Het volgende artikel stond op Breda Vandaag
naar aanleiding van de tentoonstelling van werk van Jaap de Vries.
De tentoonstelling wordt gebracht als een overzichtstentoonstelling.
Dat vind ik niet een juiste benaming.
Daarvoor ligt de nadruk teveel op recent werk.
Dat maakt de tentoonstelling niet minder goed.
Het is een beleving om door de mooie ruimtes te lopen.
31/05/2013
Auteur: Wijnand Nijs
Het werk van de Bredase kunstenaar Jaap de Vries is confronterend.
Tientallen werken van De Vries in twee verdiepingen
van het Breda’s Museum zijn onvermijdelijk, haast verpletterend.
Zondag opent de eerste overzichtstentoonstelling.
De schilder over zijn motivatie en zijn leven.
“Verwarring, daar geniet ik van.”
Jaap de Vries, Celebration (Viering), 2012, waterverf, plakband en papier op aluminium.
“Vrouwen, vrouwen en vrouwen.”
Dat was het eerste werk van De Vries samengevat.
“Twee vrouwen die plassend op een Volkswagen staan,
drie bij vier meter groot.
‘Mooi geschilderd’, zeiden de docenten bij St. Joost.
Maar zou je niet eens een ander onderwerp kiezen.
Maar juist dan dacht ik: ‘Ik ben op de goede weg.
Daar moet ik op doorgaan’.”
En zo geschiedde.
Waarna nog meer vrouwen volgden.
Erotisch. Pornografisch.
Die stempel zou je het werk van De Vries kunnen geven.
Confronterend of verpletterend past ook.
Veel werk is groot.
Hij gaat voor een schilderij staan, spreidt zijn armen.
“Ik ben zelf ook groot. Dit kan ik aan.”
Je kunt er letterlijk niet omheen.
Het atelier van Jaap de Vries in Breda (foto uit boek van Breda’s Museum ter gelegenheid van de tentoonstelling uitgegeven)
Techniek
De Vries schildert met waterverf op aluminium.
Dat vergt een aparte techniek.
“Want het houdt niet, de verf.
Ik schilder mijn werk met de platen liggend op de grond.
Elke kleur moet lang drogen, als het water verdampt is,
blijft het pigment achter. Als het af is, fixeer ik het.
Pas dan is het blijvend.
Anders kun je het er met een nat washandje zo vanaf vegen.”
De Bredase kunstenaar zoekt de grenzen op in zijn werk.
“In kunst kun en mag je alles doen wat je wilt,
op mensen dood maken na dan.
Dat je als kunstenaar geen gebruik maakt
van die onbeperkte mogelijkheden, dat snap ik niet.
Ik snap niet dat je jezelf grenzen oplegt.
Denk niet teveel na, maar doe.”
Jaap de Vries, Threesome (Trio), 2012.
De schilder doet nog steeds.
Zijn werk verandert wel.
“Mijn werk is kleuriger geworden”, weet hij.
Mede ook door zijn wekelijkse internetwerken.
Want elke week plaatst hij een werk van 30 bij 40 cm
ter veiling op zijn website, te koop voor minstens 350 euro.
“Dat biedt ritme.
Ik kan ze ook maken in de tijd dat mijn andere werk ligt te drogen.”
Een paar van deze ‘schetsen’ hangen ook in het museum.
Grote kans dat ze daarna nog op de veiling belanden.
Landschappen als tegenpool
Het negatieve dat hem inspireert vloog
en vliegt hem ook wel eens aan.
Het resulteert in landschappen, die ook een plaats
hebben gekregen in deze tentoonstelling.
“Een tegenpool voor de negativiteit
waarin ik zelf ook verstrikt raakte”, zo vertelt hij.
“Het zijn werken die onschuldig bedoeld zijn.
Ik geef er zelf ook geen duiding aan.”
Jaap de Vries, Pond III (Vijver), 2011, waterverf, acryl en collage op aluminium.
Toch associeerden sommige kijkers het met zijn andere werk.
“‘Ik zou dat bos nooit ingaan’, vertelde iemand me over een werk.”
Terwijl het bijvoorbeeld ontsproot aan zijn maandagse
fietstochten door het Mastbos, iets dat hij jarenlang deed.
“Ik heb het bos zien veranderen.
Gezien hoe het water terugkwam.”
Geen duiding
Geen duiding dus over zijn werk.
Wel een duidelijke boodschap.
“Maar ik kom niet met oplossingen.
De esthetica van zinloosheid, het zoeken van houding
ten opzichte van elkaar en de houding ten opzichte van het leven.”
Al wandelend langs de tentoonstelling, geeft De Vries commentaar
of poneert hij een stelling.
“Ik heb me er nooit bij neergelegd dat de natuur de baas is.
Wij mensen zijn de baas.”
Het slaat ook op zijn eigen situatie.
De Vries is geopereerd aan een hersentumor en ondergaat chemo.
Het zorgt voor de uiterste verwarring die hij als kunstenaar zoekt,
maar dan in hem zelf.
“Daarom is deze periode ook niet negatief.
Ik heb vertrouwen. Die verwarring is ook mooi.”
“Het negatieve is altijd interessanter dan het positieve.
Kijk naar de films van Batman. Batman is een watje,
de Joker die is interessant.
Zeker zoals Jack Nicholson hem speelt.
Ik ben gefascineerd door wreedheid.
Dat mannen tot alles in staat zijn, bijvoorbeeld
dat ze bereid zijn om voor een stukje land oorlog te voeren.”
Schitteren
Zijn schilderijen schitteren door zijn manier van werken.
Het aluminium licht op in de spotlights
en geeft diepte aan het werk.
“Als je het in het daglicht bekijkt, ziet het er weer heel anders uit.”
Confronterend is ook het werk van het kind
dat als expositiebeeld is gekozen.
Indringend, gevoelens van verdriet oproepend.
Het is wat ook zijn andere kunst oproept.
“Je vindt iets mooi en gelijkertijd voel je dat het pijn doet.
Dat vind ik mooi.
Voor de vrouw die dit werk zag,
was dat de reden om het niet te kopen.
Voor mij zou het een reden zijn om het juist wel te kopen.
Het betekent dat je nog wat uit te zoeken hebt.
En wat is dan de aanschaf van een schilderij.
Dat scheelt je een psychiater.
Door er naar te kijken geef je het een plek.”
Jaap de Vries
Bik in het Duister, overzichtstentoonstelling
Breda’s Museum
2 juni tot en met 29 september