In Vrij Nederland van 19 maart van dit jaar
staat een mooi citaat over het werk van Luc Tuymans.
Het is niet alleen van toepassing op zijn werk.
De uitspraak kun je op veel moderne kunst toepassen:
De vruchten van deze schilder zijn makkelijk te herkennen, maar nog niet zo makkelijk te typeren.
‘Terughoudend’ kun je ze noemen. ‘Diffuus’ ook. ‘Impressionistisch’ is een term die vaak opduikt. Mij doet Tuymans’ werk denken aan iemand die in een schemerige kamer eindeloos televisie zit te kijken. Kanalen veranderen, programma’s volgen elkaar op, na een uur of twee, drie, vier, vijf, zes verliezen de beelden hun kracht en worden allemaal even betekenisvol – of betekenisloos. De schilder knikt, wanneer ik hem de vergelijking voorleg: ‘Onverschilligheid, onaangedaanheid, gecultiveerde afstand – dat zijn dingen die mij wel interesseren, ja. Dat is toch zo’n beetje de grondhouding van de moderne mens. Niet dat we veel anders kunnen. Mijn generatie, en de generatie na mij nog meer, is opgegroeid met een overvloed aan sensaties en een manco aan ervaring. Het is treurig, maar waar: we nemen de belangrijkste gebeurtenissen in ons leven waarschijnlijk tot ons via televisie, films, internet, via kunstmatige bronnen, kortom.’
Luc Tuymans, Gaskamer, 1986.
Houdt in de postmoderne kunstwereld niet iedereen zijn eigen particuliere tuintje bij?
‘Dat is waar. Wij leven in een tijd zonder dominant verhaal – religieus of anderszins – en dat weerspiegelt zich in de kunsten. Die is versplinterd en gefragmenteerd, het fragment is het dominante verhaal. Het idee van het Grote Alomvattende Meesterwerk – zoals ze dat kenden in de tijd van Van Eyck of Rubens – bestaat niet echt meer. Dat is niet spijtig, dat is juist fijn. Die werken zijn al gemaakt, wij hoeven het dus niet meer te doen. In zekere zin werkt iedere schilder vandaag de dag dus in de schaduw van Jan van Eyck.’
Vrij Nederland: interview Stefan Kuiper, foto Jason Bell.