Uit het essay van Erik-Jan Bos (pagina 45):
Geconfronteerd met een wereld waarin de meningen zwaar verdeeld zijn, ontwikkeld Descartes een methode om uit te maken of (objectieve) waarheid gevonden kan worden, … Hij stelt vier regels op.
Op de eerste plaats om niets voor waar aan te nemen waarvan je niet zelf de waarheid op evidente wijze inziet.
Ten tweede elk te onderzoeken probleem in zo veel stukken te verdelen als mogelijk en noodzakelijk.
Het is vervolgens, het beste te beginnen met de meest eenvoudige dingen te onderzoeken, om langzaam op te stijgen naar meer ingewikkelde zaken.
Ten slotte, maak een volledig en systematisch overzicht zodat je niets zult vergeten.
Uiteindelijk bestaat het werk van René Descartes uit 4 delen, de introductie waarin de methode om aan waarheidsvinding wordt beschreven en dan drie bewijsstukken. Dioptriek (daar waar dit boek open ligt) gaat over de breking van het licht wanneer het van medium verandert. Een uitvinding die eerder was gedaan door Willebrord Snellius. Die had op het moment dat Descartes zijn versie er van publiceerde zijn vinding nog niet publiek gemaakt. Meteoren verklaart de regenboog en Geometrie is een nieuwe discipline in de meetkunde.
René Descartes, Discours de la Méthode. Drukkerij: Johannes Maire, Leiden, 1637.
Frans van Schooten de jongere verzorgde de illustraties voor de ‘bewijsstukken’.