De Argusvlinder een onderkruipsel?

Vandaag was ik in Amsterdam.
Ik ging speciaal voor het Rijksmuseum want er
is een tentoonstelling met werk van Irma Boom.
Werken van haar hand gaan het gesprek aan met
moderne kunstwerken in de collectie.

Daarnaast is er de tentoonstelling ‘Clara en
de onderkruipsels’. Een tentoonstelling rond
het ‘exotische’ dier ‘Clara’, een geimporteerde
neushoorn die in Holland getoond werd en een soort
van rage werd.

Wat precies de onderkruipsels daar mee te maken hebben,
behalve dan misschen dat rond hen ook lang een
rookgordijn van gebrek aan kennis hing, weet ik niet.
Maar een mooie en spannende tentoonstelling, voor jong en oud,
levert het in ieder geval wel op.

IMG_9362AmsterdamBijLeidseplein

Een gevel in de buurt van het Leidseplein heeft deze opvallende muurschildering.


IMG_9363RijksmuseumClaraEnDeOnderkruipselsOnderkruipselsOpSterkWater

Onderkruipsels op de tentoonstelling (waar ook heel veel vlinders te zien zijn) op sterk water.


IMG_9364RijksmuseumClaraEnDeOnderkruipsels

Onderkruipsels tegen de muren. Binnenkort meer over de twee tentoonstellingen maar vanavond niet meer.


Gelezen: Telefoon voor de heer Mulisch

Dit erg leuke boek van Stijn Aerden over Harry Mulisch
heb ik net gelezen.
Het boek is verdeeld in 21 stukken die heel karakteristiek
voor Mulisch waren en aan de hand waarvan een beeld
van zijn leven en avonturen wordt gegeven.
Zo zijn er stukken over ‘Zijn pijp’, ‘Zijn Haarlem’,
‘Zijn boekenbal’, ‘Zijn Leidseplein’, ‘Zijn teckels’,
‘Zijn neus’ en bijvoorbeeld ‘Zijn Herenclub’.
De goede en slechtere eigenschappen van de schrijver
worden niet gespaard.
Het leukste verhaal is misschien wel dat van de titel.
Als je het niet kent lees dan zeker dit boek.
Ik kies twee andere korte fragmenten.

StijnAerdenTelefoonVoorDeHeerMulisch

Stijn Aerden, Telefoon voor de heer Mulisch.


De keer dat ze er samen waren, Donner en Mulisch, wist Mulisch zijn vriend nog uit de cel te praten, nadat deze op een Tinguely-tentoonstelling een van de objecten met een onhandige Obelix-tikje uit elkaar had…getinguelied.

Pagina 165, uit het hoofdstuk ‘Zijn vriend’.

‘Een schrijver, denkt men, is iemand die gemakkelijker schrijft dan andere mensen.’ zei hij. Maar het tegendeel is waar: ‘Iedereen schrijft gemakkelijker dan schrijvers. ….. ‘Gekweld zoek ik dan naar een zin, en als ik hem eenmaal heb neergeschreven, blijkt hij vaak niet te lopen. Schrijven, dat is bijna niet kunnen schrijven.’

Pagina 188, uit het hoofdstuk ‘Zijn vulpen’.