Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen:
Magic in the Moonlight
is een fantastische film.
In zijn grote succesfilms, aan het begin van zijn carriere,
speelde Allen vaak het ietwat zenuwachtige, onrustige typetje
die steeds een balanceeract opvoerd met zijn eigen twijfels.
Deze film gaat over hetzelfde typetje.
Alleen wordt de rol nu gespeeld door Colin Firth.
De film wordt aangekondigd als een romantische komedie
die zich afspeelt in de jaren ’20 van de vorige eeuw.
Maar dat doet er eigenlijk allemaal niet toe,
dat is slechts de verpakking, de aankleding van de googeltruc
die Allen ons voorschoteld.
De magie van de liefde (Magic in the Moonlight),
dat is waar de film over gaat en de film had ook in de middeleeuwen,
in het nu, of in de toekomst kunnen spelen.
Allen houdt nu eenmaal van jazz en met name van de jazz
uit de Roaring Twenties.
En Ute Lemper kun je natuurlijk het best in een scene in 1928
Marlene Dietrich laten herleven.
Het begrip ‘Magie’ wordt heel mooi uitgewerkt.
Aan de ene kant is er de goochelaar, iemand die mensen vermaakt
met illusies, waarvan de toeschouwers weten dat het trucjes zijn.
Goed bedachtte, erg slimme trucjes, maar trucjes.
Daar tegenover staat de magie van het medium, iemand die
mensen voor de gek houdt, bedriegt met trucjes.
De goochelaar staat voor het intelect (genialiteit wordt het in de film genoemd),
deskundigheid, wetenschap.
Het medium staat voor het geloof in ‘dat er meer is in de wereld’ (god, leven
na de dood, religie).
Dan komt het Allen-typetje om de hoek.
De goochelaar (het typetje) moet het medium ontmaskeren.
Volgens hem heeft Nietzsche al afgerekend met God.
Wetenschap onderzoekt religie.
Dan slaat de twijfel toe, even is het typetje in de balanceeract, overtuigd.
Maar dan volgt toch de ontmaskering.
Dan op dat moment, uit onverwachte hoek,
slaat de echte ‘Magie’, de liefde, toe.
Er is blijkbaar toch meer in onze wereld dan wetenschap
en Allen noemt dat: liefde.
Het verhaal wordt door Allen vlot geschetst.
Net overtuigend genoeg om het basis-idee van de film te illustreren.
De film is komisch maar niet hilarisch.
Want net als de sarcofaag en de draaistoel in de goochelact
en in de ontmaskering,
is de film niets meer dan een goochelrekwisiet
om de magie van de film plaats te laten vinden
met Allen als de….
Ja, als wat eigenlijk, als de goochelaar of als het medium?