Twee schrijvers, gestorven in de twintigste eeuw, leiden ons als gidsen door de verborgen kanten van de stad en voegen nog meer patina toe aan de mythe van Alexandrië.
Konstantinos Kavafis was een obscure ambtenaar van Griekse herkomst, die zonder ooit promotie te maken werkte voor het Britse bestuur in Egypte, bij de afdeling Irrigatie van het ministerie van Openbare Werken. ’s Nachts dompelde hij zich onder in een wereld van geneugten, kosmopolitische contacten en een internationaal kroegleven.
Hij kende als zijn broekzak de wijk met bordelen, het enige toevluchtsoord voor zijn homoseksualiteit – ‘verboden en door iedereen diep veracht’, zoals hij schreef. Kavafis was een hartstochtelijk lezer van de klassieken en schreef zo goed als in het geheim.
…..
De personages uit The Alexandria Quartet: Justine, Darley en met name Balthazar, die zegt hem nog te hebben gekend, herinneren voortdurend aan Kavafis, ‘de oude stadsdichter’. Op hun beurt versterken de vier romans van Lawrence Durrell, een van die Engelsen die verstrikt werden door het puritanisme en het klimaat van hun land, de erotische en literaire weerklank van de Alexandrijnse mythe.
…..
Niemand heeft nauwgezetter de kleuren en fysieke sensaties beschreven die Alexandrië wekte. De drukkende stilte en de hoge hemel in de zomer, de pieren, de gele oever.
Irene Vallejo, Papyrus, pagina’s 26-27.
Gelezen: Koezmin, Alexandrijnse gezangen uitgebracht door de Statenhofpers uit Den Haag.
Ik koop en lees de Helmut Salden-serie vanwege de uitvoering
van de boekjes. Op de omslag wordt het legendarische lettertype
gebruikt dat door Salden is ontworpen.
Deze rijmloze gedichten bouwen voort op de mythe van de
bibliotheek van Alexandrië, de plaats waar men probeerde alle boeken
van de hele (bekende) wereld bij elkaar te brengen en de vernietiging
van die bibliotheek en zijn schat aan klassieke manuscripten.
Op die stad en zijn imago is een traditie ontstaan die door
Irene Vallejo wordt beschreven in het boek Papyrus dat ik op dit
moment ook lees.
De Alexandrijnse gezangen klinken vooral neerslachtig
(om het zacht uit te drukken).
Ik kijk uit naar de keuze voor het volgende deel.