Vanmiddag onderweg naar de FutureDome in Breda, stopte ik even bij
een nieuwe kringloopwinkel. De winkel is er nog maar pas
en ik wilde er al langer een keer heen.
Toen ik de winkel binnenging bleek het behoorlijk druk te zijn.
Ergens op de grond stonden twee dozen.
Een zat vol karton en iets wat leek op losse katernen.
Ik nam ze uit de doos om ze beter te bekijken en zag dat ieder katern
geniet was en dat het korte verhaaltjes met tekeningen waren
voor kleine kinderen. ‘Leuk’, dacht ik, ‘Misschien iets om in te binden’.
Ik legde het terug want ik wilde eerste de rest van de winkel zien.
Maar het liet me niet los.
dus na een paar minuten liep ik terug en vroeg aan een mevrouw
bij de kassa wat ze met de doos ging doen.
‘Weggooien’, zei ze. Ik vertelde haar dat ik de losse katernen wel wilde.
Ze had er geen verstand van maar wilde 2 euro.
‘Te veel’, dacht ik, ‘maar ik ga hier verder toch niets kopen’.
Ik rekende af.
In mijn werkplaats aangekomen ging ik eens goed kijken wat ik nu precies
had gekocht.
Het blijkt te gaan om 30 nummers van het maandblad Kinder-Kompas dat
de Nationale Levensverzekerings-Bank uitgaf voor de kinderen van
hun verzekerden.

Dertig katernen waarvan er 18 genummerd zijn met een rode pen in een elegant, ouderwets handschrift. Of die nummering iets betekent weet ik nog niet. Geen van de katernen heeft zijn originele omslag nog. Dat is natuurlijk erg jammer. De hoeken zijn omgevouwen op veel plaatsen en soms is met het verwijderen van de omslagen ook het papier wat beschadigd. Maar van de nummers die ik tot nu toe bekeken heb is steeds de tekst volledig leesbaar. Heel soms is er met de pen of potlood geschreven of gekleurd. Wat te verwachten is bij een blad voor kinderen. Nergens staat de verschijningsdatum. Dat maakt het moeilijk om zonder externe hulp het jaartal te bepalen.
Nazoeken op internet brengt me vrijwel direct op de website van de
Koninklijke Bibliotheek en via hen op de website van
Geheugen van Nederland.

Voor een boekbinder is dit natuurlijk helemaal leuk: instructies voor het maken van een bewaarmap voor de 1e jaargang. Leuk is dit om twee redenen: het gaat over inbinden en het zegt iets over waar dit exemplaar te plaatsen is in de geschiedenis van dit blad: eerste exemplaar verscheen in 1937, het is verschenen tot aan 1970.

Hier ga ik zeker en vast iets mee doen. Leuk is ook dat een bewaarmap er voor zorgt dat de katernen los van elkaar blijven (is mijn eerste indruk). Dat is misschien wel het beste als ik er niet in slaag de volgorde van de katernen correct te bepalen.


Ook hier zegt de tekst iets van de leeftijd van dit katern. Dit is waarschijnlijk uit januari 1939. Wrang is dan de vermelding van de schrijfster. Bij de meeste artikelen en tekeningen staat vermeld wie de maker is. Hier wordt S. Salomons-Souget genoemd. Als ik op die naam google kom ik direct op de website Joods Monument: Sara Salomons-Souget, geboren Amsterdam, 6 februari 1891 – vermoord Sobibor, 4 Juni 1943.
Zo zijn er een aantal ‘Paas’- en ‘Lente’-nummers.
Kerstmis doet ook mee.
Het boekje dat met ’60’ genummerd is spreekt van een koningskind en een
feesthandschoen voor Beatrix. Beatrix is 31 januari 1938 geboren.
Het boekje dat met ’70’ genummerd is bevat de nieuwjaarswens 1938 uit.
Het boekje met nummer 81 sluit af met een raadsel van S. Salomons-Souget.
Maar 80 nummers zijn bijna 7 jaargangen van 12 nummers.
Volgens mij klopt dat niet.

Ik zei al iets over de kwaliteit: omslagen missen, hoekjes omgeslagen en op een paar plaatsen beschadiging en sporen van potlood en pen. Hier zie je wat nietjes in de tijd gaan doen. Als deze boekjes van voor 1940 zijn dan zijn ze dus bijna 80 jaar oud. De nietjes zijn flink geroest en drukken de roest in het papier.

De verhalen en plaatjes geven ook wat prijs van de tijd. Bekende tekenaars en schrijvers werken aan deze boekjes voor kinderen mee maar Ming en Pingie van Piet Broos zijn wel heel stereotype figuren. Dat kan vandaag niet meer.

Gelukkig zijn veel van de verhalen, puzzels, tekeningen, kleurplaten, raadseks heel onschuldig. Net als deze Donzige Duikertjes van Willy Schermelé.
Tien van de dertig boekjes heb ik doorgenomen.
Regelmatig komen verhalen en stukjes terug van dezelfde schrijvers.
Tot nu toe kwam ik tegen:
L. van Suchtelen-Leembruggen
Leonard Roggeveen
M. Bekkers-Zürcher
J. de Beer-van Strien
Ella Vémor
Marie Schmitz
Céline Schaake-Verkozen
M. Bosch van Drakestein
Aafje Fokker // A. A. Fokker (?)
A. Hamaker-Willink
Piet Broos
Felicie Jehu
Gia Kes
Nelly Donker
Tjits Veenstra
J. v.d. Hoeven-Paris
T. van Beem-Paleologo
S. Salomon-Souget
Willy Schermelé
A. Cramer
Fr. Maade-Kuyper
J.L. Schulte (redactie)

Sommige van de verhalen zijn misschien nog pijnlijk actueel. Zoals dit verhaal van Leonard Roggeveen met tekeningen van Dick de Wilde (Dirk de Wilde?).

Het blijkt dan te gaan om een figuur van borstplaat.

J.L. Schulte (redactie) legt uit dat de afbeelding op de omslag ook een bedoeling heeft. Er staat een heel verhaal over Tommy van den Berg met zijn hond Puck en de pop Teddy-beer.

De KB heeft zo’n omslag op de website staan om als je dat wil te down loaden. De tekening is van M. Bosch van Drakestein.

Leonard roggeveen mag een gerespecteerd schrijver zijn en Willy Schermelé een bekend Nederlands actrice, illustratrice, journaliste en schrijfster, maar met zo’n verhaal krijg je vandaag de dag problemen.


De boekjes heb ik verdeeld in 2 stapeltjes.
De kleinste stapel met 10 boekjes heb ik doorgenomen en
daar lees ik ook een rij namen van de illustratoren:
L. van Suchtelen(-Leembruggen)
Nora Schnitzler
Freddie Langeler
M.B.Z. (M. Bekkers-Zürcher?)
Dick de Wilde (Dirk de Wilde?)
M. Bosch van Drakestein
Willy Schermelé
Piet Broos
ADA (?)
Nelly Donker
A. Hamaker-Willink
Leonard Roggeveen
Wat opvalt is dat veel schrijvers ook tekenaars zijn en andersom.

Binnenkort meer.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...