElkaarKijkNaarElkaarEnBeoordeelElkaarNietOpHuidskleurDetail

Hanneke Adelaar.


Toen ik door wilde fietsen zag ik aan de andere kant van
het pad nog een kunstwerk hoog in een boom.

IMG_3685TheWhiteYouthStandsUpNeverAgainStrangeFruitTheBlackPeopleDeserveABetterWorldCorneVanGool

Aansluitend qua thema: The white youth stands up: never again ‘Strange Fruit’. The black people deserve a better world.’ Corné van Gool.


IMG_3685TheWhiteYouthStandsUpNeverAgainStrangeFruitTheBlackPeopleDeserveABetterWorldCorneVanGoolDetailAtlas

De kleifiguur die het hoogst op de boom is bevestigd is een Atlas met een donkere huidskleur. Dat is waarschijnlijk niet zoals we ‘Atlas’ normaal voorstellen. Corné van Gool.


Op en in het Paleis op de Dam in Amsterdam
is bijvoorbeeld ook een ‘Atlas’ te zien.

IMG_1429KoninklijkPaleisAmsterdamDamAmsterdamHetUniversumVanAmsterdamSchattenUitDeCartografieVanDeGoudenEeuwAtlasMetHetHemelgewelf

Atlas, hier in de Burgerzaal. Hij draagt de hemel op zijn schouders en kijkt neer op de marmeren wereldkaarten in de vloer van de zaal. De architect Jacob van Campen ontwierp de grote zaal als ontmoetingsplaats voor alle burgers. Op het dak van het paleis staat een bronzen versie.

Verdeling cultuurgelden over Nederland

Afgelopen donderdag stond er een interessant artikel
in de NRC over het aandeel van niet-blanken medewerkers in de Nederlandse
cultuursector, in het bijzonder in de kunstmusea.
Daar stond een infographic bij die bij mij een aantal vragen
opriep. Niet zozeer over de getallen, dat er weinig
grote Nederlandse cultuurinstellingen zijn met in de leiding
niet-blanken, was me al duidelijk.

Dit is de infographic:

IMG_3305NRCWitGekleurd20200618


NRCKunstmuseaInNederland

Even inzoomen op het kaartje. Het toont informatie van 21 kunstmusea in Nederland. Met 2056 vaste medewerkers waarvan er 19 niet blank zijn. Dat is dus 0,92412%. Daarvan niemand in de directie en de meeste (10+) in de raad van toezicht of raad van advies. Nu vraag is of dit een juiste steekproef is van het culturele klimaat in Nederland maar het percentage is zo overdonderend duidelijk dat je daar niet aan kunt twijfelen.


Interessanter voor de politiek in het zuiden van Nederland vond
ik het volgende. Kijk eens naar het zuiden van het land.

NRCVierKunstmuseaVanZuidNederland

In het zuiden zijn 4 kunstmusea met samen 151 vaste medewerkers. Één daarvan is niet-blank. Die 151 medewerkers zijn 7,34 % van alle medewerkers bij kunstmusea in Nederland. Ook als je het Rijksmuseum in Amsterdam met 500 medewerkers niet meetelt (voor een deel zijn dat medewerkers bij een toeristische attractie. Kun je ook zeggen van het Van Gogh museum, maar even voor het beeld.) is dat nog steeds slechts 9,7 % van de medewerkers bij kunstmusea in Nederland. Dat sommige politieke partijen in het zuiden van Nederland daar ook de subsidie van carnavalsoptochten bij willen tellen, maakt de scheve verhouding er alleen maar pijnlijker door.


Voor de compleetheid. De vier musea zijn:

NRC01BonnefantenMuseumMaastrichtNRC08NoordbrabantsMuseumDenBoschNRC19VanAbbeMuseumEindgovenNRC21ZeeuwsMuseumMiddelburg

Saillant detail:
in de Provinciale Staten van Brabant is geen aandacht voor Kunst & cultuur.
Er is geen gedeputeerde met die portefeuille.
We kunnen de scheve verhouding dus niet alleen aan Den Haag verwijten.
Gedeputeerde Wil van Pinxteren van Lokaal Brabant is verantwoordelijk voor
(let op de volgorde) Vrije Tijd, Cultuur en Sport.
Dus dit is de man die over de carnavalsoptochten gaat.

In het overzicht van hun standpunten staat het volgende over Cultuur & Sport:

Cultuur & Sport
Cultuur en sport zijn een wezenlijk onderdeel van het leven van de inwoners. Deze moeten dan ook bereikbaar zijn voor alle inwoners. Daarom vindt Lokaal Brabant subsidies voor lokale cultuurverenigingen zoals toneelverenigingen erg belangrijk. In de basis dient een grote culturele instelling of evenement na een aanloopperiode ‘ondernemer’ te zijn en zijn eigen broek op te houden en dus minder afhankelijk te zijn van subsidies.
Lokaal Brabant vindt cultuureducatie voor jongeren belangrijk en is van mening dat die in het onderwijspakket moet blijven. Topsportevenementen zijn niet alleen een stimulans voor het toerisme en dus de economie, maar sporen inwoners ook aan tot sporten en dus een gezondere leefstijl en betere gezondheid. Lokaal Brabant is dan ook van mening dat topsportevenementen op ambtelijke en financiële ondersteuning van de provincie moeten kunnen rekenen. Daarnaast vindt Lokaal Brabant het belangrijk dat ook de breedtesport in de provincie wordt ondersteund. Deelnemen aan sport moet voor iedereen bereikbaar en betaalbaar zijn.

I rest my case.