Vierhonderd jaar geleden verscheen het boek ‘Denken over oorlog en vrede’
dat geschreven werd door Hugo de Groot.
Zijn werk is in de huidige instabiele wereldpolitiek nog steeds actueel en
daarom is het een goede reden zijn boek in te binden.
Als mogelijke bindmethode werd door Stichting Handboekbinden de ‘spitselband’
voorgesteld door twee artikelen van de hand van Karin Cox.
Mevrouw Cox verwijst naar een beschrijving van Peter Goddijn in zijn boek
‘Westerse boekbindtechnieken van de Middeleeuwen tot heden’.
In een serie blogberichten probeer ik te doorgronden wat dat is
‘een spitselband’ en hoe het bindproces in elkaar steekt.
Dat doe ik voordat ik aan het binden ga beginnen.
Daarvoor loop ik de stappen die Cox en Goddijn aandragen door en
probeer ze te begrijpen.
Daarna besluit ik wat ik wel en niet ga doen.
Laat ik deze keer eens beginnen bij het woord ‘spitsel’, daar
zit misschien iets in van het woord ‘spits’?
‘Spitsel’ volgens het Groot woordenboek der Nederlandse taal:
patroon voor kantwerksters
Je snapt dat deze betekenis niet de betekenis is
die schuilt achter de term ‘Spitselband’.
Of toch?
Nog eens verder zoeken.
‘Kneep en binding’ biedt een oplossing.
Als je zoekt in het document komt het woord op 2 pagina’s voor waarvan
één in het overzicht Nederlandse termen (index).
In de tekst komt het woord ‘spitsel’ voor in een soort van bijrol.
Bij 52.8 (op pagina 69), onder onderwerp 52 worden ‘omslagen’ besproken.
Bij 52.8 betreft het een verklaring van de ‘doorgehaalde binding’:
“binding die dichtbij het scharnier tussen rug en plat door een doorboring (spleet) in omslag of bekleding naar buiten treedt en zeer dicht daarbij door een tweede doorboring weer naar binnen”.
Okay, dat helpt enorm om te begrijpen wat een spitselband eigenlijk is.
Je bindt de katernen aan elkaar en aan stroken perkament die later
door de boekband naar buiten gaan en meteen weer naar binnen.
Als je dat een beetje aantrekt dan helpt de stug- en stijfheid van het perkament
om een boek te binden zonder (veel) lijm te gebruiken (denk ik).
Om dan te vervolgen met:
“Vaak wordt slechts een smal deel van de binding doorgehaald (dit smalle deel heet spitsel);”
Nu zijn we er.
Er staat ook een tekening bij die dit verduidelijkt.
Deze tekening komt uit: WK Gnirrep, JP Gumbert, JA Szirmai, Kneep en Binding – Een terminologie voor de beschrijving van de constructies van oude boekbanden, de tekeningen zijn van JA SZirmai. Je ziet, te beginnen links, de katernen, de kettingsteek, een spitsel – meegebonden en gevouwen naar de vorm van het boekblok en dan rechts de perkamenten bekleding waar de spilsel doorgehaald is.
Okay, nu snap ik beter wat ik ga maken.
Ik heb al eens een band gemaakt waarbij de perkamenten stroken, gedraaid
als veters, door de band werden gehaald en op de rug werden gebonden.
Dit lijkt me een soort ‘verbeterd model’.
Ik zeg niet dat als ik het begrijp wat ik moet maken, ik het ook kan maken,
maar de kans van slagen neemt wel toe.
Wat zeggen Cox en Goddijn over hoe je de spitsels moet maken?
Onder het kopte ‘nodig’ noemt ze ‘stroken soepel perkament voor de bindingen’.
Verderop in de tekst krijg je meer detailinformatie die ik al een keer vermelde.
Samenvattend: drie stroken van 1 cm breed en 20 cm lang en de
‘achtersteeksels’ zijn 1 cm breed en 4,5 cm breed.
De 4,5 cm is waarschijnlijk mede afhankelijk van de breedte van de rug.
De 15 katernen zijn waarschijnlijk 3,5 cm breed (?).
Mijn 20 katernen zijn bijvoorbeeld ruim 4 cm.
In het tweede artikel staat dan nog:
‘Rijg de spitsels door de gleuven. Knip hiervoor de uiteinden van de spitsels schuin af.’
De tekst maakt duidelijk dat de spitsels door het perkament van de boekband zal worden geregen aan zowel de vóór- als achterkant van het boek.
De tekst van Goddijn zegt op pagina 155:
‘8 stroken kalfsperkament van 1 cm breed en twintig cm langer dan het boek(blok, aanvulling Argus) dik is en waaraan aan één zijde een punt geslepen is’
Maar ook bij Goddijn worden de spitsels later nog smaller gesneden
aan de uiteinden. Ook hier gebeurt dit aan vóór- en achterzijde.
Intussen is mij in beide teksten al duidelijk geworden dat
er naast de spitsels en de boekband nog meer perkament
nodig is!
Maar daarover later.
AI (Copilot) geeft aan dat mijn tekst zekerder mag overkomen.
Ik gebruikt ‘waarschijnlijk’ en ‘denk ik’ maar dat doe ik bewust.
Zelf heb ik dit boek nog nooit gemaakt dus pas over een tijd,
als mijn exemplaar is ingebonden, kan ik deze tekst nog een keer
schrijven met meer zelfverzekerdheid en overtuiging.
Vandaag is dit nog steeds een verslag van mijn voorbereiding.
En de titel is natuurlijk niet spannend genoeg 🙂
