Zo’n cadeautje krijg je niet vaak,
Twee vrouwen van Harry Mulisch.
Ik ben er vandaag, in bad liggend, aan begonnen.
Ik ben nu op pagina 73.
Dat leest dus vlot maar niet omdat het zo’n eenvoudig boek is.
De boeken van Mulisch zijn heel leesbaar,
maar hier en daar loop je tegen zaken aan waar je wat dieper op moet studeren,
tenminste als je dat wilt.

Hier wat dingen die mij opvielen bij het lezen van dit boek.
Misschien slaat het nergens op maar dit is wat mij opviel.
In het boekje staat een foto.
Je zou het boek alleen al lezen vanwege deze foto.
Heb je ooit zo’n ijdeltuit gezien?
Maar in het boek trof ik het volgende:
De elegantste nichten van de stad waren verschenen, -de oudere zorgvuldig gekapt boven hun gegroefde gezichten en soms gehuld in roodgevoerde capes, de jongere met lange blonde lokken en in doorzichtige kanten hemden, die openstonden tot hun navels, sieraden bungelend in hun borsthaar en hun ogen overal, behalve bij degene in wiens gezelschap zij waren. Verscheidene ook in gezelschap van opvallende, dikke oude dames, die slecht ter been waren; sommige alleen: parmantig met een schoudertasje en met een biljartkeu in hun rug leek het of zij niet liepen maar op een lopende band het theater inschoven.
Twee vrouwen, pagina 63.

Dit is de foto die ik bedoelde.
Mulisch schrijft prachtig, soms heel mooi beeldend.
Hetcitaat hierboven is er een voorbeeld van maar wat te denken
van de volgende passages:
…plotseling bedolf de vermoeidheid mij, zoals een gedropte parachutist wordt bedolven door zijn parachute.
Twee vrouwen, pagina 11.
Iedereen kent wel het vervreemdende gevoel dat je kunt hebben
als je iets doet wat buiten je normale patroon ligt.
Niet dat je iets vreemds doet maar wel iets buiten het ‘normale’ patroon:
Ook het binnenste van de auto scheen mij enigsinzs verbaasd te ontvangen, op dit uur.
Twee vrouwen, pagina 13.
Soms is hij onze eigen ‘Da Vinci-code’ avant la lettre:
Haar gezicht deed mij denken aan Giotto, en aan die op sommige fresco’s uit Siena, van Ambrogio Lorenzetti.
Twee vrouwen, pagina 24.
Giotto is be bekendste van de twee schilders die hier genoemd worden.
Wikipedia zegt over Giotto en zijn grootste bijdrage aan de schilderkunst:
Giotto beeldde mensen “massief” af en slaagde erin emoties weer te geven. Velen vinden de dramatiek in zijn werk dan ook zijn belangrijkste innovatie. Ook betrok Giotto de achtergrond beter bij het geheel; gebouwen en natuur zijn geschilderd op een manier die veel beter overeenkomt met de regels van het perspectief, hoewel nog niet perfect. Dit alles wordt gedeeltelijk toegeschreven aan veranderingen in de kerk; onder invloed van Franciscus van Assisi (1182-1226) waren emoties en de natuur belangrijker geworden.
Het werk van Giotto is niet zonder meer aan te duiden.
Er is nogal wat discussie over de schilderingen over het leven van St. Franciscus
Daarom hier twee onbesproken toewijzingen.
Alleen zijn het niet alleen vrouwengezichten.

Giotto: Ognissanti Madonna.

Giotto: Cappella degli Scrovegni, Padua.
En dan Ambrogio Lorenzetti.
Wikipedia:
Ambrogio Lorenzetti (of Ambruogio Laurati) (1290 – 1348) was een Sienese kunstschilder.
Hij werd geboren en stierf in Siena. Hij was actief tussen ongeveer 1317 en 1348. Zijn broer was de kunstschilder Pietro Lorenzetti. Zijn werk toont de invloed van Simone Martini, hoewel het naturalistisch is. Ambrogio Lorenzetti werd vooral bekend door de fresco’s die hij maakte voor het Palazzo Pubblico in Siena (Het goede bewind en Het slechte bewind).
Hoe zien dergelijke gezichten er dan uit:



Het zijn naar mijn gevoel wat gestrenge gezichten.
Streng.
Ze spelen de baas.
Even verder schrijft Mulisch:
Zij hield zich koel, maar zij was het niet. Als iemand hier verleid werd, dan was ik het.
Twee vrouwen, pagina 27.
Binnenkort meer.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...