Een boek met fabels en dieren spelen de hoofdrol. Boven de afbeelding staat: ‘Onnut in Schijn, kan dienstich zijn’ en er onder: ‘Alle dingh koemt te pas’.
Dit is een afbeelding die te zien was in Huis van het Boek,
de tentoonstelling Boekenzoo.
Het boek is van Steven Perret, Woudt van wonderlicke sinne-fabulen
der dieren, I van Waesberge, Rotterdam, 1633, Een groep dieren.
Kijk je goed dan zie je ook de volgende bijzondere verschijning.
Tussen de leeuw en de beer, onder het varken. Wat is dat precies met die grote oren?
In het boek staan natuurlijk fabels. Korte verhalen met een sterke boodschap. Zoals hier het verhaal ‘Van den ezel, en de haes.’
Ik heb geprobeerd de tekst uit te typen, de spelling gelaten zoals het was,
alleen een ‘s’ getypt waar ik denk dat hij hoort.
Niet alle hoofdletters overgenomen.
Wel de komma’s geprobeerd over te nemen.
Van den ezel, en de haes.
De kloecke leeuw, doet groot bevel,
Als baes, en vooght van ’t beeste-spel;
Roept beer, en hert, kameel, en stier,
en swijn, en haes, en ’t ezel-dier,
Om sich ten krijgh te rusten op.
De ruyghe beer, (te kort van kop)
die sprack: Heer leeuw; hoort koninck, dwaes,
een ezel dom, en blooden haes,
en passen bij de krijghers niet;
D’een is te traegh, en d’ander vliet.
Wel aen, feyd’ leeuw; een ezel schrickt.
De vlugghe haes, de baen verklickt.
,,Die Wallen wacht, is alsoo goet,
,,als die in ’t Velt haes-op gaen doet.
,,Het is vol dienst, en noodich-nut,
,,Wat goet kan doen, en quaet beschut.Een dom. en lompen boer, koemt alsoo wel te pas,
als een die rend, en zeylt, en loopt alomme ras.Noyt quaet, in baet
Ik ben wel benieuwd wat ‘feyd’ leeuw’ betekent.