De lente is begonnen

Heel toepaselijk, vond ik, las ik deze week het boek uit met de naam:
Winter, a Folio anthology.

Het is een cadeau van de Folio uitgeverij in Engeland.
Die uitgeverij geeft met veel zorg boeken uit.
Soms in gelimiteerde edities.

Toen ik eind vorig jaar een paar boeken kocht kreeg
ik dit boekje cadeau.

 photo WP_20170324_002WinterAFolioAnthology.jpg

Winter, A Folio Anthology.


Het is een verzameling verhalen met als thema ‘winter’ van schrijvers als
Lord Tennyson, Hans Christian Andersen, Hector Berlioz (de componist),
Charlotte Bronte, Charles Dickens, Thomas Hardy, James Joyce
en R. F. Scott (de poolreiziger).

In dit geval gaat het om een klein boekje, niet in een speciaal doosje
(wat normaal wel het geval is) maar wel mooi gemaakt met een mooi
lettertype (Caslon), prachtige illustraties (Petra Börner) en mooi
ingebonden.

Wikipedia over Caslon:

Caslon is de naam van een familie van lettertypen met schreef die door William Caslon (1692 – 1766) zijn ontworpen. Zijn vroegste ontwerpen dateren van 1734. Caslon wordt vaak aangehaald als het eerste originele lettertype van Engelse oorsprong maar vooraanstaande typehistorici, zoals: Stanley Morison en Alfred F. Johnson een historicus werkzaam bij het British Museum, wijzen op de grote overeenkomsten van het ontwerp van Caslon met Nederlandse typen.

Heel toepasselijk was de laatste bijdrage:

Thaw

 

Over the land freckled with snow half-thawed
The speculating rooks at their nests cawed
And saw from elm-tops, delicate as flower of grass,
What we below could not see, Winter pass.

 

Edward Thomas.

Ik ken Edward Thomas niet, dus even bij Wikipedia gaan kijken.
Helaas geen Nederlandse bijdrage:

Philip Edward Thomas (3 March 1878 – 9 April 1917) was a British poet, essayist, and novelist. He is commonly considered a war poet, although few of his poems deal directly with his war experiences, and his career in poetry only came after he had already been a successful writer and literary critic.

Vertaald leest het gedicht ongeveer als volgt:

Dauw

Over het land, bevlekt met half gedooide sneeuw,
Kraste de roeken (kraaien) afwachtend vanuit hun nesten.
Ze zagen vanuit de toppen van de iepen, fijn als weidebloemen
wat we beneden niet konden zien, de winter is voorbij.