De 12 katernen die ik ga inbinden hebben geen tekst maar ik wil wel
bladwachters gebruiken op de katernen. Laat bladwachters nou net
tekst gebruiken om boekbinders te helpen katernen
in de goede volgorde te leggen:
op katern A breng je een bladwachter aan (kleine tekening) met
het eerste woord of de eerste paar woorden die op katern B staan.
En zo verder.
Vier van mijn zwarte bladwachters Aratus.
Daarom besloot ik een lijst woorden op te stellen die met
boekbinden te maken hebben. Die woorden schrijf ik dan in mij
bladwachter ‘Aratus’ en hetzelfde woord op het eerste blad
van het volgende katern.
Dit was mijn lijstje:
tekst
papier
karton
afbeeldingen
naald en draad
linnen
leer
zijde
goud
pigmenten
vouwbeen
Het lijstje was het resultaat van een brainstorm:
11 woorden (het laatste katern krijgt geen bladwachter), in
willekeurige volgorde, niet te technische termen.
Maar het aantal termen bij boekbinden is enorm dus om
er voor te zorgen dat ik de allerbelangrijkste niet
zou overslaan ben ik even met Copilot gaan overleggen.
Ik vroeg ook naar de volgorde.
Copilot reageert eerst op mijn lijstje en beleefd en vriendelijk
als altijd (het is geen mens) deed het dat als volgt:
Wat je al hebt (sterk en veelzijdig):
Tekst – de inhoud, het hart van het boek.
Papier – het drager van de tekst.
Karton – voor de stevigheid van de kaft.
Afbeeldingen – visuele verrijking.
Naald en draad – voor het naaien van katernen.
Linnen – vaak gebruikt voor de rug of bekleding.
Leer – luxe en duurzaamheid.
Zijde – elegantie, soms voor leeslinten of bekleding.
Goud – voor versiering, vaak op de snede of kaft.
Pigmenten – voor illustraties of versieringen.
Vouwbeen – het gereedschap, symbool van het ambacht.
Dan volgen zaken die ik ben vergeten:
Wat je eventueel zou kunnen overwegen:
Als je ruimte hebt om iets te vervangen of toe te voegen, denk dan aan:
Perkament – historisch belangrijk materiaal.
Katernen – de gevouwen vellen, een kernbegrip.
Pers – symbool voor het ambachtelijke proces.
Kapitaalband – het kleine detail bovenaan de rug.
Marmerpapier – decoratief papier, vaak aan de binnenkant van de kaft.
Typografie – als je de nadruk wil leggen op de vormgeving van tekst.
Die termen zouden goed in het lijstje passen maar daarvoor moet
ik de beschikbare ruimte (letterlijk en figuurlijk) gaan
opzoeken.
De opmerkingen over de volgorde die daarna volgden gaan daar bij helpen:
Over de volgorde:
Je huidige volgorde is logisch, maar als je een meer poëtische of symbolische opbouw wil, kun je denken aan een volgorde die het proces van boekbinden volgt:
Tekst – het begin, de inhoud.
Papier – de drager.
Afbeeldingen – de verrijking.
Pigmenten – de kleur.
Katernen / Vouwbeen – het vouwen.
Naald en draad – het naaien.
Karton – de structuur.
Linnen / Leer / Zijde – de bekleding.
Goud – de versiering.
Kapitaalband / Marmerpapier – de afwerking.
Pers – het afronden van het ambacht.
In deze lijst zijn 3 termen samengebracht in één:
Linnen / Leer / Zijde – de bekleding.
Nieuw zijn Kapitaalband / Marmerpapier en Pers.
Copilot greep meteen de kans aan om me nog meer te ‘helpen’.
Het ging er van uit dat mijn ‘ode aan boekbinden’
een geschreven tekst zou worden.
Maar mijn idee is om het meer praktisch uit te dragen in
de vorm van de dummy voor Denken over oorlog en vrede / Hugo de Groot.
Maar ik kan Copilot wel een soort van uitleg laten schrijven die ik
dan handgeschreven ga overnemen in het eerste katern.
Dus vroeg ik om een introductie van ongeveer 250 woorden:
Ode aan het Boekbinden – Bladwachters als Bruggen
Deze ode aan het boekbinden bestaat uit een reeks van twaalf katernen, elk gewijd aan een essentieel element van het ambacht. De structuur van het werk is geïnspireerd op het fysieke boek zelf: de katernen zijn met zorg samengesteld, en verbonden door een subtiel maar betekenisvol systeem van bladwachters.
Een bladwachter is hier het eerste woord (of de eerste twee woorden) van elk katern, dat tevens het laatste woord is van het voorgaande. Zo ontstaat een poëtische ketting van begrippen die het boek als object én als proces weerspiegelt. Elk woord verwijst naar een materiaal, gereedschap of idee dat een onmisbare rol speelt in het boekbindproces: van tekst tot vouwbeen, van inhoud tot afwerking.
De gekozen termen zijn:
tekst, papier, karton, afbeeldingen, naald en draad, linnen, leer, zijde, goud, pigmenten, vouwbeen, pers, kapitaalband en marmer(papier).
Ze vormen samen een reis door het boekbindersambacht – van het eerste woord op het blad tot de laatste vouw in de kaft.Deze vorm nodigt de lezer uit om niet alleen de inhoud te ervaren, maar ook de fysieke overgang tussen de katernen bewust te beleven. De bladwachters fungeren als bruggen: ze verbinden, begeleiden en herinneren ons eraan dat een boek meer is dan tekst – het is een tastbare, gelaagde creatie.
De vinding ‘brugwachters zijn een soort van brug’ beviel me.
Dus ik ga zeker wat doen met deze tekst.



