Katernsignatuur, wat is dat?

Het begrip kende ik niet maar ik kwam het tegen in ‘Schatten op Schrift’,
het recent verschenen boek van André Bouwman en Irene O’Daly
.
Wikipedia maakt er het volgende van:

Een katernsignatuur of binderssignatuur is een aanduiding die geplaatst wordt in het staartwit onderaan de recto-zijde van de folia in de eerste helft van elk katern in een handschrift of een gedrukt boek. De katernsignatuur moet de binder toelaten te controleren of de folia binnen het katern in de goede volgorde zijn gerangschikt en of de katernen elkaar correct opvolgen.

Maar ‘Kneep en binding’ kent de term niet.

Het Algemeen Letterkundig Lexicon beschrijft het als volgt:

Een katernsignatuur of binderssignatuur is een term uit de bibliografie (analytische bibliografie-1; codicologie) en drukkerij voor gewoonlijk een combinatie van een letter en een cijfer, geplaatst in het staartwit onderaan de recto-zijde van de bladen (blad-2) in de eerste helft van ieder katern van een codex of druk. Aan de hand van de katernsignatuur kan de binder zien of een katern goed gevouwen is en of de katernen in de goede volgorde liggen. Ieder katern wordt namelijk aangeduid met een letter uit het alfabet en binnen ieder katern worden de bladen genummerd.

Een vergelijkbare tekst als Wikipedia.
Maar bij Irene O’Daly zag ik iets dat me erg aansprak.
Ik zocht het op en het bleek om een andere term te gaan: reclamanten of
bladwachters. Vooral de laatste term vond ik heel beeldend.

aanwijzingen bestaande uit de eerste een of twee woorden van het eerste blad van het volgende katern.

IMG_7026AndréBouwmanIreneO'DalySchattenOpSchriftPag19Bladwachters


Dus ik dacht: dat wil ik voor mijn dummy ook.
Een paar weken geleden was ik naar een cursus lino snijden en
in dat kader kocht ik vier sets met stukken lino van
verschillende grootte.

IMG_7021DenkenOverOorlogEnVredeKaternSignatuur

Deze hebben een mooie grootte om een bladwachter te maken: 9 bij 6 centimeter. Het idee is een afbeelding te snijden die ik op ieder katern ga zetten (behalve op de twee schutbladkaternen en het laatste reguliere katern). In de lino laat ik dan een ruimte open om met vulpen het woord te schrijven dat ik vervolgens ook op het volgende katern zal schrijven. Mijn dummy bevat immers geen gedrukte tekst. Alle ruimte dus om Bladwachters aan te brengen.


Een eerste schets voor de bladwachter heb ik gemaakt.
Ik kan niet goed tekenen dus het wordt geen lenig mannetje
zoals het voorbeeld in Schatten op Schrift.
Het wordt een ontwerp waarbij ik uitga van de naam van de schrijver
van de tekst van de Leidse Aratea: Aratus.

IMG_7022DenkenOverOorlogEnVredeKaternSignatuurAratus

Ik ben er nog niet helemaal uit.


Van kettingsteek tot Duits kapitaal

Een beetje te optimistisch dacht ik dat ik de laatste
krenten uit het eerste artikel van Karin Cox kon gaan
verzamelen.
Helaas er staan daar nog een aantal onderwerpen die
extra aandacht nodig hebben.
Of ik alle onderwerpen in één bericht kan behandelen,
weet ik niet. Maar ik heb nu in ieder geval een
compleet overzicht voor artikel 1:

1 – kettingsteek;
Ik heb het hele artikel nog eens gelezen en heb tot nu toe
niet stilgestaan bij het begrip ‘kettingsteek’ en dat is wel
nodig want ik gebruik die zelf bijna niet.

2 – samenhang van achtersteeksel/lange binding;

3 – het naaien;
Het naaien is een centrale handeling van de boekbinder.
Hier gaat het specifiek om rondslag, kettingsteek en de
mysterieuze instructie:
‘Steek aan de staart door het eerste naaigat naar binnen’.
Dat vraagt om verduidelijking.
Mevr. Cox verwijst daar als teaser nog naar twee termen, ‘alternerend
naaien’ bij dikke boeken en ‘wisselnaaien’ of ‘half uit naaien’
bij dunne, waar ik nog eens wat onderzoek naar moet doen.

4 – sla de rug rond;
Omdat ik hier geen ervaring mee heb, verdient dit extra aandacht.

5 – extra stroken perkament en shirting voor de rug;

6 – het Duits kapitaal.

Het kapitaal, dat meestal kleurige strookje dat je aan de kant van
de rug ziet, aan de boven- en onderkant van een boekblok, een
beetje tussen het boekblok en de boekband in, dat kapitaal kun je
overslaan. Maar het geeft wel iets extra’s aan een boek.

Laat ik het lijstje van boven naar beneden doorlopen.

1 – Kettingsteek

‘Kneep en binding’ helpt weer. Er bestaan meerdere uitvoeringen van
de kettingsteek maar degene die hier nodig is heet in het naslagwerk
‘de doorlopende kettingsteek’.
Het is het eenvoudigst voor mij om de definitie maar even over te nemen:

“korte steek waarbij het garen tussen uit- en intreden (in hetzelfde of
in een ander katern) onder het op die naaipositie aanwezige garen
van een eerdere naaitoer doorgaat (een lus maakt)”

‘Kneep en binding’ geeft sluitende definities, dat wil zeggen dat de
definities alle situaties moeten ondersteunen. Dan krijg je soms een
ingewikkelde zin voor iets dat eigenlijk heel vanzelfsprekend is.

In de definitie mis ik een beetje het doel van de kettingsteek:
daar waar andere steken vooral de losse vellen papier van één katern
bij elkaar gaan houden, gaat de kettingsteek een verbinding leggen
met een voorgaand en volgend katern.

Pagina 38 is de eerste plaats waar je de kettingsteek vindt, onder 32.7.
De overige 10 plaatsen in tekst en index voegen voor nu weinig toe.

Wil je de kettingsteek (chain stitch) in actie zien?
Online zijn verschillende video’s beschikbaar die deze techniek illustreren.
Je zult verschillende varianten vinden,
bijvoorbeeld als onderdeel van borduurtechnieken en op sites
voor creatief boekbinden. Die zaken zijn gerelateerd maar net niet
precies wat hier nodig is. Op de website van iBookbinding vond
ik wel een video die een goed beeld geeft:
Bookbinding Tutorial Part 2B geeft een goed beeld.

2 – Samenhang van achtersteeksel/lange binding

Het lijkt niet meer en minder te zijn dan een extra versteviging
tussen de binding en het boekblok. Het begrip komt niet voor
in ‘Kneep en binding’. Eventuele overtollige stukjes van het
achtersteeksel worden later weggesneden. Dus het bedekt de breedte
van het boekblok maar niet meer of minder.

3 – Het naaien.

‘Steek aan de staart door het eerste naaigat naar binnen’.
Het eerste naaigat bevindt zich aan de boven- of onderkant
van het boek, afhankelijk van waar je normaal begint.
Het naaien kan immers in beide richtingen gebeuren.
Het is het gat dat op de plaats zit waar de kettingsteek gaat komen.
De enige reden die ik kan bedenken om daar te beginnen is dat je er
zo voor zorgt dat er een uiteinde van het garen aan de buitenkant
van het boekblok blijft. Met dat uiteinde ga je de eerste twee
katernen die je gaat binden, aan elkaar maken.

‘Alternerend naaien’ en ‘wisselnaaien’ zijn beide methodes
die gedeeltes van de techniek overslaan of zelfs verdelen
over twee katernen. In beide gevallen zal de naaidraad
minder verdikking in de rug veroorzaken.

De eerste 3 van de 6 onderwerpen zijn in dit bericht aan de orde
geweest.
De volgende drie volgen later en dan heb ik deze onderwerpen nog
niet vergeleken met wat Peter Goddijn er over zegt.
Tot binnenkort.

Denken over oorlog en vrede

Vierhonderd jaar geleden verscheen het boek ‘Denken over oorlog en vrede’
dat geschreven werd door Hugo de Groot.
Zijn werk is in de huidige instabiele wereldpolitiek nog steeds actueel en
daarom is het een goede reden zijn boek in te binden.

Als mogelijke bindmethode werd door Stichting Handboekbinden de ‘spitselband’
voorgesteld door twee artikelen van de hand van Karin Cox.
Mevrouw Cox verwijst naar een beschrijving van Peter Goddijn in zijn boek
‘Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden’.

In een serie blogberichten probeer ik te doorgronden wat dat is
‘een spitselband’ en hoe het bindproces in elkaar steekt.
Dat doe ik voordat ik aan het binden ga beginnen.
Daarvoor loop ik de stappen die Cox en Goddijn aandragen door en
probeer ze te begrijpen.
Daarna besluit ik wat ik wel en niet ga doen.

Laat ik deze keer eens beginnen bij het woord ‘spitsel’, daar
zit misschien iets in van het woord ‘spits’?

‘Spitsel’ volgens het Groot woordenboek der Nederlandse taal:

patroon voor kantwerksters

Je snapt dat deze betekenis niet de betekenis is
die schuilt achter de term ‘Spitselband’.
Of toch?

Nog eens verder zoeken.

‘Kneep en binding’ biedt een oplossing.
Als je zoekt in het document komt het woord op 2 pagina’s voor waarvan
één in het overzicht Nederlandse termen (index).
In de tekst komt het woord ‘spitsel’ voor in een soort van bijrol.
Bij 52.8 (op pagina 69), onder onderwerp 52 worden ‘omslagen’ besproken.
Bij 52.8 betreft het een verklaring van de ‘doorgehaalde binding’:

“binding die dichtbij het scharnier tussen rug en plat door een doorboring (spleet) in omslag of bekleding naar buiten treedt en zeer dicht daarbij door een tweede doorboring weer naar binnen”.

Okay, dat helpt enorm om te begrijpen wat een spitselband eigenlijk is.
Je bindt de katernen aan elkaar en aan stroken perkament die later
door de boekband naar buiten gaan en meteen weer naar binnen.
Als je dat een beetje aantrekt dan helpt de stug- en stijfheid van het perkament
om een boek te binden zonder (veel) lijm te gebruiken (denk ik).

Om dan te vervolgen met:

“Vaak wordt slechts een smal deel van de binding doorgehaald (dit smalle deel heet spitsel);”

Nu zijn we er.
Er staat ook een tekening bij die dit verduidelijkt.

WKGnirrepJPGumbertJASzirmaiKneepEnBindingEenTerminologieVoorDeBeschrijvingVanDeConstructiesVanOudeBoekbandenDoorgehaaldeBinding

Deze tekening komt uit: WK Gnirrep, JP Gumbert, JA Szirmai, Kneep en Binding – Een terminologie voor de beschrijving van de constructies van oude boekbanden, de tekeningen zijn van JA SZirmai. Je ziet, te beginnen links, de katernen, de kettingsteek, een spitsel – meegebonden en gevouwen naar de vorm van het boekblok en dan rechts de perkamenten bekleding waar de spilsel doorgehaald is.


Okay, nu snap ik beter wat ik ga maken.
Ik heb al eens een band gemaakt waarbij de perkamenten stroken, gedraaid
als veters, door de band werden gehaald en op de rug werden gebonden.
Dit lijkt me een soort ‘verbeterd model’.

Ik zeg niet dat als ik het begrijp wat ik moet maken, ik het ook kan maken,
maar de kans van slagen neemt wel toe.

Wat zeggen Cox en Goddijn over hoe je de spitsels moet maken?

Onder het kopte ‘nodig’ noemt ze ‘stroken soepel perkament voor de bindingen’.
Verderop in de tekst krijg je meer detailinformatie die ik al een keer vermelde.
Samenvattend: drie stroken van 1 cm breed en 20 cm lang en de
‘achtersteeksels’ zijn 1 cm breed en 4,5 cm breed.
De 4,5 cm is waarschijnlijk mede afhankelijk van de breedte van de rug.
De 15 katernen zijn waarschijnlijk 3,5 cm breed (?).
Mijn 20 katernen zijn bijvoorbeeld ruim 4 cm.

In het tweede artikel staat dan nog:

‘Rijg de spitsels door de gleuven. Knip hiervoor de uiteinden van de spitsels schuin af.’

De tekst maakt duidelijk dat de spitsels door het perkament van de boekband zal worden geregen aan zowel de vóór- als achterkant van het boek.

De tekst van Goddijn zegt op pagina 155:

‘8 stroken kalfsperkament van 1 cm breed en twintig cm langer dan het boek(blok, aanvulling Argus) dik is en waaraan aan één zijde een punt geslepen is’

Maar ook bij Goddijn worden de spitsels later nog smaller gesneden
aan de uiteinden. Ook hier gebeurt dit aan vóór- en achterzijde.

Intussen is mij in beide teksten al duidelijk geworden dat
er naast de spitsels en de boekband nog meer perkament
nodig is!

Maar daarover later.

AI (Copilot) geeft aan dat mijn tekst zekerder mag overkomen.
Ik gebruikt ‘waarschijnlijk’ en ‘denk ik’ maar dat doe ik bewust.
Zelf heb ik dit boek nog nooit gemaakt dus pas over een tijd,
als mijn exemplaar is ingebonden, kan ik deze tekst nog een keer
schrijven met meer zelfverzekerdheid en overtuiging.
Vandaag is dit nog steeds een verslag van mijn voorbereiding.

En de titel is natuurlijk niet spannend genoeg 🙂

Boeken in Zutphen

In Zutphen bezocht ik het Stedelijk Museum Zutphen.
Veel over de archeologie, de handel in de stad maar ook BOEKEN.
Dus daar sta ik vandaag even bij stil.

DSC00047ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumSintWalbrgiskerk2eHelft15eEeuwAanvullingen16eEeuw

Antifonariums zijn misschien niet zo populair bij boekenliefhebbers maar het zijn boeken net als ieder ander boek. Stedelijk Museum Zutphen, Antifonarium uit de Sint Walbrgiskerk, 2e helft van de 15e eeuw met aanvullingen uit de 16e eeuw.

DSC00048ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumSintWalbrgiskerk2eHelft15eEeuwAanvullingen16eEeuw

Met een mooie initiaal en mooi penwerk.

DSC00049ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumSintWalbrgiskerk2eHelft15eEeuwAanvullingen16eEeuwTxt


DSC00050ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumKerkVanWarnsveldCa1500-1528-9

Antifonarium van de kerk van Warnsveld, circa 1500 – 1528/9.

DSC00051ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumKerkVanWarnsveldCa1500-1528-9DSC00052ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumKerkVanWarnsveldCa1500-1528-9Txt

Helaas herhalen de teksten elkaar nog al eens. De fel rode achtergrond en tekst op een glazen ondergrond levert niet altijd een duidelijk beeld op. Men heeft wel veel voorwerpen bij elkaar in de vitrines staan.


DSC00054ZutphenStedelijkMuseumZutphenMissaalZutphenseStAntoniusVicarie1eHelft15eEeuw

Missaal van de Zutphense St Antonius-Vicarie uit de 1e helft van de 15e eeuw.

DSC00055ZutphenStedelijkMuseumZutphenMissaalZutphenseStAntoniusVicarie1eHelft15eEeuw


DSC00056ZutphenStedelijkMuseumZutphenLiberAureusZutphaniensisHetGoudenBoekVanZutphen1350=1500

Liber Aureus Zutphaniensis, Het gouden boek van Zutphen, 1350 – 1500.

DSC00057ZutphenStedelijkMuseumZutphenLiberAureusZutphaniensisHetGoudenBoekVanZutphen1350=1500Txt


DSC00059ZutphenStedelijkMuseumZutphenMissaalFraterhuisStHieronymusbergHusberg1473

Missaal van het Fraterhuis St Hieronymusberg in Hulsberg, 1473.

DSC00060ZutphenStedelijkMuseumZutphenMissaalFraterhuisStHieronymusbergHulsberg1473DSC00058ZutphenStedelijkMuseumZutphenMissaalFraterhuisStHieronymusbergHusberg1473DeClaven

Met extra aandacht voor de klavieren (blijkbaar heten deze leren knoopjes ‘monkey fists’ in het Engels).


‘Kneep en binding’ schiet te hulp:

klavier
element aan de rand van een blad, dat uit de snede steekt en zo het vinden van een bepaalde opening vergemakkelijkt.
Er zijn vele vormen van klavieren: omgevouwen (en door het blad gestoken) strookjes van het blad zelf, opgeplakte strookjes, gevlochten knoopjes …
Duits: Registerknopf, Registerstreifen
Engels: fore-edge marker, tab, maar dus blijkbaar ook ‘monkey fist’
Frans: signet de gouttière

DSC00061ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumZomerdeelSintWalburgiskerk1eHelft15eEeuw

Antifonarium (Zomerdeel) uit de Sint Walburgiskerk, 1e helft 15e eeuw.

DSC00062ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumZomerdeelSintWalburgiskerk1eHelft15eEeuwTxtDSC00063ZutphenStedelijkMuseumZutphenAntifonariumZomerdeelSintWalburgiskerk1eHelft15eEeuw


DSC00064ZutphenStedelijkMuseumZutphenAflaatConventHetRondeel1336

Niet vaak eerder gezien: Aflaat afkomstig van Convent Het Rondeel, 1336.

DSC00065ZutphenStedelijkMuseumZutphenAflaatConventHetRondeel1336DetailZegels

Details van de zegels.

DSC00066ZutphenStedelijkMuseumZutphenAflaatConventHetRondeel1336DetailDSC00067ZutphenStedelijkMuseumZutphenAflaatConventHetRondeel1336TxtDSC00068ZutphenStedelijkMuseumZutphenAflaatConventHetRondeel1336Detail