Tentoonstellingscatalogus. De tentoonstelling ‘Kriezels, aubergines en takkenbossen – Randversiering in Noordnederlandse handschriften uit de vijftiende eeuw’ werd van oktober 1992 tot januari 1993 gehouden bij Museum Meermanno-Westreenianum. Het Museum van het boek zette zijn beste beentje voor samen met de Koninklijke Bibliotheek.
Deze keer legde men de nadruk niet op de prachtige miniaturen
maar op de randversieringen in de handschriften.
Onder leiding van dr Anne S. Korteweg was een studie gedaan naar
de regionale verschillen en de verschillen in de tijd
om niet alleen de versieringen in groepen te kunnen indelen
maar ook om nieuwe aanvullende hulpmiddelen te krijgen bij het dateren
van handschriften en om de oorsprong van handschriften beter
te kunnen bepalen.
Tijdens het lezen van een blog of iets dergelijks kwam ik de titel
van de catalogus tegen en ik vond het direct interessant.
Toen ik de catalogus ontving bleek er een soort schat in de schat te zitten.
Als illustratie van de tekst zijn voorbeelden opgenomen van
die verschillende versieringen.
Dat ga ik als idee gebruiken voor een volgend middeleeuws boek
dat ik ga maken van perkament. Ik heb een hekel aan lege boeken,
maar een boek waarin je randversieringen kunt oefenen lijkt me leuk.
Eerst maar eens wat voorbeelden van de tekeningen en hun namen.
Want die namen zijn soms ook bijzonder.
De leverbloem.
De bonte stijl, meteen een ingewikkelde.
De driespits.
Het muskuskruid.
Naar elkaar toebuigende lijnen met puntjes en streepjes. De namen zijn niet van mij.
Deze kende ik van latere tentoonstellingen in Utrecht: het Utrechts draakje.
Gouden blaadjes met inkthaartjes.
Lijnen eindigend met scherpe knik.
Eenvoudige staaf met krullende stengel.
Eind van de lijn.
Nog een driespits.
Dikke bulten met sterretjes.
Margrietje.
Nucleus.
Leeuwetand.
Dit is nog maar een klein begin.
De catalogus staat vol met over te tekenen voorbeelden.
Ik zie me deze voorbeelden al zo gebruiken in mijn boeken.
De voorbeelden worden ook getoond op afbeeldingen van de handschriften.
Helaas zijn, geheel in lijn met andere catalogi uit die tijd,
veel van de afbeeldingen van handschriften in zwart-wit.
Maar een aantal van hen is vast ook te vinden in meer recente
publicaties of in de betreffende musea. In full colour.
Jammer dat ik de tentoonstelling toen niet gezien heb.
Mooi dat er zo’n prachtige catalogus van is.
De tekeningen zijn een beetje digitaal ‘schoongemaakt’.
Het boek wordt in een meer recente publicatie (Masterscriptie Verdult 30-08-2017)
als volgt beschreven:
De penwerkdecoratie van de Noordelijke Nederlanden bestaat uit vele verschillende vormen, kleuren en motieven en heeft per regio specifieke kenmerken waaraan deze kan worden herkend.
Korteweg wijdde hier als eerste een specialistische studie aan, met als uitkomst een belangrijk overzichtswerk: Kriezels, aubergines en takkenbossen. Randversiering in Noordnederlandse handschriften uit de vijftiende eeuw.
Deze studie is een standaardwerk om penwerkdecoratie te traceren en een handschrift nader te lokaliseren en dateren.
De masterscriptie heeft als onderwerp:
HANDSCHRIFT BPH 170:
VERLUCHT IN HET OOSTEN?
ONDERZOEK NAAR DE INSPIRATIEBRONNEN VAN
DE VERLUCHTERS EN HET GEBRUIK VAN MODELLEN
IN DE NOORD-NEDERLANDSE MINIATUURKUNST
VAN DE VIJFTIENDE EEUW
en is van:
KATHLEEN VERDULT
MASTERSCRIPTIE
KUNSTGESCHIEDENIS OUDE KUNST
STUDENTNUMMER: 4021789
UNIVERSITEIT UTRECHT
30-06-2017
SCRIPTIEBEGELEIDER: MARTINE MEUWESE
TWEEDE LEZER: ED VAN DER VLIST